Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Wegenverkeerswetdelicten - rijgedrag en verkeersveiligheid.

Uitspraak



Parketnummer: 23-000877-13

Datum uitspraak: 17 juni 2014

TEGENSPRAAK (raadsman gemachtigd)

Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 februari 2013 in de strafzaak onder parketnummer 15-229807-11 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,

adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 juni 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.hij op of omstreeks 07 augustus 2011 in de gemeente Castricum aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [surveillant] (surveillant van politie Noord-Holland-Noord) opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een personenauto (merk: " BMW ", gekentekend: [kenteken], gepleegd in de periode van 06 augustus rond 00:00 tot en met 07 augustus 2011 in de gemeente Alkmaar);

2.hij op of omstreeks 06 augustus 2011 in de gemeente Haarlem en/of te Halfweg en/of te Spaarnwoude, gemeente Haarlemmerliede Ca, althans in het gerechtelijk arrondissement Haarlem, als bestuurder van een voertuig (te weten: een personenauto [merk: "BMW, gekentekend: [kenteken]]), daarmee heeft gereden op de weg(en), Rijksweg A200 (L en/of R) en/of N200 of Amsterdamsevaart en/of Lange Herenvest, en toen (telkens) een of meerdere verkeersregels heeft overtreden, immers is/heeft hij, verdachte, met dat voertuig

- ( telkens) met (zeer) hoge snelheid, in elk geval met hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan, op die/dat weg(en) gereden en/of

- ( op/bij de A200) met (hoge) snelheid gereden op/langs en/of buiten een versmald gedeelte (afgezet met een betonnen rand) en/of

- ( op/bij de A200) (met hoge snelheid) achteruit)(in)gereden naar/op het voertuig van [brigadier] (brigadier van Politie Kennemerland) (welk voertuig op dat moment werd bestuurd door die [brigadier] of waarin die [brigadier] zich op dat moment bevond) en/of

- ( op de N200) (telkens) niet gestopt voor een verkeerslicht dat rood (stop)licht in zijn richting uitstraalde en/of

- ( op de N200) op/langs de linker- of rechterwegzijde een of meer voertuigen ingehaald/gepasseerd en/of - over een (naast/langs/aan de N200 gelegen) gelegen busstrook gereden en/of

- ( op de N200) over een middengeleider gereden en/of (vervolgens) op de rijbaan van het voor verdachte tegemoetkomende verkeer gereden of geraakt/terechtgekomen en/of

- ( met hoge snelheid) op de Lange Herenvest gereden op de rijbaan van het voor verdachte tegemoetkomende verkeer,

door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 7 augustus 2011 in de gemeente Castricum aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [surveillant] (surveillant van politie Noord-Holland-Noord) opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal van een personenauto (merk: "BMW", gekentekend: [kenteken], gepleegd in de periode van 6 augustus rond 00:00 tot en met 7 augustus 2011 in de gemeente Alkmaar);

2:hij op 6 augustus 2011 in de gemeente Haarlem en te Halfweg en te Spaarnwoude, gemeente Haarlemmerliede, als bestuurder van een voertuig (te weten: een personenauto [merk: "BMW, gekentekend: [kenteken]]), daarmee heeft gereden op de wegen Rijksweg A200 , N200, Amsterdamsevaart en Lange Herenvest, en toen telkens een of meerdere verkeersregels heeft overtreden, immers is/heeft hij, verdachte, met dat voertuig

- met hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan, op die wegen gereden en

- bij de A200 gereden buiten een versmald gedeelte (afgezet met een betonnen rand) en

- bij de A200 (met hoge snelheid achteruit gereden naar het voertuig van [brigadier] (brigadier van Politie Kennemerland), welk voertuig op dat moment werd bestuurd door die [brigadier] en

- op de N200 niet gestopt voor een verkeerslicht dat rood (stop)licht in zijn richting uitstraalde en

- op de N200 langs de linker- of rechterwegzijde een of meer voertuigen ingehaald/gepasseerd en

- over een naast de N200 gelegen gelegen busstrook gereden en

- op de N200 over een middengeleider gereden en vervolgens op de rijbaan van het voor verdachte tegemoetkomende verkeer gereden en

- met hoge snelheid op de Lange Herenvest gereden op de rijbaan van het voor verdachte tegemoetkomende verkeer,

door welke gedragingen van verdachte gevaar op die wegen werd veroorzaakt en het verkeer op die wegen werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:

aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:

overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het onder 1 ten laste gelegde veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis en voor het onder 2 ten laste gelegde tot hechtenis voor de duur van een maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen en maatregel als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregel bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte.

Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.

De verdachte heeft op 6 augustus 2011 rond het middaguur op zodanige wijze een auto bestuurd dat hiermee de veiligheid op de weg in het geding is gekomen. Hij heeft met zijn rijgedrag de verkeersveiligheid, daaronder begrepen de veiligheid van zijn medeweggebruikers, zeer ernstig in gevaar gebracht. De verdachte heeft onder meer met hogere snelheid dan ter plaatse is toegestaan en mitsdien met een snelheid die (aanzienlijk) hoger lag dan van het overige verkeer, op de A200 en de N200 gereden, alsmede door de bebouwde kom van Haarlem, daarbij een verkeerslicht negerend en waarbij hij meerdere malen op de rijbaan voor het tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen, waardoor andere automobilisten en fietsers moesten uitwijken om een aanrijding met de verdachte te voorkomen. Daarnaast heeft de verdachte de veiligheid van een politieagent concreet in gevaar gebracht door onderweg achteruitrijdend met grote snelheid op het dienstvoertuig van een politieagent in te rijden. De verdachte heeft met zijn rijgedrag een groot risico op het veroorzaken van een verkeersongeval genomen, waarbij het niet aan hem te danken is geweest dat dit risico zich niet daadwerkelijk heeft gemanifesteerd.

Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 21 mei 2014 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld, ondermeer voor het overtreden van de Wegenverkeerswet 1994.

Het hof acht, gelet op de ernst van het onder 1 ten laste gelegde feit en in samenhang bezien met het onder 2 ten laste gelegde, een taakstraf niet aangewezen. Het hof, alles afwegende, acht voor het onder 1 ten laste gelegde een gevangenisstraf van na te melden duur en voor het onder 2 ten laste gelegde, een geldboete van na te melden hoogte en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 62, 63 en 188 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994 .

Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.

Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde

Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.

Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.

Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. J.W.H.G. Loyson en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van mr. M. Boelens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 juni 2014.

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...]

[...][...][...]

[...][...][...]

[...][...][...]

[...]

[...]

[...][...]

[...].


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature