Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Beëindiging ZW-uitkering. Juiste maatstaf arbeid gehanteerd door het Uwv. De betrokken verzekeringsartsen hebben bij de beoordeling van de medische geschiktheid van appellante een voldoende duidelijk beeld gehad van de aard en de zwaarte van de werkzaamheden van appellante in haar laatst verrichte werk. Medisch onderzoek is zorgvuldig. De in hoger beroep aangevoerde gronden leiden niet tot het oordeel dat het inzichtelijke en overtuigend gemotiveerde standpunt van de bezwaarverzekeringsartsen onjuist zou zijn.

Uitspraak



11/2658 ZW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 23 maart 2011, 10/4736 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.]

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak 28 november 2012.

PROCESVERLOOP

Namens appellante is hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2012. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. W.A. Timmer, advocaat. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.P.F. Oosterbos.

OVERWEGINGEN

1.1. Appellante was werkzaam als administratief medewerkster, toen zij zich voor dit werk per 14 december 2009 heeft ziek gemeld met rugklachten. Naar aanleiding van deze ziekmelding heeft appellante een uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) ontvangen en heeft zij op 29 januari 2010 het spreekuur bezocht van verzekeringsarts S.C. Kromokarijo. Deze arts is tot de conclusie gekomen dat appellante met ingang van 4 februari 2010 geschikt kan worden geacht voor haar laatst verrichte werk als administratief medewerkster. Bij besluit van 29 januari 2010 heeft het Uwv dienovereenkomstig met ingang van 4 februari 2010 het recht op ziekengeld beëindigd.

1.2. Na een herbeoordeling door bezwaarverzekeringsarts M. Keus heeft het Uwv bij besluit van 27 mei 2010 (bestreden besluit) het bezwaar van appellante tegen het besluit van 29 januari 2010 ongegrond verklaard.

2. De rechtbank heeft het tegen het bestreden besluit ingestelde beroep bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.

3. In hoger beroep voert appellante - kort weergegeven - aan dat de zwaarte van haar werkzaamheden is onderschat, nu zij ook schoonmaakwerkzaamheden moest verrichten. Tevens zijn de ernst van de rugklachten en de daarmee gepaard gaande beperkingen onderschat. Ter onderbouwing van haar standpunt legt appellante informatie over van haar huisarts J.G. Wierda, orthopedisch manueel therapeut T.C. Jessurun, radioloog Ph. Pevenage en neurochirurg A. Arslan.

4.1. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.2. Ingevolge artikel 19, eerste en vierde lid, van de ZW heeft de verzekerde bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid, als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken, recht op ziekengeld. Volgens vaste rechtspraak moet onder “zijn arbeid” worden verstaan de laatstelijk voor de ziekmelding verrichte arbeid.

4.3. Appellante heeft tijdens het spreekuur van de verzekeringsarts te kennen gegeven dat de werkzaamheden in haar laatst verrichte werk bestonden uit het invullen van werkbrieven, het kantoor schoonhouden, koffie halen en zo nodig de medewerkers bellen. Daarnaast heeft zij, zoals blijkt uit de zich in het dossier bevindende vragenlijst “ziekte en re-integratie”, de belasting in dit werk nader beschreven. Ook tijdens de hoorzitting van 19 mei 2010 heeft appellante gesteld dat haar werkzaamheden bestonden uit licht administratief werk, zoals kopiëren, facturen in mappen doen en post verzenden, hetgeen zeker geen zwaar werk was. In de in hoger beroep overgelegde brief van 10 april 2012 van de ex-werkgever van appellante worden haar werkzaamheden beschreven als het schoonmaken van het kantoor, administratief werk, zoals kopiëren en het ondersteunen van het hoofd administratie, koffie schenken en klanten ontvangen. Nu deze beschrijving in essentie niet afwijkt van de eerder genoemde door appellante zelf beschreven werkzaamheden kan aan de eerst ter zitting gegeven aanvullende beschrijving van appellante niet dat belang worden gehecht, dat appellante daaraan toegekend wil zien. Het vorenstaande houdt in dat de betrokken verzekeringsartsen bij de beoordeling van de medische geschiktheid van appellante een voldoende duidelijk beeld hebben gehad van de aard en de zwaarte van de werkzaamheden van appellante in haar laatst verrichte werk. Het Uwv heeft bij de onderhavige beoordeling dan ook een juiste maatstaf arbeid gehanteerd.

4.4. Er bestaat voorts geen aanleiding het medisch onderzoek voor onzorgvuldig te houden. Daarbij is van belang dat verzekeringsarts Kromokarijo appellante op het spreekuur van 29 januari 2010 lichamelijk heeft onderzocht en daarbij geen ernstige rugafwijkingen heeft geconstateerd. Zij heeft wel onderkend dat appellante rugklachten heeft die gepaard gaan met beperkingen, maar deze niet als zodanig ernstig aangemerkt dat zij niet geschikt te achten is voor haar laatst verrichte werk. Hierbij is, zoals blijkt uit het rapport van de verzekeringsarts van 29 januari 2010, ook meegewogen dat ten tijde van het onderzoek bekend was dat geen indicatie bestond voor een operatie.

4.5. Vervolgens heeft bezwaarverzekeringsarts Keus appellante na de hoorzitting van 19 mei 2010 lichamelijk onderzocht en is daarbij tot de conclusie gekomen dat objectief gezien geen sprake is van een duidelijk gestoorde rugfunctie, nu bij het oriënterend neurologisch onderzoek ongestoorde wortelprikkelingstesten zijn geconstateerd en verder ook geen overtuigende afwijkingen zijn gevonden. Bij deze beoordeling is ook de informatie van 3 februari 2010 en 17 april 2010 van het Medisch Back Neck Centrum betrokken, waaruit volgens de bezwaarverzekeringsarts ook niet blijkt van een overtuigend geobjectiveerde wortelcompromittering. Ten slotte heeft bezwaarverzekeringsarts M.E.J. van Hooff het dossier bestudeerd en in het rapport van 25 mei 2010 de bevindingen van de verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts Keus onderschreven. Daarbij heeft hij opgemerkt dat, gelet op de richtlijn “lage rugklachten” ook bij een radiculair syndroom binnen twee tot vier weken het werk dient te worden hervat. Nu het laatst verrichte werk niet rugbelastend is, omdat daarin onder meer sprake is van voldoende afwisseling van houding en ook de huisarts lichte, afwisselende werkzaamheden niet gecontra-indiceerd acht, is ook bezwaarverzekeringsarts Van Hooff tot de conclusie gekomen dat appellante voor dit werk geschikt is te achten.

4.6. De in hoger beroep aangevoerde gronden leiden niet tot het oordeel dat het inzichtelijke en overtuigend gemotiveerde standpunt van de bezwaarverzekeringsartsen onjuist zou zijn. Daarbij wordt opgemerkt dat bezwaarverzekeringsarts Van Hooff in de rapporten van 24 september 2012 en 11 oktober 2012 duidelijk heeft gemotiveerd dat uit de in hoger beroep overgelegde informatie - waaruit onder meer blijkt dat bij appellante op 18 januari 2012 een hernia op het niveau L5-S1 is vastgesteld en dat zij hieraan op 26 februari 2012 is geopereerd - niet zonder meer volgt dat bij appellante op de datum hier in geding, te weten 4 februari 2010, ook al sprake was van een radiculair syndroom. Dit standpunt is mede gebaseerd op de informatie van de huisarts van 10 september 2012 waaruit blijkt dat in februari 2010 de hernia nog niet duidelijk klinisch aantoonbaar was, hetgeen de bevindingen van verzekeringsarts Kromokarijo bevestigt. Gelet op het vorenstaande heeft het Uwv dan ook op goede gronden het recht op ziekengeld van appellante met ingang van 4 februari 2010 beëindigd.

5. Hetgeen onder 4.2 tot en met 4.6 is overwogen leidt tot de slotsom dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.

6. Er bestaan geen termen om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de vergoeding van de proceskosten.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door C.P.J. Goorden als voorzitter en J.J.T. van den Corput en A.I. van der Kris als leden, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 november 2012.

(getekend) C.P.J. Goorden

(getekend) D.E.P.M. Bary

JL


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Fatal error: Uncaught exception 'ErrorException' with message 'error_log(/var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/log/log): failed to open stream: Permission denied' in /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php:67 Stack trace: #0 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(70): Log::handleLogErrors(false) #1 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(110): Log::log('[Warning ](docs...', 'error', NULL) #2 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/index.php(108): Log::error('[Warning ](docs...') #3 [internal function]: exceptions_error_handler(2, 'error_log(/var/...', '/var/www/vhosts...', 67, Array) #4 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(67): error_log('2025-05-21 06:3...', 3, '/var/www/vhosts...') #5 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(118): Log::log(Object(ErrorException), 'debug', NULL, '?[0;31m') #6 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/index.php(873): Log::red(Object(ErrorException)) #7 {main} thrown in /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php on line 67 Fatal error: Uncaught exception 'ErrorException' with message 'error_log(/var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/log/log): failed to open stream: Permission denied' in /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php:67 Stack trace: #0 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(70): Log::handleLogErrors(false) #1 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(110): Log::log('[Warning ](docs...', 'error', NULL) #2 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/index.php(108): Log::error('[Warning ](docs...') #3 [internal function]: exceptions_error_handler(2, 'error_log(/var/...', '/var/www/vhosts...', 67, Array) #4 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(67): error_log('2025-05-21 06:3...', 3, '/var/www/vhosts...') #5 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php(110): Log::log('[1](/var/www/vh...', 'error', NULL) #6 /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/index.php(160): Log::error('[1](/var/www/vh...') #7 [internal function]: error_handler() #8 {main} in /var/www/vhosts/jure.nl/httpdocs/inc/classes/util/Log.class.php on line 67