Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Promis; medeplegen diefstal hennep/rippen hennepkwekerij; voorhanden hebben hennep; verweer onrechtmatige aanhouding vanwege ontbreken redelijk vermoeden van schuld verworpen.

Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan een inbraak in een woning waarbij is weggenomen een grote hoeveelheid (delen van) hennep(planten). Hennepkwekerijen vormen een ongewenst maatschappelijk verschijnsel dat met kracht dient te worden bestreden. Dit geldt evenzeer voor het rippen van andermans hennepkwekerij met welke gestolen buit kennelijk zeer grote geldbedragen kunnen worden verdiend. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat hij reeds vele malen eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Kennelijk hebben deze veroordelingen verdachte er niet van weerhouden opnieuw in de fout te gaan.

Uitspraak



RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht

Locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/700391-12

Uitspraakdatum: 26 september 2012

Tegenspraak

Strafvonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 september 2012 in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te Amsterdam,

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haarlem.

1. Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op of omstreeks 5 juni 2012 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen 61.1 kilo hennep(planten) althans een grote hoeveelheid hennep en/of delen van hennepplanten,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (een) nog onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),

waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

Feit 2

hij op of omstreeks 5 juni 2012 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 61.1 kilo hennep(planten), althans een grote hoeveelheid hennep en/of delen van hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,

zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3. Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

4. Bewijs

4.1. Redengevende feiten en omstandigheden1

Op 5 juni 2012 omstreeks 02:34 uur krijgen de verbalisanten Snel en Marengo de opdracht te gaan naar de [adres] te Haarlem alwaar zojuist een inbraak zou hebben plaatsgevonden. 2 De eigenaar van de woning zal later aangifte doen van diefstal door middel van braak vanuit zijn woning.3 Tijdens het ernaartoe rijden krijgen de verbalisanten de informatie dat een manspersoon over een schutting is geklommen met een lichtkleurige tas en later krijgen zij te horen dat iemand voor voornoemd perceel in een auto is gestapt en is weggereden in de richting van de Saenredamstraat. De verbalisanten zien enkele seconden later een witte bestelauto met hoge snelheid door de Saenredamstraat rijden. In de nabijheid van voornoemde locatie zien de verbalisanten geen overig verkeer.4 De verbalisanten besluiten de bestuurder staande te houden.

Na staandehouding blijkt de bestuurder te zijn medeverdachte [medeverdachte] en de bijrijder blijkt verdachte te zijn. Medeverdachte [medeverdachte] is erg bezweet, van zijn hoofd druipen zweetdruppels en zijn shirt is doordrenkt van het zweet. Vanuit de bestelauto ruiken de verbalisanten een "enorme wietlucht".5 Op de vraag van verbalisanten waar hij zojuist vandaan kwam, antwoordt medeverdachte [medeverdachte]: "bij een vriendin, ik geloof iets met [adres] ofzo".6

In de bestelauto worden tien grote tassen gevuld met toppen van hennepplanten aangetroffen.7 Later wordt vastgesteld dat de hennepplanten (zonder de tassen) een totaalgewicht hebben van 61,1 kilogram.8 Het ging bij de weging om natte hennep.9 Bovenin één van de tassen zit een heggenschaar van het merk Central Park. Op het heft bevindt zicht een wit deel latex, kennelijk afkomstig van een onderzoekshandschoen. Op het heft en de knipbladen zitten verkleefde resten van henneptoppen. Op het voetengedeelte van de bijrijderstoel ligt een blauwe jas met zwarte bies van het merk Nike.10 In een zak van deze jas wordt een kassabon aangetroffen waaruit valt af te leiden dat op 4 juni 2012 omstreeks 14:43 uur een heggenschaar is gekocht bij de Praxis. In het zijvak van het portier aan de bijrijderkant wordt een latex handschoen aangetroffen met daarop verkleefde resten van henneptoppen.11 Uit onderzoek naar de videobeelden bij de Praxis te Amsterdam blijkt dat daar op 4 juli 2012 (de rechtbank begrijpt: 4 juni 2012) een heggenschaar is gekocht door een persoon met een blauw/zwarte jas voorzien van een witte bies. Door een van de verbalisanten wordt de persoon op de videobeelden herkend als verdachte.12

Ondertussen gaan de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] naar de woning aan de [adres] te Haarlem. Zij zien dat het raam van de bijkeuken open staat en dat er meerdere moeten in het kozijn van het raam zitten. Daarnaast zien zij meerdere verse moeten in de openslaande deuren welke niet zijn opengebroken. In de tuin zien de verbalisanten een zwartkleurige rugtas liggen.13 In deze rugtas heeft de politie een rekening van KPN aangetroffen, een aansluiting voor een Digitenne abonnement. Die rekening staat op naam van verdachte.14 In de woning wordt een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen.15 Vastgesteld is dat de hennepkwekerij is "geript".16 Dat de hennepkwekerij geript is wordt ondersteund door de zich bij de aangifte van de energiemaatschappij behorende foto's van de hennepkwekerij, alsmede de omstandigheid dat 314 plantenbakken zijn aangetroffen en slechts 16 hennepplanten.17

4.2. Bespreking gevoerde verweren

De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting kort gezegd betoogd dat de staande- en aanhouding van verdachte onrechtmatig zijn geweest, aangezien ten tijde van de staandehouding geen redelijk vermoeden van schuld als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering aanwezig was. De enige informatie waarover de verbalisanten ten tijde van de staandehouding beschikten was de informatie dat een inbraak was gepleegd op een bepaald adres en dat er iemand in een auto is gestapt om richting de Saenredamstraat te rijden, aldus de raadsvrouw. Als gevolg hiervan zouden de na de staandehouding vergaarde bewijsmiddelen onrechtmatig zijn verkregen en zou bewijsuitsluiting en bijgevolg vrijspraak moeten volgen, aldus de raadsvrouw.

Op grond van de hiervoor onder 4.1 vastgestelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat gezien de melding, de korte tijdspanne tussen de inbraakmelding en de waarneming van de bestelauto door de politie, namelijk enkele seconden, de in elkaars nabijheid gelegen straten en de omstandigheid dat door de politie geen ander verkeer in de desbetreffende omgeving is gezien alsmede dat naar algemeen bekend is er 's nachts weinig verkeer is in een woonwijk, wel sprake kon zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit. Aan het vervolgens verkregen bewijsmateriaal kleeft daarom naar het oordeel van de rechtbank niets onrechtmatigs.

Door de raadsvrouw is voorts ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde kort gezegd aangevoerd dat niet is gebleken dat de braaksporen door verdachte of zijn medeverdachte zijn veroorzaakt, dat de conclusie van dossierpagina's 82/83 dat de hennepkwekerij is geript op geen enkele wijze door de inhoud van het dossier wordt ondersteund, omdat alleen te zien valt dat er planten ontbreken. Tevens is bepleit dat niet vastgesteld kan worden dat de in de auto aangetroffen hennepplanten afkomstig zijn uit de in de tenlastelegging genoemde woning. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte niet wist dat er hennep in de laadruimte van de bestelauto aanwezig was en dat het enkele feit dat verdachte in de auto zat voor het bewijs van die wetenschap onvoldoende is.

De rechtbank verwerpt ook deze verweren. Gelet op de onder 4.1. vastgestelde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte en zijn mededader tezamen en in vereniging de inbraak hebben gepleegd en daarbij de in de auto aangetroffen hennep hebben weggenomen en voorhanden gehad. In het bijzonder wijst de rechtbank nog op de "enorme wietlucht" in de auto die door de verbalisanten is gerelateerd. Voor alle redengevende bevindingen die tot deze slotsom luiden heeft verdachte noch de medeverdachte een andersluidende verklaring gegeven die de redengevendheid zou kunnen ontzenuwen.

Dat het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van de inbraak in de woning niet is ondertekend door de aangever, zoals voorts nog is aangevoerd door de raadsvrouw, doet niet af aan het gegeven dat dit een op ambtsbelofte en in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie betreft en aldus als wettig bewijsmiddel kan worden gebezigd.

4.3. Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat

feit 1

hij op 5 juni 2012 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres], heeft weggenomen 61.1 kilogram hennep(planten) en/of delen van hennepplanten,

toebehorende aan (een) nog onbekend gebleven perso(o)n(en),

waarbij verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en inklimming.

feit 2

hij op 5 juni 2012 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander,

opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 61.1 kilogram hennep(planten) en/of delen van hennepplanten,

zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.

Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming.

feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

6. Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

7. Motivering van sancties

Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan een inbraak in een woning waarbij is weggenomen een grote hoeveelheid (delen van) hennep(planten). Hennepkwekerijen vormen een ongewenst maatschappelijk verschijnsel dat met kracht dient te worden bestreden. Dit geldt evenzeer voor het rippen van andermans hennepkwekerij met welke gestolen buit kennelijk zeer grote geldbedragen kunnen worden verdiend. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat hij reeds vele malen eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. Kennelijk hebben deze veroordelingen verdachte er niet van weerhouden opnieuw in de fout te gaan.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal daarbij een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie gevorderd, in overeenstemming met de straffen die in soortgelijke gevallen doorgaans worden opgelegd.

8. Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:

47, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht,

3 en 11 van de Opiumwet.

9. Beslissing

De rechtbank:

Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. weergegeven.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.

Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde feiten opleveren.

Verklaart deze feiten strafbaar.

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden.

Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. M.W. Groenendijk, voorzitter,

mr. T. Avedissian en mr. B.A.A. Postma, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. Wessels,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 september 2012.

Mr. B.A.A. Postma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.

2 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 55.

3 Het proces-verbaal van aangifte op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 3], hoofdagent van politie, d.d. 27 juli 2012, dossierpagina 52.

4 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 55.

5 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 56.

6 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 56.

7 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 117.

8 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2012, dossierpagina 101.

9 Het proces-verbaal van relaas d.d. 27 juli 2012, dossierpagina 16, en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2012, dossierpagina 102 (weging natte hennep inclusief de tassen: 61,6 kilogram).

10 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 117.

11 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 118.

12 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2012, met fotobijlagen dossierpagina 109 en 110.

13 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 57.

14 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 57 en het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 juni 2012, dossierpagina 43 halverwege.

15 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2012, dossierpagina 107.

16 Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 juli 2012 en daarvan de bijlage op dossierpagina 82, onderaan, en pagina 83.

17 Het proces-verbaal van aangifte d.d.12 juli 2012 en daarvan de bijlage op dossierpagina 90, 96 en 103.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature