Uitspraak
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Promis II
Parketnummer : 05/517702-08
Data zittingen : 8 februari 2012, 11 april 2012 en 10 oktober 2012
Datum uitspraak : 24 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [naam verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1954 te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
raadsman : mr. A.M.C.J. Baaijens, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of de periode van 1 april 2007 tot en met 1
april 2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Arnhem en/of Eindhoven en/of
Veenendaal en/of te Roermond, althans in Nederland,
zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning
(of ontheffing) heeft bemiddeld in het verstrekken van hypotheken en/of
geldleningen, immers heeft hij, verdachte, handelend onder de na(a)(m)(en)
[naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam] [naam 3],
in (afgesloten) overeenkomsten de navolgende passage(s) opgenomen:
-"Opdrachtgever geeft opdracht aan intermediair, gelijk deze opdracht
aanvaard, om door middel van de kennis know how, ervaring en overige
vaardigheden van intermediair de huidige situatie van opdrachtgever in kaart
te brengen en deze situatie en eventueel lopende problemen trachten te doen
afnemen c.q. te doen oplossen" (artikel 1) en/of
-"De opdrachtgever voldoet ter gelegenheid van de ondertekening van dit
contract aan intermediair een bedrag van (...) excl. 19% btw en titel van
vergoeding voor de door de intermediair gemaakte onkosten. Betaling geschied
binnen 2 dagen na ondertekening d.m.v. telefonische overschrijving op
bankrekening bij de Fortisbank nummer [nummer en naam]" (artikel 4) en/of
-"Wanneer de bemiddelingsactiviteiten van intermediair tot resultaat hebben
geleid, ongeacht de wijze waarop, heeft intermediair aanspraak op een fee.
Deze fee is door opdrachtgever verschuldigd aan intermediair ter gelegenheid
van resultaat" (art 5) en/of
-"De aanvraag van het krediet bestaat uit: Hypotheek-Oversluiten-Lening"
(artikel 10)
en/of
als bedrijfsomschrijving in het handelsregister van de kamer van koophandel
heeft laten opnemen: Beheer van onroerend goed; aan- en verkoop, verhuur;
bemiddeling bij kredieten (dossiernummer 17206516 op pag 72)
en/of
daarnaast op de site van www.[website 1] de navolgende passages
heeft/hebben opgenomen:
-"[naam 4] heeft de beste en erkende hypotheekadviseurs over heel
Europa" en/of
-"Onze hypotheekadviseurs verzorgen voor u de beste hypotheekvorm aangepast
aan uw situatie, ook als u een negatieve BKR coderingen heeft. Dit alles word
geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn
vakgebied heeft in Europa. Dit omdat elk land zijn eigen wetten en regels
toepast" en/of
-"Voor meer informatie en/of het aanvragen van een hypotheek of lening kunt u
het onderstaande formulier invullen. Velden met een * zijn verplicht. Gelieve
dit formulier in zijn volledigheid, met een beschrijving van de situatie in
te vullen. Dit geeft ons de kans om uw situatie te bestuderen alvorens wij
contact met u opnemen voor meer informatie";
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[naam 1], tevens handelend onder de naam [naam 2] en/of
[naam 3],
op één of meer tijdstippen in of de periode van 1 april 2007 tot en met 1
april 2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Arnhem en/of Eindhoven en/of
Veenendaal en/of te Roermond, althans in Nederland,
(telkens) zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende
vergunning (of ontheffing) heeft bemiddeld in het verstrekken van hypotheken
en/of geldleningen, immers heeft [naam 1], tevens handelend onder de
naam [naam 2] en/of [naam 3],
in (afgesloten) overeenkomsten de navolgende passage(s) opgenomen:
-"Opdrachtgever geeft opdracht aan intermediair, gelijk deze opdracht
aanvaard, om door middel van de kennis know how, ervaring en overige
vaardigheden van intermediair de huidige situatie van opdrachtgever in kaart
te brengen en deze situatie en eventueel lopende problemen trachten te doen
afnemen c.q. te doen oplossen" (artikel 1) en/of
-"De opdrachtgever voldoet ter gelegenheid van de ondertekening van dit
contract aan intermediair een bedrag van (...) excl. 19% btw en titel van
vergoeding voor de door de intermediair gemaakte onkosten. Betaling geschied
binnen 2 dagen na ondertekening d.m.v. telefonische overschrijving op
bankrekening bij de Fortisbank nummer [nummer en naam]" (artikel 4) en/of
-"Wanneer de bemiddelingsactiviteiten van intermediair tot resultaat hebben
geleid, ongeacht de wijze waarop, heeft intermediair aanspraak op een fee.
Deze fee is door opdrachtgever verschuldigd aan intermediair ter gelegenheid
van resultaat" (art 5) en/of
-"De aanvraag van het krediet bestaat uit: Hypotheek-Oversluiten-Lening"
(artikel 10)
en/of
als bedrijfsomschrijving in het handelsregister van de kamer van koophandel
heeft laten opnemen: Beheer van onroerend goed; aan- en verkoop, verhuur;
bemiddeling bij kredieten (dossiernummer 17206516 op pag 72)
en/of
daarnaast op de site van www.[website 1] de navolgende passages heeft
opgenomen:
-"[naam 4] heeft de beste en erkende hypotheekadviseurs over heel
Europa" en/of
-"Onze hypotheekadviseurs verzorgen voor u de beste hypotheekvorm aangepast
aan uw situatie, ook als u een negatieve BKR coderingen heeft. Dit alles word
geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn
vakgebied heeft in Europa. Dit omdat elk land zijn eigen wetten en regels
toepast" en/of
-"Voor meer informatie en/of het aanvragen van een hypotheek of lening kunt u
het onderstaande formulier invullen. Velden met een * zijn verplicht. Gelieve
dit formulier in zijn volledigheid, met een beschrijving van de situatie in
te vullen. Dit geeft ons de kans om uw situatie te bestuderen alvorens wij
contact met u opnemen voor meer informatie",
hij, verdachte, heeft tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, tot dat feit opdracht gegeven, althans feitelijk leiding
gegeven aan die verboden gedraging;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of de periode van 1 mei 2007 tot en met 1
april 2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Arnhem en/of Eindhoven en/of
Veenendaal en/of Roermond en/of Venlo en/of Utrecht, althans (telkens) in
Nederland en/of Merksem (België),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
hetzij door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer van de
hieronder genoemde personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid
geld , althans een hoeveelheid geld en/of goed, hierin bestaande dat hij,
verdachte, handelend onder de na(a)m(en) [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of diens mededader(s),
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-zich tegenover hierna te noemen perso(o)n(en) heeft/hebben voorgedaan als
bonafide hypotheekbemiddelaar en/of hypotheekverstrekker en/of
-de hierna te noemen perso(o)n(en) heeft/hebben voorgewend dat men/zij een
geldlening kon(den) afsluiten, terwijl hij/zij, verdachte(n) wist(en), althans
naar redelijkerwijze had(den) moeten/kunnen weten dat één of meer van de
hieronder genoemde perso(o)n(en) onbemiddelbaar was/waren en/of
-heeft/hebben voorgewend dat hij/zij op zoek zou(den) gaan naar een
geldverstrekker/hypotheekverstrekker/kredietverstrekker en/of
-heeft/hebben voorgewend dat er al kosten zou(den) zijn gemaakt
waardoor één of meer van de hier na te noemen perso(o)n(en) (telkens) werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte van een hoeveelheid geld/goed,
onderstaande perso(o)n(en) zijn bewogen tot afgifte van geld/goed:
naam geldbedrag/goed bladzijde
-[naam 5] 1785 euro of daaromtrent 335 t/m 368 en/of
-[naam 6] 1021 euro of daaromtrent 369 t/m 371 en/of
-[naam 7] 993,65 euro of daaromtrent 390 t/m 411 en/of
-[naam 8] 993,65 euro of daaromtrent 412 t/m 443 en/of
-[naam 9] 993,65 euro of daaromtrent 444 t/m 461 en/of
-[naam 10] 993,65 euro of daaromtrent 462 t/m 485 en/of
-[naam 11] 993,65 euro of daaromtrent 486 t/m 518 en/of
-[naam 12] een auto ( BMW ) 519 t/m 566 en/of
-[naam 13] 1500 euro of daaromtrent 567 t/m 596 en/of
-[naam 14] 993,65 euro of daaromtrent 597 t/m 610 en/of
-[naam 15] 1785 euro of daaromtrent 08-259277 en/of
-[naam 16] 3285 euro of daaromtrent 2009032548 en/of
-[naam 18] 750 euro of daaromtrent 2009027372;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
[naam 1], tevens handelend onder de naam [naa[naam 3]aam 3],
op één of meer tijdstippen in of de periode van 1 mei 2007 tot en met 1 april
2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Eindhoven en/of Veenendaal en/of Roermond
en/of Venlo en/of Utrecht, althans (telkens) in Nederland en/of Merksem
(België),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
hetzij door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer van de
hieronder genoemde personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid
geld, althans een hoeveelheid geld en/of een goed, hierin bestaande dat [naam 1], tevens handelend onder de naam [naam 2] en/of
[naam 3] en/of diens mededader(s),
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-zich tegenover hierna te noemen perso(o)n(en) heeft/hebben voorgedaan als
bonafide hypotheekbemiddelaar en/of hypotheekverstrekker en/of
-de hierna te noemen perso(o)n(en) heeft/hebben voorgewend dat men/zij een
geldlening kon(den) afsluiten, terwijl hij/zij wist(en), althans naar
redelijkerwijze had(den) moeten/kunnen weten dat één of meer van de hieronder
genoemde perso(o)n(en) onbemiddelbaar was/waren en/of
-heeft/hebben voorgewend dat hij/zij op zoek zou gaan naar een
geldverstrekker/hypotheekverstrekker/kredietverstrekker en/of
-heeft/hebben voorgewend dat er al kosten zou(den) zijn gemaakt
waardoor één of meer van de hier na te noemen perso(o)n(en) (telkens) werd(en)
bewogen tot bovenomschreven afgifte van een hoeveelheid geld/goed,
onderstaande perso(o)n(en) zijn bewogen tot afgifte van geld/goed:
naam geldbedrag/goed bladzijde
-[naam 5] 1785 euro of daaromtrent 335 t/m 368 en/of
-[naam 6] 1021 euro of daaromtrent 369 t/m 371 en/of
-[naam 7] 993,65 euro of daaromtrent 390 t/m 411 en/of
-[naam 8] 993,65 euro of daaromtrent 412 t/m 443 en/of
-[naam 9] 993,65 euro of daaromtrent 444 t/m 461 en/of
-[naam 10] 993,65 euro of daaromtrent 462 t/m 485 en/of
-[naam 11] 993,65 euro of daaromtrent 486 t/m 518 en/of
-[naam 12] een auto (BMW) 519 t/m 566 en/of
-[naam 13] 1500 euro of daaromtrent 567 t/m 596 en/of
-[naam 14] 993,65 euro of daaromtrent 597 t/m 610 en/of
-[naam 15] 1785 euro of daaromtrent 08-259277 en/of
-[naam 16] 3285 euro of daaromtrent 2009032548 en/of
-[naam 18] 750 euro of daaromtrent 2009027372;
hij, verdachte, heeft, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, tot dat feit opdracht gegeven, althans feitelijk leiding
gegeven aan die verboden gedraging;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 10 oktober 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.M.C.J. Baaijens, advocaat te Utrecht.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
* [naam 5]
* [na[naam 14]
* [naam 16]
De officier van justitie heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Ten aanzien van feit 1 en 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Per 31 december 2006 zijn verdachte en [naam 19], beiden wonende aan de [adres 2] te Otterlo, tot de nieuwe bestuurders van [naam 1] benoemd. Verdachte is tevens benoemd tot afgevaardigd bestuurder van deze onderneming.2 De statutaire zetel van het bedrijf lag in Merksem (België). Op 21 mei 2007 is de onderneming ingeschreven in de Kamer van Koophandel. De h[naam 2]elsnamen v[naam 3] waren: [4 handelsnamen].3 Ook [naam 4] viel onder [naam 1]4 Het adres van de onderneming was in eerste instantie: [adres 3] te Eindhoven5, daarna: [adres 4] te Utrecht6 en sinds begin mei 2008: [adres 5] te Arnhem.7 De bedrijfsomschrijving in de Kamer van Koophandel luidde "beheer van onroerend goed; aan- en verkoop, verhuur, bemiddeling bij kredieten". Verdachte was directeur en alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder van de onderneming.8 Het kantoor van verdachte was feitelijk gevestigd in zijn woning te Otterlo.9
Op de website 'www.[website 1]' waren onder '[naam 4]', onderdeel van [naam 2] de navolgende passages opgenomen:
-"[naam 4] heeft de beste en erkende hypotheekadviseurs over heel Europa"
-"Onze hypotheekadviseurs verzorgen voor u de beste hypotheekvorm aangepast aan uw situatie, ook als u een negatieve BKR coderingen heeft. Dit alles wordt geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn vakgebied heeft in Europa. Dit omdat elk land zijn eigen wetten en regels toepast"
-"Voor meer informatie en/of het aanvragen van een hypotheek of lening kunt u het onderstaande formulier invullen. Velden met een * zijn verplicht. Gelieve dit formulier in zijn volledigheid, met een beschrijving van de situatie in te vullen. Dit geeft ons de kans om uw situatie te bestuderen alvorens wij contact met u opnemen voor meer informatie".10
In overeenkomsten die verdachte met geïnteresseerden sloot waren de navolgende passages opgenomen:
-"Opdrachtgever geeft opdracht aan intermediair, gelijk deze opdracht aanvaard, om door middel van de kennis know how, ervaring en overige vaardigheden van intermediair de huidige situatie van opdrachtgever in kaart te brengen en deze situatie en eventueel lopende problemen trachten te doen afnemen c.q. te doen oplossen" (artikel 1)
-"De opdrachtgever voldoet ter gelegenheid van de ondertekening van dit contract aan intermediair een bedrag van (...) excl. 19% btw en titel van vergoeding voor de door de intermediair gemaakte onkosten. Betaling geschied binnen 2 dagen na ondertekening d.m.v. telefonische overschrijving op bankrekening bij de Fortisbank nummer [nummer en naam]" (artikel 4)
-"Wanneer de bemiddelingsactiviteiten van intermediair tot resultaat hebben geleid, ongeacht de wijze waarop, heeft intermediair aanspraak op een fee. Deze fee is door opdrachtgever verschuldigd aan intermediair ter gelegenheid van resultaat" (art 5)
-"De aanvraag van het krediet bestaat uit: Hypotheek-Oversluiten-Lening" (artikel 10).11
[naam 1], noch een van de handelsnamen die onder [naam 1] vielen, beschikte over een door de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) verleende vergunning (of ontheffing) om te mogen bemiddelen bij het verstrekken van hypotheken.12
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van feit 1 primair en 2 primair op grond van de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat hij niet zelf bemiddelde bij het verstrekken van hypotheken en derhalve geen vergunning van de AFM nodig had. Verdachte zocht slechts naar een financiële oplossing voor de aanvragers. Verdachte zette een taxatie in gang, deed bodemonderzoek, kadastraal onderzoek en schakelde drie of vier erkende kredietmakelaars in, aan wie hij alle door de aanvragers verstrekte informatie aanleverde. Gelet hierop is vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 1.
Ten aanzien van feit 2 heeft verdachte zich op het standpunt gesteld dat er in alle gevallen sprake was van een civiel geschil. Er is telkens een duidelijke overeenkomst opgesteld die door beide partijen is ondertekend en goed bevonden en de overeenkomst is door verdachte ook uitgevoerd. Dat de uitkomst niet voldeed aan de verwachtingen van de aanvragers, betekent nog niet dat er sprake is van oplichting. Gelet hierop is tevens vrijspraak bepleit ten aanzien van
feit 2.
De beoordeling door de rechtbank
Redengevende feiten en omstandigheden
Bij de beantwoording van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de aan hem ten laste gelegde feiten betrekt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden.
Advertentieteksten
Op de website [website 2] adverteerde [naam 2] met de volgende advertentietekst: "Waar de bank stopt gaan wij verder...... Door geheel Europa verstrekken wij hypotheken, ook met een negatieve BKR notering, zoals een A1 en A2 codering, hoeft er geen belemmering te zijn voor verstrekking van een hypotheek, aangepast op uw persoonlijke situatie. Wegens onze jarenlange ervaring en kennis begeleiden wij u met uw aankoop van begin tot eind, (...) Wij werken met vaste notarissen, banken en juristen voor het beste advies."13
Op de website diensten.marktplaats.nl adverteerde de [naam 4] met de volgende advertentietekst: "Bank haakt af om negatieve BKR? Wij gaan verder! Door geheel Europa verstrekken wij hypotheken, ook met een negatieve BKR notering, zoals een A1 en A2 codering, hoeft er geen belemmering te zijn voor verstrekking van een hypotheek, aangepast aan uw persoonlijke situatie. (...) Zo hebben wij specialisten in huis die gespecialiseerd zijn op het gebied van negatieve BKR's, specialisten voor zelfs particulieren en bedrijfskredieten."14
Op de website www.[website 1] stond onder '[naam 4]', onderdeel van [naam 2] de passage: "Onze hypotheekadviseurs verzorgen voor u de beste hypotheekvorm aangepast aan uw situatie, ook als u een negatieve BKR coderingen heeft. Dit alles wordt geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn vakgebied heeft in Europa."15
Verklaringen van aangevers
Aangever [naam 5] heeft verklaard dat hij en zijn partner een woning wilden kopen in Tsjechië. Hoewel hun inkomen voldoende was, was het niet mogelijk om een hypotheek verstrekt te krijgen voor een woning in Tsjechië. Naar aanleiding van een advertentie van [naam 2] op internet heeft [naam 5] een aanvraagformulier ingevuld en per e-mail opgestuurd naar dit bedrijf. Kort daarop werd hij gebeld door een vrouw voor het maken van een afspraak. Tijdens deze ontmoeting op 6 oktober 2007 in een restaurant in Veenendaal vertelde verdachte dat [naam 2] wereldwijd hypotheken verstrekte en dat hij al in veel zaken bemiddeld had om moeilijk bemiddelbare hypotheken geregeld te krijgen. Hij kon zijn handen in het vuur steken dat ook hun aanvraag voor 99% zeker geregeld kon worden. [naam 5] moest echter voordat verdachte zou gaan bemiddelen € 1.785,- aan hem overmaken als onkostenvergoeding. Daarvan zou een taxateur betaald worden die het beoogde pand zou taxeren. [naam 5] en zijn partner zijn hiermee akkoord gegaan. Na de € 1.785,- te hebben overgemaakt heeft [naam 5] enige malen via de e-mail contact gezocht met verdachte. Hij werd steeds aan het lijntje gehouden. Hij ontving wel een mail dat een hypotheek via een Nederlandse hypotheekverstrekker niet kon, maar dit wist [naam 5] al. Tot op het moment van de aangifte (rechtbank: 15 januari 2008) had [naam 5] nog steeds geen hypotheek verstrekt gekregen.16
Aangever [naam 6] heeft verklaard dat hij en zijn partner een woning wilden kopen in België en dat hij tijdens zijn zoektocht naar een hypotheekadviseur op internet [naam 2] heeft gevonden. [naam 6] heeft hierop via de e-mail contact gezocht met [naam 2] met de vraag of hij en zijn partner met hun persoonlijke lening en inkomsten een hypotheek konden aangaan van
€ 300.000,-. Hij kreeg snel een reactie terug dat dit geen probleem was, maar dan moesten ze wel snel € 1.000,- overmaken om het dossier te kunnen starten. Voordat aangever dit geld had betaald hadden hij en zijn partner op 28 juli 2007 een persoonlijke afspraak met verdachte in een restaurant in Veenendaal. Tijdens deze afspraak zijn aangever en zijn partner met verdachte overeengekomen dat ze een lening zouden aangaan van € 400.000,-. Nadat ze de € 1.000,- op 10 augustus 2007 hadden overgemaakt dachten ze dat alles in werking was gezet, maar dat was niet zo. Op 23 augustus 2007 hebben ze een laatste e-mail gehad van verdachte waarin stond: "wij wachten op een fiat in uw dossier, waarna het pand wordt getaxeerd. Zodra wij dat hebben, hoort u het (...)". Na deze e-mail hebben ze nooit meer iets gehoord van verdachte.17
Aangeefster [naam 7] heeft verklaard dat zij en haar partner graag een woning wilden kopen, maar dachten dat ze weinig kans maakten om een hypotheek af te sluiten bij een bank. Naar aanleiding van een advertentie op marktplaats.nl die haar erg aansprak heeft ze een e-mail gestuurd naar [e-mailadres 1]. Een paar dagen later kreeg ze een e-mail van verdachte, waarin stond dat het mogelijk was om een hypotheek bij [naam 2] af te sluiten. Op 29 mei 2007 hebben [naam 7] en haar partner een ontmoeting gehad met verdachte in een restaurant in Veenendaal. Ze moesten € 993,65 betalen voor de onkosten die gemaakt werden door de intermediair. Hierop hebben [naam 7] en haar partner een overeenkomst gesloten met verdachte. Op 30 mei 2007 hebben ze het gevraagde geldbedrag overgemaakt. Op 8 of 9 juni 2007 ontving [na[naam 27]en e-mail van [naam 21]. Hij wilde alles opnieuw van haar weten. Op 9 juni 2007 liet verdachte weten dat het geen probleem was om een hypotheek te verstrekken en dat alles zo snel mogelijk geregeld zou worden. Nadat [naam 7] op 20 juni 2007 een e-mail had gestuurd naar verdachte met de vraag waarom ze nog niets had gehoord liet verdachte weten dat alles nog goed liep en dat ze zo snel mogelijk iets zou horen. Daarna hoorde ze niets meer van verdachte. Tot en met oktober 2007 heeft ze geprobeerd om in contact te komen met verdachte, maar zonder resultaat. Ze heeft alleen een paar keer een e-mail gekregen waarin stond dat alles goed zou komen.18
Aangever [naam 8] heeft verklaard dat hij in augustus 2007 een advertentie had geplaatst op een internetsite teneinde een financier te vinden voor een project van hem. Hierop reageerde [naam 2]. [naam 2] wilde bemiddelen in een hypothecaire lening. Hierop heeft [naam 8] een gesprek gehad met verdachte in een restaurant in Eindhoven en is afgesproken dat [naam 8] een aanbetaling zou doen van € 993,65, welk bedrag [naam 8] op 22 augustus 2007 ook heeft overgemaakt. Hierna heeft [naam 8] een formulier toegestuurd gekregen, dat hij heeft ingevuld en geretourneerd. Na enige tijd heeft [naam 8] nog telefonisch contact gehad en gevraagd hoe het stond met zijn aanvraag. Hij kreeg als antwoord dat deze nog in behandeling was. Op het moment van de aangifte (rechtbank: 16 januari 2008) had [naam 8] nog geen hypotheek verstrekt gekregen via [naam 2].19
Aangever [naam 9] heeft verklaard dat hij in mei/juni 2007 samen met zijn vriend een vakantiewoning wilde kopen en een hypotheek nodig hadden ter grootte van € 295.000,00. Op internet zag hij een advertentie van [naam 2] waarop hij contact heeft gezocht met [naam 2]. [naam 9] en zijn partner hadden een Cross Border ingevuld en naar [naam 2] opgestuurd. De gegevens werden tijdens een ontmoeting in een restaurant in Veenendaal door verdachte gecheckt en met behulp van een rekenmachine rekende hij uit dat het geen probleem was, desnoods financierde hij zelf de hypotheek. Verdachte zei dat ze met hun inkomen makkelijk een hypotheek van € 360.000,- tot € 380.000,- konden opbrengen. Hierop hebben [naam 9] en zijn partner de overeenkomst getekend en € 993,65 overgemaakt. Hierna hoorden ze een hele tijd niets. Als ze belden of mailden kregen ze steeds als antwoord: "Heb vertrouwen, het komt allemaal goed." Eind september 2007 heeft de makelaar van [naam 9] contact gezocht met verdachte. Verdachte schreef onder andere dat hij een bericht had gestuurd naar zijn kredietverstrekker en dat hij wachtte op antwoord. Daarna kreeg [naam 9] contact met [naam 22], directeur van de Hypotheekspecialist. [naam 22] heeft [naam 9] daadwerkelijk aan een hypothecaire lening geholpen; het maximale bedrag daarvan bedroeg echter € 235.000,-.20
Aangeefster [naam 13] heeft verklaard dat ze in maart 2008 via internet op zoek is gegaan naar een passende hypotheek. Ze had een BKR-registratie en zocht daarom niet op de reguliere manier. Via marktplaats.nl had ze [naam 3] gevonden. Ze heeft gereageerd en om informatie gevraagd en werd gebeld door een dame. [naam 13] heeft uitgelegd dat ze de kosten van privé wonen, hun voormalige bedrijfspand en het doorlopend krediet in één hypotheek wilden ondervangen. [naam 3] gaf aan dat ze alles konden regelen. Vervolgens heeft aangeefster een afspraak gemaakt in Veenendaal met verdachte. Verdachte gaf tijdens deze ontmoeting aan dat alles goed zou komen. Hij gaf aan
€ 250.000,- aan hypotheek aan te vragen, € 50.000,- aan bouwdepot . Verdachte had het contract, dat al helemaal was opgemaakt, bij zich en gaf aan dat hij wilde dat het gelijk getekend zou worden. In de overeenkomst stond dat ze € 1.785,- moesten betalen. [naam 13] kwam met verdachte overeen dat ze dit in drie termijnen zou betalen. Na de eerste betaling zou verdachte aan de slag gaan. Op het moment van de aangifte (rechtbank: 2 juni 2008) had [naam 13] inmiddels € 1.500,- overgemaakt. Vervolgens heeft [naam 13] nooit meer bericht ontvangen of het mogelijk was om een hypotheek te krijgen, alleen een e-mail dat het bij de ABN en de ING bank niet lukte. Bij navraag bleek bij deze banken nooit een hypotheekaanvraag te zijn ingediend.21
Aangeefster [naam 14] heeft verklaard dat zij en haar man de hypotheek op hun huis wilden uitbreiden, maar bij de BKR geregistreerd bleken te staan, omdat ze als ondernemer een bedrijfskrediet hadden. Via internet kwamen zij toen op de site van [naam 2], waarin werd geadverteerd dat zij ondanks een BKR-registratie toch voor een hypotheek konden zorgen. Door het invullen van een e-mailformulier legden ze contact met [naam 2], waarop op 24 september 2007 een afspraak werd gemaakt met verdachte in een wegrestaurant in Veenendaal. Op het vooraf ingevulde formulier hadden [naam 14] en haar partner niet de juiste inkomsten vermeld, namelijk dat ze ieder € 35.000,- verdienden, hetgeen niet klopte. Toen zij dit tijdens het gesprek aangaven zei verdachte: "Laat dit maar zo staan, want ze geloven jullie op je blauwe ogen." Verdachte zei verder dat hij met drie verschillende hypotheken zou komen en dat ze zich geen zorgen hoefden te maken over het te hoog opgegeven inkomen. Na het gesprek werd door verdachte een geheel ingevuld contract overgelegd. Een week na het gesprek met verdachte kwam [naam 22] bij hun thuis die vertelde dat hij van verdachte een faxbericht had ontvangen met de vraag om te kijken naar het voorstel om de hypotheek over te sluiten. In het gesprek met [naam 22] bleek al snel dat er onwaarheden in de offerte stonden die [naam 22] van verdachte had ontvangen, namelijk dat de bruto inkomsten veel te hoog waren aangehouden. Door [naam 22] werd hun verteld dat ze niet in aanmerking kwamen voor de gewenste hypotheek. De volgende dag heeft [naam 14] contact opgenomen met verdachte. Verdachte zei dat het niet erg was en dat hij het toch op zou lossen. Op 5 oktober 2007 ontving [naam 14] een aangetekende brief van [naam 2], ondertekend door verdachte, waarin onder andere stond dat ze door de betaling van
€ 993,65 akkoord waren gegaan met de overeenkomst, dat ze zich er aan moesten
Houden en dus de fee moesten betalen22
Aangever [naam 15] heeft verklaard dat hij op 14 augustus 2008 via marktplaats.nl contact heeft gezocht met [naam 3]. Hij wilde samen met zijn vriendin een woning kopen, maar ze konden geen hypotheek krijgen vanwege een BKR-registratie. 20 minuten later kregen ze een mail terug met het verzoek diverse gegevens op te sturen en op 29 augustus 2008 hadden ze een afspraak met verdachte in een restaurant in Veenendaal. Verdachte vertelde dat hij via buitenlandse banken zou proberen om aan geld te komen. [naam 15] moest € 1.785,- betalen voor diverse kosten. Verdachte toonde gelijk een contract waarin onder andere dit bedrag vermeld stond. Na dit gesprek heeft [naam 15] geen contact meer gehad met verdachte. Hij en zijn vriendin wilden graag het huis kopen, dus besloten ze om de € 1.785,- over te maken. [naam 15] heeft diverse keren telefonisch contact gezocht met verdachte, maar daar kwam niets uit. De makelaar van [naam 15] kreeg uiteindelijk een hypotheekafwijzing binnen, ondertekend door verdachte.23
Aangever [naam 16] heeft verklaard dat hij geen hypotheek kreeg vanwege een BKR-registratie. Via internet kwam hij terecht bij [naam 3], waarop hij een e-mail heeft gestuurd naar het bedrijf. Er werd al vrij snel contact met hem opgenomen voor het maken van een afspraak. In de mail stond dat ze de hypotheek wel konden regelen en dat er totaal geen probleem was. Alle schuld werd meegenomen in de hypotheek. [naam 16] heeft toen een afspraak gemaakt. De ontmoeting met verdachte vond plaats in een restaurant in Veenendaal. Het gesprek verliep goed en vertrouwd. Er werd een overeenkomst opgemaakt en getekend. De hypotheek zou verstrekt worden door "[naam 4]", een bedrijf van [naam 3]. In de overeenkomst stond dat [naam 16] € 1.785,- moest overmaken voor gemaakte onkosten, hetgeen [naam 16] in drie termijnen heeft voldaan. Hierna is [naam 16] steeds bij verdachte via de e-mail blijven informeren hoe de zaak ervoor stond. In juni 2008 kreeg [naam 16] een e-mail waarin stond dat de hypotheek was goedgekeurd door de kredietmakelaar. Hij zou op korte termijn een schriftelijke bevestiging ontvangen. Omdat er echter maar steeds geen geld werd gestort bij de notaris heeft [naam 16] weer contact gezocht met verdachte. In eerste instantie gaf verdachte aan dat hij het niet voor de gestelde datum rond kreeg en adviseerde hij aan [naam 16] om uitstel te vragen. Op een gegeven moment gaf verdachte te kennen dat hij de hypotheek niet rond kreeg. Verdachte stelde toen voor om aan [naam 16] een persoonlijke lening te verstrekken voor een vergoeding van
€ 10.000,-, waarvoor verdachte en [naam 16] op 27 november 2008 een overeenkomst hebben getekend in Tiel. Op 1 april 2009 gaf verdachte echter aan dat ook dit geld niet binnenkwam. [naam 16] heeft in totaal € 3.285,- aan verdachte overgemaakt.24
Aangever [naam 18] heeft verklaard dat hij kok was in een restaurant in Apeldoorn en dat de eigenaresse van het restaurant in juni 2008 vroeg of hij de zaak wilde overnemen. Hij kon geen financiering krijgen via de reguliere weg vanwege een BKR-registratie. Via internet kwam [naam 18] in contact met verdachte, met wie hij medio juli 2008 een ontmoeting had in een restaurant in Veenendaal. Verdachte stelde voor om een totaalschuld aan te gaan van
€ 300.000,-. [naam 18] diende een bedrag van € 1.600,- te betalen voor de taxateur, hetgeen hij ook betaald heeft. Verdachte heeft tegen [naam 18] gezegd dat hij zich geen zorgen hoefde te maken en dat alles rond kwam. [naam 18] is hierna een woning gaan zoeken. [naam 18] heeft hierover contact opgenomen met verdachte, die zei dat hij een voorlopig koopcontract kon aangaan en dat de financiering rond zou komen. Vanaf dat moment heeft [naam 18] continue contact opgenomen met verdachte. [naam 18] werd iedere keer aan het lijntje gehouden, alles zou goed komen en hij hoefde zich geen zorgen te maken. In februari 2009 heeft [naam 18] nog een keer gebeld en vertelde verdachte hem dat hij de aanvraag nog steeds in behandeling had. Daarna heeft hij niets meer van verdachte gehoord.25
Verklaring van [naam 22]
Aangever [naam 22], toenmal[naam 23]m 23]' te Rotterdam heeft verklaard dat hij in juni 2007 voor het eerst van verdachte hoorde. Er kwam een klant, genaamd [naam 24] (rechtbank: partner van aangeefster [naam 7]) bij hem die opdracht gaf een hypotheek te verzorgen. [naam 24] was ook bezig geweest met verdachte, maar [naam 24] had van verdachte niets meer vernomen. Nadat [naam 22] [naam 24] aan een hypotheek had geholpen heeft [naam 22] contact opgenomen met verdachte om te vertellen dat hij de zaak al had geregeld.26 Verdachte vertelde [naam 22] dat hij beëdigd makelaar was en met een hypotheekadviseur samenwerkte, die niet goed zijn werk deed, waardoor er nog niets aan de aanvraag van [naam 24] was gedaan. Enkele dagen later belde verdachte [naam 22] op met de vraag of hij klanten naar hem mocht doorsturen. Hij zocht iemand die de financieringsaanvragen beter kon afhandelen. [naam 22] had aangegeven dat verdachte enkele dossiers op de fax mocht zetten, zodat [naam 22] die kon beoordelen. [naam 22] heeft hierop 35 dossiers ontvangen van verdachte. [naam 22] heeft de dossiers bekeken en stelde, na onderzoek naar de dossiers te hebben verricht door middel van BKR-toetsingen, vast dat er 32 onmogelijke aanvragen bij zaten.27
Verklaring van [naam 25]
[naam 25] heeft verklaard van 13 augustus 2007 tot 13 november 2007 en van februari 2008 tot april 2008 voor verdachte te hebben gewerkt. Ze verzorgde de administratie. In opdracht van verdachte stuurde [naam 25] aanvraagformulieren Cross Border naar de klanten. Als zo'n formulier ingevuld terugkwam maakte [naam 25] een afspraak met de mensen voor een gesprek met verdachte. Dat gesprek vond altijd plaats in een restaurant in Veenendaal. Ze moest dan van verdachte zeggen dat zijn kantoorruimte nog niet in orde was en dat het restaurant makkelijk te vinden was. [naam 25] was soms bij de gesprekken aanwezig. Na het gesprek stuurde [naam 25] in opdracht van verdachte brieven en andere stukken door naar onder andere [naam 23], de heer [naam 26] en de heer [naam 27]. Als er bericht terugkwam van deze mensen bleek bijna altijd dat de hypotheek was afgekeurd. Heel af en toe werd een hypotheek goedgekeurd en dan ook nog maar gedeeltelijk.28
Ten aanzien van feit 1
Ingevolge artikel 2:80, eerste lid, Wet op het financiële toezicht (hierna: Wft) is het verboden in Nederland zonder een daartoe door de AFM verleende vergunning te bemiddelen.
Ingevolge artikel 1:1 Wft wordt onder bemiddelen verstaan "alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst inzake krediet tussen een consument en een aanbieder of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een dergelijke overeenkomst".
Een onderbemiddelaar is ingevolge artikel 1:1 Wft "een bemiddelaar die bemiddelt voor een andere bemiddelaar".
Omdat de activiteit van de onderbemiddelaar het bemiddelen is, zijn alle bepalingen ten aanzien van bemiddelen en de bemiddelaar ook op de onderbemiddelaar van toepassing.
De rechtbank dient te beoordelen of de werkzaamheden van verdachte zijn aan te merken als 'bemiddelen' in de zin van artikel 1:1 Wft.
Onder 'de feiten' - waarnaar de rechtbank verwijst - is reeds opgenomen hoe de bedrijfsomschrijving luidde van de onderneming van verdachte, hoe hij zijn bedrijf presenteerde in advertenties op internet, hoe het contact met de aanvragers verliep en welke passages er in de overeenkomsten tussen [naam 2] en de aanvragers waren opgenomen.
Verdachte heeft hieromtrent verklaard dat er geen sprake was van 'bemiddeling' in de zin van de Wft. Er was enkel sprake van het verzamelen van informatie van aanvragers en het doorsturen van deze informatie naar kredietmakelaars.
De rechtbank volgt verdachte hierin echter niet en is van oordeel dat, gelet op de wetsgeschiedenis met betrekking tot het begrip bemiddelen en de ruime definitie daarvan zoals weergegeven in artikel 1:1 Wft, in dit geval sprake is van werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf die gericht zijn op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst tussen consument en aanbieder en dat er derhalve sprake is van (onder)bemiddelen.
De rechtbank acht hierbij van belang dat er sprake was van een inhoudelijke betrokkenheid van verdachte bij de tot stand te komen hypotheken. De aanvrager diende een formulier in te vullen met persoonlijke en financiële gegevens, er vond een ontmoeting plaats tussen verdachte en de aanvrager waarin de situatie werd besproken en het was verdachte die het contact tussen de aanvrager en de kredietmakelaar verzorgde onder het verstrekken van relevante gegevens voor het afsluiten van een hypotheek. Verdachte liet zich voor deze werkzaamheden zelfs betalen. Verdachte deed dus meer dan enkel doorverwijzen.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte heeft gehandeld in strijd met artikel 2:80 Wft door te (onder)bemiddelen in het verstrekken van hypotheken en/of geldleningen zonder een daartoe door de AFM verstrekte vergunning. De rechtbank verwerpt het verweer en acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank overweegt dat van oplichting sprake is als men met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het gebruik van een valse naam, valse hoedanigheid, listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels iemand beweegt tot afgifte van een goed. Er moet dus worden bewezen dat verdachte de aangevers, met het voorafgaande doel om zichzelf of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door het gebruik van een of meer oplichtingsmiddelen, heeft bewogen tot betalingen aan [naam 1], [naam 2], [naam] [naam 3] (N.V.) en/of de [naam 4], terwijl hij al wist of had kunnen/moeten weten dat hij niet aan de vraag van de aangevers kon voldoen.
Oplichtingsmiddelen
In de advertentieteksten adverteerde verdachte met teksten als "Bank haakt af om negatieve BKR? Wij gaan verder! Door geheel Europa verstrekken wij hypotheken, ook met een negatieve BKR notering (...)", "Wegens onze jarenlange ervaring en kennis begeleiden wij u met uw aankoop van begin tot eind" en "Dit alles wordt geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn vakgebied heeft in Europa."
Uit de verklaringen van de aangevers kan worden afgeleid dat verdachte hen tijdens het gesprek, waaraan voorafgaand de aangevers veelal verdachte al inzicht in hun financiéle situatie hadden verschaft, voorspiegelde dat ze (vrijwel) zeker in aanmerking kwamen voor een hypotheek, dat ze zich geen zorgen hoefden te maken en dat het allemaal rond zou komen.
Dit terwijl [naam 22] heeft verklaard dat hij van 32 van de 35 van de door hem van verdachte ontvangen dossiers heeft vastgesteld dat deze personen niet in aanmerking kwamen voor een hypotheek en ook getuige [naam 25] heeft verklaard dat bijna alle hypotheekaanvragen die verdachte deed werden afgekeurd of slechts gedeeltelijk goedgekeurd.
Onder het mom van jarenlange ervaring en een Europees netwerk van specialisten, alsmede zijn woorden dat het allemaal geregeld zou worden, heeft verdachte het vertrouwen van de aangevers gewonnen, zijn zij een overeenkomst met hem aangegaan en hebben ze een geldbedrag aan hem overgemaakt, terwijl verdachte redelijkerwijs had moeten/kunnen weten dat deze mensen niet in aanmerking kwamen voor een hypotheek, gelet op hun financiële situatie.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de aangevers heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag door zich voor te doen als bonafide hypotheekbemiddelaar (valse hoedanigheid) en de aangevers voor te wenden dat zij een geldlening/hypotheek konden afsluiten, terwijl hij had moeten/kunnen weten dat één of meer van deze personen onbemiddelbaar waren (samenweefsel van verdichtsels).
Oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling
De rechtbank is van oordeel dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse hoedanigheid en/of een samenweefsel van verdichtsels om er zelf financieel beter van te worden. Dit leidt tot de conclusie dat verdachte het oogmerk had om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen.
Conclusie
De rechtbank verwerpt het verweer en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hierna in de tenlastelegging genoemde personen heeft opgelicht, door met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, deze personen te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de oplichting van:
1) aangever [naam 10], nu [naam 10] heeft verklaard het geldbedrag niet over te hebben gemaakt,
2) van aangever [naam 12], nu het contact tussen [naam 12] en verdachte de aankoop van een woning in Spanje betrof en niet de verstrekking van een hypotheek,
3) Aangever [naam 11], nu [naam 11] zelf heeft besloten niet verder met verdachte in zee te gaan.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 1 april 2007 tot en met 1
april 2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Arnhem en/of Eindhoven en/of
Veenendaal,
zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning
(of ontheffing) heeft bemiddeld in het verstrekken van hypotheken en/of
geldleningen, immers heeft hij, verdachte, handelend onder de namen
[naam 1] en [naam 2] en [naam] [naam 3],
in (afgesloten) overeenkomsten de navolgende passage(s) opgenomen:
-"Opdrachtgever geeft opdracht aan intermediair, gelijk deze opdracht
aanvaard, om door middel van de kennis know how, ervaring en overige
vaardigheden van intermediair de huidige situatie van opdrachtgever in kaart
te brengen en deze situatie en eventueel lopende problemen trachten te doen
afnemen c.q. te doen oplossen" (artikel 1) en
-"De opdrachtgever voldoet ter gelegenheid van de ondertekening van dit
contract aan intermediair een bedrag van (...) excl. 19% btw en titel van
vergoeding voor de door de intermediair gemaakte onkosten. Betaling geschied
binnen 2 dagen na ondertekening d.m.v. telefonische overschrijving op
bankrekening bij de Fortisbank nummer [nummer en naam]" (artikel 4) en
-"Wanneer de bemiddelingsactiviteiten van intermediair tot resultaat hebben
geleid, ongeacht de wijze waarop, heeft intermediair aanspraak op een fee.
Deze fee is door opdrachtgever verschuldigd aan intermediair ter gelegenheid
van resultaat" (art 5) en
-"De aanvraag van het krediet bestaat uit: Hypotheek-Oversluiten-Lening"
(artikel 10)
en
als bedrijfsomschrijving in het handelsregister van de kamer van koophandel
heeft laten opnemen: Beheer van onroerend goed; aan- en verkoop, verhuur;
bemiddeling bij kredieten en
daarnaast op de site van www.[website 1] de navolgende passages
heeft opgenomen:
-"[naam 4] heeft de beste en erkende hypotheekadviseurs over heel
Europa" en
-"Onze hypotheekadviseurs verzorgen voor u de beste hypotheekvorm aangepast
aan uw situatie, ook als u een negatieve BKR coderingen heeft. Dit alles word
geregeld door een netwerk van erkende hypotheekadviseurs die elk zijn
vakgebied heeft in Europa. Dit omdat elk land zijn eigen wetten en regels
toepast" en
-"Voor meer informatie en/of het aanvragen van een hypotheek of lening kunt u
het onderstaande fomulier invullen. Velden met een * zijn verplicht. Gelieve
dit formulier in zijn volledigheid, met een beschrijving van de situatie in
te vullen. Dit geeft ons de kans om uw situatie te bestuderen alvorens wij
contact met u opnemen voor meer informatie";
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2007 tot en met 1
april 2009, te Otterlo, gemeente Ede en/of Arnhem en/of Eindhoven en/of
Veenendaal en/of Utrecht,
telkens met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
hetzij door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, de hieronder genoemde personen heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid
geld, hierin bestaande dat hij,
verdachte, handelend onder de namen [naam 1] en [naam 2] en [naam 3],
Telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
-zich tegenover hierna te noemen personen heeft voorgedaan als
bonafide hypotheekbemiddelaar en/of hypotheekverstrekker en/of
-de hierna te noemen personen heeft voorgewend dat zij een
geldlening konden afsluiten, terwijl hij, verdachte redelijkerwijze had moeten/kunnen weten dat één of meer van de
hieronder genoemde personen onbemiddelbaar waren en/of
-heeft voorgewend dat er al kosten zou(den) zijn gemaakt
waardoor van de hier na te noemen personen telkens werden
bewogen tot bovenomschreven afgifte van een hoeveelheid geld,
onderstaande personen zijn bewogen tot afgifte van geld:
naam geldbedrag
-[naam 5] 1785 euro en
-[naam 6] 1021 euro of daaromtrent en
-[naam 7] 993,65 euro en
-[naam 8] 993,65 euro en
-[naam 9] 993,65 euro of daaromtrent en
-[naam 13] 1500 euro en
-[naam 14] 993,65 euro en
-[naam 15] 1785 euro en
-[naam 16] 3285 euro en
-[naam 18] 750 euro ;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:80 van de Wet op het financieel toezicht.
Ten aanzien van de feiten 2 primair:
Oplichting, meermalen gepleegd.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de oplegging van een eventuele straf de justitiële documentatie van verdachte te nuanceren en rekening te houden met het feit dat verdachte ook al is gestraft door het feit dat Tros 'Opgelicht' uitgebreid aandacht heeft besteed aan de zaak, waar verdachte tot op de dag van vandaag de gevolgen van ondervindt.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 14 september 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft in een periode van twee jaar bemiddeld in hypotheken zonder een daartoe door de AFM verstrekte vergunning en heeft mensen opgelicht door zich voor te doen als bonafide hypotheekbemiddelaar of - verstrekker en/of door hen voor te spiegelen dat hij voor hen een hypotheek zou kunnen regelen, terwijl deze mensen op basis van hun financiële situatie niet in aanmerking kwamen voor een hypotheek. Verdachte heeft op een listige manier het vertrouwen van deze mensen gewonnen en hier vervolgens op een ernstige wijze misbruik van gemaakt. Al deze mensen zijn in meer of mindere mate financieel benadeeld.
Verdachte is reeds meerdere malen veroordeeld ter zake 'bedrog'.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank in beginsel een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie geëist, passend en geboden. Gelet op de ouderdom van de zaak acht de rechtbank het echter niet meer opportuun om verdachte nog een vrijheidsbenemende straf op te leggen. De rechtbank zal verdachte derhalve veroordelen tot het verrichten van een werkstraf van 180 uren, alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. Deze voorwaardelijke straf dient als stok achter de deur om verdachte in de toekomst ervan te weerhouden wederom dergelijke strafbare feiten te plegen.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51g van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
[naam 5]
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 2.535,-, bestaande uit € 1.785,- dat de benadeelde partij aan verdachte heeft betaald en € 750,- aan overige schade (renteverlies, onnodige reizen naar buitenland om woningen te bekijken en immateriële schade).
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij tot betaling van het bedrag van € 2.535,- toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het daarbij behorende aantal dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de civiele vordering - nu het tenlastegelegde bewezen is verklaard en de vordering voldoende is onderbouwd - tot een bedrag van € 1.785,-, zijnde het bedrag dat de benadeelde partij aan verdachte heeft betaald, toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, nu het causaal verband tussen het bewezenverklaarde en de schade onvoldoende is komen vast te staan. Een nadere beoordeling van deze schadeposten zou een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen. Mogelijk kan de benadeelde partij de schade verhalen via de burgerlijke rechter.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
[naam 17]
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 993,65, zijnde het bedrag dat de benadeelde partij aan verdachte heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij tot betaling van het bedrag van € 993,65 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het daarbij behorende aantal dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht de vordering - nu het tenlastegelegde bewezen is verklaard en de vordering voldoende is onderbouwd - toewijsbaar. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 juli 2008 (datum aangifte).
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.
[naam 16]
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 41.690,14, bestaande uit € 3.235,- aan voorschotten die de benadeelde partij aan verdachte heeft betaald en € 38.455,14 aan kosten die de benadeelde partij heeft gehad als gevolg van de beëindiging van de koop van een woning.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij tot betaling van het bedrag van € 41.690,14 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het daarbij behorende aantal dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de civiele vordering - nu het tenlastegelegde bewezen is verklaard en de vordering voldoende is onderbouwd - tot een bedrag van € 3.235,-, zijnde de voorschotten die de benadeelde partij aan verdachte heeft betaald, toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering, nu het causaal verband tussen het bewezenverklaarde en de schade onvoldoende is komen vast te staan. Een nadere beoordeling van deze schadeposten zou een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen. Mogelijk kan de benadeelde partij de schade verhalen via de burgerlijke rechter.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 3 april 2009 (datum aangifte).
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 57, 91 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 2:80 van de Wet op het financieel toezicht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
en
het verrichten van een werkstraf gedurende 180 (honderdtachtig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen 1 (één) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op 90 (negentig) dagen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering wordt gebracht, te weten 4 (vier) uren, zijnde 2 (twee) dagen hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 5].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [naam 5], te betalen € 1.785,-(zeventienhonderdvijfentachtig euro).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 5] te betalen € 1.785,- (zeventienhonderdvijfentachtig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 27 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 17].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [naam 17] te betalen
€ 993,65 (negenhonderddrieennegentig euro en vijfenzestig eurocent euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2008 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 17] te betalen € 993,65 (negenhonderddrieennegentig euro en vijfenzestig eurocent euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2008 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 19 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 16].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [naam 16], te betalen
€ 3.235,- (tweeendertighonderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2009 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 16], te betalen € 3.235,- (tweeendertighonderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 42 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. I.P.H.M. Severeijns (voorzitter), mr. R.M. Maanicus en mr. H.G. Eskes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 oktober 2012.
29
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Limburg-Noord, Interregionaal Bureau Geld- en Waardeverkeer Zuid Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 08-004143, gesloten op 11 september 2008, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een bijlage bij het Belgisch Staatsblad, p. 70.
3 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel uit de KvK, p. 72.
4 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1224.
5 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel uit de KvK, p. 72.; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1229.
6 Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1229; Een schriftelijk bescheid in de vorm van een faxbericht, p. 79; een schriftelijk bescheid in de vorm van een advertentietekst, p. 115.
7 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 1225; proces-verbaal van aangifte van [naam 18], opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland onder nummer 2009027372-1 (nagezonden los proces-verbaal).
8 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel uit de KvK, p. 72.
9 Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 25], p. 1278.
10 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van een internetpagina, p. 118.
11 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een kopie van een overeenkomst op naam van [naam 2], p. 1235-1237.
12 De door verdachte ter terechtzitting van 10 oktober 2012 afgelegde verklaring.
13 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van een internetpagina, p. 113.
14 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van een internetpagina, p. 119.
15 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitdraai van een internetpagina, p. 118.
16 Proces-verbaal van aangifte van [naam 5], p. 335-336.
17 Proces-verbaal van aangifte van [naam 6], p. 369-370.
18 Proces-verbaal van aangifte van [naam 7], p. 390-392.
19 Proces-verbaal van aangifte van [naam 8], p. 412-413.
20 Proces-verbaal van aangifte van [naam 9], p. 444-446.
21 Proces-verbaal van aangifte van [naam 13], p. 567-568.
22 Proces-verbaal van aangifte van [naam 14], p. 597-599.
23 Proces-verbaal van aangifte van [naam 15], opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Noord-Holland-Noord, afdeling Alkmaar, PL10AL/08-259277.
24 Proces-verbaal van aangifte van [naam 16], opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Limborg-Noord, nr. 2009032548-1.
25 Proces-verbaal van aangifte van [naam 18], opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Noord- en oost-Gelderland, team Zuid, nr. 2009027372-1.
26 Proces-verbaal van aangifte van [naam 22], p. 92.
27 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een brief van [naam 22] gericht aan de AFM, p. 159; de door getuige [naam 22] ter terechtzitting van 10 oktober 2012 afgelegde verklaring.
28 Proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 25], p. 1278-1280.