Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Besluit 1: De medische grondslag en als gevolg daarvan ook de arbeidskundige grondslag van bestreden besluit 1 wordt door het Uwv bij nader inzien onjuist geacht en niet langer gehandhaafd. Vernietiging besluit 1. Besluit 2: Herziening WAO-uitkering. Juiste FML. Juiste vaststelling maatmaninkomen.

Uitspraak



10/2486 WAO, 12/3832 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 19 maart 2010, 09/483 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak: 2 oktober 2012

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J. van de Wiel, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2011. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van de Wiel. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.J.H. Maas.

Na de behandeling van het geding ter zitting van de Raad is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, in verband waarmee de Raad heeft besloten het onderzoek te heropenen.

De Raad heeft besloten een psychiatrisch onderzoek te doen verrichten. Het onderzoek is verricht door psychiater

M. Kazemier. De deskundige heeft op 23 oktober 2011 een schriftelijk verslag van het onderzoek aan de Raad uitgebracht. Bij brief van 22 februari 2012 heeft de deskundige hierop, naar aanleiding van reacties van partijen, een aanvulling gegeven. Bij brief van 3 mei 2012 heeft de deskundige nog een vraag van het Uwv beantwoord.

Het Uwv heeft op 10 juni 2012 een nieuw besluit genomen. Namens appellant is een reactie op dit besluit ingezonden.

Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna hij het onderzoek heeft gesloten.

OVERWEGINGEN

1.1. Appellant ontvangt sedert 1993 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

1.2. Bij besluit van 23 september 2008, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 14 januari 2009 (bestreden besluit 1), heeft het Uwv de WAO-uitkering van appellant met ingang van 24 november 2008 ingetrokken, omdat de mate van zijn arbeidsongeschiktheid minder is dan 15%.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen bestreden besluit 1 ongegrond verklaard.

3.1. Naar aanleiding van het door de deskundige uitgebrachte rapport en zijn aanvullingen daarop heeft het Uwv bij besluit van 10 juni 2012 (bestreden besluit 2) het bezwaar van appellant alsnog gegrond verklaard en de WAO-uitkering van appellant met ingang van 24 november 2008 herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%.

3.2. Appellant heeft een reactie gegeven op bestreden besluit 2. Hij heeft - samengevat - aangevoerd dat hij meer beperkt is dan door het Uwv, in navolging van de deskundige, is aangenomen en niet in staat is tot enig werk. Ter ondersteuning heeft hij gewezen op een reactie van zijn behandelend psychiater op het verslag van de deskundige. Hij heeft verder aangevoerd dat het maatmaninkomen onjuist is vastgesteld en dat de hem voorgehouden functies reeds vanwege de overschrijdingen in de belastbaarheid niet geschikt voor hem zijn.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1. De Raad ziet aanleiding om, onder toepassing van de artikelen 6:19, eerste lid, en 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht , tevens een oordeel te geven over bestreden besluit 2, nu met dit besluit niet geheel tegemoetgekomen is aan de bezwaren van appellant.

4.2. Het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak treft doel. De medische, grondslag en als gevolg daarvan ook de arbeidskundige, grondslag van bestreden besluit 1 wordt door het Uwv bij nader inzien onjuist geacht en niet langer gehandhaafd. Dit betekent dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen dit besluit ongegrond heeft verklaard, in verband waarmee de aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Tevens dient bestreden besluit 1 te worden vernietigd.

4.3. Wat betreft het beroep van appellant tegen bestreden besluit 2 overweegt de Raad het volgende.

4.4. De deskundige heeft appellant op 27 september 2011 onderzocht en in zijn rapport van 23 oktober 2011 uiteengezet dat in november 2008 bij appellant sprake was van een depressie die niet onder controle was met medicatie. Uitgaande van een depressie is in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 2008 onvoldoende rekening gehouden met beperkingen van de executieve functies dan wel zijn aandacht en concentratievermogen, het probleem oplossend vermogen en zijn inzicht in eigen kunnen. Door zijn piekeren en angsten slaapt appellant slecht waardoor er sprake is van een vergrote vermoeibaarheid. Naar aanleiding van de bevindingen van de deskundige heeft de bezwaarverzekeringsarts aanvullende beperkingen aangenomen in de FML. Bij brief van 22 februari 2012 heeft de deskundige aangevuld dat hij het eens is met de behandelend psychiater dat appellant in een diep depressieve episode niet in staat zal zijn geweest tot productieve arbeid, maar dat afgaande op het rapport van de verzekeringsarts (dat ten grondslag ligt aan de schatting) en diens observatie op de datum in geding geen sprake zal zijn geweest van een actuele diepe depressie. De deskundige heeft de aanvullende beperkingen onderschreven en daaraan toegevoegd dat mede gelet op de informatie van de behandelend psychiater op de datum in geding een urenrestrictie gerechtvaardigd is tot ongeveer 6 uur werken per dag. Bij brief van 3 mei 2012 heeft de deskundige te kennen gegeven zich te kunnen verenigen met een uitloop van de urenrestrictie tot 32 uur per week. Op 24 mei 2012 heeft de bezwaarverzekeringsarts deze urenbeperking opgenomen in de FML.

4.5. Als uitgangspunt geldt dat de bestuursrechter het oordeel van een onafhankelijke, door hem ingeschakelde deskundige kan volgen indien de door deze deskundige gebezigde motivering hem overtuigend voorkomt. Deze situatie doet zich hier voor. Het uitgebrachte deskundigenrapport geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk en consistent. Dat het rapport afwijkt van de opvatting van een andere, door een der partijen geraadpleegde, deskundige is op zichzelf niet voldoende om tot een ander oordeel te komen. Er zijn geen specifieke bezwaren naar voren gebracht die een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van de in het rapport neergelegde zienswijze. De deskundige heeft het standpunt van de behandelend psychiater van appellant in zijn oordeelsvorming betrokken.

4.6. De aangepaste FML van 24 mei 2012 correspondeert met de bevindingen en de conclusies van de deskundige. Het Uwv heeft, door bijstelling van de FML, alsnog op juiste wijze rekening gehouden met de medische beperkingen van appellant.

4.7. Naar aanleiding van de aangepaste FML van 24 mei 2012 heeft het Uwv geconcludeerd dat de geduide functies op de datum in geding vanwege een overschrijding van de werktijd komen te vervallen. Vervolgens heeft de bezwaararbeidsdeskundige in zijn rapport van 29 mei 2012 per de datum in geding parttime functies geduid, welke in het verlengde liggen van de vervallen functies. Het Uwv heeft vastgesteld dat de WAO-uitkering van appellant per 24 november 2008 alsnog gebaseerd moet worden op een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%.

4.8. Uitgaande van de juistheid van de FML van 24 mei 2012 heeft het Uwv gelet op de diverse zich onder de gedingstukken bevindende arbeidskundige rapporten, in het bijzonder het rapport van 12 juli 2012 waarin is ingegaan op de door appellant aangevoerde gronden, afdoende onderbouwd dat appellant met inachtneming van zijn medische beperkingen op 24 november 2008 in staat was om de aan de door de bezwaararbeidsdeskundige op 29 mei 2012 geselecteerde functies verbonden werkzaamheden te verrichten.

Voorts heeft de bezwaararbeidsdeskundige in zijn rapport van 12 juli 2012 geconcludeerd dat er geen aanleiding is om de vaststelling van het maatmaninkomen voor onjuist te houden. De Raad onderschrijft deze conclusie. Uit de stukken blijkt van een vaststelling van het maatmaninkomen op basis van gegevens per einde wachttijd met nadien een indexering tot de datum in geding. Appellant heeft deze gegevens en wijze van vaststelling niet meer bestreden. Gelet op de aan de functies te ontlenen verdiencapaciteit en het voor appellant maatgevende inkomen is de indeling in de klasse 55 tot 65% juist.

4.9. Bestreden besluit 2 houdt in rechte stand. Het beroep van appellant tegen dat besluit dient ongegrond te worden verklaard.

5. Het verzoek van appellant om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering wordt toegewezen. Voor de wijze waarop het Uwv de rente dient te berekenen wordt verwezen naar de uitspraak van de Raad van 25 januari 2012, LJN BV1958.

6. Ten slotte is er aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 1.092,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep en € 36,40 voor reiskosten (in beroep en hoger beroep).

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- vernietigt de aangevallen uitspraak;

- verklaart het beroep tegen het besluit van 14 januari 2009 gegrond en vernietigt dat besluit;

- verklaart het beroep tegen het besluit van 10 juni 2012 ongegrond;

- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 1.128,40, te betalen aan de griffier van de Raad;

- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 150,- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2012.

(getekend) J.P.M. Zeijen

(getekend) M.D.F. de Moor

TM


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature