Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Indien het BMA in zijn advies aan de uitzetting van een vreemdeling vereisten heeft verbonden, dient de minister zich, evenals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraken van 1 december 2010 in zaak nr. 201002688/1/V3 en van 1 april 2011 in zaak nr. 201101206/1/V1 (www.raadvanstate.nl), reeds ten tijde van zijn besluitvorming ervan te vergewissen dat het mogelijk is dat hij bij de daadwerkelijke verwijdering van de desbetreffende vreemdeling daaraan kan voldoen. De minister kan dat niet uitstellen tot het moment waarop hij daadwerkelijk tot verwijdering overgaat. In dat kader dient de minister, ingeval het BMA aan de uitzetting van een vreemdeling het vereiste heeft verbonden dat de desbetreffende vreemdeling bij aankomst in het land van herkomst in aansluiting op de reis fysiek moet worden overgedragen aan een arts op het vliegveld en de medische behandeling dient te worden gecontinueerd in een medische instelling dan wel bij een behandelaar ter plekke, in het onderliggende besluit inzichtelijk te maken met welke concreet bij naam genoemde behandelaars dan wel instellingen vóór uitzetting van deze vreemdeling contact zal worden opgenomen teneinde aan voormeld vereiste te voldoen. Indien de minister in dat besluit tevens heeft toegezegd dat de desbetreffende vreemdeling niet zal worden uitgezet, ingeval de fysieke overdracht niet kan worden geregeld, heeft hij aan voormelde vergewisplicht voldaan. Deze vergewisplicht strekt evenwel niet zover dat de fysieke overdracht reeds ten tijde van de totstandkoming van dat besluit, voor zover dit feitelijk al mogelijk zou zijn geweest, geregeld en gegarandeerd dient te zijn.

Uitspraak



201005686/1/V3

Datum uitspraak: 15 mei 2012

Raad van State

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

de minister van Justitie (thans: de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel),

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 6 mei 2010 in zaken nrs. 09/40489, 09/48136, 09/48142 en 09/48151 in de gedingen tussen:

(-) (hierna: vreemdeling 1) en (-) (hierna: vreemdeling 2), mede voor hun minderjarige kinderen

(hierna gezamenlijk: de vreemdelingen)

en

de minister.

1. Procesverloop

Bij onderscheiden besluiten van 4 september 2008 heeft de staatssecretaris van Justitie aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.

Bij besluit van 9 oktober 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie de daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 6 mei 2010, verzonden op 12 mei 2010, heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister nieuwe besluiten op de aanvragen neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de minister van Justitie bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 9 juni 2010, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

De vreemdelingen hebben een verweerschrift ingediend.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

2. Overwegingen

2.1. Onder de minister wordt tevens verstaan: diens rechtsvoorgangers.

2.2. Op het hoger beroep zijn de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000), het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: het Vb 2000) en de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: de Vc 2000) van toepassing, zoals die luidden tot 1 juli 2010.

2.3. Ingevolge artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 kan een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 1 4, (hierna: de aanvraag) worden afgewezen, indien de desbetreffende vreemdeling niet beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) die overeenkomt met het verblijfsdoel, waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd (hierna: mvv vereiste).

Ingevolge artikel 17, eerste lid, aanhef en onder c, wordt de aanvraag niet afgewezen wegens het ontbreken van een geldige mvv, indien het een vreemdeling betreft voor wie het, gelet op diens gezondheidstoestand, niet verantwoord is te reizen.

Ingevolge artikel 17, eerste lid, aanhef en onder g, wordt de aanvraag evenmin afgewezen wegens het ontbreken van een geldige mvv, indien het betreft een vreemdeling die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie.

Volgens paragraaf B1/4.1.1 van de Vc 2000 dient voor de in artikel 17, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 neergelegde vrijstelling te worden beoordeeld of de desbetreffende vreemdeling in staat is te reizen naar zijn land van herkomst of bestendig verblijf en in staat kan worden geacht daar behandeling af te wachten van een door hem in te dienen mvv aanvraag. Voorts kan ingevolge artikel 3.71, vierde lid, van het Vb 2000 vrijstelling worden verleend van het mvv vereiste, indien de terugkeer van een vreemdeling in verband met een medische noodsituatie zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Volgens paragraaf B8/3.1 wordt onder medische noodsituatie verstaan: die situatie waarbij betrokkene lijdt aan een stoornis, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vaststaat dat het achterwege blijven van behandeling op korte termijn zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke of lichamelijke schade. Onder “op korte termijn” wordt verstaan binnen een termijn van drie maanden.

2.4. De minister klaagt in zijn enige grief – samengevat weergegeven – dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 22 januari 2009, in zaak nr. 200805014/1 (www.raadvanstate.nl), zich in het besluit van 9 oktober 2009 er niet van heeft vergewist dat bij uitzetting van vreemdelingen 1 en 2 aan de door het Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA) gestelde reisvoorwaarden – met name de fysieke overdracht aan een behandelaar in het land van herkomst - kan worden voldaan. Daartoe voert de minister, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2009 in zaak nr. 200809022/1/V1 (www.raadvanstate.nl), aan dat de rechtbank door aldus te overwegen niet heeft onderkend dat hij bij het nemen van het besluit van 9 oktober 2009 diende te beoordelen of het op voorhand onmogelijk moest worden geacht bij een uitzetting aan de in het BMA-advies gestelde voorwaarden te voldoen. Uit het besluit van 9 oktober 2009 blijkt dat hij zich heeft laten informeren door de Dienst Terugkeer en Vertrek (hierna: de DT&V) en dat hij voldoende heeft gemotiveerd dat het redelijkerwijs te verwachten valt dat bij uitzetting aan gestelde reisvoorwaarden, in het bijzonder ook die van de fysieke overdracht, kan worden voldaan, aldus de minister.

2.4.1. Indien het BMA in zijn advies aan de uitzetting van een vreemdeling vereisten heeft verbonden, dient de minister zich, evenals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraken van 1 december 2010 in zaak nr. 201002688/1/V3 en van 1 april 2011 in zaak nr. 201101206/1/V1 (www.raadvanstate.nl), reeds ten tijde van zijn besluitvorming ervan te vergewissen dat het mogelijk is dat hij bij de daadwerkelijke verwijdering van de desbetreffende vreemdeling daaraan kan voldoen. De minister kan dat niet uitstellen tot het moment waarop hij daadwerkelijk tot verwijdering overgaat. In dat kader dient de minister, ingeval het BMA aan de uitzetting van een vreemdeling het vereiste heeft verbonden dat de desbetreffende vreemdeling bij aankomst in het land van herkomst in aansluiting op de reis fysiek moet worden overgedragen aan een arts op het vliegveld en de medische behandeling dient te worden gecontinueerd in een medische instelling dan wel bij een behandelaar ter plekke, in het onderliggende besluit inzichtelijk te maken met welke concreet bij naam genoemde behandelaars dan wel instellingen vóór uitzetting van deze vreemdeling contact zal worden opgenomen teneinde aan voormeld vereiste te voldoen. Indien de minister in dat besluit tevens heeft toegezegd dat de desbetreffende vreemdeling niet zal worden uitgezet, ingeval de fysieke overdracht niet kan worden geregeld, heeft hij aan voormelde vergewisplicht voldaan. Deze vergewisplicht strekt evenwel niet zover dat de fysieke overdracht reeds ten tijde van de totstandkoming van dat besluit, voor zover dit feitelijk al mogelijk zou zijn geweest, geregeld en gegarandeerd dient te zijn.

2.4.2. In het BMA-advies van 11 juni 2009 heeft het BMA – voor zover thans van belang -, in antwoord op vraag 1b vermeld dat vreemdeling 1 psychische klachten heeft, die volgens de behandelaars zijn toe te schrijven aan een psychotische depressie, een psychose, een drugs psychose of aan schizofrenie. In antwoord op vraag 2b is, voor zover thans van belang, vermeld dat vreemdeling 1 ambulante begeleiding krijgt van de sociaal-psychiatrische verpleegkundige en medicatie van de psychiater. Tevens is hij aangemeld voor Spoedeisende Psychiatrische Zorg door het SPITS Team (Substituerende Psychiatrische Intensieve Thuis Service). De kans op het ontstaan van een medische noodsituatie op korte termijn kan, aldus het BMA in antwoord op vraag 3, bij het uitblijven van psychiatrische behandeling en medicatie niet worden uitgesloten. In antwoord op vraag 4a heeft het BMA vermeld dat, voor zover thans van belang, vreemdeling 1 kan reizen, maar dat wel een fysieke en schriftelijke overdracht aan de behandelaar in het land van herkomst dient plaats te vinden teneinde een vervolgbehandeling mogelijk te maken. Ten slotte heeft het BMA, voor zover van belang, in antwoord op de vragen 5a en 5b vermeld dat uit brondocument AM 1439-2009 (hierna: brondocument A) blijkt dat psychiatrische behandeling in Armenië verkrijgbaar is in onder meer de behandelcentra "Nork" psychiatrisch centrum, "Nurabashen" psychiatrisch ziekenhuis, "Avan" psychiatrisch ziekenhuis en het Stress center, alle te Jerevan. Voorts is in de brondocumenten GE 1186-2008 (hierna: brondocument B) en GE 1996-2008 (brondocument C) vermeld dat psychiatrische behandeling in Georgië verkrijgbaar is in het Mental Clinical Hospital te Tbilisi.

2.4.3. In het BMA-advies van 10 juni 2009 heeft het BMA – voor zover thans van belang -, in antwoord op vraag 1b vermeld dat vreemdeling 2 psychische klachten heeft, die volgens de behandelaars zijn toe te schrijven aan een depressie. In antwoord op vraag 2b is, voor zover thans van belang, vermeld dat vreemdeling 2 een steunend-structurerende begeleiding van de sociaal-psychiatrische verpleegkundige verkrijgt en medicatie van de psychiater. Tevens is zij onder tijdelijke behandeling bij het Acute Psychiatrie Team. Bij het uitblijven van psychiatrische behandeling en medicatie is, aldus het BMA in antwoord op vraag 3, sprake van het ontstaan van een medische noodsituatie, de kans bestaat alsdan op het ontstaan van een (dreigende) psychose. In antwoord op vraag 4a heeft het BMA vermeld dat, voor zover thans van belang, vreemdeling 2 kan reizen, maar dat wel een fysieke en schriftelijke overdracht aan de behandelaar in het land van herkomst dient plaats te vinden teneinde een adequate vervolgbehandeling mogelijk te maken. Ten slotte heeft het BMA in antwoord op de vragen 5a en 5b vermeld dat, voor zover van belang, uit brondocument A blijkt dat psychiatrische behandeling in Armenië verkrijgbaar is in onder meer de behandelcentra "Nork" psychiatrisch centrum, "Avan" psychiatrisch ziekenhuis en het Stress center, allen te Jerevan. Voorts is in de brondocumenten GE 1449-2009 (hierna: brondocument D) en GE 1431-2009 (brondocument E) vermeld dat psychiatrische behandeling in Georgië verkrijgbaar is in het Mental Clinical Hospital te Tbilisi.

2.4.4. In het besluit van 9 oktober 2009 heeft de minister zich, onder verwijzing naar onder meer de BMA-adviezen van 10 en 11 juni 2009, op het standpunt gesteld dat, voor zover thans van belang, in verband met de in de BMA-adviezen gestelde voorwaarde van fysieke overdracht, voorafgaande aan de uitzetting van de vreemdelingen 1 en 2 contact zal worden gelegd met een psychiater in Armenië of Georgië. Met de psychiater zullen afspraken worden gemaakt over de datum en de wijze waarop de medische behandeling wordt overgedragen. Indien aan alle in de BMA-adviezen gestelde voorwaarden is voldaan, worden de vreemdelingen overgebracht naar een uitzetcentrum, alwaar een vlucht zal worden aangevraagd en ten behoeve van de medische escorts alle benodigde informatie aan de Koninklijke Marechaussee zal worden verstuurd. Daarbij heeft de minister gewezen op de ervaring van de DT&V met zaken, waarin de medische overdracht op deze wijze succesvol is geregeld en uitzetting heeft plaatsgevonden. Voorts heeft de minister in het besluit opgenomen dat, indien niet aan de fysieke overdrachtsvoorwaarde kan worden voldaan, de vreemdelingen niet zullen worden uitgezet.

2.4.5. Gezien de uitdrukkelijke verwijzing in het besluit van 9 oktober 2009 naar de BMA-adviezen kan worden aangenomen dat de minister ervan is uitgegaan dat de door de vreemdelingen 1 en 2 vereiste psychiatrische behandeling kan worden verstrekt door de in de brondocumenten A, B, C, D en E genoemde instellingen in Armenië of Georgië. Aangezien uit deze brondocumenten, gelezen in samenhang met het daaraan ten grondslag gelegde verzoek, kan worden afgeleid dat psychiatrische behandeling van vreemdeling 1 in de in de brondocumenten A, B en C genoemde instellingen en behandeling van vreemdeling 2 in de in de brondocumenten A, D en E genoemde instellingen verkrijgbaar is, is voldoende inzichtelijk dat de DT&V vóór uitzetting van de vreemdelingen contact zal leggen met een in één van die instellingen werkzame psychiater, teneinde te voldoen aan het ter zake in de BMA-adviezen gestelde overdrachtsvereiste. Nu de minister verder in dit besluit heeft toegezegd dat de vreemdelingen niet zullen worden uitgezet voordat hun fysieke overdracht en de continuering van hun behandeling zijn geregeld, heeft hij, gelet op het hiervoor onder 2.4.1 overwogene, aan zijn vergewisplicht voldaan.

De grief slaagt

2.5. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Ten aanzien van de beroepen van de vreemdelingen tegen het besluit van 9 oktober 2009 overweegt de Afdeling dat, voor zover met het vorenoverwogene niet op de bij de rechtbank voorgedragen beroepsgronden is beslist, aan deze gronden niet wordt toegekomen. Over die gronden is door de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een oordeel gegeven, waartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Evenmin is sprake van een nauwe verwevenheid tussen het oordeel over die gronden, dan wel onderdelen van het bij de rechtbank bestreden besluit waarop ze betrekking hebben, en hetgeen in hoger beroep aan de orde is gesteld. Deze beroepsgronden vallen thans dientengevolge buiten het geding.

2.6. De beroepen van de vreemdelingen dienen alsnog ongegrond te worden verklaard.

2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 6 mei 2010 in zaken nrs. 09/40489, 09/48136, 09/48142 en 09/48151 voor zover aangevallen;

III. verklaart de door de vreemdelingen bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroepen ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. M.G.J. Parkins de Vin en mr. R. van der Spoel, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.M. van Roosmalen, ambtenaar van staat.

w.g. Lubberdink

voorzitter w.g. Van Roosmalen

ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 15 mei 2012

53.

Verzonden: 15 mei 2012

Voor eensluidend afschrift,

de secretaris van de Raad van State,

mr. H.H.C. Visser


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature