Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Vordering uit hoofde van artikel 6:162 BW tegen een inrchting wegens letsel van een patient die uit gedwongen opname is ontsnapt. Ontbreken van causaal verband.

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 391233 / HA ZA 11-1099

Vonnis van 15 februari 2012

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat mr. ing. B.J. den Hartog te Amsterdam,

tegen

de stichting

STICHTING PARNASSIA BAVO GROEP,

gevestigd te s-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. M.J.J. de Ridder te Utrecht

Partijen zullen hierna [eiser] en Bavo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de inleidende dagvaarding d.d. 29 maart 2011, met producties,

- de conclusie van antwoord, met producties,

- het tussenvonnis van 13 juli 2011, waarin een comparitie van partijen is gelast,

- het proces-verbaal van comparitie van 20 december 2011.

1.2.Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.Op 1 november 2006 werd [eiser] met een door de burgemeester van Rotterdam afgeven last tot inbewaringstelling op grond van artikel 20 van de Wet BOPZ opgenomen op de gesloten opnameafdeling Bavo RNO Groep te Capelle a/d IJssel, locatie Poortmolen. De ten behoeve daarvan opgestelde geneeskundige verklaring d.d. 1 november 2006 vermeldt onder mee het volgende:

"a. op grond van welke gedragingen van betrokkene hebt u het ernstige vermoeden dat de stoornis van de geestvermogens een onmiddellijk driegend gevaar oplevert voor betrokkene

zelf, voor anderen of voor de algemene veiligheid van personen of goederen?

1. Betrokkene weigert nog te eten en drinken;

2. Betrokkene wil zijn handen op de spoorrails leggen, zodat deze er afgereden worden;

3. Betrokkene woont momenteel in bij zijn stiefmoeder, familie kan de situatie niet meer aan, psychische schade kan het gevolg zijn.

b. waarin bestaat dit onmiddellijk dreigend gevaar?

Uitdroging

Zelfverwonding/doding"

2.2.Voorafgaand aan zijn komst heeft de Acute Dienst van de Bavo RNO Groep de opnameafdeling geïnformeerd over de komst van [eiser]. Het medische opnameverslag d.d. 1 november 2006 vermeldt hierover, voor zover relevant:

"Wil boete doen voor een diefstal uit het verleden door naar Saoedi-Arabië te gaan en zijn handen af te laten hakken.

(...)

Nooit eerder met psychiatrie in aanraking geweest, gebruikt geen medicatie.

(...)

Psychiatrisch onderzoek:

Zegt niets te mankeren en wil niet onderzocht worden. Bewustzijn helder, oriëntatie in tijd plaats persoon intact. Aandacht ongestoord. Geen aanwijzingen voor hallucinaties en tijdens het gesprek ook gen wanen. Rustig, lijkt niet te begrijpen waarom hij hier is.

(...)

Voorlopig beleid:

- opname

- separeer voor de nacht"

2.3.In de loop van de avond van 1 november 2006 werd [eiser] per ambulance op de gesloten afdeling gebracht. Hij werd onderzocht door psychiater Blom. Tijdens dit onderzoek was [eiser] rustig en kon hij helder zijn verhaal doen. Hij ontkende dat hij boete wilde doen door zijn handen te laten afhakken.

2.4.[eiser] is voor de nacht opgenomen in de separeer. Tijdens het verblijf in de separeer was [eiser] rustig aanwezig en op 2 november 2006 werd besloten [eiser] op geleide van het beeld op de afdeling te laten verblijven.

2.5.Op 2 november 2006 is [eiser] wederom door psychiater Blom beoordeeld. Het verslag vermeldt onder meer:

"Niet onmiddellijk psychotische symptomen waargenomen. Patiënt is niet depressief. Er zijn dus nog veel diagnostische vraagtekens."

2.6.Het verpleegkundig rapport vermeldt dat [eiser] op 3 november 2006 "voorkomend, beleeft" is en dat hij "vriendelijk" toont een "adequaat antwoord" geeft.

2.7.Op de ochtend van 4 november 2006 gaf [eiser] aan zich niet zo lekker te voelen en verbleef hij veel op zijn eigen kamer. In het contact was hij verder vriendelijk en tijdens het avondeten heeft hij goed gegeten.

2.8.Tijdens de nachtdienst van 4 november 2006 liep [eiser] af en toe op de afdeling. Toen de verpleegkundige van de nachtdienst om 04.15 uur even naar het toilet was gegaan en daarvan terugkwam, zag hij door het raam dat op de patio uitzicht geeft dat [eiser] vanuit de patio het dak was opgeklommen. De patio is een ommuurde binnenplaats, die aan alle zijden is begrensd door circa 5 meter hoge muren met ramen. De patio is vanuit de inrichting bereikbaar via een deur.

2.9.Nadat [eiser] via het dak was ontsnapt, heeft hij zich schuilgehouden in de nabijgelegen struiken. Door de verpleegkundige van de nachtdienst is nog een rondje om het gebouw gelopen, maar hij trof [eiser] niet aan. Daarna zijn de wachtarts en de politie geïnformeerd over de ontsnapping. Het telexbericht is op 4 november 2006 om 4.38 uur aan de politie toegezonden. Ook de familie van [eiser] is over het vertrek van [eiser] geïnformeerd.

2.10.[eiser] is niet meer teruggekeerd naar de inrichting. Begin januari 2007 heeft de familie contact opgenomen met de afdeling omdat zij zich zorgen maakte over [eiser]. Naar aanleiding daarvan werd nogmaals contact gezocht met de politie en is zijn situatie benadrukt.

2.11.Op 13 januari 2007 is [eiser] vanuit het huis van zijn stiefmoeder met een trap naar een nabijgelegen spoorbaan gegaan. Aldaar is hij met behulp van deze trap over het hekwerk geklommen en heeft hij zijn onderarmen op de spoorrails gelegd, waarbij deze door een passerende trein zijn afgesneden.

3.Het geschil

3.1.[eiser] vordert - samengevat - een verklaring voor recht dat Bavo aansprakelijk is voor alle door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval, vermeerderd met rente en kosten.

3.2.[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat Bavo onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door (i) onvoldoende onderzoek te doen naar zijn psychische toestand en onvoldoende toezicht uit te oefenen zowel (ii) voorafgaand als (iii) na zijn ontsnapping.

3.3.Bavo voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.[eiser] verwijt Bavo (i) dat zij tijdens zijn opname onvoldoende onderzoek naar zijn gesteldheid heeft gedaan, (ii) dat zij onvoldoende toezicht heeft gehouden, waardoor hij heeft kunnen ontsnappen uit de inrichting en (iii) dat zij na ontdekking van de ontsnapping van [eiser] onvoldoende heeft gedaan om die ontsnapping alsnog te keren.

4.2.Bavo heeft, naast een betwisting dat zij onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld, bestreden dat voldoende causaal verband bestaat tussen de ontsnapping van [eiser] uit de inrichting en de door hem als gevolg van de automutilatie ondervonden schade. Volgens Bavo brengt het lange tijdsverloop tussen de ontsnapping en het moment van de automutilatie, te weten 69 dagen, mee dat het voor aansprakelijkheid vereiste causaal verband ontbreekt.

4.3.[eiser] voert in reactie hierop terecht aan dat voor de vestiging van aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:162 BW in beginsel het bestaan van conditio sine qua non verband voldoende is. Bavo heeft echter betoogd dat zelfs wanneer [eiser] niet zou zijn ontsnapt op 4 november 2006, het reëel is er van uit te gaan dat [eiser] ruim binnen de termijn van 69 dagen uit de opname zou zijn ontslagen, in welk geval hij op gelijke wijze de automutilatie had kunnen zou hebben kunnen verrichten als thans het geval is geweest. Bavo heeft daarbij onbestreden gesteld dat bij de meeste inbewaringstellingen de patiënt binnen vier weken na aanvang uit de gedwongen behandeling wordt ontslagen omdat het gevaar geweken is. Volgens Bavo geldt dit zeker voor [eiser], nu tijdens zijn opname geen psychotische symptomen zijn geconstateerd, hij zich tijdens de opname coöperatief opstelde en hij bij herhaling heeft aangegeven zichzelf niets aan te willen doen. Bavo acht in dit verband tevens van belang dat er bij [eiser] ook direct na de automutilatie geen psychotische kenmerken zijn vastgesteld. Tot slot heeft Bavo onbestreden gesteld dat iemand die leidt aan psychoses niet te genezen is en dat - ook wanneer de opname niet voortijdig zou zijn beëindigd - die opname niet had kunnen voorkomen dat [eiser] na beëindiging daarvan, al dan niet onder invloed van een (nieuwe) psychose, toch zou overgaan tot automutilatie.

4.4.Naar het oordeel van de rechtbank slaagt het beroep van Bavo op het ontbreken van causaal verband. Voor zover [eiser] stelt dat Bavo onvoldoende onderzoek naar zijn psychische gesteldheid heeft gedaan, is die stelling in het licht van de onderzoeken en observaties zoals die uit het feitencomplex blijken, zonder nadere motivering, welke ontbreekt, onvoldoende onderbouwd. Voorts heeft [eiser] onvoldoende gesteld om aan te nemen dat hij op 17 januari 2007 niet tot de automutilatie zou zijn overgegaan wanneer Bavo had voorkomen dat hij op 6 november 2006 uit de inrichting ontsnapte, althans [eiser] weer had toen terugkeren. In de eerste plaats geldt dat, indien [eiser] inderdaad binnen vier weken uit de gedwongen behandeling zou zijn ontslagen, het conditio sine qua non-verband ontbreekt tussen de ontsnapping en de schade. Bovendien is gesteld noch gebleken dat [eiser] gedurende de periode van 69 dagen op enig moment is overgegaan tot automutilatie. Daaruit blijkt volgens de rechtbank reeds dat ten tijde van de ontsnapping van [eiser] het (acute) gevaar voor de automutilatie in ieder geval geweken was. Dit wordt ondersteund door het feit dat de familie van [eiser], die hem na de onstnapping nog heeft gezien, pas in januari 2007 weer contact heeft opgenomen met Bavo omdat zij zich zorgen om hem maakten. Het voorgaande leidt ertoe dat het causaal verband tussen de ontsnapping van [eiser] en de door hem geleden schade ontbreekt. De rechtbank zal de vordering van [eiser] daarom afwijzen.

4.5.[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bavo worden begroot op:

- griffierecht 568,00

- salaris advocaat 768,00 (2,0 punten × tarief € 384,00)

Totaal € 1.336,00

5.De beslissing

De rechtbank

5.1.wijst de vorderingen af,

5.2.veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Bavo tot op heden begroot op € 1.336,00,

5.3.verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.L.M. Luiten en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature