Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Lelystad
zaaknr.: 576253 CV 11-15072
datum : 4 januari 2012
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V., rechtsopvolger onder bijzondere titel van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Natuals B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij, nader te noemen Direct Pay,
gemachtigde mr. R.A. Plug, werkzaam bij Webcasso B.V. te Barendrecht,
tegen
[GEDAAGDE PARTIJ],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
procederend in persoon.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 24 september 2011
- het antwoord van [gedaagde partij]
- de akte van Direct Pay met als productie onder meer een geluidsopname op CD-rom
- de antwoordakte van [gedaagde partij].
Het geschil en de beoordeling daarvan
1.
Direct Pay heeft gevorderd de veroordeling van [gedaagde partij], uitvoerbaar bij voorraad, om aan haar te betalen € 53,17 vermeerderd met de wettelijke rente daarover, een bedrag van € 37,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente daarover en met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
2.
Aan haar vordering heeft Direct Pay ten grondslag gelegd dat Natuals B.V., hierna Natuals, met [gedaagde partij] een overeenkomst is aangegaan uit hoofde waarvan zij aan [gedaagde partij] heeft verkocht en geleverd gezondheids- en schoonheidsproducten en dat [gedaagde partij] in gebreke is gebleven het daarvoor verschuldigde te voldoen. Natuals B.V. heeft haar vordering overgedragen aan Direct Pay.
3.
[gedaagde partij] heeft ten verwere aangevoerd dat hij in oktober 2008 een proefpakket heeft besteld bij en ontvangen van Natuals, welk pakket hij heeft gehouden. Hij was zich er niet van bewust dat hij daardoor vastzat aan een abonnement en wilde dat ook niet. In november 2008 ontving hij een vervolgpakket. Dat heeft hij retour gestuurd en hij heeft per email te kennen gegeven dat hij verder geen pakketten wilde ontvangen. Hij heeft opgezegd en ook nog een brief gestuurd. Bij nadien genomen antwoordakte heeft [gedaagde partij] nog gesteld dat niet is voldaan aan de bepalingen in het BW terzake van overeenkomsten op afstand.
4.
Uit de door Direct Pay bij akte in het geding gebrachte geluidsopname komt naar voren dat er op 7 oktober 2008 een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen Natuals en [gedaagde partij] en dat [gedaagde partij] in dit gesprek heeft aangegeven akkoord te gaan met de toezending van een proefpakket vitaminepillen “Personal Multi” tegen een bedrag van € 6,90 aan order- en verzendkosten. [gedaagde partij] heeft niet betwist dat hij het proefpakket in oktober 2008 heeft ontvangen en dat hij de voor dit pakket verschuldigde kosten heeft voldaan.
5.
De vraag die in onderhavige procedure dient te worden beantwoord is of [gedaagde partij] de kosten van de nadien in november 2008 aan hem toegestuurde vervolgzending dient te voldoen aan Direct Pay. Bij de beoordeling daarvan is van belang dat [gedaagde partij] consument is in de zin van artikel 7:5 BW en dat de overeenkomst tussen [gedaagde partij] en Natuals tot stand is gekomen via een telefonisch contact. Derhalve is de tussen [gedaagde partij] en Natuals gesloten overeenkomst te kwalificeren als een overeenkomst op afstand. Dit brengt mee dat de artikelen 7:46a tot en met 7:46j BW van toepassing zijn.
6.
Volgens [gedaagde partij], aldus zijn antwoordakte, zou hem in het telefoongesprek op
7 oktober 2008 zijn medegedeeld dat hij nergens aan vast zou zitten en vrijblijvend zou kunnen opzeggen. Dit volgt evenwel niet uit de geluidsopname van het telefoongesprek en evenmin uit de door [gedaagde partij] in het geding gebrachte welkomstbrief d.d. 15 oktober 2008 die hij bij de ontvangst van het proefpakket heeft ontvangen. Uit de geluidsopname volgt immers dat door Natuals aan [gedaagde partij] is medegedeeld dat de kosten van de vervolgzendingen € 15,60 per maand bedragen en dat hij – als hij geen vervolgzendingen wil ontvangen – 10 dagen voor het einde van de proefperiode de vervolgzendingen kan stopzetten waarop [gedaagde partij] heeft aangegeven “dan is het okay”. Ook in de welkomstbrief d.d. 15 oktober 2008 is melding gemaakt van de kosten van de vervolgzendingen en voorts is daarin vermeld dat de vervolgzendingen kunnen worden stopgezet door contact op te nemen met de klantenservice van Natuals alsmede dat in dat geval een opzegtermijn geldt van 10 dagen voor ontvangst van de volgende zending. Daarom kan er niet van worden uitgegaan, zoals [gedaagde partij] kennelijk meent, dat hij na de toezending van het proefpakket nergens aan vast zou zitten en contractueel niet langer zou zijn gebonden aan Natuals.
7.
Door Natuals is evenwel niet betwist dat [gedaagde partij] op 26 november 2008 de overeenkomst per email heeft opgezegd maar volgens Natuals is dit te laat geweest omdat [gedaagde partij] de vervolgzending toen al had ontvangen en hij de kosten daarvan dient te voldoen. Natuals kan in dit standpunt niet worden gevolgd. In het geval van koop op afstand gelden er informatieplichten voor Natuals die onder meer zijn opgenomen in artikel 7:46c BW. Een van die informatieplichten is dat tijdig bij de nakoming van de koop op afstand danwel uiterlijk bij de aflevering aan [gedaagde partij] op duidelijke en begrijpelijke wijze schriftelijk, indien de koop op afstand een duur heeft van meer dan een jaar dan wel een onbepaalde duur, de vereisten voor opzegging van de overeenkomst moeten worden kenbaar gemaakt. In het telefoongesprek met [gedaagde partij] is blijkens de geluidsopname aan [gedaagde partij] medegedeeld dat 10 dagen voor het einde van de proefperiode de overeenkomst kan worden opgezegd. Wanneer de proefperiode afloopt heeft Natuals evenwel in het telefoongesprek niet aangegeven, ook niet in de aan [gedaagde partij] verzonden welkomstbrief d.d. 15 oktober 2008 die bij de aflevering van het proefpakket was gevoegd. In de welkomstbrief is daarentegen aangegeven dat [gedaagde partij] 10 dagen voor ontvangst van de volgende zending kan opzeggen. Wanneer [gedaagde partij] de vervolgzending zou ontvangen is in de welkomstbrief evenwel ook niet vermeld. Direct Pay heeft weliswaar een soortgelijke welkomstbrief als die door [gedaagde partij] is ontvangen, in het geding gebracht maar deze brief is wat betreft haar inhoud niet gelijk aan de brief die door [gedaagde partij] is ontvangen. Immers in de brief die door [gedaagde partij] is ontvangen is, in tegenstelling tot de soortgelijke welkomstbrief die door Direct Pay in het geding is gebracht, niet opgenomen dat de vervolgzending een maand na ontvangst van de proefzending wordt bezorgd. Ook de op de achterzijde van de welkomstbrief opgenomen algemene voorwaarden die overigens melding maken van een opzegtermijn van twee weken, en derhalve niet tien dagen, voorafgaand aan de eerstvolgende kwartaallevering, laten in het ongewisse wanneer de vervolgzending of de kwartaallevering zal worden bezorgd. Wanneer de vervolgzending bij [gedaagde partij] zou worden bezorgd is derhalve aan hem niet kenbaar gemaakt zodat voor hem ook niet duidelijk is geweest op welk moment hij uiterlijk de overeenkomst met Natuals had kunnen opzeggen. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat Natuals niet, althans onvoldoende heeft voldaan aan het vereiste in artikel 7:46c lid 2 onder e BW nu zij niet alleen onduidelijkheid heeft laten bestaan over de (duur van de) opzegtermijn (10 dagen voor het einde van de proefperiode of 10 dagen of twee weken voor ontvangst van de vervolgzending) maar ook over het tijdstip van bezorging van de vervolg/kwartaalzending. Dit leidt tot de slotsom dat Natuals heeft nagelaten te voldoen aan alle in artikel 7:46c lid 2 BW gestelde eisen zodat om die reden [gedaagde partij] het recht had om, ingevolge het bepaalde in artikel 46d lid 1 BW de overeenkomst binnen drie maanden op te zeggen. [gedaagde partij] had derhalve het recht om bij zijn email d.d. 26 november 2008 de overeenkomst, voor zover het de vervolgzending betreft, te ontbinden onder retournering van de door hem ontvangen vervolgzending en onder stornering van het reeds van zijn bankrekening automatisch geïncasseerde bedrag van de vervolgzending. Dat sprake zou zijn van het gestelde in artikel 46d lid 3 onder b BW is gesteld noch gebleken zodat dit geen reden is om anders te beslissen. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering van Direct Pay dient te worden afgewezen.
8.
Direct Pay dient als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te worden veroordeeld met dien verstande dat deze kosten op nihil zullen worden gesteld nu [gedaagde partij] in persoon heeft geprocedeerd.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Direct Pay in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde partij] begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 4 januari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.