Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
economische politierechter
parketnummer: 06/925033-11 (ontnemingsvordering)
datum vonnis: 28 november 2011
tegenspraak/dip
SCHRIFTELIJK VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1954 te plaats],
wonende te [plaats, adres],
Onderzoek van de zaak
Deze beslissing is genomen naar aanleiding van de in het openbaar gehouden terechtzitting van 14 november 2011, waarbij zijn gehoord de officier van justitie en de veroordeelde.
Standpunt van de officier van justitie
De schriftelijke vordering van de officier van justitie houdt in dat van de veroordeelde als wederrechtelijk verkregen voordeel een bedrag van € 11.188,33 zal worden ontnomen. Het geschat wederrechtelijk verkregen voordeel is gebaseerd op de besparing van de kosten voor het leasen van extra varkensrechten.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden beperkt tot een bedrag van € 10.938,13, omdat niet tweemaal maar slechts eenmaal € 250,- leges is bespaard.
Over 2009 bedroeg de gemiddelde leaseprijs voor het concentratiegebied Oost € 19,82 en over 2010 € 19,87 per varkenseenheid, daarnaast hadden over 2009 en 2010 respectievelijk 436 en 103 varkenseenheden geleased moeten worden (436 x € 19,82 en 103 x € 19,87):
€ 8.641,52 (2009)
€ 2.046,61 (2010)
€ 250,- (leges)
----------, +
€ 10.938,13
Standpunt van veroordeelde
De veroordeelde heeft aangevoerd dat het hem geen rendement heeft opgeleverd. De leaseprijs van varkensrechten is nu circa € 15-16,-.
Als het rendement over 2013 niet verbetert stopt hij met zijn bedrijf. Hij heeft veertig jaar hard gewerkt en door maatregelen van de overheid valt hij tussen wal en schip. Hij zit in een extensiveringsgebied zonder uitbreidingsmogelijkheden. Herplaatsing van zijn bedrijf is geen optie omdat de daarvoor noodzakelijke investeringen zich niet meer laten terugverdienen. Op dit moment heeft hij geen schulden.
Beoordeling door de economische politierechter
Bij vonnis van de economische politierechter van 28 november 2011 is de veroordeelde in de hoofdzaak veroordeeld tot een deels voorwaardelijke geldboete voor overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 19 van de Meststoffenwet , meermalen opzettelijk begaan. De economische politierechter ontleent aan de inhoud van de in dit vonnis opgesomde bewijsmiddelen het oordeel dat de veroordeelde door middel van het begaan van het feit voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad. De economische politierechter is van oordeel dat het wederrechtelijk verkregen voordeel gelijk kan worden gesteld aan de besparing van de kosten van het leasen (inclusief eenmaal leges) van extra varkensrechten in 2009 en 2010 en dat daarbij gehanteerd moeten worden de aan de ontnemingsvordering ten grondslag liggende leaseprijzen, die de veroordeelde niet dan wel onvoldoende heeft bestreden.
Samenvatting
Gelet op het voorgaande zal de economische politierechter de veroordeelde de verplichting opleggen om het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, € 10.938,13, aan de Staat te betalen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De economische politierechter:
schat de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 10.938,13 (tienduizendnegenhonderdachtendertig euro en dertien cent) en stelt het voordeel op dit bedrag vast;
legt aan de veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, het bedrag waarop het wederrechtelijk voordeel is geschat te betalen.
Aldus gewezen door mr. Van Lookeren Campagne, economische politierechter, in tegenwoordigheid van De Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 november 2011.