Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Belanghebbende heeft in 2000 op 6,5 ha een landbouwbedrijf gevoerd. Belanghebbende stelt dat zij zeer schone zwarte grond heeft aangevoerd, in plaats van de compost die op haar forfaitaire aangifte 2000 stond, maar maakt dit, bij bestrijding hiervan door de inspecteur niet aannemelijk. Dat de lange duur van de procedure belanghebbende er toe heeft gebracht haar administratie te vernietigen komt voor rekening van belanghebbende, wel verminderd het Hof de opgelegde boete met 50 % in verband met de zeer lange duur, 7 jaar, van de procedure. De naheffingsaanslagen fosfaat- en stikstofheffing worden gehandhaafd, de boete wordt verminderd, in zoverre is het beroep gegrond.

Uitspraak



GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector belastingrecht

Eerste meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 03/01936

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste meervoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Y (hierna: belanghebbende), tegen de uitspraak van de Inspecteur van het Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, thans de Dienst Regelingen van voormeld ministerie te Assen (hierna: de Inspecteur), op het bezwaar betreffende na te melden naheffingsaanslagen fosfaat- en stikstofheffing over het heffingsjaar 2000 en de daarbij opgelegde verzuimboetes.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Op 12 januari 2001 is belanghebbende uitgenodigd tot het doen van de "jaaropgaaf bij beperkte vrijstelling" van de mineralenheffingen over het heffingsjaar 2000. De jaaropgave is op 30 juli 2001 ontvangen. Hierop heeft belanghebbende aangekruist dat hij een forfaitaire aangifte wil doen. Het formulier "Forfaitaire aangifte 2000" is op 3 augustus 2001 aan belanghebbende gezonden. Deze forfaitaire mineralenheffingen dienden voor 1 september 2001 op aangifte te zijn voldaan. De Inspecteur heeft geen aangifte noch een betaling van belanghebbende ontvangen en heeft vervolgens met dagtekening 12 maart 2002 de onderwerpelijke naheffingsaanslagen opgelegd, met gelijktijdige oplegging van verzuimboetes wegens het niet tijdig betalen van de op aangifte verschuldigde belasting c.q. wegens het niet tijdig doen van aangifte.

1.2. Belanghebbende heeft daartegen een bezwaarschrift ingediend. Bij de bestreden uitspraak op bezwaar van 17 juli 2003 heeft de Inspecteur het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en heeft hij de naheffingsaanslagen verminderd conform de door belanghebbende nader verstrekte gegevens. De fosfaatheffing is verminderd naar een bedrag van € 4.585,45 en de stikstofheffing naar een bedrag van € 1.249,71. De verzuimboeten wegens het niet tijdig betalen van de op aangifte verschuldigde belasting zijn verlaagd naar € 458,54 (fosfaatheffing) en € 124,97 (stikstofheffing) en de verzuimboeten wegens het niet tijdig doen van de aangiften fosfaatheffing en stikstofheffing zijn verlaagd naar € 110 per heffing.

1.3. Belanghebbende is van bovenvermelde uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Ter zake van het instellen van beroep heeft belanghebbende € 232 griffierecht betaald.

1.4. Partijen zijn bij brief van 22 januari 2010 uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het beroep op 4 maart 2010 in het Paleis van Justitie te 's-Hertogenbosch. Bij brief van 10 februari 2010 heeft mr. A, verbonden aan B te C, zich presenterend als gemachtigde van belanghebbende, namens belanghebbende onder meer verzocht de zittingsdatum minimaal 10 weken op te schuiven.

1.5. Bij brief van 16 februari 2010 heeft de griffier namens het Hof aan mr. A bericht dat de behandeling van onder meer deze zaak lange tijd heeft stilgelegen omdat het Hof heeft gewacht op arresten van de Hoge Raad met betrekking tot -kort gezegd- de Meststoffenwet, dat het Hof inmiddels de afdoening van de nog aanhangige Mestzaken ter hand heeft genomen, dat de mondelinge behandeling op 4 maart 2010 gewoon zal doorgaan met dien verstande dat belanghebbende desgewenst dan niet naar de zitting hoeft te komen maar dat hij daarna, onder toezending van een afschrift van het proces-verbaal van de zitting in de gelegenheid zal worden gesteld zich uit te laten over hetgeen ter zitting aan de orde is geweest, waarna zo nodig het beroep op een nadere zitting mondeling behandeld kan worden.

1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 4 maart 2010 te 's-Hertogenbosch. Daar is toen verschenen en gehoord, de Inspecteur. Namens belanghebbende is niemand verschenen.

1.7. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof partijen (belanghebbende als eerste partij) bij brief van 11 maart 2010 verzocht nader te reageren op de inhoud van het proces-verbaal van de zitting.

Aangezien een reactie van partijen voor of op 8 april 2010 uitbleef, heeft de griffier daarna herhaaldelijk telefonisch contact gezocht met partijen.

Belanghebbende heeft - bij monde van mr. A voornoemd - talloze malen om verlenging van de termijn voor reactie gevraagd, hetgeen door de griffier telkens is ingewilligd. Partijen hebben de door het Hof gevraagde inhoudelijke reactie niet verstrekt.

1.8. De griffier heeft verklaard dat de heer A voornoemd tijdens een telefoongesprek tussen hem en de griffier op 14 maart 2011 heeft medegedeeld dat de heer D, een van de vennoten van belanghebbende, inmiddels is overleden en dat hij met de andere vennoot, mevrouw E, zal gaan overleggen of het zin heeft de onderhavige procedure door te zetten. Ondanks een herhaalde telefonische verlenging van deze nieuwe termijn voor reactie door de griffier, heeft belanghebbende daarna niet meer gereageerd.

1.9. Het Hof heeft vervolgens het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

2. Feiten

2.1. Per 1 januari 1991 is door de Heer D en mevrouw E een vennootschap onder firma opgericht, handelend onder de naam X1 (belanghebbende). Belanghebbende heeft in 2000 een landbouwbedrijf op 6,5 ha grond gevoerd. Het bedrijf hield in dat jaar geen dieren.

2.2. Firmant D is inmiddels overleden.

2.3. In het formulier "Forfaitaire aangifte 2000" heeft belanghebbende onder punt 14 "Overige organische meststoffen (zuiveringsslib, compost en zwarte grond)" vermeld dat in het onderhavige jaar 462 kg fosfaat en 769 kg stikstof is aangevoerd. Deze gegevens komen overeen met de administratie van de Inspecteur waarin drie afleveringsbewijzen zijn geregistreerd van leveringen van compost. Op de door belanghebbende en de leverancier ondertekende afleveringsbewijzen staat dat belanghebbende "zeer schone compost" heeft aangevoerd.

3. Geschil, standpunten en conclusies van partijen

3.1. Tussen partijen is - naar het Hof verstaat - in geschil het antwoord op de volgende vragen:

Zijn de naheffingsaanslagen terecht en tot de juiste bedragen aan fosfaatheffing en stikstofheffing opgelegd?

Zijn de boetes terecht en tot de juiste bedragen opgelegd?

Belanghebbende beantwoordt deze vragen negatief. De Inspecteur is de tegenover gestelde mening toegedaan.

3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het daarvan opgemaakte proces-verbaal.

3.3. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak en van de in geschil zijnde naheffingsaanslagen en de verzuimboetes.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de bestreden uitspraak.

4. Gronden

4.1. Ten aanzien van de eerste in geschil zijnde vraag is meer in het bijzonder in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende, zoals zij stelt, zwarte grond heeft aangevoerd op haar bedrijf danwel, gelijk de Inspecteur stelt, compost. Zwarte grond dient niet in de berekening van de mineralenheffing te worden begrepen. Compost, behorend tot de categorie "Overige organische meststoffen", dient daarentegen op grond van artikel B1, bijlage b, van de Meststoffenwet wel in de berekening van de meststoffenheffing te worden betrokken.

4.2. Nu belanghebbende bij bezwaar door middel van het formulier "Forfaitaire aangifte 2000" opgave heeft gedaan van de aanvoer van compost als hiervoor vermeld en deze aanvoer overeen komt met de gegevens zoals vermeld in de administratie van de Inspecteur, ligt het op de weg van belanghebbende aannemelijk te maken dat dit onjuist is omdat, naar zij stelt, zwarte grond op haar bedrijf zou zijn aangevoerd. Behoudens de blote stelling dat zwarte grond is aangevoerd, heeft belanghebbende geen feiten en omstandigheden gesteld die haar stelling kunnen schragen. Haar grief dient te worden verworpen.

4.3. Belanghebbende heeft in haar reactie op de uitnodiging voor de zitting van 10 februari 2010 naar voren gebracht dat zij sinds december 2003 tot de oproep voor de zitting van het Hof van 4 maart 2010 niets meer van de zijde van het Hof inzake de onderhavige procedure had vernomen. Zij ging er van uit dat de zaak al was afgedaan. Zij heeft, aldus belanghebbende om deze reden haar administratie van het jaar 2000 vernietigd. Haar verweer dat zij, naar het Hof verstaat, in haar belang is geschaad doordat het Hof de onderhavige zaak gedurende lange tijd heeft aangehouden, kan haar niet baten. Het is aan belanghebbende om te voldoen aan de ingevolge artikel 52, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bewaarplicht. Nu zij in 2003 het onderhavige beroep heeft aangetekend tegen de naheffingsaanslagen mineralenheffingen over het jaar 2000 en deze aanslagen, gelet op de onderhavige procedure, nog niet onherroepelijk waren geworden, lag het voor de hand haar bedrijfsadministratie te bewaren. Het gelijk ten aanzien van de eerste in geschil zijnde vraag is aan de Inspecteur.

4.4. Het Hof begrijpt belanghebbende aldus dat haar beroep ertoe strekt de verzuimboeten te vernietigen. In dat verband merkt het Hof het volgende op.

Belanghebbende heeft geen dan wel onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die het niet (tijdig) doen van de aangifte dan wel het niet tijdig voldoen van de op aangifte verschuldigde belasting disculperen. De door belastingadviseur mr. F te Y in het bezwaarschrift aangevoerde grieven zijn door de Inspecteur in zijn uitspraak op bezwaar gemotiveerd weerlegd. Belanghebbende heeft zijn grieven in dezen in beroep niet herhaald. Ook overigens is het Hof niet gebleken dat de na de uitspraak op bezwaar resterende verzuimboeten niet terecht dan wel tot een te hoog bedrag zijn vastgesteld. Het Hof acht de verzuimboeten passend en geboden.

4.5. Het Hof merkt tevens op dat sinds het aanbrengen van de zaak bij het Hof ruim 7 jaren zijn verstreken. Gelet op de duur van de procesgang als vermeld, bezien in samenhang met de verschillende sedertdien doorlopen fasen afzonderlijk en met de procesgang in haar geheel, is de op de voet van artikel 6 van het EVRM in acht te nemen redelijke termijn ruimschoots overschreden. Het Hof vindt hierin aanleiding de verzuimboeten betrekking hebbend op het niet (tijdig) doen van aangifte alsmede op het niet tijdig voldoen van de op aangifte verschuldigde belasting te verminderen met 50%.

4.5. De slotsom is dat het beroep van belanghebbende dient te worden verworpen voor wat betreft de fosfaat- en de stikstofheffing en dat het beroep gegrond is voor zover het de boetes betreft. Het Hof beslist als hierna vermeld.

Griffierecht

4.6. Nu het beroep gedeeltelijk gegrond is, dient de Staat aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht ad € 232 te vergoeden.

Proceskosten

4.7. Hoewel het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond is, acht het Hof geen termen aanwezig de Inspecteur te veroordelen tot betaling van een tegemoetkoming in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep bij het Hof redelijkerwijs heeft moeten maken. Weliswaar neemt het Hof aan dat op enig moment sprake is geweest van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand maar gesteld noch gebleken is dat te dier zake kosten - zoals imperatief opgesomd in de in artikel 2, lid 1, letter a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht bedoelde bijlage - zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking zouden kunnen komen.

5. Beslissing

Het Hof:

verklaart het beroep gegrond,

vernietigt de uitspraak van de Inspecteur, doch enkel voor wat betreft de beslissing omtrent de boetes,

vermindert de boetes wegens het niet doen van aangifte en wegens het niet betalen van de verschuldigde heffingen tot op respectievelijk € 284,27 (fosfaatheffing) en € 117,48 (stikstofheffing),

bevestigt de uitspraak van de Inspecteur voor het overige,

gelast dat de Staat aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 232 vergoedt.

Aldus gedaan op 22 september 2011 door G.J. van Muijen, voorzitter, J.W.J. Huige en J.G. Verseput, in tegenwoordigheid van R.O.J.M. de Windt, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden.

De uitspraak is enkel door de griffier ondertekend aangezien de voorzitter is verhinderd deze te ondertekenen.

Het aanwenden van een rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH 's-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.

Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

de naam en het adres van de indiener;

een dagtekening;

een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature