Uitspraak
vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 358019 / HA ZA 10-373
Vonnis van 1 juni 2011
in de zaak van
1.[A],
wonende te [woonplaats],
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A1] CONSULTANCY B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. M. Teekens te Leiden,
tegen
1.[B],
wonende te [woonplaats],
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B1] BEHEER B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
3.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYWAN INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Leiderdorp,
4.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYWAN SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Leiderdorp,
5.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYWAN B.V.,
gevestigd te Noordwijk,
gedaagden in conventie,
gedaagden in conventie sub 1, 2 en 4 eveneens eiseressen in reconventie,
advocaat mr. M.P.V. den Engelsman te Rotterdam.
Eisers zullen hierna tezamen [A c.s.] (in mannelijk enkelvoud) worden genoemd en ieder afzonderlijk [A] en [A1 Consultancy]. Gedaagden zullen hierna tezamen [B c.s.] (eveneens in mannelijk enkelvoud) worden genoemd en ieder afzonderlijk respectievelijk [B], [B1 Beheer], Sywan Investments, Sywan Solutions en Sywan.
1.De procedure
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 januari 2010, met producties;
- de incidentele conclusie houdende voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, van 12 mei 2010;
- de conclusie van antwoord in het incident tot verzoek voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv tevens akte verlening akte niet dienen, van 26 mei 2010, met productie;
- het vonnis in het incident van 30 juni 2010;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, van 28 juli 2010, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie van 22 september 2010, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens houdende repliek in reconventie, van 15 december 2010, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens akte uitlating producties en akte overlegging productie, van 9 maart 2011.
1.2.Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
2.De feiten
2.1.[A] is 100% aandeelhouder en directeur van [A1 Consultancy]. [B] is 100% aandeelhouder en directeur van [B1 Beheer].
2.2.Sywan Solutions, destijds opgericht mede door [B], verleent diensten op het gebied van informatietechnologie, communicatie en detachering. Zij leent daarvoor personen in ten behoeve van haar klanten, bij wie deze personen in opdracht van Sywan Solutions werkzaamheden verrichten.
2.3.In de loop van 2006 zijn [B] en [A] in gesprek gekomen over een mogelijk samenwerkingsverband met betrekking tot Sywan Solutions. Op het moment dat de gesprekken een aanvang namen, was [A] in dienst van een derde. Bij de gesprekken zijn partijen geadviseerd door een externe accountant, de heer Ron Hogenboom. In het kader van deze gesprekken heeft [A] op 16 juni 2006 een e-mail gestuurd aan [B] met aangehecht een lijst van klanten en contacten tussenhandel. Deze e-mail vermeldde onder meer het volgende:
" Hier stuur ik je de lijst met klanten en contacten tussenhandel. De lijst tot succes !!!!!!! "
In een door de externe accountant opgesteld conceptverslag van een bespreking op 21 juni 2006 is onder meer het volgende opgenomen:
"In geval van voortijdig beëindigen van de samenwerking worden afspraken gemaakt over opzegtermijn, compensatie voor MPR (noot rechtbank: [A]) in geval van afgesloten nieuwe contracten, en evt. andere (boete)clausules."
1.4.Op 18 augustus 2006 hebben [A1 Consultancy], vertegenwoordigd door [A], en [B1 Beheer], vertegenwoordigd door [B], een samenwerkingsovereenkomst gesloten met als opschrift "overeenkomst op hoofdlijnen" (hierna: de overeenkomst op hoofdlijnen). In de preambule van deze overeenkomst staat onder meer vermeld:
"dat [A] beschikt over kennis en ervaring op het gebied van ICT-advies en marketing".
Onder meer de volgende bepalingen zijn in de overeenkomst opgenomen:
"Artikel 1 Bestuursreglement
1. Met ingang van 1 oktober 2006 wordt het bestuur van Sywan (noot rechtbank: bedoeld wordt Sywan Solutions) gevormd door [B] en [A] (noot rechtbank: bedoeld worden [B1 Beheer] en [A1 Consultancy]).
(...)
7. Bestuursbesluiten dienen met algemene stemmen te worden genomen in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
(...)
Artikel 3 Uitgangspunten met betrekking tot de mogelijke overdracht van aandelen in het kapitaal van Sywan
Partijen hebben gesprekken gevoerd met betrekking tot de mogelijke overname van alle door Sywan gehouden aandelen in haar eigen kapitaal (hierna te noemen "de Aandelen"). Deze gesprekken hebben ertoe geleid dat [B] en [A] bereid zijn de onderhandelingen met betrekking tot de mogelijke overname van de Aandelen voort te zetten en ernaar streven terzake volledige overeenstemming - in de vorm van een schriftelijke koopovereenkomst - te bereiken, op grond van de in deze overeenkomst vervatte uitgangspunten.
De uitgangspunten zijn de volgende:
1. De periode 1 oktober 2006 tot en met 30 september 2007 zal voor partijen een gewenningsperiode zijn, waarin zij beiden kunnen onderzoeken of zij op een goede en constructieve wijze kunnen samenwerken binnen Sywan.
2. Uiterlijk op 31 mei 2007 dienen partijen schriftelijk aan elkaar aan te geven of zij de samenwerking voort wensen te zetten en of de overdracht van de Aandelen van [B] aan [A] doorgang kan hebben."
2.5.Eveneens op 18 augustus 2006 hebben [A1 Consultancy] (i.o.) en Sywan Solutions een managementovereenkomst gesloten, waarin deze partijen hebben afgesproken dat en onder welke voorwaarden [A1 Consultancy] per 1 oktober 2006 wordt benoemd tot statutair directeur van Sywan Solutions. Op basis van deze overeenkomst ontving [A1 Consultancy] een managementvergoeding van € 12.000 per maand.
2.6.Bij notariële akte van 19 december 2007 (hierna: de leveringsakte) heeft [B1 Beheer] 90 aandelen in Sywan Solutions geleverd aan [A1 Consultancy] voor een koopprijs van € 9.000, zijnde de nominale waarde van de aandelen. In de leveringsakte is onder meer het volgende opgenomen:
"De verkoper en de koper hebben een koopovereenkomst gesloten die betrekking heeft op: de negentig (90) aandelen (...).
De koopovereenkomst is mondeling tot stand gekomen. Partijen bevestigen dat de inhoud daarvan overeenkomt met de uitwerking in deze akte. De koopovereenkomst is gebaseerd op een tussen genoemde vennootschappen [B1 Beheer] B.V. en [A1 Consultancy] B.V. gesloten overeenkomst tot samenwerking, waarvan een kopie aan deze akte wordt gehecht."
De hier bedoelde partijen hebben de overeenkomst op hoofdlijnen aan de leveringsakte gehecht.
2.7.De statuten van Sywan Solutions bepalen in artikel 13 onder meer:
" 1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap.
(...)
5. De directie behoeft de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders voor bestuursbesluiten strekkende tot:
(...)
e. het voeren van rechtsgedingen, het nemen van executoriale maatregelen, (...) een en ander met uitzondering van het nemen van maatregelen die tot het bewaren van recht noodzakelijk zijn."
2.8.Op 28 maart 2008 hebben [A1 Consultancy] en [B1 Beheer] Sywan Investments opgericht. Elk van hen heeft bij de oprichting 9.000 aandelen in Sywan Investments verkregen. Op 15 februari 2008 heeft Sywan Investments (op dat moment nog in oprichting) het kantoorpand aan de [A-straat te plaats A] verworven. In verband met deze aankoop hebben [A1 Consultancy] en [B1 Beheer] elk een bedrag van € 166.000 aan Sywan Investments geleend tegen een jaarrente van 6%. Van het totaal verstrekte bedrag van € 175.000 betrof € 9.000 een storting op de aandelen bij uitgifte.
2.9. Eind november, begin december 2008 hebben [A] en [B] diverse
e-mails uitgewisseld, waarin zij de stand van zaken met betrekking tot Sywan Solutions bespraken. [B] maakte zich blijkens deze e-mails zorgen over het uitblijven van nieuwe klanten en het onvoldoende rendement dat met de salesactiviteiten werd behaald. [A] heeft deze verwijten weersproken. De uitwisseling van e-mails eindigde met een mail van [B] met de volgende inhoud:
"He gozer,
Het is ook mijn bedoeling niet en nooit geweest om een ordinair gevecht te starten. Ik maak me alleen serieus zorgen om hoe het nu loopt en daar moeten we uit zien te komen. Op één of andere manier geeft je me alleen het gevoel dat ik in mijn eentje die zorg draag en daar reageer ik wat heftig op.
We hebben het er morgen over."
2.10.In de eerste helft van 2009 hebben [A] en [B] gesproken over de toekomstmogelijkheden van Sywan Solutions, waarbij de verkoop/overname van de onderneming en/of het aantrekken van een nieuwe aandeelhouder centraal stonden. Sywan Solutions schakelde een derde in, te weten de besloten vennootschap Capital Partners B.V., voor advies en bemiddeling. Tot 8 juni 2009 waren er contacten met een mogelijk geïnteresseerde in een deel van de aandelen.
2.11.Op 8 juni 2009 hebben [A] en [B] diverse e-mails uitgewisseld. De eerste e-mail begon met een vraag van [B] over de verlenging van een tewerkstelling van een medewerker (de partner van [B]) door Sywan Solutions bij een klant. Deze
e-mailuitwisseling eindigde op 8 juni 2009 met een e-mail van [B] aan [A] met de volgende inhoud:
"Graag bedenken hoe wij onze samenwerking gaan beëindigen. De leugens worden mij te veel!!
Mijn voorstel:
Per 1/7 waarde van Sywan laten berekenen. Jij koopt mij uit, of ik koop jou uit.
End of story.. "
2.12.Vanaf 10 juni 2009 had [A c.s.] geen toegang meer tot de servers, de e-mail en het CRM-computersysteem van Sywan Solutions. Kort daarop werd de mobiele telefoon van [A] afgesloten en werden de sloten bij Sywan Solutions en Sywan Investments vervangen.
2.13.Op 11 juni 2009 hebben [A] en [B] gesproken over de beëindiging van de samenwerking, waarbij zij een mogelijke oplossing hadden gevonden, inhoudende dat [A] onder bepaalde condities de aandelen in Sywan Investments zou verkrijgen en [B] de aandelen in Sywan Solutions. [A] en [B] hebben dit vastgelegd in onder meer e-mails van 11 en 12 juni 2009. Op 11 juni 2009 heeft [B] een e-mail geschreven aan [A] waarin hij onder meer het volgende heeft opgenomen:
"Sowieso is alles onder voorbehoud van wat er uit de cijfers van Van Kesteren (noot rechtbank: de accountant van Sywan Solutions) komt. Betekent het dat ik alsnog veel geld extra moet betalen, gaat deze regeling het voor mij niet worden."
[A] heeft in reactie hierop op 12 juni 2009 een e-mail gestuurd waarin hij onder meer het volgende heeft opgenomen:
"1. Ook ik ben benieuwd naar de cijfers van Van Kesteren met de tussenbalans per 1 juni 2009 (...)
(...)
3. Om snel tot overeenstemming te komen stem ik in met de door jou voorgestelde peildatum van 1 juni 2009."
[A c.s.] heeft de cijfers van beide vennootschappen nooit ontvangen.
2.14.Met ingang van 1 juni 2009 is [A1 Consultancy] (feitelijk) op non-actief gesteld als bestuurder van Sywan Solutions. [B] heeft met een formulier "Opgaaf betreffende wijzigingen" gedateerd 14 juli 2009 [A1 Consultancy] uit het handelsregister uitgeschreven als bestuurder. [B] en [A] hebben het personeel ingelicht over het vertrek van [A].
2.15.Bij brief van 13 juli 2009 heeft de advocaat van [B c.s.] namens [B1 Beheer] aan [A1 Consultancy] bericht dat hij overgaat tot de vernietiging van de overeenkomst op hoofdlijnen en de leveringsakte. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat sprake is van bedrog door [A], dan wel dwaling aan de zijde van [B1 Beheer]. Subsidiair heeft de advocaat de samenwerking ontbonden wegens een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [A1 Consultancy]. Als gevolg van de vernietiging, dan wel ontbinding, maakte de advocaat namens Sywan Solutions aanspraak op (terug)betaling van een bedrag van € 384.000 ter zake van ten onrechte betaalde managementfees, een bedrag van € 332.500 ter zake van ten onrechte uitgekeerde dividenden en € 37.706,56 ter zake van de auto van [A1 Consultancy]. Volgens de brief wordt de grondslag voor zowel de vernietiging als de ontbinding gevormd door de onjuiste mededelingen die [A] bij het aangaan van de overeenkomst heeft gedaan en als gevolg waarvan hij onjuiste verwachtingen heeft gewekt met betrekking tot de door hem te genereren omzet. Aan deze brief is gehecht de e-mail van [A] aan [B] van 16 juni 2006 (zie onderdeel 2.3).
2.16.Op basis van een verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 5 augustus 2009, hebben [B1 Beheer], Sywan Solutions en Sywan Investments in augustus 2009 beslag gelegd onder [A] en [A1 Consultancy] voor een geldvordering die is begroot op € 900.000. Bij vonnis van 14 september 2009 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank zijn de beslagen opgeheven.
2.17.Op 25 september 2009 heeft [B1 Beheer] de vennootschap Sywan (thans gedaagde in conventie sub 5) opgericht, met als bedrijfsomschrijving: "Dienstverlening op het gebied van informatietechnologie en communicatie".
3.Het geschil
in conventie
3.1.[A c.s.] vordert, samengevat:
A.de veroordeling van [B1 Beheer] tot overname van [A1 Consultancy] van de 90 aandelen die [A1 Consultancy] houdt in Sywan Solutions tegen betaling aan [A1 Consultancy] van € 406.875, althans van een prijs zoals zal worden vastgesteld door een door de rechtbank te benoemen deskundige;
B.de veroordeling van [B1 Beheer] tot overname van [A1 Consultancy] van de 9.000 aandelen die [A1 Consultancy] houdt in Sywan Investments tegen betaling van € 40.152,50, althans van een prijs zoals zal worden vastgesteld door een door de rechtbank te benoemen deskundige;
C.voor zover bij de waardebepaling van de aandelen zoals bedoeld onder A en B, geen rekening wordt gehouden met depreciërende gedragingen van [B] en/of [B1 Beheer] en/of Sywan gedurende het vertrek van [A1 Consultancy], de hoofdelijke veroordeling van [B] en/of [B1 Beheer] en/of Sywan tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat, uit hoofde van wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen, althans uit hoofde van een schadevordering wegens onrechtmatige concurrentie, eveneens nader op te maken bij staat;
D.de hoofdelijke veroordeling van Sywan Solutions, [B1 Beheer] en [B] tot vergoeding van een bedrag van € 84.000 aan gederfde winst, althans een in goede justitie te bepalen schadevergoeding voor de periode gelegen tussen het feitelijk vertrek van [A1 Consultancy] bij Sywan Solutions en de datum van de aandelenoverdracht, althans gedurende een in goede justitie te bepalen periode;
E.de veroordeling van Sywan Investments tot betaling van een bedrag van € 175.000 aan [A1 Consultancy] uit hoofde van een geldleningsovereenkomst, te vermeerderen met de contractuele rente van 6%, althans met de wettelijke rente;
F.de veroordeling van [B] tot betaling van een bedrag van € 20.000 aan [A1 Consultancy], althans aan [A], uit hoofde van een terugbetalingsverplichting;
G.de hoofdelijke veroordeling van [B] en [B1 Beheer] tot een in goede justitie te bepalen schadevergoeding wegens reputatieschade;
H.de hoofdelijke veroordeling van [B] en [B1 Beheer] tot betaling van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 4.000;
I.alle vorderingen te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 juni 2009, althans vanaf de dag der dagvaarding;
J.de veroordeling van [B] en [B1 Beheer] in de proceskosten van deze procedure.
3.2.[A c.s.] legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
(i)Ten aanzien van de vorderingen sub A en B: [A1 Consultancy] wordt in verband met de gedragingen van [B] en [B1 Beheer] zodanig in haar rechten en belangen als aandeelhouder van Sywan Solutions en Sywan Investments geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in deze vennootschappen niet meer van haar kan worden gevergd. [B1 Beheer] dient op basis van artikel 2:343 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de aandelen die zij in deze vennootschappen houdt van haar over te nemen. Nu partijen het er, tijdens hun onderhandelingen, over eens waren dat [A1 Consultancy] haar aandelen per 1 juni 2009 aan [B1 Beheer] zou overdragen, dient deze datum, tevens de feitelijke vertrekdatum van [A1 Consultancy], als uitgangspunt voor de waardebepaling van de aandelen te worden genomen.
(ii)Ten aanzien van de vordering sub C: voor zover 1 juni 2009 niet wordt genomen als datum waartegen de waardebepaling van de aandelen zal plaatsvinden, heeft [A c.s.] schade geleden doordat [B] en [B1 Beheer] in de periode na 1 juni 2009 onder meer inkomsten van Sywan Solutions aan Sywan ten goede hebben laten komen of ten onrechte kosten bij Sywan Solutions in rekening hebben gebracht. [A c.s.] vordert vergoeding van de schade die hij als gevolg van deze depreciërende handelingen heeft geleden. [A c.s.] acht [B] hoofdelijk aansprakelijk voor de vergoeding van deze schade, nu [B] persoonlijk onrechtmatig heeft gehandeld jegens [A1 Consultancy] doordat [B1 Beheer] heeft aangestuurd op een, langdurig, juridisch conflict, hetgeen onrechtmatig is jegens [A c.s.], en [B] van dit handelen van [B1 Beheer] persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
(iii)Ten aanzien van de vordering sub D: [A1 Consultancy] ontvangt sinds 1 juni 2009 de overeengekomen managementvergoeding niet meer. De managementovereenkomst is echter niet geëindigd en aan het besluit tot stopzetting van de betalingen ligt geen geldig bestuursbesluit ten grondslag. Hierdoor pleegt Sywan Solutions wanprestatie jegens [A1 Consultancy]. [B] en [B1 Beheer] zijn voor deze wanprestatie verantwoordelijk en derhalve, naast Sywan Solutions, uit hoofde van onrechtmatige daad jegens [A c.s.] gehouden de door [A c.s.] hierdoor geleden schade te vergoeden.
(iv)Ten aanzien van de vordering sub E: de door [A1 Consultancy] aan Sywan Investments verstrekte lening van € 175.000 is volledig opeisbaar en dient door Sywan Investments aan [A1 Consultancy] te worden terugbetaald.
(v)Ten aanzien van de vordering sub F: [B] heeft toegezegd aan [A1 Consultancy] dat hij een door hem van Sywan Investments geleend bedrag van € 20.000 zou terugbetalen. Nu dit nog niet is gebeurd dient [B] dit bedrag alsnog aan [A1 Consultancy] te betalen.
(vi)Ten aanzien van de vordering sub G: [A c.s.] ondervindt schade van de laatdunkende mededelingen die [B] en [B1 Beheer] over [A] hebben gedaan en van de laatdunkende vragen die zijn gesteld in het kader van de gevoerde procedure bij de voorzieningenrechter. [B c.s.] zijn gehouden deze schade te vergoeden.
3.3.In de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie vordert [A c.s.] ook, overeenkomstig het gestelde in artikel 162 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), in verbinding met de artikelen 22 en 843a Rv, dat [B c.s.] wordt bevolen om, zo nodig onder een ambtshalve op te leggen dwangsom, de volledige (financiële) administratie van Sywan Solutions, Sywan Investements en [B1 Beheer] over de jaren 2008, 2009 en 2010 en diverse contracten en andere documenten over te leggen. Aan deze vordering legt [A c.s.] ten grondslag dat deze stukken ten onrechte niet aan [A1 Consultancy], als aandeelhouder van Sywan Solutions en Sywan Investments, worden verstrekt. Bovendien zijn deze stukken voor [A c.s.] van belang om de gestelde depreciërende gedragingen van [B c.s.] te kunnen beoordelen.
3.4.[B c.s.] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions vorderen, samengevat:
primair
1.de verklaring voor recht dat [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions terecht zijn overgegaan tot vernietiging van de tussen partijen gesloten overeenkomst op hoofdlijnen, van de managementovereenkomst en van de leveringsakte;
2.de veroordeling van [A1 Consultancy] op grond van onverschuldigde betaling, tot vergoeding aan Sywan Solutions van een bedrag van € 745.206,56, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juli 2009;
subsidiair
1.de verklaring voor recht dat [B] en [B1 Beheer] de tussen partijen gesloten overeenkomst op hoofdlijnen alsmede de managementovereenkomst en de akte van levering rechtsgeldig hebben ontbonden;
2.de veroordeling van [A1 Consultancy], op grond van de uit deze ontbinding voortvloeiende ongedaanmakingsverbintenis, tot betaling van een bedrag van € 745.206,56, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juli 2009.
3.6.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions leggen aan hun primaire vordering ten grondslag dat zij bij de totstandkoming van de overeenkomst op hoofdlijnen, de managementovereenkomst en de leveringsakte zijn uitgegaan van een onjuiste voorstelling van zaken, die was gebaseerd op mededelingen van [A]. Deze heeft destijds een volstrekt onjuist beeld verstrekt van zijn kwaliteiten en van de door hem te genereren omzet. Bij geen van de destijds door [A] genoemde klantcontacten is een noemenswaardige omzet gerealiseerd. Uit de verklaringen van diverse getuigen volgt voorts dat [A] onvoldoende inhoudelijke kwaliteiten had voor de uitoefening van zijn functie.
Zonder deze mededelingen zouden [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions de overeenkomsten nooit hebben gesloten, hetgeen [A] wist, zodat partijen bij de totstandkoming van deze overeenkomsten hebben gedwaald en terecht op grond van artikel 6:228 BW de overeenkomsten hebben vernietigd. [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions leggen aan hun subsidiaire vordering ten grondslag dat partijen resultaatsverbintenissen zijn aangegaan, hierin bestaande dat [A c.s.] nieuwe klanten zou binnenhalen voor Sywan Solutions. Nu [A c.s.] geen nieuwe klanten heeft binnengehaald, heeft hij niet voldaan aan zijn verplichtingen uit de resultaatsverbintenissen en is hij toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming ervan. Uit dien hoofde is hij schadeplichtig. Voor zover de overeenkomsten geen resultaatsverbintenissen hebben teweeggebracht, heeft [A c.s.] niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht, zodat hij uit dien hoofde toerekenbaar is tekortgeschoten in zijn verplichtingen en schadeplichtig is.
3.7.[A c.s.] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling
in reconventie
4.1.Toewijzing van één van de vorderingen in reconventie leidt ertoe dat de vordering sub A in conventie geen bespreking meer behoeft. De rechtbank zal dan ook eerst de vorderingen in reconventie bespreken.
4.2.[A c.s.] stelt allereerst dat [B] niet ontvankelijk dient te worden verklaard, nu hij geen partij is bij de overeenkomsten ten aanzien waarvan [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions een verklaring voor recht hebben gevorderd. [A c.s.] stelt tevens dat Sywan Solutions niet ontvankelijk dient te worden verklaard, nu zij niet de op grond van de statuten vereiste toestemming van de aandeelhouders heeft voor het voeren van deze procedure.
4.3.[B c.s.] verweert tegen het beroep op de niet-ontvankelijkheid van Sywan Solutions en stelt (i) dat het voeren van verweer in conventie zodanig verweven is met de reconventionele vordering dat niet in redelijkheid kan worden gesteld dat Sywan Solutions wel bevoegd zou zijn tot het eerste maar niet tot het tweede, (ii) dat de reconventionele vordering in het belang is van Sywan Solutions, (iii) dat van een kansloze of risicovolle procedure, waartegen de statutaire bepaling beoogt bescherming te bieden, geen sprake is, (iv) dat het instellen van de procedure voor Sywan Solutions geen risico vormt en (v) dat [A c.s.] in het door hem, [B c.s.], opgeworpen incident heeft verklaard zich in deze procedure niet op deze statutaire bepaling te zullen beroepen.
4.4.Nu [B c.s.] zich niet verzet tegen het beroep van [A] op de niet-ontvankelijkheid van [B], die inderdaad geen partij is bij de overeenkomsten ten aanzien waarvan [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions een verklaring voor recht vorderen, komt de rechtbank aan een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen in reconventie, voor zover ingesteld door [B], niet toe en zal zij deze vorderingen van [B] afwijzen.
4.5.De rechtbank leest in het verweer van [B c.s.] tegen de niet-ontvankelijkheid van Sywan Solutions een beroep op artikel 2:8 BW . De rechtbank overweegt ten aanzien hiervan als volgt. In de eerste plaats geldt dat de procedures in conventie en reconventie nauw met elkaar zijn verbonden, nu [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions stellen dat de reden waarom aan [A c.s.] vanaf enig moment de toegang tot Sywan Solutions is ontzegd - welke omstandigheid mede aan de vordering van [A c.s.] op grond van artikel 2:343 BW ten grondslag ligt - is gelegen in de gestelde dwaling bij de totstandkoming van de overeenkomst. In de tweede plaats is [A c.s.] zelf een procedure begonnen tegen Sywan Solutions, waarbij [A c.s.] zich uitdrukkelijk op het standpunt heeft gesteld zich niet op artikel 13 van de statuten van Sywan Solutions te zullen beroepen. Tot slot geldt het volgende. Vanaf juni 2009 is [A1 Consultancy] kennelijk verstoken van enige informatie met betrekking tot Sywan Solutions, is zij uitgeschreven als bestuurder uit het handelsregister en heeft zij zich niet meer met de gang van zaken bij Sywan Solutions bemoeid. Ook heeft zij geen procedure bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam aangespannen tegen Sywan Solutions en [B1 Beheer] om haar in haar rechten te herstellen. Al deze omstandigheden in onderlinge samenhang beschouwd, leiden tot het oordeel dat in dit geval een beroep van [A c.s.] op artikel 13 lid 5 aanhef en sub e van de statuten van Sywan Solutions naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank zal dan ook het beroep van [A c.s.] op de niet-ontvankelijkheid van Sywan Solutions afwijzen.
DWALING
4.6.Voor het slagen van een beroep op dwaling is vereist dat een overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet (of niet op dezelfde voorwaarden) zou zijn gesloten, indien de dwaling is te wijten aan een inlichting van de wederpartij of indien de wederpartij, in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten.
4.7.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions vorderen een verklaring voor recht dat zij terecht de overeenkomst op hoofdlijnen, de managementovereenkomst en de leveringsakte (bedoeld is kennelijk: de levering, toevoeging van de rechtbank) op grond van dwaling hebben vernietigd. De rechtbank zal deze overeenkomsten één voor één behandelen. Met [A c.s.] is zij van oordeel dat per overeenkomst moet worden geoordeeld of [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions zich terecht op dwaling hebben beroepen.
overeenkomst op hoofdlijnen
4.8.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions betogen het volgende. [A] zou klanten aanbrengen die omzet zouden realiseren, maar dit is niet gebeurd. Weliswaar is de omzet gestegen in de periode dat [A c.s.] als statutair directeur werkzaam was voor Sywan Solutions, maar deze omzetstijging is geheel terug te voeren op de klant KPN /Getronics, die door [B] is aangebracht. Deze omzetstijging kan derhalve geheel aan hem worden toegeschreven. Voorts heeft [A] niet de kwaliteiten die nodig zijn om deze beoogde extra omzet uit nieuwe klanten te realiseren. [A] heeft herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij een uitstekende account- en salesmanager is en dat hij in staat zou zijn vele nieuwe klanten voor Sywan Solutions binnen te halen. Deze mededelingen zijn de basis geweest voor het besluit van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions om met [A] te gaan samenwerken en de overeenkomst op hoofdlijnen te sluiten. [A] beschikt echter helemaal niet over de gewenste kwaliteiten. Dit blijkt uit de omstandigheid (i) dat derden, onder wie de junior salesmedewerker van Sywan Solutions, zich negatief hebben geuit over de kwaliteiten van [A], (ii) dat [A] helemaal geen nieuwe klanten heeft aangebracht en (iii) dat Sywan Solutions alleen maar meer afhankelijk is geworden van één klant. Gelet op dit alles is sprake van dwaling op grond van mededelingen van [A]. Dit moet ook aan [A] duidelijk zijn geweest. [A] heeft deze mededelingen gedaan in aanwezigheid van de accountant die betrokken was bij de totstandkoming van de samenwerking. De accountant kan hierover als getuige worden opgeroepen.
4.9.[A c.s.] verweert zich tegen het beroep op dwaling. Hij stelt daartoe allereerst dat de toelichting op het beroep op dwaling voor wat betreft de kwaliteiten waarover hij al dan niet beschikt, niet is opgenomen in de brief van 13 juli 2006 waarin [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions de overeenkomst op grond van dwaling hebben willen vernietigen. Derhalve mag de rechtbank dit volgens [A c.s.] niet in haar beoordeling van het beroep op dwaling betrekken. Aan dit verweer gaat de rechtbank voorbij, nu zij bij de beoordeling van de vraag of de ingeroepen vernietiging doel treft, ook gebreken kan betrekken die niet aan de buitengerechtelijke vernietiging ten grondslag zijn gelegd (Hoge Raad 11 juli 2008, LJN BD2410).
4.10.[A c.s.] stelt verder dat het behalen van extra omzet uit nieuwe klanten niet het doel is geweest van de samenwerking, maar dat het doel is geweest het creëren van een welvarende onderneming en dat dit is gelukt. Voorts stelt [A c.s.] dat [A] goed heeft gefunctioneerd en dat de verklaringen over zijn functioneren van derden niet juist zijn en onder valse voorwendselen zijn verkregen. Voor zover [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions al hebben gedwaald over kwaliteiten van [A], komt deze dwaling volgens [A c.s.], op grond van de verkeersopvattingen, voor rekening en risico van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions, nu (i) de betrokken partijen uitdrukkelijk een proefperiode zijn overeengekomen en (ii) ook zonder een dergelijke proefperiode de aard van de samenwerking dit meebrengt. Tot slot ontkent [A c.s.] dat hij onwaarheden heeft verteld over zijn toenmalige baan.
4.11.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions verwijten [A c.s.] onder meer dat [A] geen extra omzet heeft gerealiseerd. De rechtbank is van oordeel dat het uitblijven van extra omzet die op het conto van [A c.s.] kan worden geschreven, moet worden gekarakteriseerd als een teleurgestelde toekomstverwachting. Hierop kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:228 lid 2 BW , een dwaling niet worden gegrond. Het betreft hier immers een omstandigheid, extra omzet, die op het moment van het sluiten van de overeenkomst nog niet aanwezig is en uit haar aard ook niet aanwezig kan zijn.
4.12.Met [A c.s.] is de rechtbank voorts van oordeel dat een mogelijke dwaling van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions op enkel de (acquisitoire) kwaliteiten van [A], los van diens veronderstelde toezeggingen ten aanzien van door hem te realiseren omzet, voor rekening en risico van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions komt. De betrokken partijen zijn immers een gewenningsperiode overeengekomen, gedurende welke zij zouden onderzoeken of zij op een positieve en constructieve wijze met elkaar konden samenwerken. Indien de acquisitoire capaciteiten van [A], zoals [B c.s.] stelt, zo belangrijk waren, mocht [A c.s.] ervan uitgaan dat [B c.s.] zich tijdens de proefperiode een oordeel zou vormen over deze capaciteiten. Dit mocht [A c.s.] ook indien de gewenningsperiode, zoals [B c.s.] stelt, slechts ten doel had elkaar als persoon te leren kennen. Ook daarin ligt een oordeel over de capaciteiten van de persoon besloten.
4.13.Gelet op het onder 4.6-12 vermelde is de rechtbank van oordeel dat het betoog van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions een beroep op dwaling ten aanzien van de overeenkomst op hoofdlijnen niet kan dragen en dat dit beroep dient te worden afgewezen. Zij zal de vordering tot verklaring voor recht dat de overeenkomst op hoofdlijnen op grond van dwaling is vernietigd dan ook afwijzen.
managementovereenkomst
4.14.De managementovereenkomst is gesloten tegelijk met de overeenkomst op hoofdlijnen. [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions baseren hun vordering inzake de managementovereenkomst op dezelfde gronden als hun vordering inzake de overeenkomst op hoofdlijnen. Anders dan [A c.s.] leest de rechtbank in de processtukken van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions niet dat de toelichting van zijn vorderingen alleen betrekking heeft op de overeenkomst op hoofdlijnen. Beide overeenkomsten zijn gelijktijdig afgesloten en met elkaar verbonden, nu de benoeming van [A1 Consultancy] tot statutair directeur is overeengekomen in de overeenkomst op hoofdlijnen en verder is uitgewerkt in de managementovereenkomst. Deze overeenkomst is ook aan de overeenkomst op hoofdlijnen gehecht. Voorts vorderen [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions teruggave van de managementfee die op basis van de managementovereenkomst aan [A1 Consultancy] is betaald. Hierin ziet de rechtbank voldoende gronden om de vorderingen van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions ten aanzien van deze beide overeenkomsten op eendere wijze te beoordelen. Voor zover [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions in de brief van 13 juli 2009 de vernietiging van de managementovereenkomst niet hebben ingeroepen, zoals [A c.s.] stelt, leest de rechtbank in de vordering tot verklaring voor recht dat de vernietiging van de managementovereenkomst op grond van dwaling is ingeroepen, een vordering tot vernietiging van de managementovereenkomst op grond van dwaling.
4.15.Gelet op dit een en ander en op het onder 4.11-13 vermelde, zal de rechtbank ook de vordering tot verklaring voor recht dat de managementovereenkomst is vernietigd, afwijzen.
levering
4.16. Voor de vernietiging van de levering beroepen [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions zich op dezelfde gronden als voor de vernietiging van de overeenkomst op hoofdlijnen. De rechtbank heeft in 4.13 al overwogen dat de door [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions gestelde omstandigheden een beroep op dwaling ten aanzien van de overeenkomst op hoofdlijnen niet rechtvaardigen. Dezelfde overwegingen gelden voor de levering. Voor de leveringsakte geldt verder dat deze is opgemaakt op 19 december 2007, een jaar en vier maanden na het sluiten van de overeenkomst op hoofdlijnen. Partijen hadden op dat moment al meer dan een jaar samengewerkt binnen Sywan Solutions. Zij hebben gedurende deze periode [A] van dichtbij kunnen meemaken en hebben zijn acquisitoire capaciteiten kunnen beoordelen. Het argument dat een concurrentiebeding gold van een jaar acht de rechtbank onvoldoende toelichting voor de stelling dat binnen de gestelde periode niet duidelijk kon worden of [A] de capaciteiten bezat om omzet te genereren. [A] kon immers ook buiten de klantenkring van zijn oud-werkgever nieuwe contacten opbouwen.
4.17.Ook de, niet door [A c.s.] weersproken, stelling van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions dat [B1 Beheer] de aandelen in Sywan Solutions in december 2007 heeft overgedragen aan [A] tegen slechts de nominale waarde omdat [A] klanten zou binnenbrengen die een zelfde waarde zouden vertegenwoordigen als de waarde van de aandelen op dat moment, acht de rechtbank geen rechtvaardiging voor een beroep op dwaling ten aanzien van de levering. Uit de overgelegde stukken blijkt namelijk niet dat deze afweging ten grondslag heeft gelegen aan de bepaling van de hoogte van de koopprijs. En voor zover dit wel het geval is geweest, lijkt ook hier sprake van een teleurgestelde toekomstverwachting, waarvoor een beroep op dwaling niet openstaat.
4.18.Gelet op dit een en ander zal de rechtbank ook de vordering tot verklaring voor recht dat de levering op grond van dwaling is vernietigd, afwijzen.
ONTBINDING
4.19.[A c.s.] verweert zich tegen de vordering inzake de ontbinding van de overeenkomsten en stelt dat partijen geen resultaatsverbintenis tot stand hebben gebracht. De rechtbank volgt [A c.s.] in dit verweer. [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions hebben niet gespecificeerd welke bepaling uit de door hen met [A1 Consultancy] gesloten overeenkomsten een dergelijk resultaatsverbintenis teweegbrengt. De door [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions genoemde verwachting van hen dat [A c.s.] nieuwe omzet zou gaan genereren kan niet als zodanig worden beschouwd, nu deze niet in de overeenkomst is vastgelegd en [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions ook niet voldoende hebben toegelicht dat partijen in dit opzicht op andere wijze overeenstemming hebben bereikt. De omstandigheid dat [A] een lijst heeft overgelegd met mogelijke klanten voldoet in dit opzicht niet, nu [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions niet hebben aangetoond, en ook overigens uit de stukken niet blijkt, dat [A c.s.] op basis van deze lijst het aanbrengen van klanten heeft toegezegd. Evenmin voldoet als zodanig de omstandigheid dat in de door [A c.s.] bij de processtukken overgelegde waardering van de aandelen in Sywan Solutions wordt uitgegaan van een waardering als going concern, nu de rechtbank zonder nadere toelichting, die [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions niet geven, niet kan begrijpen waarom hieruit een verbintenis van [A c.s.] tot het aanbrengen van nieuwe omzet voorvloeit. Nu een resultaatsverbintenis niet is aangetoond, komt de rechtbank ook niet toe aan de beantwoording van de vraag of nakoming van de verplichting uit een dergelijke verbintenis blijvend onmogelijk is geworden.
4.20.[A c.s.] verweert zich eveneens tegen het verwijt van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions dat [A c.s.] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten omdat [A c.s.] niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. [A c.s.] stelt in de eerste plaats zijn verplichtingen naar behoren te zijn nagekomen en in de tweede plaats dat [A c.s.] nooit in gebreke is gesteld voor deze niet-nakoming. De rechtbank is van oordeel dat [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions hun vordering op dit punt onvoldoende hebben toegelicht. Zij geven een opsomming van de drie eigenschappen die van een account- en salesmanager mogen worden verwacht, namelijk op strategisch niveau meedenken, bedreven zijn in het zien van nieuwe mogelijkheden voor bestaande klanten en zelfstandig binden van nieuwe klanten. Slechts ten aanzien van de laatste eigenschap geven zij een toelichting op hun verwijt, met hun stelling dat [A c.s.] geen nieuwe klanten heeft geworven. De overige eigenschappen laten zij onbesproken. Van hen mag echter worden verwacht dat zij meer in detail specificeren waarom [A c.s.] de gestelde eigenschappen zou moeten bezitten en vervolgens op basis waarvan zij vinden dat [A c.s.] niet aan deze eigenschappen voldoet. Een enkele opsomming van de verlangde eigenschappen volstaat niet. Ook volstaat niet de enkele constatering, wat hiervan ook zij, dat [A] geen nieuwe klanten heeft aangebracht. Dit geldt temeer nu [A c.s.] zonder enige duidelijke ingebrekestelling gedurende bijna drie jaar binnen Sywan Solutions en Sywan Investments heeft gefunctioneerd. De rechtbank zal dan ook dit gedeelte van de vordering afwijzen op de grond dat het onvoldoende is toegelicht.
4.21.[B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions verwijzen nog naar een derde partij voor wie [A1 Consultancy], in strijd met haar verplichtingen uit de managementovereenkomst, diensten zou hebben verricht. Tegenover het gemotiveerde verweer van [A c.s.] dat [A1 Consultancy] deze werkzaamheden heeft verricht voordat de samenwerking met [B c.s.] is aangegaan, heeft [B c.s.] onvoldoende gesteld ter toelichting van haar verwijt op dit punt, zodat de rechtbank hieraan voorbijgaat.
4.22.Gelet op het onder 4.19-21 vermelde, zal de rechtbank de vordering tot verklaring voor recht dat de overeenkomsten rechtsgeldig zijn ontbonden, afwijzen. Aan de behandeling van de vordering tot schadevergoeding op grond van de ontbinding komt de rechtbank daardoor niet toe.
in conventie
Vordering sub A: aandelen in Sywan Solutions
4.23.Indien de vorderingen in reconventie worden afgewezen, zal de rechtbank de vordering in conventie sub A toewijzen, nu [B c.s.] hiertegen geen verweer voert en de rechtbank geen gronden aanwezig acht voor een andere beslissing.
4.24.Partijen hebben nog stellingen uitgewisseld over de vraag of [A1] Consultancy en [B1 Beheer] op 11 juni 2009 een aandeelhoudersvergadering hebben gehouden waarin [A1 Consultancy] is afgetreden als bestuurder. Ten aanzien van zijn uitschrijving uit het handelsregister heeft [A c.s.] echter geen afzonderlijke vordering ingesteld. De omstandigheid dat [A1 Consultancy] wellicht uit het handelsregister is uitgeschreven zonder dat daaraan een rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit ten grondslag ligt, zou een rol kunnen spelen bij de beantwoording van de vraag of is voldaan aan het criterium van artikel 2:343 BW . [B c.s.] heeft echter geen verweer gevoerd tegen de vordering van [A c.s.] op dit punt, zodat de rechtbank aan een inhoudelijke behandeling van de vraag of een aandeelhoudersvergadering heeft plaatsgevonden en wat daarvan mogelijk het gevolg is, op dit punt niet toekomt.
4.25.Voor de waardering van de aandelen zal de rechtbank in het hier besproken geval overeenkomstig artikel 2:343 lid 3 BW in verbinding met artikel 339 lid 1 BW een deskundige benoemen. De wet schrijft deze benoeming immers voor en de mogelijke uitzonderingssituatie - de waarde van de aandelen staat tussen partijen vast - doet zich hier niet voor. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan een beoordeling van het door partijen in de processtukken uitgebreid toegelichte vraagstuk inzake het klantenbestand van Sywan Solutions in juni 2009 - zijn KPN/Getronics nog de enige klanten van enige omvang? - en de toekomstige verwachtingen met betrekking tot dit klantenbestand. Voor zover dit vraagstuk een rol speelt bij de beoordeling van de waarde van Sywan Solutions per 1 juni 2009, zal de deskundige het in zijn waardering moeten betrekken. Vooralsnog is de rechtbank van oordeel dat met één deskundige kan worden volstaan. De rechtbank zal een comparitie gelasten en partijen tijdens deze comparitie in de gelegenheid stellen voorstellen te doen over de persoon en de kwalificaties van de deskundige. De rechtbank heeft voorkeur voor de benoeming van een accountant.
4.26.De rechtbank zal de deskundige bevelen om, met inachtneming van artikel 2:343 BW en van de in de statuten van Sywan Solutions opgenomen blokkeringsregeling, te bepalen wat de waarde in het economisch verkeer is van de aandelen in deze vennootschap. Als peildatum zal de rechtbank 1 juni 2009 nemen, nu deze datum tussen partijen niet in geschil is en de wettelijke geschillenregeling toelaat dat partijen een andere datum dan de datum van de overdracht overeenkomen. Overeenkomstig artikel 2:339 lid 1 BW zal de deskundige pas met de werkzaamheden kunnen beginnen op het moment dat het vonnis waarin hij is benoemd onherroepelijk is geworden.
4.27.[A c.s.] vordert de wettelijke rente over de koopsom voor de aandelen vanaf 1 juni 2009. De Hoge Raad heeft in 1996 expliciet overwogen dat de wettelijke rente bij deze geschillenregeling pas gaat lopen vanaf de datum van de overdracht van de aandelen (HR 11 september 1996, LJN: ZC2132). Het is aan de rechtbank om bij de bepaling van de waarde van de aandelen rekening te houden met waardeontwikkelingen na de peildatum. In de omstandigheden dat (i) de overeengekomen peildatum ligt op een moment vóór de overdracht van de aandelen en (ii) [A c.s.] sinds de peildatum niet meer betrokken is bij de vennootschap en hij de facto sinds de peildatum niet meer beschikt of zal beschikken over de vruchten van die aandelen of over de zeggenschap over die aandelen, terwijl [B1 Beheer] vanaf de peildatum feitelijk enig bestuurder is geweest van de vennootschap en zich heeft gedragen als enig bestuurder, ziet de rechtbank mogelijk een rechtvaardiging voor het toekennen van wettelijke rente over de door de rechtbank vast te stellen prijs voor de aandelen vanaf 1 juni 2009. Zie ook de uitspraak van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2010, LJN: BL8336. Partijen krijgen de gelegenheid zich ook hierover uit te spreken tijdens de komende comparitie.
Vordering sub B: aandelen in Sywan Investments
4.28.[B c.s.] stelt met [A] te zijn overeengekomen dat [A c.s.] de aandelen van [B1 Beheer] in Sywan Investments zou overnemen en dat [B1 Beheer] en [A1 Consultancy], als aandeelhouders van Sywan Investments, op dit punt een aandeelhoudersbesluit hebben genomen. Nu [B c.s.] op dit punt geen vordering heeft ingesteld, kan de rechtbank deze stelling alleen beoordelen in het licht van de vordering van [A c.s.] tot overname van de aandelen door [B1 Beheer]. In de e-mailwisseling die [A] en [B] hebben gevoerd na het gesprek waaraan [B c.s.] refereert, hebben zij beiden een ondubbelzinnig voorbehoud gemaakt ten aanzien van de door hen gemaakte afspraken. Beiden wilden inzage in de financiële gegevens voordat zij de afspraken konden finaliseren. Het staat vast dat deze financiële gegevens niet op tafel zijn gekomen, zodat als gevolg van de gemaakte voorbehouden moet worden geconcludeerd dat [A] en [B] geen overeenstemming hebben bereikt.
4.29.Voor het overige verzet [B c.s.] zich tegen de vordering tot overname van de aandelen in Sywan Investments met de stelling dat hij, [B c.s.], [A c.s.] op geen enkele wijze belemmert om zijn taken als bestuurder en aandeelhouder van Sywan Investments uit te voeren en derhalve niet gehouden kan zijn tot overname van de aandelen. [A c.s.] licht zijn vordering toe met de stelling dat [A1 Consultancy] weliswaar nog statutair bestuurder van Sywan Investments is, maar feitelijk haar werkzaamheden niet kan uitvoeren omdat [B c.s.] haar geheel van de bedrijfsvoering heeft afgesloten. De sloten zijn vervangen en zij krijgt geen informatie met betrekking tot de vennootschap. Ook zijn de verhoudingen tussen de aandeelhouders zodanig verslechterd dat een verdere vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is. Dit komt onder meer omdat [B c.s.] zich in 2009 op onheuse gronden heeft beroepen op dwaling en ontbinding en beslag heeft laten leggen ten laste van [A c.s.]
4.30.Artikel 2:343 BW is van toepassing in het geval dat een onhoudbare situatie is ontstaan door gedragingen van een medeaandeelhouder. Als gedragingen van de vennootschap zelf tot de moeilijkheden aanleiding geven, moet de enquêteprocedure een oplossing bieden. De rechtbank dient derhalve de navolgende vragen te beantwoorden: zijn de omstandigheden waarop [A c.s.] zijn vordering baseert, veroorzaakt door de medeaandeelhouder, en: zijn deze omstandigheden zodanig dat het voortduren van het aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van [A1 Consultancy] kan worden gevergd?
4.31.Nu [B c.s.] dit niet heeft weersproken, staat voor de rechtbank vast dat de sloten van het bedrijfspand in juni 2009 zijn vervangen. Vanaf dat moment had [A c.s.] ook geen toegang meer tot de computersystemen van Sywan Solutions en Sywan Investments. [B c.s.] ontkent niet dat [A c.s.] was afgesloten van de online toegang, maar stelt dat hij alleen zijn toegang tot het CRM-systeem heeft geblokkeerd en niet de toegang van [A c.s.] tot de e-mail. [B c.s.] stelt dat [A c.s.] zelf onderzoek had moeten doen naar de blokkade van zijn e-mail. Hierin volgt de rechtbank [B c.s.] niet, nu hij vanuit het kantoor dit onderzoek kon doen, terwijl [A c.s.] in ieder geval fysiek buitengesloten was. De rechtbank acht het derhalve verwijtbaar aan [B c.s.] dat [A c.s.] was afgesloten van de systemen. [B c.s.] heeft niet weersproken dat [A c.s.] vanaf dat moment ook geen informatie meer heeft ontvangen met betrekking tot de beide vennootschappen, ook niet van de accountant van de beide vennootschappen toen hij daarom verzocht. In juli 2006 hebben [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions zich vervolgens beroepen op de nietigheid van de contracten die de basis vormden voor de samenwerking tussen partijen en hebben zij beslag gelegd ten laste van [A c.s.] als zekerheid voor een vordering die is begroot op € 900.000. Nu [B1 Beheer] tegelijkertijd statutair directeur en aandeelhouder is, kunnen deze gedragingen niet los worden gezien van haar hoedanigheid als aandeelhouder van de vennootschap en kan artikel 2:343 BW worden toegepast. Door het eenzijdige handelen van [B1 Beheer], op een moment dat partijen in gesprek waren over een beëindiging van de samenwerking maar daarover nog geen overeenstemming hadden bereikt, door een beroep te doen op de vernietiging van de overeenkomsten die de basis vormen voor de samenwerking tussen partijen en door het verder niet verstrekken van enige informatie met betrekking tot Sywan Investments, heeft [B1 Beheer] een verdere samenwerking onmogelijk gemaakt.
4.32.Daar komt nog bij dat de samenwerking van partijen ten aanzien van Sywan Solutions in ieder geval zal worden beëindigd, ofwel doordat de vordering van [B], [B1 Beheer] en Sywan Solutions op grond van dwaling zal worden toegewezen, ofwel omdat [B1 Beheer] de aandelen van [A1 Consultancy] zal overnemen.
4.33.De rechtbank is van oordeel dat de gestelde omstandigheden, in onderlinge samenhang beschouwd, de conclusie rechtvaardigen dat [A1 Consultancy] zodanig in haar rechten en belangen wordt geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van haar kan worden gevergd.
4.34.Hierbij merkt de rechtbank wel op dat uit het procesdossier niet blijkt dat [A1 Consultancy] op enigerlei wijze heeft getracht haar rechten als statutair directeur van Sywan Investments in rechte af te dwingen. [B c.s.] stelt dat hieruit volgt dat de verhouding tussen partijen niet zodanig is verstoord dat van [A1 Consultancy] een voortduren van haar aandeelhouderschap niet meer kan worden gevergd. De rechtbank volgt [B c.s.] hierin echter niet. De omstandigheid dat aan [A1 Consultancy] als statutair directeur, en wellicht ook als aandeelhouder, andere procedures ter beschikking staan, doet niet af aan haar vrije keuze om op grond van artikel 2:343 BW haar uitkoop als aandeelhouder in rechte te vorderen. Dat zij gedurende deze uitkoopprocedure haar rechten als statutair directeur, en mogelijk ook als aandeelhouder, niet uitoefent, speelt naar het oordeel van de rechtbank in dit geval ook geen rol bij de beantwoording van de vraag of de relatie tussen beide aandeelhouders blijvend is verstoord. Afgezien van deze schijnbaar passieve houding ziet de rechtbank immers, zoals hierboven uiteengezet, voldoende gronden voor het oordeel dat het voortduren van het aandeelhouderschap van [A1 Consultancy] in redelijkheid niet meer van haar kan worden gevergd.
4.35.Gelet op dit een en ander is de rechtbank van oordeel dat de vordering van [A c.s.] tot overname door [B1 Beheer] van de aandelen in Sywan Investments kan worden toegewezen. Voor de waardering van de aandelen zal de rechtbank in overeenstemming met artikel 2:343 lid 3 BW in verbinding met artikel 339 lid 1 BW een deskundige benoemen. De wet schrijft deze benoeming voor en de mogelijke uitzonderingssituatie - de waarde van de aandelen staat tussen partijen vast - doet zich hier niet voor. Vooralsnog is de rechtbank van oordeel dat met één deskundige kan worden volstaan. De rechtbank zal de partijen tijdens de te gelasten comparitie in de gelegenheid stellen voorstellen te doen over de persoon en de kwalificaties van de deskundige. De rechtbank heeft voorkeur voor de benoeming van een accountant.
4.36.De rechtbank zal de deskundige bevelen om, met inachtneming van artikel 2:343 BW en van de in de statuten van Sywan Investments opgenomen blokkeringsregeling, te bepalen wat de waarde in het economisch verkeer is van de aandelen in deze vennootschap. Als peildatum zal de rechtbank 1 juni 2009 nemen, nu deze datum tussen partijen niet in geschil is en de wettelijke geschillenregeling toelaat dat partijen een andere datum dan de datum van de overdracht overeenkomen. De deskundige zal pas met de werkzaamheden kunnen beginnen op het moment dat het vonnis waarin hij is benoemd onherroepelijk is geworden.
4.37.[A c.s.] vordert tevens de wettelijke rente over de koopsom voor de aandelen vanaf 1 juni 2009. Onder verwijzing naar het vermelde onder 4.27, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen hierover tijdens de comparitie nadere inlichtingen te geven.
Vordering sub C
4.38.De vordering sub C heeft betrekking op de negatieve invloed op de waarde van de aandelen in Sywan Solutions die mogelijk het gevolg is geweest van "depreciërende" handelingen van [B c.s.] van na 1 juni 2009. [A c.s.] heeft enerzijds gesteld dat aan deze "depreciërende" gedragingen kan worden voorbijgegaan bij een peildatum voor de waardering van de aandelen in Sywan Solutions van 1 juni 2009. Anderzijds heeft hij gesteld dat hij deze vordering instelt onder de voorwaarde dat bij de waardebepaling van de aandelen in Sywan Solutions geen rekening wordt gehouden met deze "depreciërende" handelingen. De rechtbank heeft onder 4.26 en 4.36 vastgesteld dat tussen partijen niet in geschil is dat de waardebepaling van de aandelen dient plaats te vinden per 1 juni 2009. Dit betekent echter niet dat de rechtbank kan voorbijgaan aan de vordering sub C, zoals [A c.s.] enerzijds stelt. Indien de rechtbank, overeenkomstig het arrest van de Hoge Raad van 11 september 1996, LJN: ZC2132, de vordering tot vergoeding van wettelijke rente afwijst, zal zij op andere wijze rekening moeten houden met de ontwikkeling van de waarde van de aandelen tussen de peildatum en de feitelijke levering. Partijen zullen de rechtbank in dat geval van meer informatie moeten voorzien met betrekking tot de ontwikkelingen binnen de vennootschap vanaf de peildatum en de invloed hiervan op de waarde van de aandelen. De rechtbank zal dan ook moeten oordelen over de door [A c.s.] opgeworpen vraag of [B c.s.] in deze periode "depreciërende" handelingen heeft verricht. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen om zich op dit punt uit te spreken tijdens de comparitie.
Vordering sub D: vergoeding van een bedrag van € 84.000
4.39.[A c.s.] stelt dat aan de stopzetting van de uitbetaling van de managementfee geen rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit ten grondslag ligt. De rechtbank is van oordeel dat de bespreking van 11 juni 2009 inderdaad niet achteraf, zoals [B c.s.] stelt, kan worden gekarakteriseerd als een aandeelhoudersvergadering. Een vergadering van aandeelhouders dient aan een aantal formaliteiten te voldoen. Uit de omstandigheid dat van sommige formaliteiten kan worden afgeweken als alle aandeelhouders hiermee instemmen of indien alle aandeelhouders bij een vergadering aanwezig zijn geweest, vloeit echter niet voort dat een, willekeurige, bijeenkomst waarbij het gehele aandelenkapitaal aanwezig is geweest achteraf als een aandeelhoudersvergadering kan worden bestempeld.
4.40.Het ontbreken van een aandeelhoudersbesluit baat [A c.s.] echter niet. [A1 Consultancy] heeft half juni 2009 haar werkzaamheden voor Sywan Solutions en Sywan Investments gestaakt. Uit de gewisselde processtukken volgt niet dat zij, dan wel [A], op enigerlei wijze heeft getracht haar positie bij Sywan Solutions te herstellen, bijvoorbeeld door zich beschikbaar te stellen of door tewerkstelling dan wel uitbetaling van de managementfee te vorderen. Daar komt bij dat [A] tezamen met [B] zijn vertrek bij het personeel van Sywan Solutions heeft aangekondigd. Gelet op deze omstandigheden brengt een redelijke uitleg van de managementovereenkomst mee dat [A c.s.] niet later alsnog een beroep op uitbetaling van de managementfee kan doen. In zijn mail van 12 juni 2009 lijkt ook [A] deze uitleg te delen waar hij schrijft dat met een peildatum van 1 juni 2009, stoppen met betaling van managementfees per die datum logisch is. De rechtbank zal de vordering van [A c.s.] jegens Sywan Solutions op dit punt dan ook afwijzen. Nu Sywan Solutions niet is tekortgeschoten in de nakoming van de managementovereenkomst, komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van de vordering uit onrechtmatige daad jegens [B] en [B1 Beheer]. Deze vordering is gebaseerd op de gestelde tekortkoming van Sywan Solutions en heeft dus geen feitelijke grondslag.
Vordering sub E: betaling door Sywan Investments van € 175.000
4.41.[A c.s.] erkent dat de vordering € 166.000 dient te bedragen. [B c.s.] verweert zich tegen de toewijzing van deze vordering slechts met de stelling dat, nu tussen partijen niet vaststaat of [B c.s.] de aandelen in Sywan Investments moet overnemen, de vordering niet kan worden toegewezen. De omstandigheid dat niet duidelijk is of de aandelen in Sywan Investments door [B1 Beheer] zullen moeten worden overgenomen, houdt geen verband met de mogelijke terugbetaling van de lening door Sywan Investments aan [A1 Consultancy] en kan dan ook geen grond vormen voor de afwijzing van de vordering. [B c.s.] heeft niet weersproken dat de lening opeisbaar is en dat de gevorderde rentebedragen inderdaad door Sywan Investments verschuldigd zijn. Derhalve staat niets aan toewijzing van de vordering in de weg en zal de rechtbank dit gedeelte van de vordering tot een bedrag van € 166.000 toewijzen. De desbetreffende veroordeling zal worden opgenomen in het eindvonnis.
Vordering sub F: betaling door [B] van € 20.000
4.42.De rechtbank begrijpt de stelling van [A c.s.] aldus dat [B] een bedrag van € 20.000 van Sywan Investments heeft geleend voor een privéverbouwing en dat [B c.s.] dit bedrag nu aan [A] dient terug te betalen. [B c.s.] heeft deze vordering niet weersproken. [A c.s.] heeft echter onvoldoende toegelicht waarom [B] verplicht zou zijn dit bedrag aan [A c.s.] te betalen en wat de reden voor deze mogelijke toezegging is. Deze blijkt ook niet uit de overgelegde stukken. [A c.s.] verwijst naar e-mail correspondentie die niet is overgelegd. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen hierover nadere inlichtingen te geven tijdens de comparitie. Als partijen zich willen beroepen op nadere documentatie ter toelichting op hun stellingen, moeten zij die vóór de comparitie aan de rechtbank en de wederpartij toezenden.
Vordering sub G: reputatieschade
4.43.De vordering inzake reputatieschade baseert [A c.s.] op de omstandigheid dat [B c.s.] aan twee oud-collega's, aan een ondergeschikte bij Sywan Solutions en aan een adviseur van Sywan Solutions "insinuerende" vragen heeft gesteld over het functioneren van [A] en jegens hen laatdunkende mededelingen over hem heeft gedaan. [A c.s.] stelt hierdoor schade te hebben geleden. Hij licht deze schade op geen enkele wijze toe. Zo maakt hij niet duidelijk of [A] in deze periode heeft gesolliciteerd of op andere wijze heeft getracht andere inkomsten te verwerven en daarbij last heeft ondervonden van de gestelde negatieve uitingen. Ook licht [A c.s.] niet toe op welke wijze [B c.s.] heeft bijgedragen aan de negatieve toonzetting van de over [A] afgelegde verklaringen. De door [A c.s.] overgelegde e-mail van de heer [C] (hierna: [C]) dat [B] zijn mening over [A] onder valse voorwendselen had verkregen, is hiertoe onvoldoende, nu [C] in deze e-mail tevens vermeldt dat hij zijn negatieve uitingen slechts heeft genuanceerd, maar niet stelt dat hij zijn uitingen heeft ingetrokken. Ook de omstandigheid dat [C] niet was ingelicht over het doel van het gevoerde telefoongesprek is voor de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat [B] negatieve uitlatingen van [C] heeft veroorzaakt. De rechtbank zal dit gedeelte van de vordering dan ook, als onvoldoende toegelicht, afwijzen. Aan het uitdrukkelijke bewijsaanbod van [A c.s.] ten aanzien van de rol van [B] kan zij dan ook voorbijgaan.
Vordering sub H: buitengerechtelijke incassokosten
4.44.[A c.s.] stelt dat partijen hebben getracht in minnelijk overleg tot een oplossing van hun geschillen te komen en dat hij gerechtigd is tot een forfaitaire vergoeding voor de hiervoor gemaakte advocatenkosten op basis van rapport Voorwerk. De hierover gevoerde correspondentie kan hij niet overleggen als gevolg van het vertrouwelijke karakter hiervan. [B c.s.] stelt dat onderhandelingen met een dergelijk doel niet hebben plaatsgevonden. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen hun wederzijdse standpunten over dit geschilpunt tijdens de te gelasten comparitie nader toe te lichten.
Incidentele vordering op grond van de artikelen 162, 22 en 843a Rv
4.45.[B c.s.] verweert zich tegen de vordering voor zover deze is gebaseerd op artikel 843a Rv en stelt onder meer dat [A c.s.] bij deze vordering geen rechtmatig belang heeft omdat Sywan Solutions geen depreciërende gedragingen heeft verricht jegens [A c.s.] en dat [A c.s.] onvoldoende heeft gesteld ter toelichting op zijn vordering. Voor zover de rechtbank op basis van de overgelegde processtukken kan beoordelen, is er geen rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit waarbij [A1 Consultancy] is ontheven van haar functie als statutair directeur van Sywan Solutions. Tussen partijen is niet in geschil dat [A1 Consultancy] statutair directeur is van Sywan Investments. Tevens is [A1 Consultancy] aandeelhouder van deze beide vennootschappen. Zij heeft dan ook, uit hoofde van deze posities (zie onder meer artikel 2:217 lid 2 BW), recht op inzage in de (financiële) stukken van deze vennootschappen. De omstandigheid dat partijen hebben gesproken over een beëindiging van de relatie per 1 juni 2009, doet aan de huidige verantwoordelijkheden van [A1 Consultancy] ten aanzien van beide vennootschappen niet af. Uit de processtukken is voor de rechtbank onvoldoende duidelijk geworden waarom [A c.s.] een vordering op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nodig heeft om inzage in de gewenste stukken te verkrijgen. Ook deze vordering wenst de rechtbank dan ook tijdens de comparitie van partijen te bespreken.
in conventie en in reconventie voorts
4.46.De rechtbank zal een comparitie gelasten, waarin partijen zich kunnen uitspreken over de persoon van de deskundige die voor de overdracht van de aandelen in Sywan Solutions en in Sywan Investments zal worden benoemd (4.25 en 4.35) en hun standpunten kunnen toelichten met betrekking tot de vordering tot vergoeding van wettelijke rente over de door [B c.s.] te betalen koopprijs voor de aandelen vanaf de peildatum (4.27 en 4.37), de mogelijke invloed op de waardebepaling van de aandelen in Sywan Solutions van de gestelde "depreciërende" gedragingen van [B c.s.] (4.38), de vordering sub F (4.42), de vordering betreffende de buitengerechtelijke kosten (4.44) en de vordering op grond van de artikelen 162, 22 en 843a Rv. De stukken als bedoeld onder 4.42 dienen partijen uiterlijk drie werkdagen voor de comparitie aan de rechtbank en aan de andere partij voor te leggen.
4.47.Tijdens deze comparitie zal de rechtbank tevens de mogelijkheid van een minnelijke schikking onderzoeken.
4.48.De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
5.De beslissing
De rechtbank:
in conventie en in reconventie
5.1.beveelt een persoonlijke verschijning van partijen zelf - voor zover nodig deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd is tot het treffen van een minnelijke regeling - met hun advocaten, met de onder 4.46 en 4.47 vermelde doeleinden, ter zitting van H.F.M. Hofhuis op woensdag 22 juni 2011 om 13.30 uur in het gebouw van de rechtbank, Prins Clauslaan 60 te 's-Gravenhage;
5.2.beveelt dat indien één van partijen op de onder 5.1 vermelde datum verhinderd mocht zijn, deze partij dit binnen tien dagen na heden aan de rechtbank dient te berichten, onder opgave van haar verhinderdata en die van de wederpartij in de periode van 4 tot en met 13 juli 2011 of op de dinsdagen in de maand oktober 2011;
5.3.houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.M. Hofhuis en in het openbaar uitgesproken op 1 juni 2011.