Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Kort geding in de zaak tussen DeLex, uitgever van de website Boek9.nl en gedaagde, de bedenker, oprichter en domeinnaamhouder van die website. Geoordeeld is dat DeLex, na het beëindigen van de samenwerking tussen partijen, als rechthebbende op de website kan worden aangemerkt. Zij is gerechtigd de exploitatie van de website voort te zetten (weliswaar onder een andere naam, te weten IE-forum.nl) en zij is rechthebbende op de bij de website behorende databank en op de sponsorgelden. Stichting Boek9 (rechtsopvolgster van gedaagde) is gerechtigd om de nieuwe website Boek9.nl te exploiteren maar mag de door gedaagde gekopieerde databank niet gebruiken. Partijen mogen geen berichten van elkaars website kopiëren.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht, voorzieningenrechter

Vonnis van 1 september 2011

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 491961 / KG ZA 11-879 MW/MV van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DELEX B.V.,

gevestigd te Amstelveen,

eiseres bij dagvaarding van 8 augustus 2011,

advocaten mrs. Chr.A. Alberdingk Thijm en D.M. Linders te Amsterdam,

tegen

[X],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat mr. J.S. Hofhuis te Amsterdam,

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 495759 / KG ZA 11-1168 MW/MV van

de stichting

STICHTING BOEK9,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in (voorwaardelijke) reconventie,

advocaat mr. J.S. Hofhuis te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DELEX B.V.,

gevestigd te Amstelveen,

gedaagde in conventie,

eiseres in (voorwaardelijke) reconventie,

advocaten mrs. Chr.A. Alberdingk Thijm en D.M. Linders te Amsterdam.

Partijen zullen hierna ook DeLex, [X] en Stichting Boek9 worden genoemd.

1. De procedure

1.1. Ter terechtzitting van 16 augustus 2011 heeft DeLex in de zaak met rolnummer KG ZA 11-897 (hierna zaak 1) gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [X] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Ter gelijktijdig gehouden terechtzitting heeft Stichting Boek9 in de zaak met rolnummer KG ZA 11-1168 (hierna zaak 2) gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. DeLex heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in (voorwaardelijke) reconventie gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte aktes. Stichting Boek9 heeft de vordering in reconventie bestreden. Alle partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.

Ter zitting waren aanwezig:

Aan de zijde van DeLex: [Y] en [Z] met mrs. Alberdingk Thijm en Linders. Verder waren aanwezig [X] en mr. [A], bestuurslid van Stichting Boek9 met mr. Hofhuis en zijn kantoorgenote mr. A.C.M. Alkema.

Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

1.2. Bij aanvang van de terechtzitting heeft mr. Hofhuis namens [X] en Stichting Boek9 bezwaar gemaakt tegen het in behandeling nemen van een aantal vorderingen, te weten vordering IV (tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten) in zaak 1 (omdat die vordering niet is toegelicht), een aantal reconventionele vorderingen in zaak 2 (omdat de grondslagen van die vorderingen niet in de desbetreffende akte van DeLex zijn opgenomen) en tegen de voorwaardelijke eis in reconventie in zaak 2 omdat die niet – zoals het procesreglement voorschrijft – tenminste 24 uur voor aanvang van de zitting is aangekondigd. De voorzieningenrechter heeft deze bezwaren verworpen. Dat de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten in de dagvaarding niet is toegelicht, staat er niet aan in de weg dat die vordering in behandeling wordt genomen. Voor de grondslagen van de vorderingen in reconventie in zaak 2 is verwezen naar zaak 1. De voorzieningenrechter is gezien deze verwijzing van oordeel dat voldoende duidelijk was waarop die vorderingen zijn gegrond. De voorwaardelijke reconventie is ongeveer 23 uur voor aanvang van de terechtzitting aangekondigd. Mede gezien de aard van de zaak, het belang van gelijktijdige behandeling van de vorderingen, en het feit dat de voorwaardelijke reconventie op maandagochtend (meteen na het weekend) is aangekondigd, is de overschrijding van de termijn van 24 uur dermate gering dat hieraan niet het gevolg zal worden verbonden dat die eis niet in behandeling zal worden genomen.

2. De feiten in beide zaken

2.1. [X] heeft het initiatief genomen voor de website www.boek9.nl, bestemd voor beroepsbeoefenaren in het intellectueel eigendomsrecht. [X] heeft de domeinnamen www.boek9.nl en www.boeknegen.nl geregistreerd op 29 oktober 2004. Hij heeft tevens het woordmerk Boek 9 geregistreerd op 9 december 2005. De website is sinds november 2004 in de lucht. Sinds die tijd verricht [X] (hoofdredactionele) werkzaamheden voor Boek 9, tezamen met een aantal andere redactieleden (in wisselende samenstellingen). Deze werkzaamheden bestaan voornamelijk uit het maken van samenvattingen van rechterlijke uitspraken, die als berichten op de website worden geplaatst. Ook worden wetenschappelijke artikelen geplaatst en nieuwsberichten.

2.2. DeLex is een uitgever van juridische boeken en tijdschriften. Een aantal van haar titels publiceert DeLex uitsluitend op het internet. De informatie die zij via internet ter beschikking stelt, is voor eenieder vrij en kosteloos toegankelijk. De desbetreffende websites worden (mede) gefinancierd door sponsoren en adverteerders.

2.3. Als productie 5 hebben [X] en Stichting Boek9 een e-mail van DeLex in het geding gebracht van 17 november 2005 die is gericht aan [X]. In die e-mail is onder meer het volgende opgenomen:

Ik heb begrepen dat jij een van de initiatiefnemers bent van boek9.nl. Ik wil je het volgende vragen. (…) Op dit moment hebben wij een aantal producten in ontwikkeling, onder meer op het gebied van IE. Ik zou graag met jou van gedachten willen wisselen of een samenwerking met Boek 9 mogelijk is. Ik ben erg onder de indruk van jullie weblog. Ik bel je volgende week op om te kijken of wij iets zouden kunnen afspreken. (…).

2.4. [X] is in januari 2006 op basis van een arbeidsovereenkomst als paralegal in dienst getreden bij de advocatenmaatschap [maatschap] (hierna [maatschap]).

2.5. In januari 2006 is een samenwerking van start gegaan tussen [X], DeLex en [maatschap]. Dit blijkt onder meer uit een brief van DeLex van 15 december 2005 (productie 12 van DeLex), gericht aan [maatschap]. In die brief is onder meer het volgende opgenomen:

DeLex uitgeverij is bezig met het ontwikkelen van verschillende vormen van juridische online informatie voorziening, onder andere op het gebied van Intellectuele Eigendom. Wij voeren hierover diverse gesprekken. Wij hebben inmiddels samen geconcludeerd dat hiervoor een nauwe samenwerking- en afstemming met Boek9.nl een voorwaarde is.

Wij hebben afgesproken dat gelet op bovenstaande ontwikkelingen DeLex uitgeverij de heer [X] voor redactionele werkzaamheden wil inschakelen tegen een tarief van € 85,- per uur ex btw, gedurende 2 uur per dag, 10 uur per week, uitgaande van 200 werkdagen per jaar. [maatschap] zal hiervoor maandelijks een factuur sturen aan DeLex. (…)

Uitgangspunt hierbij is dat Boek 9 vrij toegankelijk blijft – en in beheer van DeLex verder wordt ontwikkeld. (…)

2.6. Als productie 7A hebben [X] en Stichting Boek9 een e-mail in het geding gebracht van 9 februari 2006 van DeLex gericht aan de redactieleden van Boek 9. In die e-mail is onder meer het volgende opgenomen:

Via [X] heeft u vernomen dat deLex uitgeverij inmiddels betrokken is bij Boek9.nl, waarvan u de redactie vormt. deLex is een nieuwe online uitgeverij die zich richt op de juridische professional.

(…)

Het verheugt ons dat wij Boek9.nl mogen uitgeven. Wij vinden dat Boek 9 met haar onafhankelijke redactie moet blijven bestaan zoals nu het geval is. Samen met u willen we echter nog meer toegevoegde waarde voor de gebruikers van Boek 9 genereren, bijvoorbeeld door koppelingen te verzorgen naar de volledige tekst van wetgeving en jurisprudentie. Boek9 is voor deLex aantrekkelijk omdat deLex via Boek 9 als gratis nieuwsvoorziening, een IE portal wil bouwen naar alle juridische bronnen die voor de IE wereld van belang zijn (…)

Op vrijdag 11 februari as. zal deLex ‘live’ gaan met haar nieuwe homepage. Daarop wordt tevens melding gemaakt van de samenwerking met Boek9.nl, net zoals op de site van Boek 9 vermeld zal worden dat Boek9.nl door deLex wordt uitgegeven. (…)

2.7. Op 10 februari 2006 heeft het volgende bericht, geschreven door [X], op de website van Boek 9 gestaan:

BOEK9.NL VINDT UITGEVER

Depots worden geregistreerd, wetsvoorstellen treden inwerking en weblogs vinden een uitgever. De loop der dingen, kort gezegd. Boek9.nl bestaat nu iets meer dan een jaar en in dat jaar is er genoeg gebeurd om de redactie het idee te geven dat Boek9.nl naar redelijke tevredenheid voorziet in een behoefte. Begonnen als proefballon en hobbyprojectje van een aantal IE-juristen met informatiestress, heeft Boek9.nl zich ontwikkeld tot een vaste waarde in de dagelijkse routine van een groot deel van de Nederlandse IE-gemeenschap.

Een van de redenen van het relatieve succes is dat Boek9.nl onafhankelijk is. Niet verbonden aan één kantoor, één universiteit of één organisatie. Organisatorisch is dat soms lastig, omdat liefdewerk nu eenmaal zijn begrenzingen kent in tijd en kapitaal. Om onafhankelijk te blijven, maar toch te blijven bestaan, te groeien en meer de diepte en de breedte in te kunnen gaan, is Boek9.nl een samenwerking aangegaan met de nieuwe juridische uitgeverij deLex. (…)

2.8. Voor 2007 en 2008 zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen DeLex en [maatschap]. Die afspraken betroffen met name het aantal uren per week dat [X] als hoofdredacteur voor Boek 9 zou werken en het tarief wat hiervoor door DeLex aan [maatschap] zou worden betaald (zie producties 13 en 14 van DeLex).

2.9. Als productie 15 heeft DeLex een brief van [maatschap] in het geding gebracht van 14 september 2009, gericht aan DeLex. De brief is mede voor akkoord ondertekend door [X]. In die brief is onder meer het volgende opgenomen:

Hierbij bevestig ik dat mr. [X] sinds medio januari 2006 bij ons kantoor in dienst is en sindsdien auteursrechtelijk beschermd werk vervaardigt in de vorm van het schrijven van bijdragen, het redigeren van bijdragen van derden en het verzamelen van bijdragen ten behoeve van een IE-website die door uitgeverij deLex onder de naam Boek9.nl wordt aangeboden.

Uitgeverij deLex betaalt daarvoor aan ons kantoor maandelijks een substantiële vergoeding. Dit betekent dat uitgeverij deLex producent en databankrechthebbende is ten aanzien van deze IE-website. Daarnaast verlenen ons kantoor en [X] aan deLex een exclusieve licentie ten aanzien van de inhoud van boek9.nl voor zover het auteursrecht daarop aan ons als kantoor toekomt op grond van het werkgeversauteursrecht, als werkgever van [X], dan wel op grond van het auteursrecht van [X] zelf.

De merkrechten ten aanzien van de aanduiding Boek9.nl berusten bij de heer mr. [X]. [X] verleent deLex voor het gebruik hiervan een licentie voor onbepaalde tijd, ten minste zolang [X] tegen betaling door deLex (al dan niet via ons kantoor) betrokken is bij de door deLex uitgegeven IE-website.

2.10. In de zomer van 2010 is onenigheid ontstaan tussen [maatschap] en [X]. [maatschap] heeft daarop aan DeLex laten weten de arbeidsovereenkomst met [X] te willen beëindigen. Er hebben vervolgens gesprekken plaatsgevonden tussen DeLex en [X] over voortzetting van de samenwerking in een andere vorm. Deze gesprekken hebben niet tot resultaat geleid. De arbeidsovereenkomst tussen [X] en [maatschap] is met ingang van 1 mei 2011 geëindigd. Hieraan voorafgaand (op 28 maart 2011) heeft DeLex de overeenkomst van opdracht met [maatschap] opgezegd (met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden).

2.11. Als productie 31 heeft DeLex een document in het geding gebracht (getiteld “Overdracht van rechten”) dat op 29 maart 2011 is ondertekend door [maatschap] en DeLex. In dit document is opgenomen dat [maatschap] aan DeLex “het volledige auteursrecht, eventuele databankenrecht en eventuele andere rechten die zij zou kunnen doen gelden vanaf het moment van indiensttreding van mr. [X] op de inhoud of enige ander aspect van de (inhoud van) de IE-website / databank boek9.nl” overdraagt.

2.12. Met ingang van 20 april 2011 exploiteert DeLex een website onder de nieuwe domeinnaam www.ie-forum.nl. Deze was voor wat betreft de lay-out, inrichting, content (de inhoud) en toepassingen gelijk aan de op dat moment nog in samenwerkingsverband geëxploiteerde website Boek9.nl. DeLex heeft het archief van de website wel aangepast: zij heeft de berichten van [X] van vóór zijn indiensttreding bij [maatschap] in januari 2006 niet langer openbaar gemaakt, evenals de bijdragen van een aantal redactieleden. Ook heeft zij de berichtennummering gewijzigd door het element B9 te vervangen door IEF (bijvoorbeeld B9 8534 werd IEF 8534). DeLex heeft verder de beheersrechten van [X] op 1 mei 2011 zodanig aangepast dat hij niet langer de website kan aanpassen of toegang verkrijgt tot de database.

2.13. Met ingang van 4 mei 2011 is een nieuwe website met de domeinnaam www.boek9.nl in de lucht, geëxploiteerd door Stichting Boek9. Ten behoeve van deze exploitatie is Stichting Boek9 op 28 april 2011 opgericht. [X] heeft zijn merk en zijn domeinnamen aan Stichting Boek9 overgedragen. Productie 1A van Stichting Boek9 en [X] betreft een (ongedateerde) overdrachtsovereenkomst die is gesloten tussen de informele vereniging Boek9 (vertegenwoordigd door haar leden tevens bestuurders [X], [A], [B] en [C]) en Stichting Boek9. In die overeenkomst is onder punt 2 opgenomen dat de vereniging Boek9, [X], [A], [B] en [C] aan Stichting Boek9 overdragen de vorderingen, de werken en alle andere intellectuele eigendomsrechten (waaronder de auteursrechten en databankrechten) die zij houden met betrekking tot de website Boek9. Wat onder vorderingen moet worden verstaan blijkt eveneens uit de overdrachtsovereenkomst, waarin het volgende is opgenomen:

Overwegende dat:

(…)

vii) Vereniging Boek9, althans [X], [A], [B] en [C], in het kader van Website Boek9 van begin 2006 tot 3 mei 2011 heeft of hebben samengewerkt met deLex B.V. (‘deLex’), naar aanleiding van welke samenwerking Vereniging Boek9 althans [X], [A], [B] en [C] diverse vorderingen heeft of hebben op deLex (“Vorderingen”), waaronder:

a. vorderingen tot het rectificeren van bij Partijen genoegzaam bekende misleidende mededelingen en handelwijzen van deLex;

b. een vordering tot het aan Partijen verschaffen van het bij Partijen genoegzaam bekende archief van Website Boek9;

c. vorderingen tot afdracht van de door deLex ten behoeve van bij Partijen genoegzaam bekende sponsorgelden en gegevens met betrekking tot deze sponsorgelden;

2.14. [X] heeft bij brief van 3 mei 2011 de licentie die hij aan DeLex heeft verleend beëindigd. Partijen zijn het erover eens dat de samenwerking tussen [X] en DeLex op dezelfde datum is geëindigd.

2.15. [X] heeft een kopie van het archief van de website Boek9, zoals dat aan het einde van de samenwerking was samengesteld, op 18 mei 2011 op de nieuwe website Boek9.nl geplaatst.

3. Het geschil in zaak 1

DeLex vordert – kort gezegd – het volgende:

I. [X] te gebieden te staken en gestaakt te houden:

i. iedere inbreuk op de databankrechten van DeLex;

ii. iedere inbreuk op de auteursrechten van DeLex;

iii. ieder overig onrechtmatig handelen jegens DeLex (meer in het bijzonder het

profiteren van de inspanningen van DeLex en het zich verschaffen van een

oneerlijke concurrentievoorsprong);

II. [X] te gebieden de gegevens die onrechtmatig uit de databank van DeLex zijn opgevraagd te vernietigen;

III. [X] te veroordelen tot betaling van € 25.000,- aan schadevergoeding en gederfde winst;

IV. [X] te veroordelen tot betaling van € 3.750,- aan buitengerechtelijke incassokosten;

V. een en ander op straffe van dwangsommen;

VI. de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden;

VII. [X] te veroordelen in de kosten van dit geding, een en ander op grond van artikel 1019h Rv .

4. Het geschil in zaak 2

4.1. Stichting Boek9 vordert in conventie – kort gezegd – het volgende.

A . DeLex te bevelen een rectificatie op de website www.ie-forum.nl te plaatsen waarin – kort gezegd – is opgenomen dat DeLex ten onrechte de indruk heeft gewekt dat IE-forum.nl een voortzetting is van Boek9.nl en op onrechtmatige wijze berichten van boek9.nl op ie-forum.nl heeft geplaatst;

B. DeLex te bevelen een brief met soortgelijke inhoud als de onder A genoemde rectificatie te sturen naar alle geadresseerden van een eerdere mailing van DeLex;

C. DeLex te bevelen aan Stichting Boek9 het gebruik te verschaffen van het archief van Boek9.nl op zodanige wijze dat Stichting Boek9 dit archief integraal en doorzoekbaar beschikbaar kan stellen via Boek9.nl;

D. DeLex te bevelen tot betaling van € 30.000,- als voorschot op de afdracht van de ten onrechte door DeLex ontvangen sponsorgelden;

E. DeLex te bevelen opgave te doen van alle lopende sponsorovereenkomsten met betrekking tot Boek9.nl en van de ontvangen en nog te ontvangen sponsorgelden;

F. DeLex te bevelen iedere inbreuk op de auteursrechten van Stichting Boek9 te staken en gestaakt te houden alsmede iedere inbreuk op de rechten die Stichting Boek9 kan ontlenen aan de geschriftenbescherming;

G. DeLex te bevelen ieder onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden, bestaande uit (1) het profiteren van de inspanningen van Stichting Boek9 door het overnemen van tekstfragmenten, (2) het overnemen van berichten van Stichting Boek9, (3) het gebruik van zinsneden die kenmerkend zijn voor Boek9.nl en (4) het opnemen van “met dank aan” vermeldingen ten behoeve van derden die de desbetreffende uitspraak niet aan DeLex hebben opgestuurd;

H. een en ander op straffe van dwangsommen;

I. de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op drie maanden;

J. DeLex te veroordelen in de kosten van dit geding, een en ander op grond van artikel 1019h Rv .

Daarnaast is voorwaardelijk de volgende vordering ingesteld:

K. DeLex te bevelen te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Stichting Boek9 die zij heeft op het archief van Boek9.nl, bestaande in het al dan niet in bewerkte vorm weergeven van berichten uit dit archief of de verzameling van berichten. De voorwaarde die hierbij geldt is dat het [X] of Stichting Boek9 wordt verboden het archief van Boek9 of een deel hiervan via Boek9.nl openbaar te maken of wanneer het gevorderde onder C niet geheel wordt toegewezen (zie punt 67 van de pleitnota van mr. Hofhuis).

4.2. DeLex heeft in reconventie – kort gezegd – het volgende aangevoerd en gevorderd. Stichting Boek9 is onlangs opgericht door [X] en een aantal oud-redactieleden van Boek9.nl. Stichting Boek9 heeft de domeinnamen en de merknaam van [X] overgedragen gekregen en zij beheert en exploiteert thans de website die bereikbaar is via de domeinnaam www.boek9.nl. Hierin ziet DeLex aanleiding om in zaak 2 (in reconventie) tegen Stichting Boek9 grotendeels dezelfde vorderingen in te stellen als tegen [X] in zaak 1. Die vorderingen luiden – samengevat weergegeven – als volgt:

I. Stichting Boek9 te gebieden te staken en gestaakt te houden:

i. iedere inbreuk op de databankrechten van DeLex;

ii. iedere inbreuk op de auteursrechten van DeLex;

iii. ieder overig onrechtmatig handelen jegens DeLex (in het bijzonder het

profiteren van de inspanningen van DeLex, het wekken van verwarring in die

zin dat Stichting Boek9 pretendeert dat de website Boek9.nl een voortzetting is

van de eerdere website van DeLex en sponsoren en andere personen of instanties

die zijn gelieerd aan DeLex in strijd met de waarheid te presenteren alsof zij aan

Stichting Boek9 zijn gelieerd).

II. Stichting Boek9 te gebieden de gegevens die onrechtmatig uit de databank van DeLex zijn opgevraagd te vernietigen;

III. Stichting Boek9 te gebieden alle vermeldingen van sponsoren te verwijderen voor zover die sponsoren geen overeenkomst hebben met Stichting Boek9;

IV. Stichting Boek9 te veroordelen tot betaling van € 25.000,- aan schadevergoeding en gederfde winst;

V. een en ander op straffe van dwangsommen;

VI. de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden;

VII. Stichting Boek9 te veroordelen in de kosten van dit geding, een en ander op grond van artikel 1019h Rv .

4.3. Indien vordering F van Stichting Boek9 in zaak 2 wordt toegewezen, heeft DeLex in voorwaardelijke reconventie – kort gezegd – het volgende gevorderd:

VIII. Stichting Boek9 te gebieden te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de auteursrechten van DeLex, meer in het bijzonder door het al dan niet in bewerkte vorm geheel of gedeeltelijk openbaar maken van nieuwsberichten en dergelijke zoals gepubliceerd op de websites van DeLex en door het eenvoudig herhalen van samenvattingen van rechtspraak en selecties uit rechtsoverwegingen uit rechtspraak zoals gepubliceerd op de websites van DeLex.

5. De standpunten van partijen in beide zaken

5.1. DeLex heeft – samengevat weergegeven – in zaak 1 het volgende aangevoerd. Toen DeLex in 2006 met de samenwerking begon met [X] en [maatschap] nam zij een groot risico. [X] en [maatschap] namen geen enkel risico. Om de website te kunnen financieren heeft DeLex sponsoring geïntroduceerd. Sponsors sluiten een overeenkomst met DeLex. DeLex heeft aanzienlijk geïnvesteerd in de website. Tot tweemaal toe heeft zij een geheel nieuw ontwerp voor de website laten maken en zij heeft aanzienlijke kosten gemaakt voor het overzetten naar haar servers, hosting, beheer en onderhoud van de website en ten behoeve van de infrastructuur en het content management systeem (cms).

[X] heeft kort voor het einde van zijn dienstverband met [maatschap] de databank van DeLex gekopieerd. Hij verschaft toegang tot die databank aan de bezoekers van zijn nieuwe website. Dit is in strijd met de rechten die DeLex heeft op grond van de Databankenwet. Zij is producent van de databank waarin zij aanzienlijk heeft geïnvesteerd. Dat zij rechthebbende is blijkt bovendien uit de brief van 14 september 2009 (zie 2.9) en uit de akte van overdracht van 29 maart 2011 (zie 2.11).

Dat bezoekers van de nieuwe website van [X] toegang hebben tot het archief kan tevens als een inbreuk op de auteursrechten van DeLex worden aangemerkt. De afzonderlijke berichten van [X] komen voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking (mogelijk geldt dit niet voor samenvattingen van en citaten uit rechtspraak). Op grond van artikel 7 Auteurswet (Aw) (het “werkgeversauteursrecht”) was [maatschap] rechthebbende. [maatschap] heeft haar rechten overgedragen aan DeLex (zie 2.11). Voor zover DeLex op grond van artikel 7 Aw niet de volledige auteursrechten zou bezitten, geldt dat zij deze op grond van artikel 8 Aw bezit. De berichten zijn destijds immers openbaar gemaakt als afkomstig van DeLex.

[X] heeft bovendien onrechtmatig gehandeld jegens DeLex. Hij is een concurrerende website gestart die gebruik maakt van de heimelijk van DeLex gekopieerde databank. Hij heeft verwarring gecreëerd door de indruk te wekken dat zijn nieuwe website een voortzetting is van het oude Boek9.nl. Hij meldt ten onrechte dat zijn website wordt gesponsord door de sponsoren van DeLex. Eerder heeft hij ook de namen van het Comité van Aanbeveling van het oude Boek9 klakkeloos gekopieerd. Terwijl DeLex jarenlang heeft geïnvesteerd in de goodwill van de naam Boek9, gaat [X] er nu met de opbrengsten vandoor.

5.2. In zaak 2 heeft DeLex – samengevat weergegeven – het volgende aangevoerd. Stichting Boek9 is niet ontvankelijk; zij stelt zich ten onrechte op het standpunt dat zij al haar rechten overgedragen heeft gekregen van de informele vereniging Boek9. Deze vereniging bestaat niet en heeft nimmer bestaan. Niet staat vast wat precies is overgedragen. Nu nimmer sprake is geweest van een informele vereniging kan een beroep van Stichting Boek9 op artikel 8 Aw niet slagen. Evenmin kan zij aanspraak maken op (een deel van) de sponsorinkomsten en op informatie over de sponsoren (die allen geworven zijn door DeLex, die ook het beheer had over de sponsorgelden).

Verder stelt Stichting Boek9 ten onrechte dat sprake is geweest van misleiding of verwarring. IE-forum.nl is de voortzetting van Boek9.nl en DeLex mag dit ook op die manier naar buiten brengen. Dat DeLex de naam Boek9.nl niet langer mag gebruiken, heeft niet tot gevolg dat zij de website (en de databank) niet onder een andere naam mag voortzetten. Het ontwerp van het oude Boek9.nl is gemaakt in opdracht van DeLex en DeLex heeft het auteursrecht op het ontwerp. DeLex mag dit ontwerp derhalve gebruiken ten behoeve van IE-forum.nl en eventuele verwarring die hieruit voortvloeit kan Stichting Boek9 DeLex dan ook niet verwijten.

DeLex bestrijdt dat zij inbreuk maakt op de auteursrechten van Stichting Boek9 na het uiteengaan van partijen. Stichting Boek9 beschuldigt DeLex van het klakkeloos kopiëren van berichten (zie productie 32 van Stichting Boek9 en [X]), maar DeLex heeft aangetoond dat Stichting Boek9 net zo goed klakkeloos berichten kopieert van DeLex. Overigens zijn lang niet alle berichten op de websites auteursrechtelijk beschermd. Artikel 11 Aw bepaalt dat op rechterlijke uitspraken geen auteursrecht rust (dus ook niet op samenvattingen en citaten, aldus DeLex). Bovendien kan DeLex zich in dit verband beroepen op de nieuwsexceptie van artikel 15 Aw . Mocht desalniettemin geoordeeld worden dat DeLex inbreuk maakt op het auteursrecht van Stichting Boek9 dan geldt dit ook omgekeerd. Om deze reden heeft DeLex de vordering in voorwaardelijke reconventie ingesteld.

5.3. [X] en Stichting Boek9 hebben – samengevat weergegeven – in beide zaken het volgende aangevoerd. Boek9.nl is het initiatief geweest van enkele IE-liefhebbers, waaronder [X]. Kenmerk van Boek9.nl is een combinatie van liefde voor juridische teksten, de droogheid die bij het juridische vak hoort en de humor die aan het intellectuele eigendomsrecht kleeft. Het is op zich juist dat DeLex heeft geïnvesteerd in Boek9, maar zij heeft evengoed aan Boek9 verdiend. Uitgangspunt bij het aangaan van de samenwerking was dat de redactie van Boek9 onafhankelijk zou blijven. Dit betekent dat de website niet is overgegaan naar DeLex. Dit was ook niet de bedoeling van partijen. DeLex had slechts een faciliterende en ondersteunende rol. Het is dan ook misleidend dat DeLex IE-forum.nl thans als de voortzetting van Boek9.nl presenteert. Dit heeft tot verwarring geleid waardoor de vordering tot rectificatie voor toewijzing gereed ligt.

De vorderingen van Stichting Boek9 zijn verder gericht op afdracht van de sponsorgelden die DeLex ten behoeve van Boek9 heeft ontvangen, zowel in de periode van de samenwerking als daarna. Stichting Boek9 heeft een spoedeisend belang bij afdracht van die sponsorgelden omdat zij op dit moment voor aanzienlijke kosten staat (voor Boek9.nl moet een volledig digitale omgeving worden ontwikkeld, inclusief databankstructuur en een content management systeem en ook de vormgeving van de website en de redactiewerkzaamheden moeten worden betaald).

Na beëindiging van de samenwerking heeft IE-forum.nl talloze actuele berichten klakkeloos gekopieerd van Boek9.nl. Dit is met name te zien aan de typ- en taalfouten die klakkeloos zijn overgenomen. Ten bewijze hiervan hebben [X] en Stichting Boek9 productie 32 ingediend. Hierin is een groot aantal exact gekopieerde berichten opgenomen. Een en ander kan als een inbreuk op de auteursrechten van Stichting Boek9 worden aangemerkt.

De informele vereniging Boek 9 (bestaande uit [X] en de overige redactieleden) en thans Stichting Boek9 beschikt over het auteursrecht op het archief van Boek9. Er is geen sprake van werkgeversauteursrecht voor [maatschap]. DeLex dient op grond van de redelijkheid en billijkheid tenminste een kopie beschikbaar te stellen aan de auteursrechthebbende. DeLex is op zich niet langer gerechtigd het archief van Boek9 openbaar te maken, maar Stichting Boek9 vordert slechts een verbod hiertoe indien is voldaan aan de twee voorwaarden zoals opgenomen bij vordering K onder 4.1 van dit vonnis. Een beroep op de Databankenwet kan DeLex niet baten, omdat het overgrote deel van de investeringen van DeLex zag op het vervaardigen of creëren van de elementen, niet op het verzamelen ervan. Databankrechtelijk relevante investeringen zijn die investeringen die (bijvoorbeeld) zien op het categoriseren naar type rechtsgebied, gerechtelijke instantie en datum van de berichten op Boek9. Het is aan DeLex om te bewijzen dat deze investeringen substantieel zijn als bedoeld in de Databankenwet. Dit heeft zij nagelaten.

6. De beoordeling in beide zaken

Ontvankelijkheid: griffierecht

6.1. Omdat in dit geval sprake is van procedures waarin voorlopige voorzieningen worden gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 Rv - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of meerdere partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Ontvankelijkheid van Stichting Boek9

6.2. DeLex heeft bestreden dat Stichting Boek9 ontvankelijk is. Stichting Boek9 heeft, aldus DeLex, haar rechten overgedragen gekregen van de niet bestaande informele vereniging Boek9. Met DeLex is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bestaan van de informele vereniging Boek9 voorshands niet kan worden aangenomen. Voor het bestaan van een informele vereniging is – mede gezien artikel 2:26 BW – vereist dat sprake is van een zelfstandig lichaam dat aan het rechtsverkeer kan deelnemen en een eigen identiteit heeft, dat er een ledenbestand is en dat er sprake is van een zeker organisatorisch verband (een bestuur, regelmatige ledenvergaderingen etc.). De vereniging Boek9 voldoet niet aan deze vereisten. De redactie van Boek9.nl bestond uit een wisselende groep personen en onduidelijk is of alleen de redactieleden of ook anderen tot de groep personen behoorden, die zich bezig hield met de content van Boek9.nl. Er bestonden geen statuten of andere regels, er waren geen regelmatige ledenvergaderingen en er was geen bestuur. De redactie is nooit zelfstandig (los van DeLex) verplichtingen aangegaan. De redactie beschikte evenmin over een zelfstandig vermogen, los van DeLex. Evenmin kan worden aangenomen dat een informele vereniging heeft bestaan vóórdat de samenwerking met DeLex is aangegaan. De voorzieningenrechter beschikt niet over andere aanwijzingen dan dat Boek9 op dat moment een project was van [X], bijgestaan door één of meer andere personen.

6.3. Hetgeen onder 6.2 is overwogen leidt echter niet tot niet-ontvankelijkheid van Stichting Boek9. Zij heeft immers ook rechten overgedragen gekregen van [X], [A], [B] en [C]. Uit dien hoofde kan zij rechtsvorderingen instellen.

De website

6.4. [X] is bedenker en oprichter van Boek9.nl. Dit feit legt hij, althans Stichting Boek9, ten grondslag aan de vorderingen in dit kort geding (in zaak 2). Een website als Boek9.nl is echter meer dan een goed idee en een domeinnaam alleen. Bij het aangaan van de samenwerking tussen [X], DeLex en [maatschap] heeft [X] hoe dan ook een aantal zaken uit handen gegeven. Weliswaar hebben partijen bij het aangaan van de samenwerking beoogd dat Boek9.nl onafhankelijk zou blijven, hetgeen ook uitgebreid is betoogd door [X] en Stichting Boek9, maar naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zag die onafhankelijkheid met name op de inhoud van de berichtgeving op de website en niet zozeer op de wijze waarop de website werd georganiseerd. De exploitatie van de website is – na het aangaan van de samenwerking – voornamelijk in handen komen te liggen van DeLex. Dit blijkt onder meer uit het volgende. In de eerste brief waarin de samenwerking is vastgelegd (zie 2.5) is opgenomen dat “in beheer van DeLex [de website] verder wordt ontwikkeld”. In een e-mail van DeLex aan de redactieleden (zie 2.6) is opgenomen dat DeLex “meer toegevoegde waarde voor de gebruikers van Boek9 [wil] genereren” en in het bericht van [X] op de website (zie 2.7) is opgenomen dat een samenwerking met DeLex is aangegaan om “onafhankelijk te blijven, maar toch te blijven bestaan, te groeien en meer de diepte en de breedte in te kunnen gaan”. DeLex heeft in dit geding aan de hand van tal van facturen aannemelijk gemaakt dat zij hiertoe aanzienlijk heeft geïnvesteerd in het ontwerp van de website, in de hosting, het beheer en onderhoud van de website, in de infrastructuur en in het zogenaamde content management systeem. DeLex heeft hierdoor de website ‘technisch’ gezien in handen gekregen. Daarnaast heeft DeLex de ‘overhead’ en de inzet van haar eigen medewerkers geleverd en organiseerde zij andere ‘Boek9-activiteiten’ ten behoeve van de bezoekers van de website. DeLex heeft al deze investeringen (mede) kunnen financieren uit de opbrengsten die zij heeft gegenereerd uit de website, door middel van sponsorovereenkomsten die zij heeft gesloten en adverteerders die zij heeft geworven. DeLex droeg hierbij het ondernemersrisico. Voor [X] en [maatschap] hield de exploitatie van de website geen enkel risico in. [maatschap] ontving van DeLex een vaste vergoeding. Die vergoeding werd hoe dan ook uitgekeerd, onafhankelijk van de (financiële) resultaten van Boek9. [X] ontving voor zijn werkzaamheden salaris van [maatschap]. DeLex gaat ervan uit dat zij eigenaar van de website is en baseert op dit uitgangspunt haar vorderingen in dit kort geding. De voorzieningenrechter is op grond van hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat DeLex zich voorshands terecht als rechthebbende op de website beschouwt. Stichting Boek9 en [X] hebben er nog op gewezen dat op de webpagina van Boek9.nl de aanduiding ©boek9.nl vermeld stond, maar voorshands moet worden aangenomen dat deze aanduiding betrekking had op de content en niet op de lay-out en inrichting van de website.

Het auteursrecht op de berichten

6.5. Behalve de vraag wie als rechthebbende op de website is te beschouwen, zijn partijen verdeeld over de vraag wie het auteursrecht heeft op de berichten die tijdens de samenwerking op de website zijn geplaatst. Verder is in geschil of DeLex op grond van de Databankenwet rechten heeft op het archief van Boek9.nl, zoals dat tijdens de samenwerking is opgebouwd. Tot slot zijn partijen het er niet over eens wie als rechthebbende op de sponsorgelden is te beschouwen en of er over en weer onrechtmatig is gehandeld bij en na de beëindiging van de samenwerking.

6.6. Voorshands is de voorzieningenrechter van oordeel dat het auteursrecht op (elk van) de berichten, voor zover het om auteursrechtelijk beschermde werken of geschriften gaat (zie hierna onder 6.13 ), berust bij de individuele maker daarvan. Gelet op de omstandigheid dat DeLex het auteursrecht van [X] betwist, maar niet dat van [A], [B] en [C], wordt hierna alleen ingegaan op het auteursrecht van [X]. Geoordeeld wordt dat in dit geval [maatschap], als werkgever van [X], niet op grond van artikel 7 Aw als maker van de berichten is te beschouwen. Vanwege de bijzondere aard van de samenwerking, waarbij [X] als het ware door [maatschap] werd uitgeleend aan DeLex voor zijn hoofdredactionele werkzaamheden ten behoeve van Boek9.nl, moet het ervoor worden gehouden dat [X] deze werkzaamheden niet als ondergeschikte van [maatschap] verrichtte, zodat een gezagsverhouding tussen [maatschap] en [X] ontbrak.

Ook artikel 8 Aw acht de voorzieningenrechter niet van toepassing. Volgens DeLex komt het auteursrecht op de berichten op grond van dit wetsartikel aan haar toe omdat zij als rechtspersoon de berichten openbaar heeft gemaakt als van haar afkomstig, zonder dat de naam van [X] werd vermeld. Dit betoog faalt omdat de berichten niet openbaar zijn gemaakt als afkomstig van DeLex, maar als afkomstig van Boek9.nl. Voor zover Stichting Boek9 en [X] zich op het standpunt stellen dat de informele vereniging Boek9 op grond van artikel 8 Aw als de maker van de door [X] gemaakte en geplaatste berichten moet worden beschouwd, wordt dit verworpen omdat het bestaan van deze vereniging niet aannemelijk is geworden (zie hiervoor onder 6.2.). Voor [X], [A], [B] en [C] geldt dat zij hun vorderingen uit hoofde van hun auteursrecht hebben overgedragen aan Stichting Boek 9.

De concrete geschilpunten

6.7. Alvorens de overige rechten van partijen te bespreken wordt geconstateerd dat partijen sinds het einde van de samenwerking thans ieder hun eigen website in de lucht houden. Zij zijn hiertoe gerechtigd: DeLex mocht haar website onder een andere naam voortzetten en [X] mocht onder de naam Boek9.nl een nieuwe website lanceren. Zij zijn elkaars concurrenten geworden, hetgeen geen probleem is, mits de concurrentie op eerlijke (niet onrechtmatige wijze) plaatsvindt. Het uiteengaan van partijen heeft desalniettemin geleid tot een aantal geschillen. Zij hebben gepoogd (ook met een mediator ) om tot een oplossing te komen. Dit heeft niet tot overeenstemming geleid. De juridische implicaties hiervan zullen aan de hand van een viertal onderwerpen, zoals door partijen in dit kort geding naar voren gebracht, worden besproken, te weten (1) het archief van Boek9, (2) de sponsorgelden, (3) onrechtmatig handelen (misleiding/verwarring) ten tijde van het uiteengaan van partijen en (4) het overnemen van berichten van elkaars website.

(1) Het archief

6.8. Het archief van Boek9 bestaat uit een verzameling van berichten die (ooit) zijn gepubliceerd op de website van Boek9.nl. Die verzameling kan als een databank in de zin van artikel 1 van de Databankenwet worden gekwalificeerd. Het betreft immers een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch zijn geordend (eerst met een B9-nummer, thans met een IEF-nummer) en die met elektronische middelen toegankelijk zijn. De berichten kunnen worden gezocht aan de hand van verschillende criteria (nummer, titel, trefwoord, datum etc.). DeLex kan als producent van de databank worden aangemerkt omdat [X] en [maatschap] dat in de brief van 14 september 2009 (zie 2.9) hebben erkend, maar ook omdat DeLex het risico droeg van de voor de databank te maken investeringen (zie hiervoor onder 6.4). Eveneens kan er voorshands vanuit worden gegaan dat die investering substantieel was, als bedoeld in de Databankenwet. In dit verband kunnen overigens niet alle investeringen die DeLex aannemelijk heeft gemaakt, worden meegerekend. Het begrip investering in de zin van de Databankenwet moet aldus worden opgevat dat het ziet op de middelen die worden aangewend om bestaande elementen te verkrijgen en in de databank te verzamelen. Het omvat niet de middelen die worden aangewend voor het creëren van de elementen die de inhoud van de databank vormen. Het totaal aan investeringen bedroeg volgens de raadsman van DeLex (zie punt 54 van zijn pleitnota) € 327.635,-. Ook indien die investeringen die zien op het (enkel) schrijven van de dagelijkse berichten niet worden meegerekend, zal voorshands nog steeds sprake zijn van een ‘substantiële investering’ voor het verzamelen en categoriseren van de berichten in de databank en voor de controle en presentatie van die berichten. De voorzieningenrechter overweegt hiertoe dat de wezenlijke functie van Boek9.nl niet alleen bestond uit het verzorgen van de dagelijkse berichtgeving over het intellectueel eigendomsrecht, maar ook uit de databank die zij aan haar bezoekers ter beschikking stelde. De databank is derhalve meer dan een spin off van de dagelijkse berichtgeving die geen databankinvestering vergde.

6.9. [X] heeft erkend dat hij kort voor zijn vertrek bij [maatschap] een kopie heeft gemaakt van de databank van DeLex. Hij heeft deze kopie op de website Boek9.nl geplaatst zoals hij, althans Stichting Boek9, die thans exploiteert. Alle berichten uit de databank worden op deze wijze aan het publiek ter beschikking gesteld. Hierdoor is sprake van “opvragen” en “hergebruiken” als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub c en d van de Databankenwet . Uit artikel 2 van de Databankenwet volgt derhalve dat [X] en Stichting Boek9 inbreuk maken op de databankrechten van DeLex.

6.10. Complicatie in dit geval is dat [X] het auteursrecht had op de door hem gemaakte en geplaatste berichten die zich in de databank van DeLex bevinden en dit auteursrecht aan Stichting Boek9 heeft overgedragen. In de brief van 14 september 2009 (zie onder 2.9) heeft [X] echter erkend dat DeLex databankrechthebbende was ten aanzien van het archief van Boek9.nl en aan DeLex een exclusieve licentie ten aanzien daarvan verleend. Dit betekent dat DeLex de berichten, die ten tijde van de samenwerking door [X] zijn geplaatst, rechtmatig heeft verzameld en dat zij deze in haar databank mag gebruiken. Zij maakt dus geen inbreuk op het auteursrecht. Stichting Boek9 heeft in dit verband dan ook geen vorderingsrechten jegens DeLex. Voor de overgedragen auteursrechten van [A], [B] en [C] geldt dat DeLex deze hoe dan ook niet heeft geschonden omdat zij de berichten van hen sinds april 2011 niet meer openbaar maakt via de databank van IE-forum.nl (zie 2.12). De conclusie is dat DeLex eigenaar is van de databank en dat [X], althans Stichting Boek9, de databank van DeLex voor zover zij die hebben gekopieerd moeten vernietigen. De berichten waarop Stichting Boek9 het auteursrecht heeft, mogen wel door haar worden gebruikt op de nieuwe website van Boek9.nl. Daarmee kan een eigen archief met eigen zoekfunctie op de website Boek9.nl worden opgebouwd. Overigens heeft DeLex ter zitting verklaard dat het [X] en Stichting Boek9 vrijstaat op hun website te linken naar de databank van IE-forum.nl. Bezoekers van Boek9.nl mogen en kunnen de databank van IE-forum.nl doorzoeken, zolang [X] en Stichting Boek9 maar niet de gehele databank van DeLex kopiëren en exploiteren.

(2) Sponsorgelden

6.11. Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voorshands voort dat ook de sponsorgelden aan DeLex – als rechthebbende op de website en als ondernemer die het risico droeg – toekomen. Een aanwijzing hiervoor wordt tevens gevormd door het feit dat DeLex die sponsorgelden (kennelijk) onder zich heeft en beschikt over de bijbehorende administratie. De vorderingen van Stichting Boek9 die zien op afdracht van de sponsorgelden (althans een voorschot hierop van € 30.000,-) en op inzage in de sponsorovereenkomsten (vorderingen D en E) zullen dan ook worden afgewezen. Uit het oordeel dat de sponsoren bij DeLex horen en dat de sponsorgelden haar toekomen volgt dat de vordering van DeLex om Stichting Boek9 te verbieden de vermeldingen van de sponsoren te verwijderen voor zover die sponsoren geen overeenkomst hebben met Stichting Boek9 (vordering III in reconventie in zaak 2) zal worden toegewezen.

(3) Misleiding/verwarring bij het uiteengaan van partijen

6.12. Vooropgesteld wordt dat het inherent is aan het feit dat partijen niet tot afspraken konden komen over de gevolgen van de beëindiging van hun samenwerking, dat er een periode van verwarring is geweest. Zowel DeLex als [X]/Stichting Boek9 mochten een website gaan exploiteren zoals DeLex en [X] dat daarvoor in samenwerking hadden gedaan. Partijen betichten elkaar ervan dat zij de bezoekers van het internet op onrechtmatige wijze hebben geïnformeerd over de situatie ten tijde van het uiteengaan van partijen. Met name betichten beide partijen elkaar ervan ten onrechte te hebben gesuggereerd dat zij de ‘voortzetting’ zijn van Boek9.nl. Ten bewijze hiervan zijn tal van producties in het geding gebracht. Dat DeLex deze suggestie heeft gewekt is – gezien hetgeen hiervoor is overwogen – niet ten onrechte. Dat Stichting Boek9 deze suggestie heeft gewekt is voorshands evenmin ten onrechte. Zij beschikt immers over de oude domeinnaam die zij kon blijven gebruiken en in die zin kan ook zij als ‘voortzetting’ van het oude Boek9.nl worden aangemerkt. De berichten die beide partijen in het geding hebben gebracht kunnen voorshands niet als onrechtmatige concurrentie worden aangemerkt. Logischerwijs proberen beide partijen zoveel mogelijk bezoekers naar hun website te leiden en zij hebben zich daarbij niet negatief of denigrerend over elkaar uitgelaten. Evenmin hebben zij uitlatingen gedaan die zij niet konden waarmaken. DeLex heeft in dit verband nog aangevoerd dat Stichting Boek9 thans vanwege de investeringen van DeLex op onrechtmatige wijze profiteert van de naamsbekendheid van Boek9, maar dit is het onvermijdelijke gevolg van het feit dat DeLex heeft geïnvesteerd in een product, terwijl zij niet de rechthebbende was op de (merk- en domein)naam van dit product. De vorderingen van DeLex die zijn gebaseerd op onrechtmatig handelen zullen dan ook worden afgewezen. Hetzelfde lot treft vorderingen A en B van Stichting Boek9 in zaak 2.

(4) Het overnemen van elkaars berichten

6.13. Partijen betichten elkaar er eveneens van dat zij na het uiteengaan elkaars berichten overnemen. Stichting Boek9 heeft in dit verband productie 32 in het geding gebracht, waarin 27 berichten zijn opgenomen die volgens Stichting Boek9 klakkeloos (met typ- en taalfouten) door DeLex zijn overgenomen. DeLex heeft productie 69 in het geding gebracht, een groot aantal berichten dat volgens DeLex klakkeloos door Stichting Boek9 is overgenomen. DeLex heeft bestreden dat op de berichten auteursrecht rust – mede met een beroep op de artikelen 11 en 15 Aw – en alleen in voorwaardelijke reconventie een verbod gevorderd. De voorzieningenrechter is hierover het volgende van oordeel. Uitgangspunt is dat op rechterlijke uitspraken geen auteursrecht rust (artikel 11 Aw). Voorshands wordt aangenomen dat op citaten uit een rechterlijke uitspraak of op een selectie van rechtsoverwegingen evenmin auteursrecht rust. Het staat derhalve eenieder vrij dergelijke citaten of selecties over te nemen. Indien de uitspraak wordt samengevat en/of toegelicht in een inleidend bericht kan worden aangenomen dat een dergelijk bericht wel voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. In dit geding kan echter niet in alle gevallen worden vastgesteld wie dat bericht heeft gemaakt. De “met dank aan” vermelding kan immers ook betekenen dat de advocaat die de uitspraak heeft toegezonden het bericht heeft gemaakt. Wat hiervan zij, de voorzieningenrechter acht het voorshands onrechtmatig om samenvattingen van en commentaar op uitspraken die de concurrent heeft gemaakt letterlijk over te nemen. Hierdoor wordt op oneerlijke wijze geprofiteerd van de inspanningen van de ander. Het beroep van DeLex op de nieuwsexceptie (artikel 15 Aw) leidt niet tot een ander oordeel, omdat voorshands wordt geoordeeld dat de berichten waar het hier om gaat, niet als nieuwsberichten zoals bedoeld in artikel 15 Aw zijn te beschouwen. Er zullen dan ook over en weer verboden worden uitgesproken, met dien verstande dat het door DeLex gevorderde verbod alleen jegens Stichting Boek9 en niet jegens [X] zal worden uitgesproken. Dat ook jegens [X] een verbod zou moeten worden uitgesproken is door DeLex onvoldoende onderbouwd en toegelicht. Beide partijen kunnen geacht worden bij de uit te spreken verboden een spoedeisend belang te hebben. De verboden gelden niet voor “met dank aan” vermeldingen of “kenmerkende zinsneden” (bijvoorbeeld “eerst even voor jezelf lezen”), zoals Stichting Boek9 heeft gevorderd. Dergelijke zinsneden zijn voorshands niet te monopoliseren.

Overige vorderingen

6.14. In zaak 1 heeft DeLex € 25.000,- schadevergoeding van [X] gevorderd. In zaak 2 heeft DeLex in reconventie € 25.000,- schadevergoeding van Stichting Boek9 gevorderd. Een geldvordering in kort geding kan slechts worden toegewezen, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. Met name ten aanzien van de hoogte van de schade heeft DeLex te weinig gesteld door geen enkele toelichting te geven op het gevorderde bedrag. Beoordeling van de vordering tot schadevergoeding dient dan ook aan de bodemrechter te worden overgelaten.

6.15. Ook de vordering van DeLex in zaak 1 tot betaling van € 3.750,- aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen. Weliswaar hebben partijen uitgebreid gepoogd om in onderling overleg tot een oplossing te komen, maar onvoldoende is gebleken van betrokkenheid van de raadslieden van DeLex hierbij die een vergoeding voor buitengerechtelijke werkzaamheden zou rechtvaardigen.

De slotsom tot zover

6.16. De slotsom tot zover is dat de vorderingen van DeLex die zien op haar databankrechten (vordering I sub i en vordering II) op na te melden wijze zullen worden toegewezen. De vorderingen die partijen over en weer hebben ingesteld en die zien op het overnemen van elkaars berichten zullen (op grond van onrechtmatige daad) eveneens worden toegewezen. Tot slot zal de vordering van DeLex om Stichting Boek9 te gebieden de vermeldingen van de sponsoren te verwijderen voor zover die sponsoren geen overeenkomst hebben met Stichting Boek9 worden toegewezen. Alle overige vorderingen zullen worden afgewezen. De dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.

De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv

6.17. De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv zal in beide zaken worden gesteld op zes maanden, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis.

De proceskosten in beide zaken

6.18. In zaak 1 zijn partijen over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk gesteld. Hetzelfde geldt in zaak 2, zowel in conventie en in reconventie. De voorzieningenrechter ziet hierin aanleiding om de proceskosten te compenseren als na te melden.

7. De beslissing

De voorzieningenrechter

In zaak 1

7.1. veroordeelt [X] om na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de databankrechten van DeLex te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door het geheel of gedeeltelijk opvragen, toegankelijk maken of hergebruiken van de berichten uit de databank van de website van DeLex, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding van deze veroordeling met een maximum van € 100.000,-,

7.2. veroordeelt [X] om binnen zeven werkdagen na betekening van dit vonnis de gegevens die onrechtmatig uit de databank van DeLex zijn opgevraagd te vernietigen, onder toezicht van een deurwaarder waarbij de deurwaarder een rapport zal opstellen van de vernietiging van de gegevens en dit rapport zal toezenden aan de raadsman van DeLex, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor elke dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-,

7.3. bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden, gerekend van af de datum van dit vonnis,

7.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

7.5. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

7.6. wijst het meer of anders gevorderde af,

In zaak 2

In conventie:

7.7. verbiedt DeLex om na betekening van dit vonnis ieder bericht dat op de website www.boek9.nl is geplaatst te kopiëren en weer te geven op de website www.ie-forum.nl, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding van dit verbod met een maximum van € 100.000,-,

7.8. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

7.9. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

7.10. wijst het meer of anders gevorderde af,

In reconventie:

7.11. veroordeelt Stichting Boek9 om na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de databankrechten van DeLex te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door het geheel of gedeeltelijk opvragen, toegankelijk maken of hergebruiken van de berichten uit de databank van de website van DeLex, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding van deze veroordeling met een maximum van € 100.000,-,

7.12. veroordeelt Stichting Boek9 om binnen zeven werkdagen na betekening van dit vonnis de gegevens die onrechtmatig uit de databank van DeLex zijn opgevraagd te vernietigen, onder toezicht van een deurwaarder waarbij de deurwaarder een rapport zal opstellen van de vernietiging van de gegevens en dit rapport zal toezenden aan de raadsman van DeLex, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor elke dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-,

7.13. verbiedt Stichting Boek9 om na betekening van dit vonnis ieder bericht dat op de website www.ie-forum.nl is geplaatst te kopiëren en weer te geven op de website www.boek9.nl, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding van dit verbod met een maximum van € 100.000,-,

7.14. veroordeelt Stichting Boek9 om binnen zeven werkdagen na betekening van dit vonnis alle vermeldingen van sponsoren te verwijderen van de website www.boek9.nl, voor zover die sponsoren geen overeenkomst hebben met Stichting Boek9 of haar voor de vermelding expliciet toestemming hebben gegeven, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per overtreding van dit verbod (waarbij de vermelding van één sponsor als één overtreding wordt aangemerkt) met een maximum van € 100.000,-,

7.15. bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden, gerekend van af de datum van dit vonnis,

7.16. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

7.17. compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

7.18. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 september 2011.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature