Uitspraak
RECHTBANK Assen
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 304900 \ CV EXPL 10-8859
vonnis van de kantonrechter van 7 juni 2011
in de zaak van
[Werknemer],
die woont te [adres],
eiser,
gemachtigde: mr. F.Y. van der Pol,
tegen
het openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid
Alescon,
gevestigd te 7903 AR Hoogeveen, Dieselstraat 3,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.J. Kragten
Partijen worden hierna [werknemer] en Alescon genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 februari 2011;
- de mondelinge behandeling van 12 mei 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
2.1. De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2. Op 29 mei 1995 treedt [werknemer] op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst bij het werkvoorzieningschap "Assen en Omstreken". Op 1 januari 2000 gaat dit dienstverband door een fusie van een drietal werkvoorzieningschappen over op Alescon.
2.3. Alescon is een openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Alescon is aldus een rechtspersoon die uitvoering geeft aan, kort gezegd, de sociale werkvoorziening.
2.4. [werknemer] werkt, vanwege zijn volledige arbeidsongeschiktheid en daarom in Wsw-verband, aanvankelijk als metaalbewerker binnen een werkmaatschappij van Alescon.
2.5. Op 23 oktober 2003 plaatst Alescon [werknemer], onder meer in verband met zijn langdurige arbeidsongeschiktheid voor zijn werk als metaalbewerker, op de Afdeling "Reïntegratie Langdurig Zieken".
2.6. Op 1 april 2006 detacheert Alescon [werknemer] als coach bij de Stichting B&B for Extra Support (hierna: de Stichting). Deze stichting richt zich op de begeleiding van kansarme jongeren in de regio Assen en is door [werknemer] en zijn broer opgericht. De Stichting betaalt aanvankelijk een overeengekomen detacheringsvergoeding aan Alescon.
2.7. Op 31 april 2007 zegt de Stichting de detacheringsovereenkomst op, omdat de Stichting de detacheringsvergoeding niet meer kan betalen. [werknemer] blijft nadien zijn werk voor de Stichting verrichten, omdat Alescon [werknemer], gelet op zijn arbeidsongeschiktheid, nergens kan detacheren.
2.8. Het is deze situatie die Alescon tot het besluit brengt dat de arbeidsovereenkomst met [werknemer] moet worden ontbonden. Op 16 december 2009 vraagt Alescon het UWV WERKbedrijf een ontslagadvies te geven.
2.9. Op 22 januari 2010 geeft het UWV WERKbedrijf dat advies. Het UWV WERKbedrijf adviseert negatief.
2.10 Op 12 april 2010 vraagt Alescon het UWV WERK bedrijf opnieuw een ontslagadvies. Alescon voert in die aanvraag aan dat de situatie blijft voortduren dat [werknemer] volledig arbeidsongeschikt is, er geen plaatsingsmogelijkheden zijn en detachering bij de Stichting niet mogelijk is. Alescon stelt in haar aanvraag verder dat zij werknemers niet kan detacheren zonder dat daar een vergoeding tegenover staat.
2.11. Op 15 juni 2010 geeft het UWV WERKbedrijf het gevraagde advies. Dat advies luidt, voor zover van belang:
Op grond van het bovenstaande is mij onvoldoende aannemelijk geworden, dat er sprake is van de ontslaggrond ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Echter op grond van redelijkheid ben ik van mening dat nu niet langer van werkgever gevergd kan worden de arbeidsverhouding met werknemer voort te zetten, nu werkgever alles in zijn mogelijkheden heeft ondernomen om werknemer te herplaatsen. Extern zijn er geen mogelijkheden, mede gelet op het feit dat de stichting geen financiële vergoeding kan geven voor de detachering van werknemer. Intern nu is gebleken dat partijen er over eens zijn dat werknemer bij werkgever zelf niet aan het werk kan. Nu enig perspectief lijkt te ontbreken, adviseer ik werkgever het huidige dienstverband met betrokkene te beëindigen.
2.12. Op 21 juni 2010 zegt Alescon, onder verwijzing naar het advies dat het UWV WERKbedrijf op 15 juni 2010 heeft gegeven, de arbeidsovereenkomst aan [werknemer] op, met ingang van 1 oktober 2010.
3. De vordering en het verweer
3.1. [werknemer] vordert, verkort weergegeven, betaling van een bedrag van € 123.890,-- vermeerderd met rente en kosten. [werknemer] stelt daartoe, samengevat weergegeven, dat zijn ontslag kennelijk onredelijk is. [werknemer] stelt dat de arbeidsovereenkomst zonder opgave van redenen of onder opgave van een voorgewende of valse reden is opgezegd. Volgens [werknemer] is zijn ontslag hoe dan ook kennelijk onredelijk, omdat de gevolgen van het ontslag voor hem zeer ernstig zijn, omdat zijn kansen om werk te vinden praktisch nihil zijn en hij terugvalt op een WAO-uitkering. [werknemer] stelt dat Alescon de arbeidsovereenkomst alleen had mogen opzeggen als een vergoeding zou zijn betaald ter grootte van het verschil tussen zijn salaris en de WAO-uitkering die hij nu geniet, berekent over de periode tot het moment waarop hij vijfenzestig wordt.
3.2. Het verweer van Alescon strekt tot afwijzing van de vordering en veroordeling van [werknemer] in de kosten van de procedure. Alescon betwist daartoe dat zij de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd zonder opgave van redenen of onder opgave van een voorgewende of valse reden. Verder voert Alescon aan, samengevat weergegeven, dat zij rekening heeft gehouden met de gevolgen van het ontslag voor [werknemer]. Alescon stelt in dit verband dat zij het dienstverband met behoud van aanspraken gedurende twee jaar en negen maanden heeft voortgezet, terwijl [werknemer] in die periode geen passende betaalde arbeid kon verrichten. Alternatieve mogelijkheden om [werknemer] werk te bieden zijn er echter niet. Onderzoek door een arbeidsdeskundige bevestigt dat er geen plaatsingsmogelijkheden zijn.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven met het oog op een doelmatige bespreking, om het volgende. Ten tijde van het ontslag speelt dat [werknemer] uitsluitend werk kan verrichten voor een eerder mede door hem opgerichte stichting. De detacheringsovereenkomst, op grond waarvan hij dat werk aanvankelijk verrichtte, was door de Stichting al geruime tijd voor het ontslag opgezegd, omdat de Stichting de detacheringsvergoeding niet meer kon betalen. [werknemer] is volledig arbeidsongeschikt en kan buiten de Stichting om, geen werk verrichten. Alescon besluit na verkregen positief advies van het UWV WERKbedrijf, de arbeidsovereenkomst met [werknemer] op te zeggen.
4.2. Tegen deze achtergrond is tussen partijen in geschil gekomen of de opzegging kennelijk onredelijk is, omdat (i) de arbeidsovereenkomst is opgezegd zonder opgave of onder opgave van voorgewende of valse redenen of (ii) omdat gelet op de gevolgen van de opzegging van de arbeidsovereenkomst voor [werknemer], het ontslag kennelijk onredelijk is.
4.3. De kantonrechter staat in de eerste plaats voor de vraag of de arbeidsovereenkomst is opgezegd zonder opgave van redenen. De kantonrechter slaat bij beantwoording van die vraag acht op de navolgende feiten en omstandigheden. Bij brief van 21 juni 2010 zegt Alescon de arbeidsovereenkomst op. Die brief luidt, voor zover van belang:
Op 15 juni 2010 heeft UWV WERKbedrijf op ons verzoek advies uitgebracht omtrent de voorgenomen opzegging van onze arbeidsovereenkomst met u. UWV WERKbedrijf heeft ons geadviseerd dit voornemen uit te voeren.
4.4. Uit de stukken blijkt dat een kopie van het ontslagadvies van het UWV WERKbedrijf van 15 juni 2010 aan [werknemer] is verzonden en door hem is ontvangen. Aldus moet het er voor worden gehouden dat op een voor [werknemer] kenbare wijze het ontslagadvies en de gronden waarop dat advies rust, aan de opzegging ten grondslag is gelegd.
4.5. [werknemer] voert verder aan dat het ontslag is gegeven onder opgave van voorgewende of valse redenen, omdat Alescon in haar ontslagadviesaanvraag stelt dat sprake is van de ontslaggrond "ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding".
4.6. Het is juist dat Alescon ten onrechte onder deze noemer het ontslagadvies aan het UWV WERKbedrijf heeft gevraagd. De door Alescon aan haar aanvraag ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden kunnen immers niet tot de slotsom leiden dat de gestelde ontslaggrond zich voordoet. Dit onderkent ook het UWV WERKbedrijf in haar beoordeling van de ontslagadviesaanvraag, zoals die hiervoor in rov. 2.11. is weergegeven. De feiten en omstandigheden waarop de aanvraag rust en het positieve ontslagadvies zijn gegeven, moet de kantonrechter echter wel voor juist te houden; zij zijn tussen partijen niet in geschil (geweest). De kantonrechter oordeelt dat onder zodanige omstandigheden geen sprake is voorgewende of valse redenen. De enkele omstandigheid dat een werkgever de feiten of omstandigheden waarop hij zijn ontslagadviesaanvraag grondt in juridisch opzicht onjuist etiketteert, is daarvoor onvoldoende.
4.7. Aldus komt de kantonrechter voor de vraag te staan of het opzeggen van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk is, omdat - kort gezegd - onvoldoende rekening is gehouden met de onevenredigheid van het belang bij de opzegging en de te verwachten nadelige gevolgen van de opzegging voor de werknemer. Die vraag zal de kantonrechter beantwoorden door rekening te houden met alle omstandigheden ten tijdde van het ontslag die hij in onderlinge samenhang in aanmerking heeft te nemen.
4.8. Het belang van Alescon bij de opzegging is gelegen in het beëindigen van de situatie die hieruit bestaat dat [werknemer] alleen kan worden gedetacheerd bij de Stichting, terwijl de Stichting daarvoor geen detacheringsvergoeding kan betalen.
4.9. Daartegenover staat het belang van [werknemer], gediend met het laten voortduren van zijn dienstverband bij Alescon. [werknemer] voert in dit verband aan dat hij door zijn detachering bij de Stichting een arbeidsinvulling heeft gevonden en heeft uitgebouwd die zowel voor hem persoonlijk als maatschappelijke grote waarde heeft. Ook wijst [werknemer] op de teruggang in inkomen die het gevolg is van de ontbinding.
4.10. Te beoordelen staat welk belang het meeste gewicht in de schaal legt. Bij die beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat in het algemeen van een werkgever niet kan worden gevergd dat hij een werknemer bij een derde detacheert, zonder dat hij daarvoor een vergoeding ontvangt. Dat geldt in het algemeen, maar voor Alescon in het bijzonder. Ingevolge artikel 5 van de Wet sociale werkvoorziening moet Alescon voor de door haar werknemers verrichte arbeid een vergoeding bedingen. Alescon heeft daarom een zwaarwegend belang bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst.
4.11. Hiertegenover staan de nadelige gevolgen van de opzegging voor [werknemer]. Zijn belang bij het laten voortduren van de arbeidsovereenkomst is in de eerste plaats gelegen in het beschermen van het inkomen dat hij geniet. De kantonrechter oordeelt dat dat belang zich niet onderscheidt van het belang van doorgaans iedere werknemer bij behoud van zijn werk. Het gaat dan ook om een belang dat op zichzelf genomen weinig specifiek en daarom onvoldoende zwaarwegend is, afgezet tegen het belang van Alescon bij de ontbinding. Om de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk te laten zijn, zijn daarom bijkomende feiten of omstandigheden vereist.
4.12. Een bijkomende omstandigheid betreft dat [werknemer] geen ander werk zal kunnen vinden waaruit hij een vergelijkbaar inkomen zal kunnen genieten. Dit legt naar het oordeel van de kantonrechter echter niet voldoende gewicht in de schaal. Daarvoor is redengevend dat de (lichamelijke)beperkingen van [werknemer] die aan het verrichten van loonvormende arbeid in de weg staan, niet voor rekening en risico van Alescon komen. Evenmin is van voldoende gewicht de bijkomende omstandigheid dat [werknemer] bij de Stichting een arbeidsinvulling heeft gevonden en heeft uitgebouwd die zowel voor hem persoonlijk als maatschappelijke grote waarde heeft. Alescon is verantwoordelijk noch aansprakelijk voor het scheppen van de voorwaarden waaronder [werknemer] bij de Stichting kan blijven werken en Alescon is evenmin gehouden die voorwaarden te scheppen vanwege het maatschappelijk belang dat al dan niet worden gediend met het vervullen van de functie bij de Stichting door [werknemer].
4.13. Het voorgaande in onderling verband en samenhang beschouwd, leidt tot de slotsom dat in het licht van alle feiten en omstandigheden van het geval het niet kennelijk onredelijk is dat Alescon de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De vordering zal worden afgewezen.
4.14. [werknemer] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de op de gebruikelijke wijze te begroten kosten worden veroordeeld.
5. De beslissing
De kantonrechter
wijst de vordering af,
veroordeelt Alescon tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van [werknemer] begroot op € 1.200,-- aan salaris gemachtigde,
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2011.