Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Verdachte, die verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht, wordt ter zake van het plegen van doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren. Tevens wordt de maatregel van TBS met verpleging van overheidswege opgelegd.

Uitspraak



Gerechtshof Leeuwarden

Sector strafrecht

Parketnummer: 24-002848-09

Uitspraak d.d.: 27 mei 2011

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 3 november 2009 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1981],

thans gedetineerd in [verblijfplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 april 2010 en 13 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde en veroordeling ter zake van het subsidiair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest, en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. P. Scholte, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

primair:

hij in of omstreeks de periode van 23 april 2009 tot en met 24 april 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van)zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, met (een) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), in het lichaam en/of in het hoofd gestoken en/of gesneden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

subsidiair:

hij in of omstreeks de periode van 23 april 2009 tot en met 24 april 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, met (een) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), in het lichaam en/of in het hoofd gestoken en/of gesneden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzittingen niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

hij in de periode van 23 april 2009 tot en met 24 april 2009 te [plaats] opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer] meermalen met een mes in het lichaam en in het hoofd gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het subsidiair bewezenverklaarde levert op:

doodslag.

Strafbaarheid van de verdachte

Omtrent verdachte is door [deskundige 1], psychiater, en [deskundige 2], GZ-psycholoog, beiden verbonden aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, Psychiatrische Observatiekliniek te Utrecht, in samenwerking met de overige leden van het onderzoekend team, op 10 februari 2011 een psychologisch/psychiatrisch rapport uitgebracht. Dit rapport houdt als conclusie - zakelijk weergegeven - onder meer in:

Er is bij verdachte sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van afhankelijkheid van alcohol en cannabis. Tevens is er sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een borderline persoonlijkheidsstoornis met daarnaast antisociale kenmerken. Bovenstaande problematiek speelde ook een rol ten tijde van het ten laste gelegde. Betrokkene kan op basis van de doorwerking van genoemde stoornissen in het onderhavige ten laste gelegde als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd voor het ten laste gelegde.

Het hof verenigt zich met voormelde conclusie en maakt die tot de zijne.

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Vast is komen te staan dat verdachte in de avond van 23 april 2009 onder invloed van alcoholhoudende drank naar de woning van [slachtoffer] is gegaan. Ter zitting van het hof d.d. 13 mei 2011 heeft verdachte verklaard, dat hij altijd goed met [slachtoffer] kon opschieten en dat [slachtoffer] altijd goed voor hem was. In de woning van [slachtoffer] heeft verdachte wat met [slachtoffer] gebabbeld, heeft hij een pakje frisdrank gedronken en heeft hij een joint gerookt. Op enig moment heeft [slachtoffer] naar de vriendin van verdachte geïnformeerd en gevraagd waarom verdachte haar niet had meegenomen. Verdachte heeft, toen [slachtoffer] over zijn vriendin begon, zijn mes gepakt en vele malen op [slachtoffer] ingestoken. Uit het pathologisch onderzoek d.d. 1 mei 2009 blijkt, dat verdachte [slachtoffer] met het mes heeft verwond onder meer in de linker- en rechterlong, de rechter hartboezem, de leverkwab en de linker nier. Ingevolge voormeld pathologisch onderzoek was sprake van minimaal 46 en maximaal 49 doorklievingen van de huid. Als gevolg van verdachtes handelen is [slachtoffer] om het leven gekomen.

Verdachte heeft [slachtoffer], vader van twee jonge kinderen, het leven ontnomen. De wijze waarop verdachte dat heeft gedaan kan als zeer bruut en beestachtig worden omschreven. Verdachte heeft daarmee de nabestaanden van [slachtoffer] een onherstelbaar verlies en groot verdriet toegebracht, zoals ook duidelijk is geworden uit de schriftelijke slachtofferverklaring van de ouders van [slachtoffer] d.d. 17 februari 2011. [slachtoffer] was niet alleen zoon en broer, maar ook partner en vader van twee jonge kinderen. Naar de ervaring leert is het voor nabestaanden zeer zwaar om te moeten leven met het verlies van een dierbare, zeker indien aan dat leven op een dergelijke zinloze en gewelddadige wijze een einde is gekomen.

Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 maart 2011 blijkt, dat verdachte in 2004 ter zake van het plegen van (onder meer) poging tot doodslag is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren. Het hof heeft kennis kunnen nemen van de aangifte in voormelde strafzaak, die zich in het dossier bevindt. Ter voormelde terechtzitting heeft verdachte verklaard, dat hij ook dit feit heeft gepleegd onder invloed van alcoholhoudende drank. Het hof concludeert dat deze veroordeling verdachte er niet van heeft weerhouden te stoppen met het gebruik van alcoholhoudende drank, wetende dat hij daarvan zeer agressief werd. Dit heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat verdachte in betrekkelijk korte tijd wederom onder invloed van alcoholhoudende drank een levensdelict heeft gepleegd, waarbij hij daadwerkelijk iemand van het leven heeft beroofd. Uit dat uitreksel blijkt overigens voorts, dat verdachte in 2003 ter zake van het plegen van mishandeling en in 2008 ter zake van het plegen van (onder meer) bedreigingen met zware mishandeling en het beschadigen van auto('s) tot straffen is veroordeeld.

Ondanks de omstandigheid, dat het bewezen verklaarde feit de verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend, kan al hetgeen hiervoor is overwogen niet tot een ander oordeel leiden dan dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeer lange duur dient te worden opgelegd. Deze straf dient met name ter vergelding van het feit dat verdachte iemand het leven heeft ontnomen en het leed dat verdachte zijn nabestaanden heeft toegebracht, maar dient ook uit het oogpunt van generale preventie te worden opgelegd. Het hof heeft - naast het voorgaande - ook rekening gehouden met de schok die het door verdachte begane misdrijf in de samenleving teweeg heeft gebracht.

Het hof acht de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren in onvoldoende mate recht doen aan de aard en de ernst van het door verdachte gepleegde feit en de omstandigheden waaronder hij dat feit heeft gepleegd, waarbij het hof met name ook de recidive van verdachte in aanmerking neemt nu vast is komen te staan dat verdachte eerder is veroordeeld terzake van een levensdelict.

Alles overziende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren, welke straf eveneens door de rechtbank was opgelegd, passend en geboden.

Oplegging van de maatregel

Voormeld psychologisch/psychiatrisch rapport van [deskundige 2] en [deskundige 1] d.d. 10 februari 2011 houdt, naast het eerder overwogene, - zakelijk weergegeven - in:

Verdachtes intelligentie wordt op zwakbegaafd niveau ingeschat, ofschoon een nauwkeurige bepaling niet mogelijk bleek. Verdachte beschikt over zeer weinig adequate copingmechanismen en vlucht bij problemen al snel in drank en cannabis. Vorenstaande problematiek speelde ook een rol ten tijde van het ten laste gelegde, waarbij tevens nog enkele situatieve aspecten van belang waren (het niet kunnen vasthouden van werk, problemen en spanningen in de relatie met [vriendin van verdachte] met angst voor verlating). Verdachte leefde al geruime tijd in een neergaande spiraal, waarbij vrijwel onbeheersbare gevoelens van boosheid en frustratie - in het bijzonder naar zijn vader - hem leken te overspoelen. De gebrekkige copingmechanismen brachten hem ertoe steeds grotere hoeveelheden alcohol en cannabis tot zich te nemen in een poging deze gevoelens weer enigszins te kunnen onderdrukken. Niettemin deden gevoelens van woede en boosheid en verdachtes beperkte overzicht over zijn situatie - gerelateerd aan zijn beperkte intellectuele capaciteiten

- in samenhang met de toenemende hoeveelheden aan alcohol en cannabis en (psycho)sociale problemen (geen werk, relationele problemen) een steeds explosievere situatie ontstaan. De spanning en stress gerelateerd aan bovenstaande stoornissen en problematiek liepen zodanig op, dat een relatief kleine aanleiding (onenigheid op feestje) voldoende was om verdachte in een zodanig verhoogde staat van woede, irritatie en spanning te brengen dat opnieuw een vrij 'onbenullige' reden ([slachtoffer] informeren naar [vriendin van verdachte], althans volgens verdachte) toereikend was om verdachtes al uiterst precaire evenwicht volledig te verstoren, uiteindelijk leidend tot het ten laste gelegde.

Verdachtes slechte agressie- en impulsregulatie, gerelateerd aan de borderline persoonlijkheidsstoornis in combinatie met de vrijwel inexistente (gezonde) copingmechanismen en zijn gebrekkige overzicht (vanwege de beperkte intellectuele capaciteiten) maken dat hij slechts een uiterst geringe controle over zichzelf heeft, zodra stress en spanning oplopen. Dit oplopen van spanningen kan het gevolg zijn van reële ontwikkelingen, maar kan ook voornamelijk ontspruiten aan verdachtes belevingswereld, waarin bij tijd en wijle vertekeningen van de realiteit kunnen optreden. Eenmaal in een 'tunnel' zal verdachte uit zichzelf nauwelijks bij machte zijn de uitgang te vinden en kan een geringe extra stressfactor al toereikend zijn om de balans negatief te laten doorslaan, zeker als er ook sprake is van (ernstig) middelengebruik. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Gelet op de aard en ernst van het ten laste gelegde, een eerder ernstig delict en vooral de aard en ernst van verdachtes complexe problematiek c.q. stoornissen is het onderzoekend team van mening dat slechts een tbs met bevel tot verpleging van overheidswege, waarbij een langdurige structurerende intramurale aanpak gegarandeerd zal zijn, toereikend zal zijn om het recidivegevaar adequaat terug te dringen.

Het hof overweegt dat gebleken is dat bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde feit een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, terwijl:

- het bewezen verklaarde feit een misdrijf betreft, waarop naar de wettelijke omschrijving

een gevangenisstraf van meer dan 4 jaren is gesteld en

- de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van

de maatregel van terbeschikkingstelling eist, zulks gelet op voormeld hoog recidivegevaar,

welk recidivegevaar het hof ook aanwezig acht.

Het hof is van oordeel dat - naast voormelde gevangenisstraf - de maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden opgelegd. Het hiervoor vermelde eist tevens, dat verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.

Nu de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege zal worden opgelegd ter zake van het plegen van een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, kan de totale duur van die op te leggen maatregel een periode van vier jaren te boven gaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 37a, 37b en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en de verklaart verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaren.

Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, en /of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.

Aldus gewezen door mr. Beswerda, voorzitter, mr. De Witt en mr. Dolfing, raadsheren,

in tegenwoordigheid van Boersma, griffier, en op 27 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature