Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 19 april 2010 heeft de RDW de aan [wederpartij] voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kilogram verleende erkenning met ingang van 27 april 2010 voor zes weken ingetrokken.

Uitspraak



201010217/1/H3.

Datum uitspraak: 25 mei 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW),

appellante,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht (hierna: de voorzieningenrechter) van 16 september 2010 in zaak nrs. 10/924 en 10/923 in het geding tussen:

[wederpartij], wonend te Dordrecht,

en

de RDW.

1. Procesverloop

Bij besluit van 19 april 2010 heeft de RDW de aan [wederpartij] voor het uitvoeren van periodieke keuringen van voertuigen tot en met 3500 kilogram verleende erkenning met ingang van 27 april 2010 voor zes weken ingetrokken.

Bij besluit van 10 augustus 2010 heeft de RDW het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 september 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter, voor zover thans van belang, het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het besluit van 19 april 2010 geschorst tot zes weken na het nieuwe op het gemaakte bezwaar te nemen besluit. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de RDW bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 oktober 2010, hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 april 2011, waar de RDW, vertegenwoordigd door mr. T. Bosboom, werkzaam bij de RDW, en [wederpartij], bijgestaan door mr. R.J. van Rijn, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 87, tweede lid, aanhef en onder f, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de Wvw 1994) kan de Dienst Wegverkeer een erkenning intrekken of wijzigen, indien degene, aan wie de erkenning is verleend, in strijd met een of meer uit de erkenning voortvloeiende verplichtingen handelt.

Ingevolge artikel 27, derde lid, van de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK (hierna: de Regeling) wordt geen keuring verricht, dan nadat het kentekenregister is geraadpleegd ten aanzien van:

a. het voor het voertuig opgegeven kenteken;

b. het identificatienummer, alsmede de plaats van het identificatienummer van het ter keuring aangeboden voertuig, en

c. de datum eerste toelating van het voertuig.

Ingevolge artikel 29, eerste lid, wordt het resultaat van elke keuring door de keurmeester schriftelijk op het keuringsrapport vastgelegd.

Ingevolge het tweede lid wordt gebruik gemaakt van het door de Dienst Wegverkeer vastgestelde model keuringsrapport dat bekend is gemaakt in de Staatscourant.

Ingevolge het derde lid mag, uitsluitend indien de invulling rechtstreeks plaatsvindt uit het kentekenregister en de tekst 'afdruk RDW' na de transactiecode is ingevuld, gebruik worden gemaakt van het model keuringsrapport zonder doorslag.

Ingevolge artikel 30, eerste lid, wordt na afloop van elke keuring het bepaalde in het tweede lid tot en met het vijfde lid in acht genomen, alvorens het keuringsrapport aan de aanvrager af te geven.

Ingevolge het tweede lid wordt, alvorens tot het afmelden, als bedoeld in het derde lid, wordt overgegaan, door de keurmeester die het voertuig afmeldt aan de hand van het kentekenregister nagegaan of de keuring van dat voertuig heeft plaatsgevonden.

Ingevolge het derde lid, voor zover thans van belang, wordt het voertuig door middel van datacommunicatie bij de Dienst Wegverkeer afgemeld onder verstrekking van de volgende gegevens:

[…]

h. de bevestiging dat de in het tweede lid voorgeschreven controleverplichting is nagekomen, waarna acceptatie van de afmelding wordt weergegeven:

1°. de transactiecode en het tijdstip van de afmelding;

2°. indien het voertuig is goedgekeurd: tevens een nieuwe vervaldatum;

3°. indien het voertuig aan een steekproef moet worden onderworpen: tevens de einde wachttijd van de steekproef.

Ingevolge het vierde lid, aanhef en onder f, moet op het keuringsrapport schriftelijk de transactiecode en, uitsluitend indien de schriftelijke invulling rechtstreeks plaatsvindt uit het door de Dienst Wegverkeer bijgehouden kentekenregister, de tekst 'afdruk RDW' worden vermeld.

Ingevolge het vijfde lid wordt, alvorens het keuringsrapport wordt ondertekend, door de keurmeester nagegaan of het rapport volledig is ingevuld, zodanig dat dit, indien van toepassing, ook zichtbaar is op de doorslag.

Ingevolge artikel 41 wordt, indien door de erkenninghouder de in de artikelen 25 tot en met 32 neergelegde verplichtingen of voorschriften niet worden nageleefd, terstond begonnen met een procedure voor intrekking van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen.

Ingevolge artikel 46 wordt, indien door de keurmeester de in de artikelen 25 tot en met 32 neergelegde verplichtingen niet worden nageleefd, terstond begonnen met een procedure voor intrekking van de bevoegdheid voertuigen aan een keuring te onderwerpen.

Bij het toezicht op keuringen en het opleggen van sancties past de RDW beleidsregels toe die zijn gepubliceerd in de Toezichtbeleidsbrief Erkenninghouders RDW van 1 juni 2008 (hierna: de Toezichtbeleidsbrief). De Toezichtbeleidsbrief is aan elke erkenninghouder en keurmeester verstrekt. In de Toezichtbeleidsbrief worden een Algemeen Deel en verschillende Bijlagen onderscheiden.

Volgens paragraaf 4.4 van het Algemeen Deel wordt voor sancties een verjaringstermijn van 30 maanden gehanteerd. Dit betekent dat bij het opleggen van een vervolgsanctie binnen die termijn eerdere overtredingen worden meegewogen, aldus die passage.

Volgens paragraaf 4.5 zijn de mogelijke overtredingen ondergebracht in vier categorieën, te weten I tot en met IV, waarbij categorie I de lichtere overtredingen en categorie IV de zwaarste overtredingen bevat. De hoogte van een sanctie wordt in beginsel bepaald door de categorie, waarin een overtreding wordt ingedeeld, aldus die passage.

Volgens het Stroomschema sancties overtreding erkenning/bevoegdheid, voor zover thans van belang, volgt, wanneer binnen 30 maanden eenmaal een overtreding uit categorie I en daarna eenmaal een overtreding uit categorie II is begaan, in beginsel een intrekking van de erkenning voor de duur van zes weken.

Volgens paragraaf 4.5 van de Bijlage Erkenninghouder APK, voor zover thans van belang, is het afgeven van een keuringsrapport, terwijl het voertuig niet is afgemeld, een overtreding uit categorie II.

2.2. De RDW heeft aan de intrekking ten grondslag gelegd dat [wederpartij] op 18 januari 2010 in strijd met artikel 30, derde lid, van de Regeling een keuringsrapport heeft afgegeven voor het voertuig met kenteken […], hoewel dat voertuig niet bij de RDW was afgemeld. Daarbij heeft de RDW in aanmerking genomen dat [wederpartij] binnen dertig maanden, naast deze overtreding uit categorie II, ook een overtreding uit categorie I heeft begaan. Verder heeft de RDW zich op het standpunt gesteld dat er voldoende mogelijkheden zijn om zulke fouten te voorkomen, dan wel tijdig te constateren.

2.3. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het registratiesysteem van de RDW ingevolge artikel 30, derde lid, van de Regeling en volgens het verhandelde ter zitting, na het invoeren van de vereiste gegevens, een transactiecode, tijdstip van afmelding, nieuwe vervaldatum en gegevens over een eventuele steekproef genereert. Deze gegevens worden volgens het verhandelde ter zitting door het registratiesysteem van de RDW op het keuringsrapport afgedrukt.

Op het desbetreffende keuringsrapport zijn wel een tijdstip van afmelding, een nieuwe vervaldatum en het niet van toepassing zijn van een steekproef vermeld, maar is in plaats van een transactiecode het teken "/" afgedrukt. Een medewerker van de provider van [wederpartij] heeft hem medegedeeld dat hij dit, mede gelet op het feit dat niet is gebleken van storingen in het registratiesysteem op 18 januari 2010, niet kan verklaren.

Onder deze omstandigheden moet worden aangenomen dat de keurmeester het voertuig op juiste wijze bij de RDW heeft afgemeld, maar heeft het registratiesysteem van de RDW in reactie op de afmelding geen juiste transactiecode gegenereerd, waardoor de afmelding kennelijk door het registratiesysteem niet is doorgevoerd in het keuringsregister van de RDW, aldus de voorzieningenrechter.

2.4. De RDW betoogt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft aangenomen dat de keurmeester het voertuig op juiste wijze bij de RDW heeft afgemeld. De door de voorzieningenrechter aangenomen omstandigheden leveren daarvoor geen grondslag op, aldus de RDW. In haar registratiesysteem, zomin als in het logboekbestand van [wederpartij], is op 18 januari 2010 een afmelding voor het voertuig vastgelegd. Voorts hebben zich op die dag, bij de RDW, zomin als bij de provider van [wederpartij], storingen voorgedaan, aldus de RDW.

2.4.1. De RDW heeft onweersproken gesteld dat bij de door [wederpartij] toegepaste wijze van opmaken van een keuringsrapport de in artikel 30, derde lid, aanhef en onder h, van de Regeling vermelde gegevens, na vastlegging van de afmelding van een voertuig in het systeem van de RDW, op digitale wijze tezamen naar de erkenninghouder worden verzonden. Die dient vervolgens voor de vermelding van die gegevens op het keuringsrapport zorg te dragen.

Gelet hierop, stelt de RDW terecht dat, anders dan de voorzieningenrechter heeft aangenomen, die gegevens niet door het registratiesysteem van de RDW op het keuringsrapport worden afgedrukt. Bij deze werkwijze kan de RDW er derhalve niet voor zorg dragen dat de vereiste gegevens op correcte wijze op het keuringsrapport worden vermeld.

Nu ingevolge artikel 30, derde lid, aanhef en onder h, van de Regeling na acceptatie van de afmelding van een voertuig onder meer een transactiecode wordt weergegeven, mocht [wederpartij] bij het ontbreken van zodanige code niet aannemen dat het voertuig bij de RDW op juiste wijze was afgemeld. Dat op het keuringsrapport de andere in artikel 30, derde lid, aanhef en onder h, van de Regeling vermelde gegevens wel zijn afgedrukt, maakt niet dat [wederpartij] er niettemin van uit mocht gaan dat de afmelding op correcte wijze was geschied.

De RDW voert evenzeer terecht aan dat de voorzieningenrechter uit een mededeling van een medewerker van de provider van [wederpartij] ten onrechte heeft afgeleid dat deze het voor onverklaarbaar houdt dat op 18 januari 2010 geen afmelding van het voertuig heeft plaatsgevonden. Uit deze mededeling kan slechts worden afgeleid dat die medewerker in de systemen van de provider niet heeft kunnen vinden dat op 18 januari 2010 geen correcte afmelding kon plaatsvinden.

Voorts volgt uit een logboekbestand van [wederpartij] dat op 18 januari 2010 geen afmelding van het voertuig is vastgelegd en uit de door de RDW overgelegde storingsregistratie datacommunicatie dat zich op die dag bij de RDW en bij de provider van [wederpartij] geen storingen hebben voorgedaan.

De conclusie is dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft aangenomen dat het voertuig met kenteken […] op juiste wijze bij de RDW is afgemeld.

Het betoog slaagt.

2.5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het door [wederpartij] tegen het besluit van 10 augustus 2010 ingestelde beroep beoordelen, voor zover dat, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, nog nodig is.

2.6. [wederpartij] heeft betoogd dat de RDW zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hetgeen hij heeft gesteld omtrent de keuring van een ander voertuig in deze procedure geen rol kan spelen. Volgens hem volgt uit het door hem gestelde dat het registratiesysteem van de RDW niet steeds goed functioneert.

2.6.1. De RDW heeft in het besluit van 10 augustus 2010 vermeld dat een eventuele overtreding bij de keuring van het door [wederpartij] vermelde andere voertuig niet bij de besluiten die in deze procedure voorliggen is betrokken. Aangezien [wederpartij] er reeds vanwege het ontbreken van een transactiecode niet vanuit mocht gaan dat het voertuig met kenteken […] op juiste wijze bij de RDW was afgemeld, kan de stelling dat het registratiesysteem van de RDW niet altijd correct functioneert niet leiden tot het ermee beoogde doel.

Het betoog faalt.

2.7. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 10 augustus 2010 van de RDW ongegrond verklaren.

2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht van 16 september 2010 in zaak nrs. 10/924 en 10/923;

III. verklaart het bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. D. Roemers, leden, in tegenwoordigheid van mr. W. van Hardeveld, ambtenaar van staat.

w.g. Loeb w.g. Van Hardeveld

voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 25 mei 2011

312-640.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature