Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER
BESCHIKKING van 31 januari 2011 in de zaak met zaaknummer 200.074.560/01 van:
1. […],
en
2. […],
APPELLANTEN, en
[X],
allen wonende te Heerhugowaard,
advocaat: mr. M.E. Groot te Heerhugowaard.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Appellanten sub 1 en 2 worden hierna respectievelijk [adoptiefvader] en de moeder genoemd. [X] wordt hierna [het kind] genoemd.
1.2. [adoptiefvader] en de moeder zijn op 30 september 2010 in hoger beroep gekomen van een gedeelte van de beschikking van 8 september 2010 van de kinderrechter in de rechtbank Alkmaar, met kenmerk 119665 / FA RK 10-415. Mr. Groot heeft het hof bij brief van 21 januari 2011 gemeld dat zij zich in deze procedure mede stelt namens [het kind] – die op 30 november 2010 meerderjarig is geworden – en dat hetgeen in het appelschrift is gesteld mede namens hem is aangevoerd.
1.3. De zaak is op 31 januari 2011 ter terechtzitting behandeld, alwaar zijn verschenen appellanten en [het kind], bijgestaan door hun advocaat. [Y] en de advocaat-generaal zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
2. De feiten
2.1. [het kind] is [in] 1992 geboren uit de relatie van de moeder en [Y], die [het kind] op 7 oktober 1993 heeft erkend. Sindsdien heeft [het kind] de geslachtsnaam [Y].
De moeder heeft vanaf 1997 een relatie met [adoptiefvader] en op 27 augustus 1998 zijn zij gehuwd. Uit hun huwelijk is geboren […] (hierna: [de minderjarige]) [in] 1999.
2.2. Bij de bestreden beschikking is de adoptie van [het kind] door [adoptiefvader] uitgesproken.
3. Het geschil in hoger beroep
3.1. Bij de bestreden beschikking is – voor zover thans van belang – het verzoek van [adoptiefvader] en de moeder te bepalen dat de achternaam van [het kind] wijzigt in [achternaam moeder], afgewezen.
3.2. Appellanten en [het kind] verzoeken, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, te bepalen dat de geslachtsnaam van [het kind] wordt gewijzigd in, primair ‘[achternaam moeder]’, subsidiair ‘[achternaam adoptiefvader]’.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1. Aan de orde is het verzoek tot wijziging van [het kind]s geslachtsnaam in het kader van de adoptieprocedure.
4.2. Het bepaalde in artikel 1:5 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) biedt aan [het kind], die op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met [adoptiefvader] ouder dan zestien jaar was, de mogelijkheid om in dit geval ten overstaan van de rechter zelf een naamskeuze te doen. Deze bepaling vormt in zoverre een uitzondering op artikel 1:5 lid 8 BW , volgens welke bepaling de naamskeuze die [adoptiefvader] en de moeder voor [de minderjarige] hebben gedaan, te weten [achternaam adoptiefvader], voor al hun volgende kinderen geldt. Nu [het kind] zowel in eerste aanleg als in hoger beroep heeft verklaard dat hij de naam van de moeder, [achternaam moeder], zal hebben, kan de bestreden beschikking niet in stand blijven.
4.3. Dit leidt tot de volgende beslissing.
5. Beslissing
Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep voor zover daarbij het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van [het kind] in [achternaam moeder] is afgewezen en, in zoverre opnieuw rechtdoende:
bepaalt dat de adoptie van [het kind], geboren [in] 1992, is uitgesproken onder vermelding van de verklaring van [het kind] ten overstaan van de rechtbank dat hij de geslachtsnaam [achternaam moeder] zal hebben;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.G. Kemmers, C.G. Kleene-Eijk en L.H.M. Zonnenberg in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2011.