Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Art. 77b van het Wetboek van Strafrecht, toepassing sanctierecht volwassenen. Overtreding Auteurswet 1912.

Uitspraak



parketnummer : 20.003647.03

datum uitspraak: 27 september 2004

tegenspraak

GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

meervoudige kamer voor strafzaken

A R R E S T

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 16 september 2003 in de strafzaak onder parketnummer 01/024030-03 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats], op [1984],

wonende te [woonplaats], [adres], 2 hoog.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tijdig tegen genoemd vonnis hoger beroep ingesteld.

Het onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en de terechtzitting in hoger beroep.

Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen van de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behoudens ten aanzien van het toe te passen recht en behalve voor wat betreft de opgelegde straf en de strafmotivering en met toevoeging van een bewijsoverweging naar aanleiding van het in hoger beroep gevoerde verweer.

Het hof zal, met toepassing van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht, het sanctierecht voor volwassenen toepassen, nu het hof hiervoor grond vindt in de persoonlijkheid van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is begaan.

De tenlastelegging

Nu ten aanzien van de tenlastelegging en de bewezenverklaring niet opnieuw recht wordt gedaan, kan worden volstaan met de omschrijving zoals in het beroepen vonnis vervat.

Aanvullende overweging omtrent het bewijs

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep onder meer aangevoerd dat de buitenlandse maatschappijen door middel van Stichting [naam] aangifte hebben gedaan van overtreding van de Auteurswet 1912. Vervolgens stelt de raadman dat Stichting [naam] in een civiele zaak tegen verdachte niet heeft onderbouwd dat zij daadwerkelijk de rechthebbende van de auteursrechten is en dat bij gevolg in de strafzaak tegen verdachte het openbaar ministerie dient te bewijzen dat Stichting [naam] de rechthebbende van de auteursrechten is.

Het hof overweegt hieromtrent het navolgende.

Het hof verwerpt deze stelling van de raadman. Het hof overweegt daartoe het volgende.

Voor het bewijs dat inbreuk wordt gemaakt op eens anders auteursrecht dient vast te staan dat een ander dan verdachte rechthebbende ten aanzien van dit auteursrecht is. Uit de bijlagen 11, 12 en 13 van het proces-verbaal van politie -opsporingsdienst Buma/Stemra, met nummer 3500AVM2002- blijkt dat anderen dan verdachte rechthebbenden ten aanzien van het auteursrecht zijn.

Het verweer wordt mitsdien verworpen.

De redengeving van de op te leggen straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

Gelet hierop acht het hof de oplegging van een taakstraf, in de vorm van een werkstraf, voor het hierna te vermelden aantal uren, passend en geboden.

Voor het geval de verdachte de taakstraf niet naar behoren vervult, zal het hof bevelen dat aan hem vervangende hechtenis zal worden opgelegd voor de hierna te vermelden duur.

De toegepaste wettelijke voorschriften

De strafoplegging is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 77b van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 31, 31a, 33 en 52 van de Auteurswet 1912.

B E S L I S S I N G :

Het hof:

Vernietigt het beroepen vonnis, doch alleen voor zover dit betreft de aan de verdachte opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van tachtig uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van veertig dagen voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht.

Bepaalt dat de opgelegde taakstraf zal bestaan uit een werkstraf.

Bevestigt het beroepen vonnis voor al het overige.

Dit arrest is gewezen door Mr. Van der Kaaden, als voorzitter

Mrs. Grundemann en Van Beuge, als raadsheren

in tegenwoordigheid van Mr. Polkamp, als griffier.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 september 2004.

Mr. Van Beuge is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature