Uitspraak
TBS P11/0006
Beslissing d.d. 4 april 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in Huis van Bewaring Grave (Unit A + B).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van
17 december 2010, houdende de last tot hervatting van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg d.d. 3 december 2010;
- de beslissing waarvan beroep d.d. 17 december 2010;
- de akte van hoger beroep van de terbeschikkinggestelde d.d. 20 december 2010;
- de aanvullende informatie d.d. 3 maart 2011 van Novadic-Kentron;
- het op verzoek van mr L.M. Oldenburg, advocaat te Amsterdam, door [psychiater S.], psychiater, d.d. 10 maart 2011 opgemaakt rapport over de terbeschikkinggestelde;
- het uittreksel justitiële documentatie d.d. 21 maart 2011, de terbeschikkinggestelde betreffend.
Het hof heeft ter zitting van 21 maart 2011 gehoord de terbeschikkinggestelde bijgestaan door zijn raadsvrouw mr L.M. Oldenburg, advocaat te Amsterdam, de advocaat-generaal, mr G.J. de Haas, de getuige-deskundige de heer [W.], reclasseringswerker bij Novadic-Kentron en de deskundige de heer [S.], psychiater.
Overwegingen
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkinggestelde is op 19 november 2010 aangehouden ter zake van verdenking van bedreiging van een politievrouw met een mes. Daarmee heeft hij een van de voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege overtreden. Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de hervatting van de verpleging van overheidswege eist. Door aanscherping van de voorwaarden wordt de veiligheid van de samenleving onvoldoende gewaarborgd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege af te wijzen. Aangevoerd is dat de terbeschikkinggestelde zich aan alle afspraken heeft gehouden en zich begeleidbaar opstelt. Hij gebruikt geen drugs meer en heeft zich volledig gedistantieerd van zijn drugsgerelateerde criminele verleden. Hervatting van de verpleging van overheidswege is pas aan de orde indien sprake is van een uitzonderlijke situatie, waarin geen alternatieven voorhanden zijn. Dat blijkt ook uit de jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem, onder andere uit een uitspraak van 25 juli 2005. Novadic-Kentron heeft aangegeven dat, ondanks het incident van 19 november 2010, het traject van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege kan worden hervat, zij het zo nodig met aanscherping van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard de (aangescherpte) voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging na te leven.
Het oordeel van het hof
Bij beslissing van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 23 juli 2010 is de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en is de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde voorwaardelijk beëindigd. Vast staat dat de terbeschikkinggestelde een van de voorwaarden, neergelegd in voornoemde beslissing, niet heeft nageleefd, te weten de voorwaarde dat hij zich niet schuldig zal maken aan enig delictgedrag. De terbeschikkinggestelde is immers op 19 november 2010 in Eindhoven aangehouden vanwege een vermeende bedreiging met een mes en heeft zich verzet bij zijn aanhouding.
Het enkel niet naleven van een gestelde voorwaarde kan tot hervatting van de verpleging van overheidswege leiden. Overtreding van een gestelde voorwaarde zal echter niet in alle gevallen direct tot de verstrekkende sanctie van hervatting van de verpleging van overheidswege leiden. Bezien moet worden welk gevolg in deze zaak aan deze overtreding van de voorwaarden dient te worden verbonden. Enerzijds mogen er door het achterwege laten van de hervatting van de verpleging van overheidswege geen onaanvaardbare veiligheidsrisico’s genomen worden, anderzijds moet waar mogelijk en verantwoord gekozen worden voor een minder ingrijpende reactie dan een last tot hervatting van de dwangverpleging.
Gebleken is dat het traject van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging tot aan het incident in het algemeen goed is verlopen. De terbeschikkinggestelde is gemotiveerd en heeft zich volledig gedistantieerd van zijn drugsgerelateerde criminele verleden. Hij stelt geen drugs meer te gebruiken. Het tegendeel is niet gebleken. Betrokkene werd tweemaal per week gecontroleerd op middelengebruik. De urinecontroles waren steeds negatief. Hij is meewerkend en stelt zich goed begeleidbaar op.
Het hof merkt op dat het voor de hand lag om in ieder geval te overwegen de terbeschikkinggestelde na het gebeurde op 19 november 2010 voor een time-out terug te plaatsen in [kliniek], hetgeen in het kader van de door de rechtbank 's Hertogenbosch in haar beslissing van 23 juli 2010 opgenomen voorwaarden, mogelijk was. Het heeft het hof bevreemd dat een dergelijke tijdelijke terugplaatsing alstoen blijkbaar niet is overwogen.
Reclasseringsinstelling Novadic-Kentron heeft een aanvullend rapport d.d. 3 maart 2011 opgemaakt en heeft daarin tot voortzetting van het traject van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege geadviseerd, zij het met aanvulling van de volgende voorwaarden:
- een ambulante behandelverplichting: indien noodzakelijk kan betrokkene worden aangemeld bij de forensisch psychiatrische polikliniek [naam FPK], onderdeel van [kliniek] te [plaatsnaam], en volgt betrokkene de daaruit voortvloeiende ambulante behandeling;
- deelname aan de leefstijltraining indien de reclassering dit nodig acht;
- continuering van de begeleiding vanuit [instelling].
De heer [W.], reclasseringswerker, is als getuige-deskundige gehoord ter zitting van dit hof op 21 maart 2011 en heeft eerdergenoemd advies gehandhaafd.
De heer [S.], psychiater, heeft op verzoek van de verdediging een contra-expertise rapport opgemaakt, en heeft eveneens geadviseerd tot voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Hij is als deskundige gehoord ter zitting van dit hof op 21 maart 2011 en is bij zijn advies gebleven. Hij acht geen indicatie aanwezig voor een hernieuwd intramuraal TBS-traject, immers zowel eerdere rapporteurs als de kliniek hebben aangegeven dat het gevaar op herhaling van agressieve delicten (zoals die welke hebben geleid tot oplegging van de tbs-maatregel) pas daadwerkelijk toeneemt wanneer betrokkene gaandeweg weer zou afglijden in de combinatie drugsgebruik en deelname aan het criminele milieu. De deskundige acht continuering van de begeleiding door de reclassering onder de voorwaarden zoals beschreven zinvol en voldoende.
Op grond van het vorenstaande is het hof - anders dan de rechtbank - van oordeel dat er onvoldoende termen aanwezig zijn om tot de verstrekkende sanctie van hervatting van de verpleging van overheidswege over te gaan.
De voorwaarden vermeld in de beslissing van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 23 juli 2010, met de voorgestelde aanvulling van Novadic-Kentron zoals verwoord in het aanvullende rapport van 3 maart 2011, en de mate waarin de naleving van die voorwaarden toetsbaar is, zijn toereikend met het doel waarvoor deze zijn gegeven, te weten de bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen. De terbeschikkinggestelde heeft zich ter zitting van dit hof van 21 maart 2011 bereid verklaard de (aangescherpte) voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na te leven.
Het ingezette traject van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege moet dan ook worden voortgezet, met aanscherping van de voorwaarden. Het hof acht het van belang dat de reclassering voor de begeleiding van de terbeschikkinggestelde een geactualiseerd signaleringsplan opstelt. Daarbij dient ook aandacht te worden besteed aan situaties, waarin de achterdocht van de terbeschikkinggestelde een rol kan spelen, en eventuele medicamenteuze ondersteuning van de terbeschikkinggestelde in dit verband.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 december 2010 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde].
Wijst af de vordering van de officier van justitie, strekkende tot hervatting van de verpleging van overheidswege.
Bepaalt dat de beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt voortgezet onder na te noemen voorwaarden:
- De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland, arrondissementaal secretariaat van de reclassering, [adres], met name die aanwijzingen die betrekking hebben op een adequate daginvulling en het op orde houden van zijn financiële situatie;
- De terbeschikkinggestelde zal zich onder behandeling laten stellen van Novadic-Kentron of een gelijksoortige erkende instelling, zolang deze instelling dat nodig acht;
- De terbeschikkinggestelde verandert niet van (woon)adres [woonadres] zonder uitdrukkelijke toestemming van de reclassering;
- De terbeschikkinggestelde is open in de gesprekken, hij bespreekt problemen die hij ervaart en geeft aan welke zaken niet goed verlopen;
- De terbeschikkinggestelde geeft openheid omtrent (aangegane) relaties en de reclassering mag hiermee contact opnemen wanneer deze dat nodig acht;
- De terbeschikkinggestelde geeft inzage in zijn financiële situatie;
- De terbeschikkinggestelde dient zich ook te houden aan de richtlijnen van de reclassering ten aanzien van middelengebruik, ook als dat inhoudt volledige abstinentie en het ondergaan van urinecontroles en bloedcontroles (gericht op alcoholgebruik);
- De terbeschikkinggestelde geeft toestemming aan de reclassering om (indien van toepassing) overleg te voeren met zijn werkgever omtrent zijn functioneren;
- De terbeschikkinggestelde geeft toestemming aan de reclassering om overleg te voeren met andere, niet genoemde, belangrijke referenten;
- De terbeschikkinggestelde zal zich niet schuldig maken aan enig delictgedrag. Wanneer er sprake is van een door de terbeschikkinggestelde gepleegd strafbaar feit zal de officier van justitie hiervan in kennis worden gesteld;
- De terbeschikkinggestelde zal een recente pasfoto aan de reclassering overhandigen of hij schikt zich in het maken van een foto door de reclassering;
- De terbeschikkinggestelde zorgt voor een ziektekostenverzekering;
- De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het invullen van de Koninklijke Landelijke Politie Diensten (KLPD) lijst die, indien nodig, gebruikt kan worden voor de opsporingsdiensten in geval van onttrekking aan de voorwaarden;
- De terbeschikkinggestelde zal zich niet onttrekken aan de voorwaarden. Het zich onttrekken aan één van de voorwaarden wordt als risicovolle situatie aangemerkt en wordt gemeld door de reclassering aan de officier van justitie;
- De terbeschikkinggestelde dient zich te houden aan de meldplichtcontacten bij de Verslavingsreclassering Novadic-Kentron;
- Gelet op het bepaalde in artikel 38g, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, in samenhang met artikel 38, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht zal de begeleiding in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dienen te geschieden door Reclassering Nederland en [kliniek] (met een opdracht tot Forensisch Psychiatrisch Toezicht);
- Indien er sprake is van een crisissituatie kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out moment teruggeplaatst worden in [kliniek] (in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht FPT);
- De terbeschikkinggestelde kan, indien noodzakelijk, worden aangemeld bij de forensisch psychiatrische polikliniek [naam FPK], onderdeel van [kliniek] te [plaatsnaam], en volgt de daaruit voortvloeiende ambulante behandeling;
- De terbeschikkinggestelde neemt deel aan de leefstijltraining indien de reclassering dit nodig acht;
- De terbeschikkinggestelde wordt begeleid door [instantie], die in opdracht van de gemeente [gemeente] bemiddelt in het verkrijgen van passend werk.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr E. van der Herberg en mr T.M.L. Wolters als raadsheren,
en drs. T. van Iersel en prof. dr. B.C.M. Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr I.H.A. Bijl als griffier,
en op 4 april 2011 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.