Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

Appellant is er niet in geslaagd zijn procesbelang te onderbouwen. De enkele melding dat er bij de zorgverlener rekeningen openstaan is daarvoor onvoldoende.

Uitspraak



09/226 AWBZ

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2008, 07/4875 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de onderlinge waarborgmaatschappij Agis Zorgverzekeringen U.A., gevestigd te Amersfoort (hierna: Agis)

Datum uitspraak: 22 maart 2011

I. PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. W.G. Fischer, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.

Agis heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2010. Voor appellant is mr. Fischer verschenen. Agis heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.

Na de behandeling van het geding ter zitting van 25 augustus 2010 heeft de Raad besloten het onderzoek te heropenen. Bij brief van 16 september 2010 heeft de Raad appellant verzocht een nadere toelichting te geven op het financiële belang van de zaak. Appellant heeft hierop gereageerd bij brieven van 13 november 2010, 25 november 2010 en

18 december 2010.

Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 15 februari 2011. Voor appellant is mr. J. Klaas, kantoorgenoot van mr. Fischer verschenen. Agis heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.

II. OVERWEGINGEN

1.1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.2. Appellant, geboren [in] 1973, is in 2003 vanuit Macedonië naar Nederland gekomen. Op 20 maart 2003 heeft appellant een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in de zin van artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 ( Vw 2000) gedaan. Deze aanvraag is bij de beschikking van de staatssecretaris van Justitie van 17 juni 2004 afgewezen. Het beroep daartegen is ongegrond verklaard.

1.3. Appellant lijdt aan een progressieve spierziekte (fascioscapulo-humerale spierdystrofie). Namens appellant is bij aanvraag van 6 maart 2007 het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) verzocht appellant te indiceren voor voorzieningen op grond van het bepaalde bij en krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CIZ heeft bij besluit van 22 maart 2007 appellant geïndiceerd voor - onder meer - langdurig verblijf voor zeven etmalen.

1.4. Bij besluit van 6 november 2007 heeft Agis appellant meegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor de door CIZ geïndiceerde zorg, op de grond dat hij niet behoort tot de kring der verzekerden van de AWBZ.

1.5. Bij besluit van 7 december 2007 heeft Agis het bezwaar van appellant tegen het besluit van 6 november 2007 ongegrond verklaard.

2.1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 7 december 2007 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft - samengevat weergegeven - overwogen dat niet in geschil is dat appellant op grond van artikel 5 AWBZ en de daarop berustende bepalingen niet tot de kring van verzekerden van de AWBZ behoort. Naar het oordeel van de rechtbank kan ook artikel 5b van de AWBZ geen toepassing vinden, nu in de door appellant aangehaalde internationale verdragen niet specifiek de wetgeving van een land wordt aangewezen en er ook geen coördinatieverdrag op appellant van toepassing is. Onder verwijzing naar vaste jurisprudentie van de Raad heeft de rechtbank geoordeeld dat de door appellant aangehaalde artikelen van het Europees Sociaal Handvest (ESH) en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVSCR) niet kunnen worden beschouwd als ieder verbindende bepalingen als bedoeld in de artikelen 93 en 94 van de Grondwet . Het beroep op schending van de artikelen 3, 8 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft de rechtbank onder verwijzing naar jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) en van deze Raad eveneens verworpen.

2.2. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd en daarbij kenbaar gemaakt dat het geschil wordt beperkt tot de periode vanaf de datum waarop hij is opgenomen in verpleeghuis De Die op 29 oktober 2007 tot 11 december 2007, de datum waarop appellant op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers een voorziening is toegekend. Appellant heeft - kort samengevat - aangevoerd dat op basis van de jurisprudentie van het EHRM moet worden geconcludeerd dat het onthouden van zorg in zijn situatie leidt tot schending van de artikelen 3, 8 en 14 van het EVRM .

3.1. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

3.2. De Raad ziet zich, ambtshalve, gesteld voor de vraag of appellant voldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Uit vaste jurisprudentie van de Raad, bijvoorbeeld de uitspraken van 31 augustus 2006, LJN AY8271 en 9 juni 2009, LJN BJ0878, vloeit voort dat eerst sprake is van (voldoende) processueel belang indien het resultaat, dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van (hoger) beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang.

3.3. Naar aanleiding van bij de Raad ter zitting van 25 augustus 2010 gerezen twijfel over de vraag of er nog een procesbelang is voor appellant, is het onderzoek heropend. Bij brief van 16 september 2010 heeft de Raad appellant in de gelegenheid gesteld - binnen veertien dagen - aan te tonen dat er nog sprake is van een concreet - financieel - procesbelang.

3.4. De gemachtigde van appellant heeft de Raad bij brief van 13 november 2010 meegedeeld dat er bij de zorgverlener nog een rekening van appellant openstaat, maar dat er door een communicatieprobleem nog geen schriftelijk bewijs is. Bij brief van 18 december 2010 heeft de gemachtigde de Raad meegedeeld dat van de zorgverlener een e-mail is ontvangen, waarin is aangegeven dat er nog rekeningen van appellant openstaan. De gemachtige heeft daarbij voorts aangegeven dat de zorgverlener als bijlage bij deze e-mail een - door de hem niet te openen - pdf-bestand heeft gevoegd.

3.5. De Raad is van oordeel dat appellant, hoewel hem daartoe ruime mogelijkheden zijn geboden, er niet in is geslaagd zijn procesbelang te onderbouwen. De enkele melding dat er bij de zorgverlener rekeningen openstaan is daarvoor onvoldoende. Appellant heeft op geen enkele wijze geconcretiseerd welke periode en welke zorg die rekeningen betreffen. Nu appellant ervoor heeft gekozen te berusten in het feit dat het pdf-bestand van de zorgverlener - kennelijk - niet te openen was, en overigens ook ter nadere zitting van de Raad van 15 februari 2011 geen enkele nadere specificatie heeft gegeven, dient het er naar het oordeel van de Raad voor te worden gehouden dat van een voldoende concreet procesbelang van appellant geen sprake is.

3.6. Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

4. De Raad ziet geen reden voor proceskostenveroordeling.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;

Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij als voorzitter en N.J. van Vulpen-Grootjans en H.C.P. Venema als leden, in tegenwoordigheid van J.R.K.A.M. Waasdorp als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2011.

(get.) H.J. de Mooij.

(get.) J.R.K.A.M. Waasdorp.

HD


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature