Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Weigering voorschot op de WW-uitkering te betalen. Voldoende aanknopingspunten voor de verwachting dat appellante mogelijk verwijtbaar werkloos was geworden. Uit de gegevens blijkt dat appellante wegens ernstig plichtsverzuim is ontslagen. Dit is een grond voor blijvend en gehele weigering van de WW-uitkering. Gelet hierop kon het Uwv de hoogte van het voorschot op nihil stellen.

Uitspraak



09/2225 WW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 23 februari 2009, 07/2084 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)

met het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht (hierna: college) als belanghebbende.

Datum uitspraak: 8 juli 2010.

I. PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. J.J.H.S. Thomassen, advocaat te Maastricht, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2010. Appellante en haar gemachtigde zijn niet verschenen. Voor het Uwv is verschenen mr. P.H.J.J. Krijnen. Het college heeft niet zich laten vertegenwoordigen.

II. OVERWEGINGEN

1.1. Appellante was werkzaam bij de gemeente Maastricht als [functie] van de [dienst]. Op 26 april 2005 heeft de sociale recherche van die dienst het college op de hoogte gesteld van de aanhouding van appellante op verdenking van medeplichtigheid aan bijstandsfraude. Appellante is met onmiddellijke ingang geschorst in het belang van de dienst. Bij besluit van 12 augustus 2005 heeft het college de disciplinaire maatregel van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd met ingang van 1 september 2005. Bij besluit van 20 december 2005 heeft het college het bezwaar tegen het besluit van 12 augustus 2005 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 13 november 2006 heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 20 december 2005 wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.

1.2. Bij besluit van 4 november 2005 heeft het college het bezwaar van appellante tegen zijn besluit om kosten van aan [v. H.] verleende bijstand mede van haar terug te vorderen op de grond dat op haar adres een gemeenschappelijke huishouding is gevoerd, ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 19 juli 2006 heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 4 november 2005 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd wegens onvoldoende zorgvuldige voorbereiding en onvoldoende motivering. De Raad heeft bij uitspraak van 31 december 2007, LJN BC2050, die uitspraak vernietigd en het beroep tegen het besluit van 4 november 2005 ongegrond verklaard.

1.3. Appellante heeft ziekengeld ontvangen tot 8 mei 2007. Haar verzoek om een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen met ingang van die datum is door het Uwv afgewezen. Naar aanleiding van een op 1 mei 2007 ontvangen aanvraag van appellante om een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW) heeft het Uwv informatie verkregen van het college als voormalig werkgever van appellante. Bij besluit van 1 juni 2007 heeft het Uwv geweigerd aan appellante een voorschot op de WW-uitkering te betalen op de grond dat appellante vermoedelijk verwijtbaar werkloos is geworden. Bij besluit van 22 oktober 2007 (hierna: bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen het besluit van 1 juni 2007 ongegrond verklaard.

2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Zij heeft daartoe onder meer het volgende overwogen:

"In artikel 31, eerste lid, eerste volzin, van de WW is bepaald dat het Uwv een uitkering over een door hem te bepalen tijdvak als voorschot betaalbaar kan stellen, indien onzekerheid bestaat over het recht op of de hoogte van de uitkering of de hoogte van het te betalen bedrag aan uitkering.

De hoogte van het voorschot dient de te verwachten hoogte van de uitkering zoveel mogelijk te benaderen waarbij rekening moet worden gehouden met een te treffen maatregel. Onder omstandigheden kan dit leiden tot een op nihil vast te stellen voorschot.

De rechtbank merkt op dat uit het bestreden besluit niet blijkt wat de datum in geding is. De rechtbank gaat er, gelet op de voorhanden zijnde stukken, van uit dat verweerder het voorschot heeft geweigerd per 8 mei 2007.

De rechtbank stelt vast dat de stelling van verweerder in het bestreden besluit dat er nog steeds onduidelijkheid bestaat over de rechtmatigheid van het ontslag omdat zowel eiseres als de werkgever nog procederen niet juist is. Niet de rechtmatigheid van het ontslag is in een procedure bij de CRvB punt van geschil geweest, maar de vraag of sprake was van een gezamenlijke huishouding. Zolang deze procedure lopend was, kon verweerder nog geen definitieve uitspraak doen over het recht op een WW-uitkering.

De rechtbank is van oordeel dat de door de werkgever overgelegde stukken, waaronder het ontslagbesluit van 12 augustus 2005, voldoende aanknopingspunten boden voor de verwachting van verweerder dat eiseres mogelijk verwijtbaar werkloos was geworden. Uit de gegevens blijkt dat eiseres wegens ernstig plichtsverzuim is ontslagen. Dit is een grond voor blijvend en gehele weigering van de WW-uitkering.

Gelet hierop kon verweerder de hoogte van het voorschot op nihil stellen. Anders dan eiseres is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd. Evenmin is er grond voor het oordeel dat het besluit onzorgvuldig is voorbereid omdat verweerder geen eigen onderzoek zou hebben ingesteld. Alvorens een besluit te nemen heeft verweerder bij de werkgever en bij eiseres navraag gedaan over het ontslag en verweerder heeft het besluit eerst genomen na ontvangst van gegevens van de werkgever. Uit de stukken valt niet op te maken dat eiseres informatie heeft verstrekt aan verweerder."

3. Appellante heeft deze uitspraak in hoger beroep gemotiveerd bestreden.

4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.

4.1. De Raad onderschrijft de onder 2 aangehaalde overwegingen van de rechtbank en neemt deze over.

4.2. Ten aanzien van hetgeen appellante in hoger beroep naar voren heeft gebracht, overweegt de Raad dat zij de aard van de onderhavige besluitvorming miskent. Het gaat hier om de vaststelling van een voorschot dat vooraf gaat aan de besluitvorming omtrent het (geldend kunnen maken van het) recht op WW-uitkering en heeft in die zin een voorlopig karakter. Aan de beslissing van het Openbaar Ministerie om appellante niet strafrechtelijk te vervolgen, komt in dit kader geen betekenis toe. Ook aan de uitspraak van de rechtbank van 19 juli 2006, waarnaar appellante verwijst, kent de Raad niet de betekenis toe die zij daaraan toegekend wenst te zien. Ten tijde van het bestreden besluit was de uitslag van het hoger beroep van het college, dat als bestuursorgaan ook belast was met de uitvoering van de Wet werk en bijstand, tegen die uitspraak nog niet bekend. De motivering van die uitspraak was naar het oordeel van de Raad niet zodanig dat het Uwv daarin op dat moment aanleiding had behoren te vinden om zijn standpunt inzake het niet verlenen van een voorschot in het kader van de WW te herzien.

4.3. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.

III. BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep;

Recht doende:

Bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk als voorzitter en K.J. Kraan en B.M. van Dun als leden, in tegenwoordigheid van B. Bekkers als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 juli 2010.

(get.) G.A.J. van den Hurk.

(get.) B. Bekkers.

RK


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature