Uitspraak
Sector Kanton
Locatie Den Helder
Zaaknr/rolnr.: 311128 \ CV EXPL 09-2445 WG
Uitspraakdatum: 15 april 2010
Vonnis in de zaak van:
de besloten[eiser]nootschap [naam] te Sliedrecht
eisende partij
verder ook te noemen: [eiser]
gemachtigde: AGC Gerechtsdeurwaarders & Incasso Zuid-Holland te Den Haag
tegen
[naam] te Den Helder
gedaagde partij
verder ook te noemen: [gedaagde]
in persoon procederende.
Het procesverloop
De kantonrechter verwijst naar het op 21 januari 2010 in deze zaak gewezen tussenvonnis.
[eiser] heeft vervolgens een akte genomen en [gedaagde] een antwoordakte.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De verdere beoordeling
1.Bij voormeld tussenvonnis d.d. 21 januari 2010 is [eiser] in de gelegenheid gesteld bij akte nadere bewijsstukken/gegevens in het geding te brengen waaruit blijkt dat [gedaagde] een webpagina heeft ingevuld zoals die als productie 1 bij repliek is overgelegd, althans dat [gedaagde] een webpagina heeft ingevuld waarbij hij zich onvoorwaardelijk heeft verplicht tot het aangaan van een bromfietsverzekering.
2.[eiser] heeft vervolgens verwezen naar de als productie 2 bij repliek overgelegde gegevensoverzicht betreffende [gedaagde] en de af te sluiten verzekering. Daarnaast heeft zij een aantal schermafdrukken overgelegd, die overwegend overeenkomen met de schermafdrukken zoals overgelegd als productie 1 bij repliek. Daaraan heeft [eiser] toegevoegd dat [gedaagde] de knop “direct afsluiten” moet hebben aangeklikt en dat er bij [gedaagde] geen misverstand over kan hebben bestaan dat hij een overeenkomst met [eiser] sloot. [gedaagde] heeft bovendien het polisblad ontvangen en daartegen niet geprotesteerd, aldus [eiser]. [gedaagde] heeft dit gemotiveerd betwist.
3.De kantonrechter overweegt het volgende. Beslissend is het antwoord op de vraag of [gedaagde] met het doorlopen van een aantal webpagina’s een overeenkomst heeft gesloten met [eiser]. Weliswaar valt uit de overgelegde schermafdrukken van webpagina’s af te leiden hoe er met [eiser] via internet een overeenkomst tot stand kan komen, maar nog steeds is niet gebleken dat [gedaagde] deze webpagina’s heeft doorlopen. Zo heeft [eiser] geen gegevens overgelegd waaruit blijkt welke webpagina’s ten tijde van het sluiten van de gestelde overeenkomst, 2 maart 2008, op de website [.......] zichtbaar waren en een bezoeker daarvan moest doorlopen om een overeenkomst tot stand te laten komen. Aldus is niet vast komen te staan dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.Dat [eiser] vervolgens een verzekeringspolis aan [gedaagde] heeft toegezonden en hem erop heeft gewezen dat, indien hij niet binnen 14 dagen reageert, de op het polisblad vermelde gegevens worden verondersteld juist te zijn, maakt het voorgaande niet anders. Het niet-reageren op een dergelijk bericht, kan in redelijkheid niet worden beschouwd als wilsverklaring van [gedaagde] gericht op de totstandkoming van een overeenkomst.
5.De conclusie is dat het gevorderde moet worden afgewezen. [eiser] dient als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten te dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het gevorderde af.
Veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die tot heden voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 15 april 2010 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter