Uitspraak
3 november 2009
Strafkamer
nr. 08/03477 E
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 26 juni 2007, nummer 20/004069-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Tilburg" te Tilburg.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de verbeurdverklaring van een camera en tot teruggave van de camera aan de verdachte, met verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel komt op tegen 's Hofs beslissing tot verbeurdverklaring van een draadloze camera.
2.2. Ten laste van de verdachte heeft het Hof onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij op 4 maart 2005, te [plaats] opzettelijk een radiozendapparaat, te weten
- een (zelfbouw) radiozendapparaat, bestemd voor het uitzenden van radiogolven (met een frequentie van ongeveer 105.1 Megahertz [instelbaar], liggende in de FM-omroepband) en
- een (zelfbouw) radiofrequentievermogensversterker (dienende om de radiocommunicatiesignalen, afkomstig van voornoemd radiozendapparaat, [aanzienlijk] te versterken,
geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat radiozendapparaat op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend."
2.3. De bestreden uitspraak houdt het volgende in:
"Beslag
De overige na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met betrekking tot welke het onder 2 ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan dan wel met behulp van welke het feit is begaan. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte."
en voorts
"BESLISSING
(...)
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven, te weten:
(...)
- 1 draadloze camera, merk Damen Electro, model SV-CAM-01E."
2.4. Het oordeel van het Hof dat de inbeslaggenomen draadloze camera vatbaar is voor verbeurdverklaring aangezien het een voorwerp is waarmee dan wel met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde is begaan, is zonder nadere motivering, die in de bestreden uitspraak ontbreekt, niet begrijpelijk. Het middel klaagt daarover terecht, zodat het bestreden arrest in zoverre niet in stand kan blijven.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak doch uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen draadloze camera;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 3 november 2009.