Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 428212 / KG ZA 09-1092 WT/RV
Vonnis in kort geding van 30 juli 2009
in de zaak van
de stichting
STICHTING BESCHERMING RECHTEN ENTERTAINMENT INDUSTRIE NEDERLAND, BREIN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 29 mei 2009,
advocaten mrs. D.F. Groenevelt en J.C.H. van Manen te Amsterdam,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats], Zweden,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats], Zweden,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats], Zweden,
gedaagden,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Ter terechtzitting van 21 juli 2009 is deze zaak gelijktijdig behandeld met de zaak van eiseres tegen Global Gaming Factory X AB, kantoorhoudende te Stockholm, Zweden, zaak- en rolnummer 432071 / KG ZA 09-1411. Eiseres heeft daarbij gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren namens eiseres aanwezig: [bedrijfsjurist], bedrijfsjurist, [hoofd handhaving], hoofd handhaving, [bedrijfsjurist], bedrijfsjurist met mrs. Groenevelt en van Manen.
1.2. Op 27 juli 2009 heeft deze rechtbank een ongedateerde brief van gedaagden ontvangen. In dit schrijven hebben gedaagden onder meer verklaard dat zij niet op de hoogte waren van de terechtzitting, en dat zij verder ook niet in staat zijn om naar Amsterdam te reizen teneinde ter zitting aanwezig te zijn of een advocaat in de arm te nemen om hen te vertegenwoordigen. Zij hebben verder inhoudelijk verweer gevoerd met conclusie de gevraagde voorzieningen te weigeren.
1.3. Omdat gedaagden niet op de daartoe voorgeschreven wijze in het geding zijn verschenen, kan op de door hen in voornoemde brief, ontvangen op 27 juli 2009, opgeworpen inhoudelijke verweren geen acht worden geslagen. Nu gedaagden uitdrukkelijk hebben bericht dat zij niet voornemens zijn te verschijnen (in persoon of vertegenwoordigd door een advocaat) kan de brief evenmin worden opgevat als de zuivering van een eventueel tegen gedaagden te verlenen verstek (artikel 142 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ).
2. De beoordeling
2.1. De gestelde inbreuken op de auteurs- en naburige rechten van aangeslotenen bij eiseres, die de belangen van die aangesloten op dit gebied behartigt, vinden, voor zover van belang, plaats in Nederland, zodat deze rechtbank, en daarmee de voorzieningenrechter, bevoegd is kennis te nemen van het onderhavige geschil, dat alleen ziet op Nederland.
2.2. Het geschil heeft betrekking op de activiteiten van The Pirate Bay, een in Zweden geregistreerde website. The Pirate Bay is geen rechtspersoon die afzonderlijk kan worden gedagvaard, maar een samenwerkingsverband van gedaagden.
2.3. Uit de door eiseres overgelegde producties volgt dat zij de dagvaardingen van gedaagden, inclusief de Zweedse vertaling daarvan, allereerst heeft laten betekenen bij de in artikel 3 EG Betekeningsverordening genoemde centrale instantie in Zweden. Uit de door eiseres overgelegde producties kan echter niet worden geconcludeerd dat bij de betekening van de dagvaardingen van gedaagden in Zweden is voldaan aan het bepaalde in artikel 7 lid 1 EG Betekeningsverordening. Eiseres heeft verder geprobeerd de dagvaardingen van gedaagden rechtstreeks door een Zweedse deurwaarder te laten betekenen. Dit is niet gelukt.
2.4. De voorzieningenrechter kan in spoedeisende gevallen in kort geding toch verstek verlenen tegen een in het buitenland woonachtige gedaagde wanneer niet is voldaan aan de betekeningsvoorschriften, indien zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft verweer te voeren. Eiseres heeft de dagvaardingen op 19 en 23 juni 2009 per e-mail verstuurd aan gedaagden, gebruikmakend van e-mailadressen die door gedaagden op het internet bekend zijn gemaakt, en van een e-mailadres van degene op wiens naam de domeinnaam thepiratebay.org is geregistreerd (gedaagde sub 1). Bovendien heeft gedaagde sub 1 vanaf dat laatste e-mailadres op 6 mei 2009 gereageerd op een e-mail van de advocaat van eiseres waarin deze rechtzaak is aangekondigd. Eiseres heeft de dagvaardingen in de Zweedse taal ook toegestuurd aan de advocaten die gedaagden hebben bijgestaan in een recente strafzaak in Zweden, en per aangetekende post aan elk van gedaagden persoonlijk op de adressen waar zij volgens het Zweedse bevolkingsregister staan ingeschreven. Uit het overzicht van de daarbij gebruikte koerier blijkt dat die dagvaardingen op die adressen zijn afgeleverd op 26 juni 2009 aan gedaagde sub 2, en op 2 juli 2009 aan gedaagden sub 1 en 3.
Daarnaast heeft eiseres gebruik gemaakt van internetcommunicatie zoals Twitter en Facebook en, zoals hiervoor vermeld, e-mail. Bij elk van die berichten in de Engelse taal op de voor ieder van gedaagden bekende (internet)adressen heeft eiseres een link meegestuurd naar een speciaal gemaakte webpagina, slechts te openen door die link aan te klikken, waarop een volledige dagvaarding in de Zweedse taal is geplaatst. Deze webpagina is kort na het verzenden van de berichten op Twitter en Facebook en de e-mails bezocht door een gebruiker met een IP-adres dat wordt gehost door de organisatie piratebyran te Zweden, volgens eiseres de oprichter van The Pirate Bay. Vervolgens heeft eiseres een internationaal opgesteld persbericht over het bekend maken van de dagvaarding aan gedaagden door het gebruik van Twitter en Facebook gepubliceerd. Dat gedaagden aan de media te kennen hebben gegeven niet op de hoogte te zijn van een rechtzaak jegens hen in Nederland is in het licht van vorenstaande niet aannemelijk.
Geoordeeld wordt dat - tegen de achtergrond van het spoedeisende karakter van de vorderingen - voldoende is gewaarborgd dat gedaagden tijdig op de hoogte waren van deze procedure en kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van de dagvaarding. Zij hebben dus de mogelijkheid gehad om verweer te voeren door hetzij zelf te verschijnen hetzij een advocaat te instrueren namens hen te verschijnen. Gelet op de onder 1.2 vermelde brief zijn zij ook niet van plan dit op een eventuele nader te bepalen zitting te doen. Tegen gedaagden zal dan ook verstek worden verleend.
2.5. Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen. De daarbij opgenomen termijn om te voldoen aan dit vonnis wordt redelijk geacht.
2.6. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
2.7. Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Eiseres heeft veroordeling van gedaagden gevorderd in de volledige (proces) kosten, op grond van artikel 1019h Rv en deze gesteld op een bedrag van EUR 61. 155,85, waarvan een bedrag van EUR 2.430,11 aan vertaling van de dagvaarding en de betekening daarvan in Zweden. De volledige (proces) kosten kunnen uitsluitend worden toegewezen voor zover het gaat om kosten samenhangend met de inbreuk op intellectuele eigendomsrechten en voor zover deze kosten redelijk en evenredig zijn. Eiseres heeft gesteld dat haar totale kosten beide, gelijktijdig behandelde, procedures betreffen. Gelet op de hiervoor genoemde criteria zal het salaris advocaat in redelijkheid, inclusief de forfaitaire buitengerechtelijke incassokosten, worden gesteld op een bedrag van EUR 40.000,00 en de explootkosten (inclusief de in Nederland betekende dagvaarding) op EUR 2.500,00. De vordering zal dan ook tot die bedragen worden toegewezen. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- exploten EUR 2.500,00
- vast recht 262,00
- salaris advocaat 40.000,00
Totaal EUR 42.762,00
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. Verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden.
3.2. Gebiedt [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], ieder afzonderlijk en gezamenlijk, om binnen tien dagen na betekening van dit vonnis de inbreuken in Nederland op de auteurs- en naburige rechten van de aangeslotenen van Stichting Brein te staken en gestaakt te houden, daaronder begrepen het aanbieden van hun diensten als tussenpersonen als bedoeld in artikel 26d Auteurswet en artikel 15e Wet op de naburige rechten , op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat zij hiermee in strijd handelen van EUR 30.000,00, met een maximum van EUR 3.000.000,00.
3.3. Gebiedt [gedaagde sub 1], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], ieder afzonderlijk en gezamenlijk, uitvoering te geven aan het gebod onder 3.2 door de websites thepiratebay.org, piratebay.org, piratebay.net, piratebay.se, thepiratebay.com, thepiratebay.net, thepiratebay.nu en thepiratebay.se, of andere variaties daarop, alsook de bij die websites behorende (tracker)servers en databases, ontoegankelijk te maken voor internetgebruikers in Nederland, op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat zij hiermee in strijd handelen van EUR 30.000,00, met een maximum van EUR 3.000.000,00.
3.4. Stelt de termijn als bedoeld in artikel 1019i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vast op twee maanden vanaf de datum van dit vonnis.
3.5. Veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 42.762,00.
3.6. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
3.7. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Tonkens - Gerkema, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2009.?