Uitspraak
200705030/1.
Datum uitspraak: 9 april 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], gevestigd te [plaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 juni 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer (hierna: het college) nadere eisen gesteld ten aanzien van de inrichting van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellante] aan de [locatie] te [woonplaats].
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2007, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 augustus 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 maart 2008. Partijen zijn niet verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij het bestreden besluit heeft het college nadere eisen gesteld als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer met betrekking tot de in de bijlage van dat Besluit opgenomen voorschriften ten aanzien van geluid.
2.2. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Besluit) in werking getreden. Ingevolge artikel 6.43 van dat Besluit is het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer met die inwerkingtreding ingetrokken. Voorts volgt uit het overgangsrecht als opgenomen in hoofdstuk 6 van het Besluit dat de bij het bestreden besluit gestelde nadere eisen met de inwerkingtreding van het Besluit van rechtswege zijn vervallen, nu het besluit tot vaststelling van de nadere eisen op 1 januari 2008 nog niet onherroepelijk was.
Niet is gebleken dat [appellante] niettemin belang heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
2.3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, voorzitter, en mr. J.R. Schaafsma en drs. W.J. Deetman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Duursma, ambtenaar van Staat.
w.g. Drupsteen w.g. Duursma
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2008
378.