Bij besluit van 2 augustus 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van
[appellante] om een Nederlands paspoort niet in behandeling genomen. Bij besluit van 4 oktober 2016 heeft de minister van Buitenlandse Zaken het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Met het besluit van 12 november 2020 heeft de minister dat besluit vervangen en het bezwaar wederom ongegrond verklaard. De ouders van [appellante] zijn beiden geboren in Amsterdam. Zij zijn op [datum] 1952 getrouwd en vervolgens naar Zuid-Afrika geƫmigreerd. [appellante] is op [geboortedatum] 1965 geboren in [geboorteplaats], Zuid-Afrika. [appellante] heeft bij haar geboorte het Nederlanderschap verkregen omdat haar vader op dat moment Nederlander was. Zij heeft bij haar geboorte ook de Zuid-Afrikaanse nationaliteit verkregen. Haar vader heeft zijn Nederlanderschap op [datum] 1967 verloren omdat hij door naturalisatie de Zuid-Afrikaanse nationaliteit heeft verkregen. [appellante] heeft in ieder geval ook van [datum] 1985 tot en met [datum] 1995 onafgebroken gewoond in Zuid-Afrika. Zij heeft op [datum] 2016 voor het eerst een Nederlands paspoort aangevraagd.