Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

De NAM wil aardgas winnen op de mijnbouwlocatie Ternaard in de gemeente Noardeast-Fryslân en dat aardgas transporteren naar een gasbehandelingsinstallatie in Moddergat. De NAM heeft tien aanvragen gedaan voor de nodige vergunningen voor de realisatie van de productiefaciliteit en transportleidingen en de uitbreiding van de installatie in Moddergat. De activiteiten worden gezamenlijk aangeduid als het project Gaswinning Ternaard. Er zijn nog geen besluiten op die aanvragen bekendgemaakt. De NAM heeft al een keer eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op haar aanvragen. Bij uitspraak van 31 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:365, heeft de Afdeling dat beroep gegrond verklaard en de destijds bevoegde staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat opgedragen om vóór 1 april 2024 de besluiten op de tien aanvragen voor het project Gaswinning Ternaard op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

Uitspraak



202405540/2/R4.

Datum uitspraak: 10 oktober 2024

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: de NAM), gevestigd in Assen,

appellante,

en

de minister van Klimaat en Groene Groei,

verweerder.

Procesverloop

In 2019 en 2020 heeft de NAM diverse aanvragen gedaan voor de realisatie van het project Gaswinning Ternaard.

De NAM heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op de aanvragen.

De minister van Klimaat en Groene Groei heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

Inwerkingtreding Omgevingswet

1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en een aantal aanverwante wetten in werking getreden. Die wetten zijn niet van toepassing op dit geding.

Inleiding

2.       De NAM wil aardgas winnen op de mijnbouwlocatie Ternaard in de gemeente Noardeast-Fryslân en dat aardgas transporteren naar een gasbehandelingsinstallatie in Moddergat. De NAM heeft tien aanvragen gedaan voor de nodige vergunningen voor de realisatie van de productiefaciliteit en transportleidingen en de uitbreiding van de installatie in Moddergat. De activiteiten worden gezamenlijk aangeduid als het project Gaswinning Ternaard. Er zijn nog geen besluiten op die aanvragen bekendgemaakt.

3.       De NAM heeft al een keer eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op haar aanvragen. Bij uitspraak van 31 januari 2024, ECLI:NL:RVS:2024:365, heeft de Afdeling dat beroep gegrond verklaard en de destijds bevoegde staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat opgedragen om vóór 1 april 2024 de besluiten op de tien aanvragen voor het project Gaswinning Ternaard op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Ook heeft de Afdeling toen bepaald dat de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aan de NAM een dwangsom verbeurt voor elke dag waarmee de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat de hiervoor genoemde termijn voor de bekendmaking van de besluiten overschrijdt, waarbij de hoogte van de dwangsom € 250,00 per dag bedraagt, met een maximum van € 37.500,00.

4.       Omdat er nog steeds geen besluiten zijn bekendgemaakt en de maximale dwangsom van € 37.500,00 is verbeurd, heeft de NAM opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op haar aanvragen.

Beoordeling beroep

5.       Niet in geschil is dat niet tijdig op de aanvragen is beslist. Het beroep is daarom kennelijk gegrond. Het geschil richt zich alleen nog op de vraag wat er nu moet gebeuren. De NAM heeft de Afdeling verzocht een termijn te stellen waarbinnen de minister, als coördinerend bestuursorgaan, zorg moet dragen dat alsnog op de aanvragen wordt beslist, liefst binnen één week na de uitspraak van de Afdeling. De minister heeft in het verweerschrift de Afdeling verzocht om een termijn tot eind 2024.

6.       Op grond van artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb , bepaalt de bestuursrechter, indien het beroep gegrond is en nog geen besluit is bekendgemaakt, dat het bestuursorgaan binnen twee weken, dan wel een andere termijn, na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een besluit bekendmaakt. De minister heeft in het verweerschrift toegelicht dat na de uitspraak van de Afdeling van 31 januari 2024 een nader advies is ontvangen van Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM). In dit advies werd geadviseerd om niet in te stemmen met het winningsplan Ternaard. Omdat dit advies afweek van een eerder positief advies, is de NAM in de gelegenheid gesteld om op het nieuwe advies te reageren. De reactie van de NAM is met enkele andere adviezen voorgelegd aan SodM, TNO en de Mijnraad. Deze adviseurs hebben verschillende schriftelijke stukken uitgebracht die volgens de minister niet allemaal op elkaar aansluiten. In de eerste week van september heeft een gesprek plaatsgevonden met de drie adviseurs. Naar aanleiding van dit gesprek heeft TNO op 19 september 2024 een nadere reactie uitgebracht. Volgens de minister heeft dit alles geleid tot verdere vertraging in de besluitvorming. Daarnaast zijn er nieuwe Aerius-berekeningen gemaakt die moeten worden beoordeeld. De minister stelt dat het vanwege de aard van het project van groot belang is om zorgvuldig op de aanvragen te beslissen. Daarbij heeft de minister gewezen op de verantwoordelijkheid die Nederland heeft voor het Natura 2000-gebied en het Werelderfgoedgebied Waddenzee. Daarom heeft de minister verzocht om een beslistermijn tot eind 2024.

7.       De Afdeling begrijpt dat de NAM wil dat er zo snel mogelijk op de aanvragen wordt beslist. De NAM wacht al lang op die besluiten en de eerder door de Afdeling gegeven termijn tot 1 april 2024 is inmiddels al weer ruim verstreken. Maar de Afdeling begrijpt ook dat het vanwege de aard van het project belangrijk is dat de aanvragen heel zorgvuldig worden beoordeeld voordat er besluiten worden genomen. De Afdeling ziet daarom aanleiding om nog één keer een langere dan de standaardtermijn te geven voor het alsnog nemen van de besluiten, namelijk tot 1 januari 2025. De minister zal dus dit jaar besluiten moeten nemen.

De Afdeling ziet aanleiding om de dwangsom die aan die termijn wordt verbonden te verdubbelen ten opzichte van de vorige keer.

Conclusie

8.       Het beroep is kennelijk gegrond. Het met besluiten gelijk te stellen niet tijdig nemen van besluiten op de aanvragen van de NAM voor project Gaswinning Ternaard moet worden vernietigd.

9.       De minister moet alsnog de besluiten op de aanvragen van de NAM bekend maken. De Afdeling zal, op grond van artikel 8:55d, derde lid, van de Awb , de minister opdragen om dat v óór 1 januari 2025 te doen. De Afdeling zal verder met toepassing van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb bepalen dat de minister een nadere dwangsom verbeurt voor iedere dag dat hij in gebreke blijft deze uitspraak na te leven. De Afdeling zal de hoogte van deze dwangsom vaststellen op een bedrag van € 500,00 per dag, met een maximum van € 75.000,00.

10.     De minister moet de proceskosten vergoeden. Bij het bepalen van de hoogte van de proceskosten zal de Afdeling een wegingsfactor van 0,5 (licht) hanteren.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep gegrond;

II.       vernietigt het met besluiten gelijk te stellen niet tijdig nemen van de besluiten op de tien aanvragen voor het project Gaswinning Ternaard;

III.      draagt de minister van Klimaat en Groene Groei op om vóór 1 januari 2025 de besluiten op de tien aanvragen voor het project Gaswinning Ternaard op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;

IV.      bepaalt dat de minister van Klimaat en Groene Groei aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. een dwangsom verbeurt voor elke dag waarmee de minister van Klimaat en Groene Groei de hiervoor genoemde termijn voor de bekendmaking van de besluiten overschrijdt, waarbij de hoogte van de dwangsom € 500,00 per dag bedraagt, met een maximum van € 75.000,00;

V.       veroordeelt de minister van Klimaat en Groene Groei tot vergoeding van bij Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,50, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VI.      gelast dat de minister van Klimaat en Groene Groei aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 371,00 vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, griffier.

w.g. Venema

lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Van Roessel

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 10 oktober 2024


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature