Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 30 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Oirschot het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte Ekerschot Noord" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noorden van het centrum van Oirschot en heeft een oppervlakte van ongeveer 6,5 ha. Het plan voorziet in totaal in maximaal 152 woningen. [appellant] is bewoner en eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] in Oirschot, dat grenst aan het plangebied. Hij kan zich niet met het plan verenigen, omdat hij vreest voor de verstoring van verschillende diersoorten en hun leef- en voortplantingsgebied. [appellant] stelt dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van de voorziene ontwikkelingen voor uilen die in het plangebied voorkomen. Hij voert aan dat er uilen op zijn perceel en in het plangebied voorkomen. Zo heeft hij in de winter een dode kerkuil en braakballen in zijn schuur aangetroffen en zijn er op het nabijgelegen perceel aan de [locatie 2] meermaals roepende steenuilen gehoord, is één broedgeval van steenuilen aangetroffen.

Uitspraak



202103724/1/R2.

Datum uitspraak: 16 maart 2022

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te Oirschot,

en

de raad van de gemeente Oirschot,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 30 maart 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte Ekerschot Noord" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Ruimte voor Ruimte II CV, Ontwikkelingsmaatschappij De Bochten B.V. en P. Stalpers hebben schriftelijke uiteenzettingen ingediend.

[appellant] en Ruimte voor Ruimte II CV hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 december 2021, waar [appellant], bijgestaan door mr. T.I.P. Jeltema, advocaat te Veldhoven, en de raad, vertegenwoordigd door mr. R. Benhadi, advocaat te Nijmegen, vergezeld door ing . K.W. Ammerdorffer-Vos, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting Ruimte voor Ruimte II CV, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. E. Beele, advocaat te Tilburg, De Bochten B.V., vertegenwoordigd door mr. A.J.L. Claassen, advocaat te Eindhoven, als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het plangebied ligt ten noorden van het centrum van Oirschot en heeft een oppervlakte van ongeveer 6,5 ha. Het plan voorziet in totaal in maximaal 152 woningen.

[appellant] is bewoner en eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] in Oirschot, dat grenst aan het plangebied. Hij kan zich niet met het plan verenigen, omdat hij vreest voor de verstoring van verschillende diersoorten en hun leef- en voortplantingsgebied.

Toetsingskader

2.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Uilen

3.       [appellant] stelt dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van de voorziene ontwikkelingen voor uilen die in het plangebied voorkomen. Hij voert aan dat er uilen op zijn perceel en in het plangebied voorkomen. Zo heeft hij in de winter een dode kerkuil en braakballen in zijn schuur aangetroffen en zijn er op het nabijgelegen perceel aan de [locatie 2] meermaals roepende steenuilen gehoord, is één broedgeval van steenuilen aangetroffen en is eenmaal een koppel waargenomen. Daarnaast zijn er tijdens het veldonderzoek ten behoeve van het ecologische onderzoekrapport van Econsultancy van 3 augustus 2021, dat in opdracht van [appellant] is opgesteld, kerk- en steenuilen waargenomen in de omgeving van het plangebied. Nu onvoldoende onderzoek is gedaan naar de vraag of er een ontheffing op grond van het soortenbeschermingsregime benodigd is voor de uilen, heeft de raad het plan niet kunnen vaststellen, aldus [appellant].

3.1.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 29 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2184, komen de vragen of voor de uitvoering van het bestemmingsplan een vrijstelling, dan wel een ontheffing op grond van het soortenbeschermingsregime in de Wet natuurbescherming (hierna: de Wnb) nodig is en zo ja, of deze ontheffing kan worden verleend, in beginsel pas aan de orde in een procedure op grond van de Wnb. Dat doet er niet aan af dat de raad het plan niet heeft kunnen vaststellen indien en voor zover hij op voorhand in redelijkheid heeft moeten inzien dat het soortenbeschermingsregime aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.

3.2.    Volgens paragraaf 5.2 van de plantoelichting heeft Sweco in 2019 een verkennend natuuronderzoek uitgevoerd dat als bijlage 5 aan de plantoelichting is toegevoegd. Bij dit verkennend onderzoek is naar voren gekomen dat er een nader ecologisch onderzoek dient te worden gedaan naar, voor zover hier van belang, jaarrond beschermde nesten van vogels. Daarbij is specifiek gewezen op de buizerd, havik, sperwer, ransuil, steenuil en kerkuil. Naar aanleiding daarvan is een aanvullend soortgericht onderzoek uitgevoerd naar het daadwerkelijk voorkomen van, onder andere, vogels met een jaarrond beschermde nestplaats. De bevindingen zijn opgenomen in het onderzoekrapport van Sweco van 11 november 2020, dat als bijlage 6 bij de plantoelichting is opgenomen. In paragraaf 5.3.1 van dit onderzoeksrapport staat dat de bomen binnen het onderzoeksgebied zijn bekeken op aanwezigheid van nesten die door vogels met een jaarrond beschermde nestplaats gebruikt kunnen worden. In totaal zijn er negen veldonderzoeken uitgevoerd in de periode van mei 2019 tot en met september 2020. Voor het vaststellen van territoria van de steenuil, is de gestandaardiseerde methodiek van Steenuil Overleg Nederland (hierna: STONE) en het kennisdocument Steenuil van BIJ12 gehanteerd. Op avonden met geschikte weersomstandigheden zijn baltsgeluiden van de steenuil afgespeeld om een territoriale roep van de steenuil uit te lokken en een indicatie te krijgen van de aanwezigheid van een individu of een paar. Daarnaast is tijdens avond- en ochtendbezoeken naar vleermuizen gelet op de territoriumroep van de steenuil.

Tijdens het veldonderzoek zijn binnen het plangebied géén nesten aangetroffen van vogels met een jaarrond beschermde status. Er zijn evenmin territoria van de steenuil aangetroffen binnen het plangebied zelf. Territoriaal roepende steenuilen zijn wel in de omgeving van het plangebied waargenomen, maar zij hebben hun rust- en nestplaats, inclusief territoria en leefgebied, niet binnen het plangebied. Op 30 maart 2020 en 18 april 2020 is een territoria waargenomen in de tuin dan wel boomgaard behorende bij de woning aan de [locatie 3]. Daarnaast is op 14 juli 2020 vastgesteld dat er een territorium aanwezig is in de tuin behorende bij de woning aan de [locatie 4] en [locatie 5]. Beide locaties liggen op een afstand van ongeveer 300 m van het plangebied. Aangezien steenuilen bij voorkeur voedsel zoeken in de onmiddellijke omgeving van het nest, het liefst binnen een straal van 100 m, en het activiteitsgebied rond de nestplaats doorgaans slechts enkele honderden meters is, vormt het plangebied geen (essentieel) foerageergebied van de steenuilen in de omgeving. Het onderzoeksrapport concludeert daarom met betrekking tot uilen dat er geen verbodsbepalingen van de Wnb worden overtreden, waardoor er geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd en geen andere vervolgstappen genomen hoeven te worden.

3.3.    In het onderzoeksrapport van Econsultancy van 3 augustus 2021 staat dat er voor het onderzoek naar de steenuil drie veldonderzoeken zijn uitgevoerd in de periode van februari 2021 tot en met april 2021. Daarbij is zowel het perceel van [appellant] als de omgeving binnen een straal van ongeveer 300 m onderzocht op de aanwezigheid van steenuilen middels geluidsnabootsing, om vast te stellen of daar territoria van steenuilen aanwezig zijn. Ook zijn een aantal locaties op grotere afstand van het perceel van [appellant] onderzocht om te kijken naar een geschikt gebied voor compensatie en of daar reeds territoria aanwezig zijn. De inventarisatiemethode die gebruikt is, komt overeen met de methode die opgesteld is door STONE. Verder is er ook gelet op verblijfsindicaties van kerkuilen.

Tijdens het veldonderzoek zijn er in totaal vier territoriaal roepende steenuilen waargenomen, ter hoogte van de [locatie 6], [locatie 7] en [locatie 8] en [locatie 2]. Daarnaast is er tijdens het eerste avondbezoek een jagende kerkuil waargenomen boven het grasperceel aan het kruispunt van de Peperstraat en de Oude Grintweg. Tijdens dat bezoek is ook een overvliegende kerkuil waargenomen ter hoogte van het perceel van [appellant]. Tijdens het tweede en derde avondbezoek zijn geen kerkuilen waargenomen. Met betrekking tot de ransuil is aangegeven dat er tijdens alle veldbezoeken geen waarnemingen zijn gedaan van deze soort binnen het onderzoeksgebied. In het onderzoeksrapport van Econsultancy wordt geconcludeerd dat op basis van het onderzoek kan worden vastgesteld dat er drie vaste rustplaatsen, nestlocaties of actieve territoria van de steenuil aanwezig zijn binnen de invloedssfeer van de voorgenomen herontwikkeling. De realisatie van de woningen leidt daarom mogelijk tot afbreuk aan het territorium van de steenuil, waardoor sprake is van een overtreding van de Wnb. Met betrekking tot de kerkuil is de conclusie dat kan worden vastgesteld dat de planlocatie deel uitmaakt van het leefgebied van de kerkuil, maar dat de afname van oppervlakte van het leefgebied niet significant te noemen is. Indien blijkt dat er binnen de verstoringsafstand van de voorgenomen ontwikkeling een nestlocatie van de kerkuil bevindt dan is daar mogelijk een ontheffing op grond van de Wnb voor nodig.

3.4.    In hetgeen door [appellant] is aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar uilen dan wel dat de onderzoeken van Sweco onjuist zijn. De omstandigheid dat kerk- en steenuilen zijn waargenomen op de percelen aan de [locatie 1] 3, leidt niet tot een ander oordeel. Het door [appellant] overgelegde onderzoeksrapport van Econsultancy van 3 augustus 2021 doet dat evenmin. Uit dit stuk blijkt weliswaar dat er territoriaal roepende steenuilen zijn waargenomen buiten het plangebied, maar met de aanwezigheid van steenuilen buiten het plangebied is ook rekening gehouden in het onderzoeksrapport van Sweco van 11 november 2020. Met betrekking tot deze steenuilen is in het onderzoeksrapport van Sweco aangegeven dat zij hun rust- en nestplaats hebben buiten het plangebied en dat de territoria op zodanige afstand van het plangebied zijn gelegen dat het plangebied evenmin een (essentieel) foerageergebied vormt voor de steenuilen. Bovendien wordt in beide onderzoeksrapporten geconcludeerd dat er geen nesten van jaarrond beschermde vogels aanwezig zijn binnen het plangebied. De uilen zelf zijn evenmin waargenomen in het plangebied. Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het soortenbeschermingsregime uit de Wnb niet op voorhand aan de uitvoerbaarheid van het plan in de weg staat.

Het betoog slaagt niet.

Compensatiemaatregelen voor wezel, bunzing en kamsalamander

4.       [appellant] betoogt dat het plan niet uitvoerbaar is, omdat de bestemming "Groen" zich niet verhoudt tot de compenserende maatregelen behorende bij de Wnb-ontheffing die op 24 december 2020 voor de wezel, bunzing en kamsalamander is verleend. Daartoe voert hij aan dat het op grond van de planregels mogelijk is om parkeer-, speel- en nutsvoorzieningen te realiseren op en nabij de gronden die gebruikt zullen worden voor de compenserende maatregelen. De mogelijkheden van de bestemming "Groen" staan echter haaks op die maatregelen, omdat een nestkast of marterhoop niet gebruikt zal worden op het moment dat deze is gelegen naast een voorziening die mensen trekt. Dit geldt volgens hem ook voor de nieuwe voortplantingspoel die gelegen is naast een weg. Het is op grond van de planregels mogelijk om daar parkeer- en speelvoorzieningen te realiseren. Dit heeft, samen met de ligging van de poel, tot gevolg dat de kamsalamanderpopulatie zal afnemen. De compenserende maatregelen en de werking daarvan zijn derhalve onvoldoende gewaarborgd in het plan. Bovendien had de voortplantingspoel weergegeven moeten worden in de planverbeelding, aldus [appellant].

4.1.    Artikel 3.1 van de planregels luidt:

"De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. groenvoorzieningen;

b. voet- en fietspaden;

c. perceelsontsluitingen;

d. bermen;

e. parkeervoorzieningen;

f. speelvoorzieningen;

g. nutsvoorzieningen;

h. kunstobjecten;

i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

j. ter plaatste van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing’ uitsluitend landschappelijke inpassing;

met de daarbij behorende:

k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde."

Artikel 3.1.1 luidt:

"Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het anders in gebruik nemen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' dan voor landschappelijke inpassing."

4.2.    De raad heeft zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het niet nodig is om de uitvoering van de compenserende en mitigerende maatregelen door middel van planregels te waarborgen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat aan de bij besluit van 24 december 2020 verleende Wnb-ontheffing voorschriften zijn verbonden op grond waarvan Ruimte voor Ruimte II CV verplicht is om de voorgeschreven maatregelen uit te voeren. Indien het achterwege blijven van deze noodzakelijke maatregelen bij de realisering van het plan leidt tot een overtreding van de verbodsbepalingen van de Wnb, dan kan er worden gehandhaafd. Voor zover [appellant] betoogt dat de bestemming "Groen" in de weg staat aan de uitvoering van de compenserende maatregelen, volgt de Afdeling hem daarin niet, omdat artikel 3.1 van de planregels het uitvoeren van de maatregelen, zoals het realiseren van een nieuwe voortplantingspoel en het plaatsen van nestkasten en marterhopen, toestaat. Dat het planologisch mogelijk is om binnen dezelfde bestemming andere voorzieningen te realiseren, maakt niet dat de maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd en in stand gehouden. De instandhouding van de voortplantingspoel is op basis van de verleende Wnb-ontheffing voorgeschreven, zodat het benutten van de planologische mogelijkheden niet ten koste daarvan kan gaan. Bovendien is er, voor zover er binnen de bestemming "Groen" naast gronden waarop maatregelen zijn voorzien nog ruimte is voor de aanleg van andere voorzieningen die het plan mogelijk maakt, een Wnb-ontheffing nodig indien de voorzieningen leiden tot overtreding van een verbodsbepaling van de Wnb. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling evenmin aanleiding voor het oordeel dat de nieuwe voortplantingspoel weergegeven had moeten worden op de planverbeelding.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

5.       Het beroep is ongegrond.

6.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.W.L. van der Heijden, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2022

884


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature