E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2022:3989
Raad van State, 202103339/1/R4 en 202200371/1/R4

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau het verzoek van [appellant] om de aan [vergunninghouder] op 25 augustus 2009 verleende milieuvergunning voor een melkrundveehouderij aan [locatie 1] in Baarle-Nassau en de op 12 april 2013 aan [vergunninghouder] voor het perceel verleende omgevingsvergunning 2e fase voor de bouw van een stal op het perceel in te trekken, afgewezen. [appellant] woont tegenover het perceel, aan [locatie 2] in Baarle-Nassau. Hij stelt hinder te ondervinden van de activiteiten die op het perceel worden verricht. Bij brief van 1 november 2018 heeft [appellant], voor zover hier van belang, verzocht om intrekking van de vergunning van 12 april 2013. Het college heeft dat verzoek afgewezen omdat het aannemelijk heeft geacht dat op korte termijn gebruik zal worden gemaakt van de vergunning. Het college heeft daarbij het belang van [vergunninghouder] bij behoud van zijn vergunning zwaarder laten wegen dan het belang van [appellant] bij intrekking van de vergunning.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie