U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij tussenuitspraak van 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:622 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Veenendaal opgedragen om binnen twaalf weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 19 december 2019, waarbij de raad het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" heeft vastgesteld, te herstellen. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het plan "Woongebieden 2018" vastgesteld. Dit plan kent aan het perceel van [appellant A] aan de [locatie] de bestemming "Wonen" toe en regelt onder meer dat op het perceel geen tweede woning mag worden gebouwd. [appellant A] wil op het perceel graag een tweede woning bouwen. Hij is daarom tegen dit plan opgekomen. Bij uitspraak van 4 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3042, heeft de Afdeling overwogen dat voor zover het plan niet voorziet in een tweede woning op het perceel aan de [locatie], het plan niet berust op een zorgvuldige belangenafweging.

Uitspraak



202001136/5/R4

Datum uitspraak: 17 november 2021

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant A], wonend in Veenendaal,

en

de raad van de gemeente Veenendaal,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:622 heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen twaalf weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 19 december 2019, waarbij de raad het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" heeft vastgesteld, te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij beschikking van 27 mei 2021 heeft de Afdeling de bij haar tussenuitspraak bepaalde termijn verlengd tot 1 oktober 2021.

Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad een nadere motivering voor het bestreden besluit gegeven.

Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft [appellant A] een zienswijze naar voren gebracht.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.       Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het plan "Woongebieden 2018" vastgesteld. Dit plan kent aan het perceel van [appellant A] aan de [locatie] (hierna: het perceel) de bestemming "Wonen" toe en regelt onder meer dat op het perceel geen tweede woning mag worden gebouwd. [appellant A] wil op het perceel graag een tweede woning bouwen. Hij is daarom tegen dit plan opgekomen. Bij uitspraak van 4 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3042, heeft de Afdeling overwogen dat voor zover het plan niet voorziet in een tweede woning op het perceel aan de [locatie], het plan niet berust op een zorgvuldige belangenafweging. De Afdeling heeft het plan daarom in zoverre vernietigd en de raad opgedragen om binnen een termijn van 20 weken na de verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen.

2.       Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad vervolgens het plan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" vastgesteld. Op grond van dit plan rust op het perceel de bestemming "Wonen". Dit plan maakt het opnieuw niet mogelijk om een tweede woning op het perceel te bouwen. [appellant A] is daarom tegen dit plan opgekomen.

Overwegingen uit de tussenuitspraak

3.       De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 24 maart 2021 overwogen dat de raad opnieuw niet goed heeft gemotiveerd waarom het toestaan van een tweede woning in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling heeft daarbij betrokken dat, anders dan de raad heeft aangevoerd, niet is gebleken dat het perceel aan de [locatie] in een zogenoemde "groene lob" ligt. Hierbij heeft de Afdeling in ogenschouw genomen dat op de door [appellant A] overgelegde tekeningen die horen bij het Landschapsontwikkelingsplan uit 2007 en het Groenstructuurplan uit 2019 staat dat het perceel aan de [locatie] in stedelijk gebied ligt en de raad ter zitting niet in staat was om uit te leggen waarom deze tekeningen niet relevant zijn voor het antwoord op de vraag of het perceel in een zogenoemde "groene lob" ligt. De Afdeling heeft verder aan haar voormelde overweging ten grondslag gelegd dat de raad bovendien, ondanks verzoeken daartoe van zowel [appellant A] als de Afdeling, niet de beleidsstukken heeft overgelegd waaruit zou volgen dat het bouwen van een tweede woning in een groene lob niet is toegestaan.

Oordeel van de Afdeling

4.       Gelet op wat is overwogen in overweging 3.2 van de tussenuitspraak, komt de Afdeling tot het oordeel dat het beroep van [appellant A] gegrond is en dat het besluit van 19 december 2019, wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), dient te worden vernietigd, voor zover het ziet op het perceel [locatie] te Veenendaal en voor zover daarbij niet is voorzien in een tweede woning.

Opdracht in de tussenuitspraak

5.       De Afdeling heeft de raad in de tussenuitspraak opgedragen om met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen, hetzij het besluit nader te motiveren, hetzij het besluit te wijzigen door een andere planregeling vast te stellen. Daarbij heeft de Afdeling opgemerkt dat de raad alsnog dient te motiveren waarom hij het in strijd vindt met een goede ruimtelijke ordening om op het perceel een tweede woning toe te staan, dan wel daarover een nieuw besluit te nemen.

Uitvoering van de opdracht - nadere motivering door de raad

6.       Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad een brief van 23 september 2021 ingebracht, die is gepresenteerd als een "besluit". Naar het oordeel van de Afdeling dient deze brief, naar de strekking ervan, niet te worden gezien als een nieuw besluit, maar te worden opgevat als een nadere motivering van het eerdere besluit (van 19 december 2019) om ter plaatse van het perceel [locatie] te Veenendaal geen tweede woning toe te staan.

[appellant A] heeft in zijn zienswijze naar voren gebracht dat de raad nog altijd niet goed heeft gemotiveerd waarom het toestaan van een tweede woning op het perceel in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. [appellant A] heeft daarbij onder meer gewezen op een Stedenbouwkundige Onderbouwing van augustus 2021 van Pasmaat Advies.

Beoordeling van de nadere motivering - Instandlating rechtsgevolgen van het gedeeltelijk te vernietigen besluit?

7.       De Afdeling ziet zich, gezien de nadere motivering van de raad en wat daartegen is ingebracht door [appellant A] in zijn zienswijze, gesteld voor de vraag of de rechtsgevolgen van het gedeeltelijk te vernietigen besluit in stand kunnen blijven (als bedoeld in artikel 8:72, derde lid, van de Awb). Hierover overweegt de Afdeling als volgt.

7.1.    De raad heeft in zijn brief van 23 september 2021 erkend dat er geen beleid is waarin staat dat het perceel ligt in een groene lob. Hierbij heeft de raad erop gewezen dat dit een omissie is. Volgens de raad bestaat het voornemen om een zogenoemde "parapluherziening" vast te stellen, waarin de zogenoemde groene lobben zullen worden beschermd.

Verder vindt de raad het toestaan van een tweede woning in strijd met een goede ruimtelijke ordening, omdat woningbouw landschappelijke waarden, de cultuurhistorische waarden en stedenbouwkundige kenmerken zou aantasten. Hierbij heeft de raad verwezen naar een stedenbouwkundig advies van BRO van 5 juli 2021. Verdichting of verstening op deze locatie acht de raad niet wenselijk in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De raad heeft wel in ogenschouw genomen dat er bij [appellant A] als gevolg van een ambtelijke reactie op het principeverzoek om een woning te bouwen mogelijk verwachtingen zijn gewekt, maar die zijn volgens de raad niet zodanig concreet of gerechtvaardigd dat er niet kon worden afgezien van het toekennen van een woonbestemming aan dit perceel. Overigens heeft de raad wel aangegeven bereid te zijn om redelijkerwijs door [appellant A] gemaakte kosten (bijvoorbeeld architect kosten) vanwege de initiële positieve ambtelijke reactie te compenseren.

7.2.    De Afdeling stelt voorop dat van beleidsmatige bescherming van landschappelijke waarden niet is gebleken. Naar het oordeel van de Afdeling kan de raad aan het voornemen in de toekomst een "parapluherziening" met het oog op de bescherming van "groene lobben" vast te stellen in het kader van deze procedure geen valide argument ontlenen om woningbouw niet toe te staan. Feit is dat (voor de vraag of de rechtsgevolgen van het gedeeltelijk te vernietigen besluit in stand kunnen blijven) het peilmoment "thans" is en dat thans geen sprake is van een bescherming van "groene lobben". Hierbij laat de Afdeling de vraag of het perceel al dan niet in een "groene lob" zou liggen, rusten.

Verder vindt de Afdeling het standpunt van de raad - inhoudend dat een tweede woning op het perceel in strijd is met een goede ruimtelijke ordening - nog altijd niet toereikend gemotiveerd. Zo is de Afdeling zonder nadere toelichting van de raad, die ontbreekt, niet ervan overtuigd dat landschappelijke waarden worden aangetast in geval van woonbebouwing op het perceel. Hierbij betrekt de Afdeling de feitelijke situatie van het perceel, waarbij sprake is van een tuin. Hierbij betrekt de Afdeling ook dat in de door [appellant A] aangeleverde Stedenbouwkundige onderbouwing (van augustus 2021 van Pasmaat advies) naar voren komt dat geen sprake is van functioneel groen, zoals dat wel elders het geval is in de omgeving van het perceel. Tevens neemt de Afdeling in ogenschouw hetgeen in deze Stedelijke Onderbouwing is vermeld over de mogelijkheden van landschappelijke inpassing van een eventuele woning (bijvoorbeeld met een groen dak).

Verder stelt de Afdeling vast dat in de Stedenbouwkundige onderbouwing naar voren komt dat de bebouwde omgeving bestaat uit een paar zogenoemde "poten" met bebouwing, waarbij de rechterpoot meer uitgerekt is dan de linkerpoot, waarop het perceel is gelegen.

Volgens de Stedenbouwkundige Onderbouwing zal het stedenbouwkundig fraaier zijn om de linkerpoot wat naar beneden te trekken wat pleit voor de bouw van een extra, nieuwe woning. De Afdeling is, mede in het licht hiervan, van oordeel dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom op basis van stedenbouwkundige overwegingen een woning niet passend zou zijn op het perceel. Hierbij neemt de Afdeling ook in ogenschouw dat de raad niet is ingegaan op de ligging van het perceel in stedelijk gebied, zoals in overweging 3 aan de orde is gekomen.

Los van de vraag of er bij [appellant A] al dan niet gerechtvaardigde verwachtingen namens de raad zijn gewekt, komt de Afdeling onder de hierboven geschetste omstandigheden tot het oordeel dat de raad wederom niet toereikend heeft gemotiveerd dat een tweede woning op dit perceel in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Nu de nadere motivering van de raad niet toereikend is, bestaat geen aanleiding om de rechtsgevolgen van het gedeeltelijk te vernietigen besluit in stand te laten.

Conclusies en vervolg

8.       Zoals hiervoor in overweging 4 is overwogen, is het beroep van [appellant A] gegrond en dient het besluit van 19 december 2019 te worden vernietigd, voor zover het ziet op het perceel [locatie] te Veenendaal en voor zover daarbij niet is voorzien in een tweede woning.

9.       Voor een instandlating van de rechtsgevolgen (als bedoeld in artikel 8:72, derde lid, van de Awb) van het gedeeltelijk te vernietigen besluit bestaat, gelet op wat is overwogen in overweging 7.2, geen aanleiding.

10.     De Afdeling ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb de raad op te dragen om, met inachtneming van deze uitspraak, een nieuw plan voor het genoemde perceel vast te stellen en zal daartoe een termijn stellen.

Proceskosten

11.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden. Hierbij merkt de Afdeling het volgende op. [appellant A] heeft in zijn zienswijze weliswaar gewezen op "gemaakte kosten", maar hij heeft die kosten niet gespecificeerd, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. Onder deze omstandigheden is de Afdeling niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen het besluit van 19 december 2019, waarbij de raad van de gemeente Veenendaal het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" heeft vastgesteld, gegrond;

II.       vernietigt het besluit van 19 december 2019, waarbij de raad van de gemeente Veenendaal het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" heeft vastgesteld, voor zover het ziet op het perceel [locatie] te Veenendaal en voor zover daarbij niet is voorzien in een tweede woning;

III.      draagt de raad van de gemeente Veenendaal op om ten aanzien van onderdeel II. binnen twintig weken na de verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen en dit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken;

IV.      gelast dat de raad van de gemeente Veenendaal aan[appellant A] en [appellant B] het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 178,- vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. G.M.H. Hoogvliet, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2021.

418.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature