Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 23 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring afgewezen. [appellante] woont op het adres [locatie] in Den Haag. Zij heeft op 25 juni 2018 een voorrangsverklaring aangevraagd, omdat haar huidige buurman haar zou discrimineren, de huursom van haar huidige woning te hoog wordt en omdat zij mantelzorg wil gaan verlenen aan haar vader. Het college heeft deze aanvraag in zijn besluit van 23 augustus 2018 afgewezen. In het besluit van 31 januari 2019 is deze afwijzing in stand gelaten. Het college heeft de weigering in dat besluit gebaseerd op artikel 29, eerste lid, onder f en g, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2015-2019. Volgens het college moet [appellante] in staat worden geacht om zelf haar woonprobleem op te lossen en kan geen rekening worden gehouden met haar wens om als mantelzorger voor haar vader te fungeren, omdat haar vader in Engeland woont en geen ingezetene is van de gemeente Den Haag.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



202000975/1/A3.

Datum uitspraak: 21 oktober 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], wonend te Den Haag,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 30 december 2019 in zaak nr. 19/1708 in het geding tussen:

[appellante]

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag.

Procesverloop

Bij besluit van 23 augustus 2018 heeft het college de aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring afgewezen.

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 30 december 2019 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellante] heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 oktober 2020, waar [appellante], bijgestaan door mr. J.F. Grégoire, advocaat te Den Haag, vergezeld van R.B. Berkhout, tolk, en het college, vertegenwoordigd door R. Vingerling, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.    [appellante] woont op het adres [locatie] in Den Haag. Zij heeft op 25 juni 2018 een voorrangsverklaring aangevraagd, omdat haar huidige buurman haar zou discrimineren, de huursom van haar huidige woning te hoog wordt en omdat zij mantelzorg wil gaan verlenen aan haar vader. Het college heeft deze aanvraag in zijn besluit van 23 augustus 2018 afgewezen. In het besluit van 31 januari 2019 is deze afwijzing in stand gelaten. Het college heeft de weigering in dat besluit gebaseerd op artikel 29, eerste lid, onder f en g, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2015-2019 (hierna: de Huisvestingsverordening). Volgens het college moet [appellante] in staat worden geacht om zelf haar woonprobleem op te lossen en kan geen rekening worden gehouden met haar wens om als mantelzorger voor haar vader te fungeren, omdat haar vader in Engeland woont en geen ingezetene is van de gemeente Den Haag. In de aangevallen uitspraak is de rechtbank het college hierin gevolgd.

Beoordeling van het hoger beroep

2.    [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college de voorrangsverklaring heeft kunnen weigeren. Zij voert aan dat het college, althans zijn gemachtigde de heer Vingerling, ten onrechte niet gelooft dat haar buurman haar racistisch bejegent, dat Vingerling niet begrijpt hoe ernstig de situatie is en dat het haar verantwoordelijkheid als dochter is om voor haar vader te zorgen. Volgens [appellante] heeft Vingerling beloofd haar op de hoogte te stellen van beschikbare woningen, maar is dat niet gebeurd. De door Vingerling wel voorgestelde woningen zijn bovendien ongeschikt voor haar woonwens waarbij haar vader een eigen kamer heeft. Ten onrechte wordt haar verweten deze woningen af te wijzen. [appellante] voert verder aan dat het ondanks diverse pogingen niet is gelukt te reageren op het woningaanbod van Woonnet-Haaglanden en dat de verhuurder van haar huidige woning de huur ten onrechte heeft verhoogd en zonder voorafgaande waarschuwing haar woning betreedt. Daarnaast beschrijft [appellante] haar ervaringen van een gesprek met een medewerker van de gemeente Den Haag op 28 januari 2020.

2.1.    Aan het besluit van 31 januari 2019 ligt het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften ten grondslag. Daarin is opgenomen dat de aanvraag wordt afgewezen op grond van artikel 29, eerste lid, onder f en g, van de Huisvestingsverordening.

2.2.    Artikel 29 van de Huisvestingsverordening luidt:

"1. Voor zover woningzoekenden zelf een daartoe strekkend verzoek indienen, verlenen burgemeester en wethouders een voorrangsverklaring aan woningzoekenden die:

a. […]

f. naar verwachting bij toepassing van de in artikel 19, eerste lid, bedoelde volgordecriteria niet binnen de termijn van drie maanden andere woonruimte zullen krijgen en

g. hun betreffende situatie niet op een andere wijze kunnen oplossen.

2. […].

2.3.    De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat [appellante] niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een voorrangsverklaring als woningzoekende. Tussen partijen is niet in geschil dat [appellante] ten tijde van het besluit van 31 januari 2019 vier jaar en vier maanden was ingeschreven als woningzoekende. Het college heeft gesteld dat zij met deze inschrijfduur binnen drie maanden een andere passende woning kan verkrijgen en dat het inkomen van [appellante] toereikend moet worden geacht om via de particuliere weg een (onzelfstandige) woning te krijgen. Het heeft daarom terecht geconcludeerd dat de aanvraag moet worden afgewezen op grond van artikel 29, eerste lid, onder f en g, van de Huisvestingsverordening. Hetgeen [appellante] in haar hogerberoepschrift heeft aangevoerd, geeft geen grond om daarover anders te oordelen. Het door haar in haar hogerberoepschrift gestelde heeft betrekking op de nadelen van haar huidige woonsituatie, de noodzaak om een andere woning te vinden en de wijze waarop zij bejegend is door medewerkers van de gemeente. Deze gronden hebben echter geen betrekking op de door het college aan zijn besluit ten grondslag gelegde afwijzingsgronden. Voor zover [appellante] ter zitting van de Afdeling heeft gesteld dat zij pas sinds 10 maanden kan reageren op het woningaanbod, omdat zij zich tijdelijk per ongeluk met een te hoog inkomen had ingeschreven, wordt overwogen dat de totale inschrijfduur daardoor niet is veranderd. Deze bedraagt inmiddels meer dan zes jaar en het college heeft aannemelijk gemaakt dat [appellante] met die inschrijvingsduur binnen drie maanden andere woonruimte kan krijgen, mits zij reageert op het woningaanbod. Dat [appellante] vanwege negatieve ervaringen met racisme in haar huidige woonomgeving het liefst in een multiculturele omgeving woont en haar zoekgebied daardoor verkleint, vormt geen aanleiding voor het oordeel dat het college niet kon besluiten haar geen voorrangsverklaring te verlenen. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen.

    Het betoog faalt.

Conclusie

3.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Duifhuizen, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.   

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2020

724.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature