U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het dagelijks bestuur van Avri locatie T037R, ter hoogte van het perceel Zonnedauw 164, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] woont aan de [locatie] te Tiel. Zijn woning bevindt zich op ongeveer 12 m afstand van locatie T037R. [appellant] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Hij vreest voor overlast en stelt een alternatieve locatie voor.

Uitspraak



201904548/1/R1.

Datum uitspraak: 24 juni 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],

en

het dagelijks bestuur van Avri,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het dagelijks bestuur locatie T037R, ter hoogte van het perceel Zonnedauw 164, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: orac).

Bij besluit van 19 april 2019 heeft het dagelijks bestuur het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 mei 2020, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door [gemachtigde], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. J.B. van Doorn en D. Post, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.    [appellant] woont aan de [locatie] te Tiel. Zijn woning bevindt zich op ongeveer 12 m afstand van locatie T037R. [appellant] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Hij vreest voor overlast en stelt een alternatieve locatie voor.

Toetsingskader

2.    Bij de keuze voor locaties voor de plaatsing van een orac komt het dagelijks bestuur beleidsruimte toe. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of het dagelijks bestuur in redelijkheid tot zijn keuze voor locatie T037R heeft kunnen komen.

    Gelet op wat is aangevoerd, wordt allereerst beoordeeld of het dagelijks bestuur de locatie geschikt heeft kunnen achten voor de plaatsing van een orac. Als dat zo is, wordt vervolgens beoordeeld of het dagelijks bestuur toch had moeten afzien van aanwijzing van de locatie vanwege een geschiktere alternatieve locatie. Een alternatieve locatie moet zodanig geschikter zijn dan de aangewezen locatie dat geoordeeld moet worden dat het dagelijks bestuur niet in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor die locatie, maar had moeten kiezen voor de alternatieve locatie.

3.    Het dagelijks bestuur heeft bij de aanwijzing van de locatie T037R de "Richtlijnen voor het plaatsen van inzamelvoorzieningen" gehanteerd. De richtlijnen zijn op 19 april 2018 door het algemeen bestuur van Avri vastgesteld.

Inhoudelijk

Verkeersveiligheid

4.    [appellant] betoogt dat de plaatsing van de orac op locatie T037R leidt tot een onaanvaardbare toename van het verkeer in de wijk en tot verkeersonveilige situaties. Hij vreest dat vanwege de afstand tot de orac veel bewoners hun afval met de auto naar de orac brengen.

4.1.    Het dagelijks bestuur heeft aan het bestreden besluit het memo van Antea Group van 20 maart 2019 ten grondslag gelegd. In dat memo is op basis van een toets van een verkeerskundige van de gemeente Tiel geconcludeerd dat de locatie verkeersveilig is. In het memo wordt ervan uitgegaan dat het restafval lopend wordt weggebracht. In de meeste gevallen ligt de loopafstand op 100 tot 150 m. Voor het overgrote deel van de 199 aangesloten huishoudens geldt volgens het memo dat de container binnen een loopafstand van 250 m ligt. Voor een klein aantal woningen bedraagt de loopafstand ongeveer 250 m tot ongeveer 310 m.

    In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de analyse in het memo van Antea Group. Het dagelijks bestuur heeft dan ook in de gevolgen voor de verkeersveiligheid in redelijkheid geen aanleiding moeten zien om de locatie niet aan te wijzen.

    Het betoog slaagt niet.

Bereikbaarheid mindervaliden

5.    [appellant] stelt dat locatie T037R ten onrechte niet bereikbaar is voor mindervaliden, aangezien er geen oprit bij het trottoir aanwezig is ter plaatse van de container.

5.1.    Het dagelijks bestuur heeft zich op het standpunt gesteld dat de orac goed te bereiken is, ook voor mindervaliden. Het dagelijks bestuur heeft daarbij toegelicht dat richtlijn 5 voorschrijft dat orac’s ook voor rolstoel- en rollatorgebruikers bereikbaar moeten zijn. Het dagelijks bestuur heeft ter zitting toegelicht dat er voor mindervaliden de mogelijkheid bestaat een melding in te dienen bij Avri wanneer er zich problemen voordoen met de toegankelijkheid bij de orac. Indien dit het geval is kunnen er maatregelen worden getroffen om de locatie zodanig in te richten dat deze voor mindervalide personen goed te bereiken is.

    In het door [appellant] aangevoerde ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het dagelijks bestuur zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de aangewezen locatie zal kunnen voldoen aan het uitgangspunt van een goede bereikbaarheid voor mindervaliden.

    Het betoog slaagt niet.

Legen door het inzamelvoertuig

6.    [appellant] betoogt dat locatie T037R direct aan een parkeergebied en aan de Zonnedauw, zijnde een parallelweg ligt, waardoor het inzamelvoertuig bij het legen de toegang tot het parkeergebied en de parallelweg volledig zal blokkeren.

    [appellant] betoogt verder dat, gelet op het feit dat er aan beide zijden van de parallelweg geparkeerd kan worden, er over de geparkeerde auto's heen getakeld zal worden door het inzamelvoertuig. Dit is niet wenselijk volgens [appellant].

6.1.    Het dagelijks bestuur heeft toegelicht dat het inzamelvoertuig bij het legen van de container op het doorgaande deel van de Zonnedauw staat en niet op de parallelweg van de Zonnedauw. Het legen duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Het dagelijks bestuur heeft ter zitting gesteld dat de weg niet volledig geblokkeerd wordt tijdens het legen van de orac. [appellant] heeft dit niet gemotiveerd betwist. Doordat het takelen door het inzamelvoertuig plaatsvindt vanaf het doorgaande deel van de Zonnedauw zal er daarbij niet over geparkeerde auto’s heen worden getakeld, aldus het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft ter zitting toegelicht dat wanneer er door het inzamelvoertuig over geparkeerde auto’s heen wordt getakeld, dit gemeld kan worden bij Avri en hier sancties aan verbonden zullen worden.

    Gelet op de vorenstaande toelichting ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het dagelijks bestuur uit het oogpunt van de bereikbaarheid van het parkeergebied en de parallelweg en de veiligheid van de geparkeerde auto’s ter plaatse niet voor deze locatie heeft kunnen kiezen.

    Het betoog slaagt niet.

Zwerfafval

7.    [appellant] vreest dat door de plaatsing van de orac er veel sprake zal zijn van zwerfafval. Hij stelt dat dit voor overlast zal zorgen in de buurt.

7.1.    Het dagelijks bestuur heeft toegelicht dat alle ondergrondse containers een sensor hebben waarmee wordt gewaarschuwd dat de container bijna vol is. Wanneer dit het geval is wordt de orac volgens het dagelijks bestuur zo snel mogelijk geleegd, zodat illegale bijplaatsing van afvalzakken zo veel mogelijk voorkomen wordt. Verder heeft het dagelijks bestuur zich op het standpunt gesteld dat het onjuist aanbieden van afval een kwestie is van handhaving. Het dagelijks bestuur en de gemeenten handhaven op het bijplaatsen en dumpen van afval.

    Gelet op de toelichting van het dagelijks bestuur mocht het ervan uitgaan dat eventuele hinder als gevolg van zwerfafval bij de orac binnen aanvaardbare grenzen zal blijven. Het dagelijks bestuur heeft in de vrees voor hinder als gevolg van zwerfafval dan ook geen reden hoeven zien om af te zien van aanwijzing van de locatie.

    Het betoog slaagt niet.

Alternatieve locatie

8.    [appellant] stelt dat het dagelijks bestuur de aangewezen locatie niet in redelijkheid heeft kunnen aanwijzen vanwege het bestaan van een meer geschikte alternatieve locatie. Hij wijst hierbij op de locatie Jonkheer P.A. Reuchlinlaan.

8.1.    [appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de door hem voorgestelde alternatieve locatie zodanig geschikter is dan locatie T037R, dat het dagelijks bestuur niet in redelijkheid voor die locatie heeft kunnen kiezen. Daarbij overweegt de Afdeling dat het dagelijks bestuur ter zitting heeft toegelicht dat hij locatie T037R mede uit het oogpunt van een evenwichtige gebiedstoedeling in Tiel heeft aangewezen. [appellant] heeft dit niet weersproken.

    Het betoog slaagt niet.

Conclusie

9.    Het beroep is ongegrond.

10.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. B.P.M. van Ravels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.   

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2020

191-928.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature