U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 4 december 2018 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



201901325/1/V3

Datum uitspraak: 7 mei 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 6 februari 2019 in zaak nr. NL18.25203 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 4 december 2018 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

Bij uitspraak van 6 februari 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1.    Wat de vreemdeling primair in de grief aanvoert, leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat de grief geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 ; hierna: de Vw 2000 ).

2.    De vreemdeling klaagt subsidiair in de grief dat de rechtbank ten onrechte heeft nagelaten een schadevergoeding over de periode van 13 december 2018 tot en met 10 januari 2019 toe te kennen. Hij betoogt dat de staatssecretaris heeft laten weten dat de maatregel van bewaring tot 13 december 2018 rechtmatig heeft voortgeduurd en op 11 januari 2019 vanwege het ontbreken van zicht op uitzetting is opgeheven.

2.1.    Weliswaar was in beroep de onrechtmatigheid van de maatregel van bewaring vanaf 13 december 2018 niet meer in geschil, maar de rechtbank heeft daar ten onrechte geen gevolgen aan verbonden. Daarom heeft zij ten onrechte aan de vreemdeling geen schadevergoeding over de periode van 13 december 2018 tot en met 10 januari 2019 toegekend.

    De grief slaagt.

3.    Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 4 december 2018 van de staatssecretaris alsnog gegrond verklaren. Omdat de maatregel van bewaring al is opgeheven, is een bevel tot opheffing niet nodig. De vreemdeling heeft wel recht op schadevergoeding (artikel 106, eerste lid, van de Vw 2000). Deze vergoeding wordt daarom aan de vreemdeling toegekend. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.    verklaart het hoger beroep gegrond;

II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 6 februari 2019 in zaak nr. NL18.25203;

III.    verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep gegrond;

IV.    kent aan de vreemdeling een vergoeding toe van € 2.320,00 (zegge: tweeduizend driehonderdtwintig euro) over de periode van 13 december 2018 tot en met 10 januari 2019, ten laste van de Staat der Nederlanden, te betalen door de griffier van de Raad van State;

V.    veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het beroep en hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.792,00 (zegge: zeventienhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. D.A. Verburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.A. Snijders, griffier.

w.g. Troostwijk    w.g. Snijders

voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 7 mei 2019

279


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature