E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2013:BZ4985
LJN BZ4985, Raad van State, 201208550/1/T1/V2

Inhoudsindicatie:

Om de beoordeling van de geloofwaardigheid van asielrelazen in het licht van de samenwerkingsverplichting als bedoeld in art. 4 van de richtlijn zorgvuldig te kunnen verrichten, is in Nederland de asielprocedure op de hieronder weergegeven wijze vormgegeven. Ingevolge art. 31, lid 1 van de Vw 2000, gelezen in verbinding met art. 3.111, lid 1 van het Vb 2000, is het aan de desbetreffende vreemdeling om de gronden voor verlening van een verblijfsvergunning asiel aannemelijk te maken en moet hij bij de aanvraag uit eigen beweging alle gegevens verstrekken die voor de beoordeling daarvan mogelijk relevant zijn. Vervolgens beoordeelt de staatssecretaris of een rechtsgrond voor verlening van voormelde vergunning aanwezig is. Na het indienen van de asielaanvraag gunt de staatssecretaris een vreemdeling in beginsel een rust- en voorbereidingstermijn, waarin hij in een taal die hij kan begrijpen voorlichting over de procedure ontvangt, zich op de procedure kan voorbereiden met behulp van een vertrouwenspersoon van VluchtelingenWerk Nederland (hierna: VWN) en zich kosteloos kan laten bijstaan door een rechtsbijstandverlener. Tevens wordt een vreemdeling, al dan niet medisch, onderzocht, om te beoordelen of hij in staat is te worden gehoord. Indien dat het geval is, vindt na afloop van voormelde termijn in beginsel het eerste gehoor plaats waarin de desbetreffende vreemdeling de mogelijkheid heeft zijn personalia en zijn reis toe te lichten en vervolgens een nader gehoor waarin hij zijn asielmotieven kan aanvoeren en toelichten. Voorafgaand aan deze onderscheiden gehoren wordt een vreemdeling uitgelegd wat de doelen zijn van deze gehoren. Het horen geschiedt door medewerkers van de IND die daarvoor speciaal zijn opgeleid. De desbetreffende vreemdeling wordt gehoord in een taal die hij kan verstaan. De staatssecretaris draagt er, indien nodig, zorg voor dat een tolk aanwezig is bij de gehoren en draagt de kosten hiervan. Tevens wordt een vreemdeling tijdens de gehoren door in beginsel dezelfde rechtsbijstandverlener terzijde gestaan en kan op zijn verzoek een vertrouwenspersoon, bijvoorbeeld een medewerker van VWN, aanwezig zijn. De verslagen van de gehoren worden steeds aan de desbetreffende vreemdeling ter beschikking gesteld, waarna hij in overleg met zijn rechtsbijstandverlener hierop correcties en aanvullingen kan indienen. Eventueel wordt de desbetreffende vreemdeling aan de hand hiervan opnieuw gehoord. Nadat een vreemdeling de correcties en aanvullingen heeft ingediend, dan wel de daarvoor gegunde termijn ongebruikt is verstreken, maakt de staatssecretaris aan de desbetreffende vreemdeling een voornemen bekend, waarna die vreemdeling, wederom in overleg met zijn rechtsbijstandverlener, zijn zienswijze daarop schriftelijk naar voren kan brengen. Vervolgens maakt de staatssecretaris een besluit bekend, waarin hij op de zienswijze reageert. Indien een vreemdeling gebruikmaakt van de mogelijkheid tegen het besluit beroep bij de rechter in te stellen, heeft hij de mogelijkheid om verdere relevante feiten en omstandigheden aan te voeren, die de rechter in beginsel bij de beoordeling betrekt. Een vreemdeling heeft de mogelijkheid zijn beroepschrift ter zitting bij de Rb. toe te lichten. VWN is steeds in de gelegenheid een vreemdeling op zijn verzoek ter zijde te staan bij het vergaren van voor de staving van het asielverzoek relevant bewijsmateriaal. Gedurende de gehele bestuurlijke fase heeft een vreemdeling de mogelijkheid de staatssecretaris te verzoeken, indien deze dit niet uit eigen beweging doet, hem tegemoet te komen in de in beginsel op de vreemdeling rustende bewijslast om zijn asielrelaas aannemelijk te maken. Daarbij moet worden gedacht aan onderzoek naar overgelegde documenten door de Koninklijke Marechaussee of het Bureau Documenten van de IND. Evenzeer is denkbaar dat de staatssecretaris andere organen verzoekt onderzoek te verrichten, bijvoorbeeld in het land van herkomst van een vreemdeling. De staatssecretaris kan bijvoorbeeld het Ministerie van Buitenlandse Zaken verzoeken een algemeen, dan wel individueel ambtsbericht uit te brengen, indien hetgeen een vreemdeling tijdens de gehoren, de correcties en aanvullingen, de zienswijze of in beroep of een ander moment naar voren brengt daartoe aanleiding geeft. (…)

Voormelde vormgeving van de asielprocedure voldoet naar het oordeel van de Afdeling aan de vereisten die artikel 4 van de richtlijn stelt.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie