De beroepsgronden treffen geen doel. Dat laat onverlet dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. De Afdeling overweegt hiertoe ambtshalve als volgt.
De Rb. heeft geoordeeld dat het college bij beslissing op bezwaar in strijd met art. 3:2 en art. 7:12 lid 1 Awb de weigering om uitwegvergunning te verlenen mede op art. 2:12 lid 2, aanhef en onder b, van de APV heeft gebaseerd. Dat oordeel is in hoger beroep niet bestreden. Derhalve moet als vaststaand worden aangenomen dat de beslissing op bezwaar op een onzorgvuldige voorbereiding en een ondeugdelijke motivering berust. Nu dat besluit één beslissing behelst, te weten handhaving van de weigering om aan appellant uitwegvergunning te verlenen, brengt dit met zich dat de Rb. het besluit in zijn geheel had moeten vernietigen. De Afdeling merkt daarbij op dat de overwegingen waarop een besluit is gebaseerd op zichzelf geen rechtsgevolgen in het leven roepen en om die reden niet voor vernietiging in aanmerking kunnen komen.