E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2012:BX2593
LJN BX2593, Raad van State, 201106670/1/A3

Inhoudsindicatie:

Gedeeltelijke inwilliging verzoek tot openbaarmaking van bekwaamheidsdossier van

de onderwijsinstelling het Luzac College te Alkmaar. De Rb. heeft overwogen dat de staatssecretaris bij afweging van de belangen openbaarmaking van de namen en vakken in redelijkheid niet heeft kunnen weigeren. Het Luzac College is een private onderwijsinstelling die de bevoegdheid heeft landelijk erkende examens af te nemen. De minister is belast met het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs van het Luzac College. Het Luzac College houdt in dat verband een bekwaamheidsdossier met betrekking tot zijn docenten bij. Gelet hierop heeft de Rb. terecht overwogen dat de verzochte informatie handelt over een bestuurlijke aangelegenheid. De Rb. heeft voorts terecht overwogen dat het al dan niet of nog niet voldoen aan de voor de functie vereiste onderwijsbevoegdheid is te beschouwen als een aspect van het beroepshalve functioneren van de desbetreffende docent en, dat waar het het beroepshalve functioneren betreft, slechts in beperkte mate een beroep kan worden gedaan op het belang van de persoonlijke levenssfeer. Dit geldt zowel voor ambtenaren als niet-ambtenaren. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling (bijvoorbeeld de uitspraak van 18-07-2007, 200608032/1, LJN: BA9807) ligt dat anders indien het betreft het openbaar maken van namen. Namen zijn persoonsgegevens en het belang van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen openbaarmaking daarvan verzetten. Hoewel voornoemde uitspraak betrekking had op namen van ambtenaren, geldt dit uitgangspunt evenzeer voor namen van niet-ambtenaren. De Rb. heeft dat ten onrechte niet onderkend. Dit baat de minister echter niet, aangezien uit deze rechtspraak niet kan worden afgeleid dat namen nooit openbaar hoeven te worden gemaakt. Het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer dient te worden afgewogen tegen het belang van de openbaarmaking. Bij die afweging dient het uitgangspunt van de Wob - openbaarheid is regel - zwaar te wegen. Daarnaast speelt hierbij de functie van de betrokkene een rol.

Het belang van de openbaarheid is gelegen in het verkrijgen van inzicht of het onderwijs, waarop door de minister toezicht moet worden gehouden, wordt gegeven door personen die aan de wettelijke kwaliteitseisen voldoen. Om te weten welke docenten voldoen aan die eisen is het niet mogelijk de verzochte informatie geanonimiseerd te verstrekken. De Afdeling is met de Rb. van oordeel dat de minister zich in dit geval niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken docenten zwaarder weegt dan voormeld zwaarwegend belang van de openbaarheid. Tevens heeft de Rb. in dit verband van belang mogen achten dat de betrokken docenten reeds in zekere mate in de openbare levenssfeer functioneren.

Met de Rb. is de Afdeling voorts van oordeel dat de minister er niet in is geslaagd inzichtelijk te maken waarom zou moeten worden gevreesd voor onevenredige benadeling van de docenten indien de namen en vakken openbaar zullen worden gemaakt.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie