Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bij besluit van 15 mei 2012, bekend gemaakt op 21 mei 2012, heeft de Kiesraad voor de politieke groepering "Onafhankelijke Burger Partij" (hierna: OBP) op haar verzoek de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' geregistreerd voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Uitspraak



201205278/1/A2.

Datum uitspraak: 13 juni 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Burger Partij Amersfoort (hierna: BPA), gevestigd te Amersfoort,

appellante,

en

de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 15 mei 2012, bekend gemaakt op 21 mei 2012, heeft de Kiesraad voor de politieke groepering "Onafhankelijke Burger Partij" (hierna: OBP) op haar verzoek de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' geregistreerd voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tegen dit besluit heeft BPA bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 mei 2012, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 30 mei 2012.

De Kiesraad heeft een verweerschrift ingediend.

OBP heeft een reactie ingediend.

BPA heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 juni 2012, waar BPA, vertegenwoordigd door haar [voorzitter], de Kiesraad, vertegenwoordigd door mr. R. Hoorweg en mr. J.C.M. Haring, en de OBP, vertegenwoordigd door H. Brinkman, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel G 1, eerste lid, van de Kieswet kan een politieke groepering die een vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer schriftelijk verzoeken de aanduiding waarmee zij voor die verkiezing op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in te schrijven in een register dat door het centraal stembureau wordt bijgehouden. Verzoeken, ontvangen na de drieënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.

Ingevolge het vierde lid beschikt het centraal stembureau slechts afwijzend op het verzoek, indien:

[…]

b. de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, of met een aanduiding waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvan gen, en daardoor verwarring te duchten is;

c. de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers;

[…]

Ingevolge artikel G 4, eerste lid, geldt, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, een geregistreerde aanduiding die overeenkomstig het bepaalde in het achtste lid van artikel G 1 of G 2 ter openbare kennis is gebracht, tevens voor de verkiezing van de leden van provinciale staten en van de gemeenteraad, onderscheidenlijk voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad.

Ingevolge het tweede lid bepaalt het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, dat de in het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezing niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van artikel G 3, geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, en daardoor verwarring te duchten is.

Ingevolge artikel G 5, eerste lid, kan een belanghebbende tegen een beschikking als bedoeld in artikel G 4 beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

2.2. BPA betoogt dat met de registratie van 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' verwarring is te duchten met de aanduiding 'Burger Partij Amersfoort' die voor haar is ingeschreven in het register voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad en dat de aanduiding misleidend is voor de kiezers. Dit temeer wanneer de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij' doorwerkt in de registers voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, omdat alsdan in Amersfoort verwarring is te duchten met de reeds voor haar geregistreerde aanduiding. Voorts betoogt zij dat de term 'onafhankelijk' slechts gebruikt mag worden door partijen die alleen op gemeentelijk niveau opereren en een aanduiding hebben geregistreerd en dat de term 'burger partij' ook als merk is gedeponeerd bij het Benelux-bureau voor de intellectuele eigendom.

2.2.1. Naar aanleiding van dit betoog stelt de Afdeling voorop dat artikel G 1, vierde lid, van de Kieswet een limitatieve opsomming bevat van gronden die kunnen en moeten leiden tot afwijzing van het verzoek om registratie van een aanduiding. Indien de in die bepaling genoemde weigeringsgronden niet van toepassing zijn, moet de Kiesraad de aanduiding registreren.

2.2.2. Artikel G 1 van de Kieswet heeft betrekking op de registratie van aanduidingen voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Nu artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet slechts ziet op aanduidingen die zijn geregistreerd op grond van dit artikel heeft de Kiesraad zich met juistheid op het standpunt gesteld dat onder een reeds geregistreerde aanduiding moet worden verstaan een aanduiding die is geregistreerd op de voet van artikel G 1 van de Kieswet . Nu de aanduiding 'Burger Partij Amersfoort' is geregistreerd in het register voor het kiezen van de leden van de gemeenteraad van Amersfoort op de voet van artikel G 3 van de Kieswet , heeft de Kiesraad zich terecht op het standpunt gesteld dat de omstandigheid dat de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' in hoofdzaak overeenstemt met 'Burger Partij Amersfoort', wat daarvan ook zij, niet kan leiden tot weigering van de registratie van de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' op de voet van artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet .

Dat OBP de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' ook zou kunnen gebruiken bij verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad Amersfoort maakt dit niet anders. Gelet op artikel G 4, tweede lid, van de Kieswet , is het, in het geval de OBP onder de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' wil deelnemen aan de verkiezing van de leden van de gemeenteraad in Amersfoort, aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, om te bepalen of de doorwerking op de voet van artikel G 4, eerste lid, van de Kieswet van de registratie van de aanduiding voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal naar de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Amersfoort al dan niet plaatsvindt. Indien het stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad tot het oordeel komt dat de aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' niet in hoofdzaak overeenstemt met de aanduiding 'Burger Partij Amersfoort', kan BPA tegen dat besluit op grond van artikel G 5, eerste lid, van de Kieswet een rechtsmiddel aanwenden.

In dit geding is de weigeringsgrond van artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet dus niet aan de orde.

2.2.3. De aanduiding 'Onafhankelijke Burger Partij (OBP)' is niet anderszins misleidend in de zin van artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder c, van de Kieswet , omdat niet aannemelijk is dat door het enkele gebruik van de veelvuldig gebezigde en niet onderscheidende termen 'Burger' en 'Partij' in beide aanduidingen bij de kiezer de indruk wordt gewekt dat de landelijke groepering OBP en de BPA op enigerlei wijze aan elkaar verbonden zijn, waarbij komt dat door het gebruik van het woord "Onafhankelijke" in de op verzoek van OBP geregistreerde aanduiding alsmede door het niet bezigen van het woord "Amersfoort" misleiding te minder te duchten is.

2.2.4. Zoals de Afdeling eerder in haar uitspraak van 4 oktober 2006, zaak nr. 200606676/1 heeft overwogen, behoort de enkele omstandigheid dat de aanduiding een inbreuk zou vormen op het recht tot gebruik van een geregistreerd merk niet tot de gronden voor afwijzing van de door een politieke groepering bij het centraal stembureau ter registratie aangeboden aanduiding.

2.2.5. Ten slotte heeft de Kiesraad zich met juistheid op het standpunt gesteld dat uit de Kieswet noch enige andere wettelijke bepaling voortvloeit dat het gebruik van de term 'onafhankelijk' is voorbehouden aan partijen die alleen op gemeentelijk niveau opereren en een aanduiding hebben geregistreerd, zodat ook daarin geen grond is gelegen voor afwijzing van het verzoek.

2.2.6. De conclusie is dat de betogen falen.

2.3. Het beroep is ongegrond.

2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. B.P. Vermeulen en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat.

w.g. Polak w.g. Poot

voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 13 juni 2012

362.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature