E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2011:BP8382
LJN BP8382, Raad van State, 201009365/1/V3

Inhoudsindicatie:

In de door de vreemdelingen overgelegde gegevens is geen grond te vinden voor het oordeel dat de minister zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de door de vreemdeling benodigde medische voorzieningen in Duitsland moeten worden geacht vergelijkbaar te zijn met die in Nederland. Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat de minister zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat in hetgeen de vreemdelingen naar voren hebben gebracht geen aanwijzingen zijn gelegen dat de benodigde medische voorzieningen in Duitsland niet voor haar ter beschikking zullen staan. Dat de vreemdeling medische behandeling behoeft en dat overdracht aan Duitsland mogelijk zal leiden tot verergering van de klachten is onder deze omstandigheden onvoldoende om te oordelen dat de minister zich in dit geval niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat geen sprake is van bijzondere individuele omstandigheden die aanleiding geven gebruik te maken van de bevoegdheid de asielaanvraag aan zich te trekken. De minister was derhalve niet gehouden om nader onderzoek te verrichten.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie