E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RVS:2002:AE6736
LJN AE6736, Raad van State, 200106191/1

Inhoudsindicatie:

Verlening van vergunning als bedoeld in art. 7 Visserijwet is privaatrechtelijk van aard en levert geen besluit in de zin van de Awb op.

Verlening van een privaatrechtelijke vergunning met voorwaarden aan appellanten voor de sleepnetvisserij in de Voordelta.

Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2001 inzake no. 200004500/1 (url(''LJN AE8170'',../../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AE8170) ) overweegt de Afdeling met de rechtbank dat de Staatssecretaris de bezwaren van appellanten tegen de privaatrechtelijke vergunning terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Deze vergunning behelst de toestemming, als bedoeld in art. 7 Visserijwet, juncto art. 1 van het Besluit beperking vrije visserij kustwateren die de Staat der Nederlanden als rechthebbende op het visrecht in de Voordelta aan appellanten geeft om in deze wateren te vissen en levert geen voor bezwaar en beroep vatbaar besluit in de zin van de Awb op.

Het bij of krachtens art. 9 van de Visserijwet bepaalde geeft geen aanleiding voor het oordeel dat door het uit een oogpunt van natuurbescherming stellen van de hiervoor bedoelde bijzondere voorwaarde, de Staatssecretaris wel een besluit in de zin van de Awb heeft genomen. Deze voorwaarde doet niet af aan het privaatrechtelijke karakter van de onderhavige beslissing, waarbij de positie van de Staat als rechthebbende op het visrecht voorop staat. Een oordeel over de vraag of de Staatssecretaris met het stellen van deze voorwaarde onrechtmatig heeft gehandeld, is voorbehouden aan de civiele rechter.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

mrs. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, H.G. Lubberdink, T.M.A. Claessens

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie