Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

WSG

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Bestuursrecht

zaaknummers: BRE 22/3994 en 22/4082

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2023 in de zaken tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: mr. L. van Baaren),

en

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (verweerder)

(gemachtigde: mr. A.S.R. Bisesser-Chigharoe).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiseres tegen de besluiten van verweerder (het Schadefonds) op de aanvragen van eiseres om uitkeringen uit het Schadefonds geweldsmisdrijven (het fonds).

1.1.

Het Schadefonds heeft deze aanvragen met de besluiten van 16 februari 2022 en 21 februari 2022 toegewezen. Met de bestreden besluiten van 28 juli 2022 op de bezwaren van eiseres is het Schadefonds bij die toewijzing gebleven. Er zijn niet méér of hogere uitkeringen toegekend.

1.2.

Het Schadefonds heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.3.

De rechtbank heeft de beroepen op 25 november 2022 op zitting behandeld. Eiseres, haar gemachtigde en de gemachtigde van het Schadefonds zijn met voorafgaand bericht niet verschenen.

Totstandkoming van de besluiten

2. Eiseres heeft het Schadefonds op 6 september 2021 verzocht om een uitkering uit het fonds, vanwege het feit dat eiseres op 14 januari 2002 getuige is geweest van een schietincident, waarbij eiseres’ vader haar moeder heeft gedood. Daarnaast heeft het Schadefonds op 21 september 2021 een aanvraag van eiseres ontvangen voor een uitkering uit het fonds, omdat zij slachtoffer is geweest van huiselijk geweld.

2.1.

Bij besluit van 16 februari 2022 heeft het Schadefonds eiseres een uitkering van

€ 1.000,- (letselcategorie 1) toegekend wegens ernstig lichamelijk letsel als gevolg van het schietincident bestaande uit gehoorschade. Het verzoek om een tegemoetkoming wegens psychisch letsel dat eiseres als slachtoffer heeft opgelopen is afgewezen. Ook het verzoek om een tegemoetkoming als nabestaande is afgewezen.

2.2.

Bij besluit van 21 februari 2022 heeft het Schadefonds aan eiseres een uitkering van € 1.000,- (letselcategorie 1) toegekend wegens lichamelijk en psychisch letsel als gevolg van het feit dat eiseres in de periode tussen 2019 en 2021 slachtoffer is geweest van huiselijk geweld.

2.3.

Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 16 februari 2022 en tegen het besluit van 21 februari 2022. Zij heeft de bezwaren toegelicht tijdens de hoorzitting van 13 mei 2022.

2.4.

Met de bestreden besluiten heeft het Schadefonds de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de toekenning door het Schadefonds van uitkeringen uit het fonds aan eiseres. Zij doet dat onder meer aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.

3.1.

De voor de beoordeling van de beroepen belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.

Uitkering wegens schietincident (zaak met zaaknummer 22/3994)

3.2.

Het Schadefonds heeft eiseres een uitkering van € 1.000,- (letselcategorie 1) toegekend wegens ernstig lichamelijk letsel als gevolg van het schietincident bestaande uit gehoorschade. Het verzoek om een tegemoetkoming wegens psychisch letsel dat eiseres als slachtoffer heeft opgelopen is afgewezen, omdat de psychische gevolgen van het waarnemen van het misdrijf niet kunnen worden vastgesteld. Het verzoek om een tegemoetkoming als nabestaande is afgewezen omdat voor eiseres eerder aanvragen voor een uitkering als nabestaande zijn gedaan en daarop onherroepelijke besluiten zijn genomen.

3.3.

Eiseres heeft in beroep alleen gronden gericht tegen de afwijzing van haar verzoek om een tegemoetkoming wegens psychisch letsel dat zij als slachtoffer heeft opgelopen.

3.4.

Het Schadefonds heeft aan de afwijzing van het verzoek om een tegemoetkoming wegens psychisch letsel dat eiseres als slachtoffer heeft opgelopen ten grondslag gelegd dat uit medische informatie blijkt dat er bij eiseres sprake is van PTSS en dat de klachten voortkomen uit een belast verleden. Het doden door eiseres’ vader van haar moeder is niet de enige ingrijpende gebeurtenis die eiseres heeft meegemaakt. Het Schadefonds kan daardoor niet vaststellen wat specifiek de psychische gevolgen zijn van het waarnemen van het schietincident.

3.5.

Eiseres heeft aangevoerd dat gelet op de aard van de gebeurtenis waarvan zij getuige is geweest, ernstig psychisch letsel voorondersteld kan en moet worden. Dat eiseres ook andere ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt, mag haar niet worden tegengeworpen.

3.6.

De rechtbank overweegt dat het Schadefonds de wettelijke bevoegdheid om een uitkering uit het fonds te doen verder heeft ingevuld met beleid. Dat beleid is neergelegd in de Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven. In paragraaf 1.2.3 van de Beleidsbundel is vermeld dat het Schadefonds bij verschillende geweldsmisdrijven zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel kan vooronderstellen. Dit doet het dan op basis van de toedracht van het geweldsmisdrijf. Volgens de Beleidsbundel gaat het dan om “geweldsmisdrijven, die op zichzelf zo ernstig zijn, dat ze vrijwel altijd een grote impact zullen hebben op het slachtoffer”. In de Beleidsbundel zijn vervolgens geweldsmisdrijven genoemd en is per geweldsmisdrijf beschreven wanneer ernstig letsel wordt voorondersteld. Genoemd zijn: woningovervallen, zedenmisdrijven, rechtstreekse bedreiging met mes of vuurwapen, stelselmatig huiselijk geweld, mensenhandel, belaging en brandstichting.

3.7.

Naar het oordeel van de rechtbank kan het schietincident waarbij eiseres’ vader haar moeder in het bijzijn van eiseres heeft gedood niet één-op-één onder de in de Beleidsbundel genoemde geweldsmisdrijven worden gebracht.

3.8.

De genoemde geweldsmisdrijven vormen naar het oordeel van de rechtbank echter geen limitatieve opsomming van misdrijven waarbij ernstig psychisch kan worden voorondersteld. Steun voor het oordeel dat ernstig psychisch letsel ook kan worden voorondersteld bij geweldsmisdrijven die met de in de Beleidsbundel genoemde misdrijven op één lijn te stellen zijn, vindt de rechtbank in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) van 8 september 2021.

3.9.

Het geweldsmisdrijf waarvan (ook) eiseres slachtoffer is geworden kan naar het oordeel van de rechtbank op één lijn worden gesteld met de genoemde geweldsmisdrijven. Gelet op de toedracht, de ernst van het misdrijf en het feit dat eiseres ten tijde van het misdrijf nog een jong kind was, zal dit misdrijf een grote impact hebben gehad op eiseres. Eiseres heeft dan ook terecht aangevoerd dat in haar geval ernstig psychisch letsel kan worden voorondersteld. Het Schadefonds heeft het verzoek om een tegemoetkoming wegens psychisch letsel dat eisers als slachtoffer heeft opgelopen dan ook niet kunnen afwijzen op de grond dat niet kan worden vastgesteld wat specifiek de psychische gevolgen zijn van het waarnemen van het schietincident.

3.10.

Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd.

3.11.

De rechtbank ziet geen mogelijkheden om zelf in de zaak te voorzien, maar zal het Schadefonds opdragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven (Letsellijst). In deel 2A van die Letsellijst (“Vooronderstellen van ernstig psychisch letsel op basis van het geweldsmisdrijf”) is een lijst van letselcategorieën met daaraan gekoppelde bedragen opgenomen en is vermeld dat het Schadefonds op basis van de omstandigheden van het geval bepaalt welke letselcategorie passend is.

3.12.

Omdat het beroep gegrond is, moet het Schadefonds het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijg eiseres ook een vergoeding voor haar proceskosten. Het Schadefonds moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt eiseres een vast bedrag per proceshandeling. Elke proceshandeling van de gemachtigde in een procedure bij de rechtbank een waarde van € 837,-. De gemachtigde heeft een beroepschrift ingediend. De vergoeding bedraagt dus € 837,-.

Uitkering wegens huiselijk geweld (zaak met zaaknummer 22/4082)

3.13.

Het Schadefonds heeft de aanvraag van eiseres toegewezen en haar een uitkering toegekend van € 1.000,- (letselcategorie 1) wegens lichamelijk en psychisch letsel als gevolg van het feit dat eiseres slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Op grond van de Letsellijst wordt voor psychisch letsel een uitkering uit letselcategorie 1 toegekend bij een behandeling van maximaal zes sessies. Eiseres heeft vijf behandelsessies gevolgd. Er is daarom een uitkering uit letselcategorie 1 toegekend. In reactie op eiseres’ stelling in bezwaar dat sprake is geweest van stelselmatig huiselijk geweld heeft het Schadefonds tot slot gesteld dat geen sprake is geweest van stelselmatig huiselijk geweld, als bedoeld in het beleid.

3.14.

Eiseres heeft in beroep gesteld dat zij in de periode tussen 2019 en 2021 frequent fysiek is mishandeld en bedreigd. Het Schadefonds heeft zich dan ook ten onrechte op het standpunt gesteld dat er geen sprake is geweest van stelselmatig huiselijk geweld.

3.15.

In de Beleidsbundel (paragraaf 1.2.3) is vermeld dat als in de relationele sfeer frequent en langdurig fysiek geweld is gebruikt of met geweld is gedreigd, het Schadefonds dit aanmerkt als stelselmatig huiselijk geweld.

3.16.

Bij de beoordeling van de vraag of het huiselijk geweld waarvan eiseres slachtoffer is geweest als stelselmatig moet worden beschouwd, heeft het Schadefonds in aanmerking genomen dat uit de beschikbare informatie naar voren is gekomen dat eiseres gedurende haar twee jaar durende relatie minstens zeven keer is mishandeld. Eisers werd ook door haar toenmalige partner bedreigd. Verder is eiseres een keer slachtoffer van mishandeling geworden nadat zij haar relatie met haar partner had verbroken.

3.17.

Het Schadefonds heeft het huiselijk geweld naar het oordeel van de rechtbank terecht niet als stelselmatig aangemerkt. Zonder af te willen doen aan de ernst en omvang van het huiselijk geweld waarvan eiseres slachtoffer is geworden, is onvoldoende gebleken dat de incidenten in zodanige frequentie plaatsvonden, dat het een stelselmatig karakter had.

3.18.

Omdat het huiselijk geweld niet als stelselmatig kan worden aangemerkt, heeft het Schadefonds voor het bepalen van de letselcategorie terecht aansluiting gezocht bij deel 2B van het Letsellijst (“Beoordeling van psychisch letsel op basis van medische informatie”).

Als uitgangspunt voor Letselcategorie 1 is daarin vermeld “Diagnose door een hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om een diagnose te stellen ten aanzien van psychisch letsel, eventueel gevolgd door een behandeling van maximaal 6 sessies.” Voor Letselcategorie 2 is als uitgangspunt een behandeling van maximaal 16 sessies vermeld. Bij het aantal sessies wordt blijkens de Letsellijst uitgegaan van het daadwerkelijk aantal gevolgde behandelingen, ook na onderbreking van de behandeling, inclusief de gesprekken die voor de intake zijn gevoerd.

3.19.

Eiseres heeft aangevoerd dat het psychisch letsel ernstiger is dan waar het Schadefonds vanuit is gegaan. Haar behandeling bestond uit twaalf sessies. Eiseres heeft de behandeling echter na vijf sessies noodgedwongen moeten staken, als gevolg van hoofdpijn door een hersenschudding die eiseres na een nieuw geweldsincident heeft opgelopen.

3.20.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Schadefonds bij de vraag van welke Letselschadecategorie sprake is, mogen uitgaan van het aantal daadwerkelijk gevolgde behandelingen, ondanks dat op dat moment duidelijk was dat de behandeling nog niet was geëindigd. De rechtbank ziet onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat het Schadefonds in het geval van eiseres van de beleidsuitgangspunten had moeten afwijken en neemt daarbij in aanmerking dat, zoals ook in het bestreden besluit is vermeld, eiseres een nieuwe aanvraag kan doen zodra zij ook de andere behandelsessies heeft gevolgd.

3.21.

Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.

3.22.

Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank:

in de zaak met zaaknummer BRE 22/3994:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het besluit van 28 juli 2022;

- draagt het Schadefonds op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;

- bepaalt dat het Schadefonds het griffierecht van € 184,- aan eiseres moet vergoeden;

- veroordeelt het Schadefonds tot betaling van € 837,- aan proceskosten aan eiseres;

in de zaak met zaaknummer BRE 22/4082:

- verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van

mr. W.J.C. Goorden, griffier, op 5 januari 2023 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet Schadefonds geweldsmisdrijven

Artikel 2 bepaalt:

Er is een Schadefonds Geweldsmisdrijven waaruit uitkeringen kunnen worden gedaan als bij of krachtens deze wet bepaald.

Artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a bepaalt:

Uitkering kan worden gedaan aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen;

Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven

1.2.3 Vooronderstellen van ernstig letsel

Bij verschillende geweldsmisdrijven kan het Schadefonds zonder beoordeling van medische informatie ernstig psychisch letsel vooronderstellen. Dit doet het dan op basis van de toedracht van het geweldsmisdrijf. Het gaat om geweldsmisdrijven, die op zichzelf zo ernstig zijn, dat ze vrijwel altijd een grote impact zullen hebben op het slachtoffer.

Bij de volgende geweldsmisdrijven kan het Schadefonds ernstig letsel vooronderstellen: woningovervallen, zedenmisdrijven, bedreigingen met messen of vuurwapens, stelselmatig huiselijk geweld, mensenhandel, belaging en brandstichting.

Hieronder is per geweldsmisdrijf beschreven wanneer ernstig letsel wordt voorondersteld. In deel 2A van de letsellijst is aangegeven welke letselcategorie hierbij past. De hoogte van de letselcategorie is afhankelijk van de ernst en de gevolgen van het geweldsmisdrijf. Is het daadwerkelijk opgelopen letsel ernstiger, dan wordt de daarbij passende letselcategorie

aangehouden.

Woningovervallen (…)

Zedenmisdrijven (…)

Rechtstreekse bedreiging met mes of vuurwapen

Het Schadefonds vooronderstelt ernstig letsel als een slachtoffer rechtstreeks is bedreigd met een mes of vuurwapen. Een bedreiging met een mes of vuurwapen is rechtstreeks als de bedreiging op de persoon van het slachtoffer is gericht (het slachtoffer is zich op dat moment bewust van het wapen) op een voor het wapen redelijkerwijs bruikbare afstand.

Daarbij moet het slachtoffer op het moment van de bedreiging in de veronderstelling verkeren dat het om een echt wapen gaat.

Als een bedreiging niet rechtstreeks is, of als is gedreigd met een ander soort wapen, wordt ernstig psychisch letsel niet voorondersteld. Toch kan dan dit wel een geweldsmisdrijf opleveren. In dat geval onderzoekt het Schadefonds of door de bedreiging ernstig letsel is opgelopen.

Stelselmatig huiselijk geweld

Als in de relationele sfeer frequent en langdurig fysiek geweld is gebruikt of met geweld is gedreigd, merkt het Schadefonds dit aan als stelselmatig huiselijk geweld. Bij stelselmatig huiselijk geweld wordt ernstig psychisch letsel altijd voorondersteld.

Als het huiselijk geweld niet stelselmatig is, wordt ernstig psychisch letsel niet voorondersteld. Toch kan dit wel een geweldsmisdrijf opleveren. In dat geval onderzoekt het Schadefonds of door het geweld ernstig letsel is opgelopen.

Mensenhandel (…)

Belaging (…)

Brandstichting (…)

Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven

2B. Beoordeling van psychisch letsel op basis van medische informatie

(…) Om te bepalen of psychisch letsel als voldoende ernstig kan worden aangemerkt om voor een uitkering in aanmerking te komen hanteert het Schadefonds de volgende uitgangspunten. De uitgangspunten geven een indicatie of psychisch letsel ernstig is en in welke letselcategorie het past. Het Schadefonds bepaalt dit op basis van de omstandigheden

van het geval.

Letselcategorie 1

- Diagnose door een hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om een diagnose te stellen ten aanzien van psychisch letsel, eventueel gevolgd door een behandeling van maximaal 6 sessies.

Letselcategorie 2

- Diagnose door een hulpverlener die bevoegd en bekwaam is om een diagnose te stellen ten aanzien van psychisch letsel, gevolgd door een behandeling van maximaal 16 sessies.

Letselcategorie 3

- (…)

Bij het aantal sessies wordt uitgegaan van het daadwerkelijk aantal gevolgde behandelingen, ook na onderbreking van de behandeling, inclusief de gesprekken die voor de intake zijn gevoerd.

ECLI:NL:RVS:2021:2014

Zie de uitspraak van de AbRS van 8 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2014


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature