< Terug naar de zoekresultaten

Opties voor deze uitspraak



Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Uitleg afspraken partijen in het kader van afwikkeling huwelijkse voorwaarden.

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Breda

Zaaknummer: C/02/397164 FA RK 22-1930

beschikking betreffende echtscheiding

in de zaak van

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen de man,

advocaat mr. J.A. Scanlan,

en

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen de vrouw,

advocaat mr. P.F.M. Gulickx.

1 Het procesverloop

1.1.

Dit blijkt uit de volgende stukken:

- het op 2 mei 2022 van de man ontvangen verzoekschrift met bijlagen;

- het op 8 augustus 2022 van de vrouw ontvangen verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen;

- het F9-formulier van de zijde van de man van 20 mei 2022;

- de F9-formulieren van mr. Gulickx van 8 augustus 2022 en 17 oktober 2022 met bijlagen;

- de brieven van mr. Scanlan van 27 oktober 2022, tevens houdende wijziging van het verzoek van de man, en van 11 november 2022 met bijlagen;

- de brieven van mr. Gulickx van 11 november 2022, tevens houdende een tweetal wijzigingen van het verzoek van de vrouw, met bijlagen;

- het F9-formulier van mr. Scanlan van 22 november 2022;

- de beschikking voorlopige voorzieningen van 14 juni 2022.

1.2.

De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 23 november 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen de advocaat van de man en de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. De man is, na voorafgaande kennisgeving daarvan, hierbij niet aanwezig geweest.

2 De feiten

2.1.

Op grond van de stellingen en overgelegde stukken staat tussen partijen het volgende vast:

- zij zijn op [huwelijksdatum] in de gemeente Breda met elkaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en hebben daarna huwelijkse voorwaarden gemaakt, die met ingang van 19 augustus 2006 in werking zijn getreden;

- uit hun huwelijk zijn geen kinderen geboren;

- zij hebben de Nederlandse nationaliteit;

- hun huwelijk is duurzaam ontwricht.

3 De verzoeken

De man verzoekt nu, samengevat,

- echtscheiding;

- te bepalen dat hij de huurder van de echtelijke woning zal zijn en te bepalen dat de vrouw uiterlijk zes maanden na de beschikkingsdatum de woning dient te verlaten;

- afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden dan wel de wijze van verrekening en verdeling vast te stellen, zoals door hem beschreven in zijn brief van 27 oktober 2022.

De vrouw verzoekt nu, samengevat,

- echtscheiding;

- te bepalen dat, zolang zij in de echtelijke woning woont, de huurtoeslag aan alleen haar toekomt en dat de man € 400,= per maand aan haar zal betalen;

- afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, zoals door haar beschreven in haar verweerschrift onder randnummer 22 tot en met 26 en haar aanvullend zelfstandig verzoek van 11 november 2022;

- te verklaren voor recht dat de opgebouwde ABP -pensioenrechten van de vrouw over de huwelijkse jaren, van [datum] (naar de rechtbank begrijpt: [jaartal] , datum huwelijk) tot dan wel tot en met 19 augustus 2006 dan wel tot een datum in goede justitie te bepalen, alleen aan de vrouw toekomen en dus niet voor pensioenverevening in aanmerking komen.

4 De beoordeling

4.1.

De verzoeken tot

- echtscheiding;

- toekenning van het huurrecht van de echtelijke woning aan de man;

liggen als op de wet gegrond en niet weersproken voor toewijzing gereed.

4.2.

Ter zitting is gebleken dat de vrouw inmiddels een eigen huurwoning heeft en de echtelijke woning heeft verlaten, zodat het verzoek van de man tot het verlaten van de woning door de vrouw geen verdere bespreking behoeft en zal worden afgewezen.

4.3.

Verder is ter zitting gebleken dat partijen het erover eens zijn dat het verzoek van de vrouw om voor recht te verklaren dat de door haar opgebouwde ABP-pensioenrechten over de periode vanaf de huwelijksdatum tot 19 augustus 2006 alleen aan de vrouw toekomen en dus niet voor pensioenverevening in aanmerking komen, kan worden toegewezen.

De rechtbank zal dit verzoek aldus toewijzen.

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden

4.4.

Partijen zijn aanvankelijk gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben later huwelijkse voorwaarden laten opstellen, die per 19 augustus 2006 in werking zijn getreden.

Deze huwelijkse voorwaarden houden kort gezegd in: koude uitsluiting en een periodiek verrekenbeding. Bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden hebben partijen ook een verdelingsakte opgemaakt ten behoeve van de verdeling van de op dat moment ontbonden huwelijksgoederengemeenschap (bijlage A en B bij de akte huwelijkse voorwaarden).

Peildatum omvang en samenstelling te verrekenen vermogen

4.5.

Partijen zijn het erover eens dat als peildatum voor de samenstelling en omvang van het te verrekenen vermogen geldt de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding, te weten 2 mei 2022.

Inboedel

4.6.

Ter zitting zijn partijen het eens geworden over de verdeling van de inboedel.

Zij zijn overeengekomen dat de man nog afgeeft aan de vrouw: de inboedelgoederen die vermeld staan op productie 9 bij het verweerschrift van de vrouw, met uitzondering van de auto Opel Astra, stofzuiger en audiosysteem soundbar. Verder moet de man aan de vrouw nog haar kleding afgeven. Partijen hebben in dit verband dan over en weer niets meer van elkaar te vorderen.

Overeenkomst van 29 juni 2022

4.7.

De man doet een beroep op de door hem overgelegde overeenkomst van partijen van 29 juni 2022 (productie D bij de brief van 27 oktober 2022). De vrouw stelt dat deze overeenkomst onder dwang van de man is opgesteld en ondertekend, waardoor zij niet gebonden is aan de overeenkomst.

4.8.

De genoemde overeenkomst luidt als volgt:

“Wij zijn overeengekomen dat de Opel Astra voor [de man] is en de inboedel voor [de vrouw] . Daar komen we dan uit. Ook hoef [de man] geen vergoeding te betalen tot sept. dus oktober weer voor november. De Opel is overgeschreven op [de man] z’n naam. [de vrouw] heefd ’n andere auto Toyota . We gaan normaal met elkaar om zoals besproken is op 28-6-2022.”.

De overeenkomst is ondertekend en gedateerd op 29 juni 2022.

4.9.

De advocaat van de man heeft ter zitting toegelicht dat de man geen vergoeding meer aan de vrouw hoeft te betalen, omdat dat is verrekend met de lening voor de aanschaf van de Toyota. De rechtbank stelt vast dat daarvan niet blijkt uit de overeenkomst. Daarin zijn afspraken opgenomen met betrekking tot de Opel Astra, de Toyota, de inboedel en de vergoedingen door de man aan de vrouw. De rechtbank leidt uit de overeenkomst af dat de inboedel en de Opel Astra tegen elkaar zijn uitgeruild. Uit de overeenkomst blijkt niet dat partijen nog iets van elkaar te vorderen hebben. De vrouw verzoekt nu echter alsnog vergoeding van de kosten conform de afspraken die partijen in de voorlopige voorzieningen procedure hebben gemaakt. De man verzoekt in dat geval dat de vrouw een bedrag van € 3.000,= aan hem vergoedt, zijnde het bedrag dat hij heeft betaald voor de aanschaf van de Toyota. Het bedrag van € 3.000,= is niet opgenomen in de overeenkomst. Deze is echter ondertekend op dezelfde dag als de dag van aankoop van de Toyota, 29 juni 2022.

De man doet een beroep op de overeenkomst, maar wil vervolgens nog wel een deel van de inboedel hebben. Hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank worden afgeleid dat ook de man zich niet langer wenst te houden aan de overeenkomst, in ieder geval voor wat betreft de inboedel. Nu het een overeenkomst betreft waarin meerdere afspraken zijn opgenomen die met elkaar samenhangen, kan niet worden gevolgd dat alleen voor wat betreft de inboedel wordt afgeweken van de overeenkomst. De stelling van de man dat hij geen vergoeding meer hoeft te betalen aan de vrouw, omdat hij in verband met de aanschaf van de Toyota aan haar een bedrag van € 3.000,= heeft geleend, is ook niet uit de overeenkomst af te leiden. De rechtbank stelt vast dat het feitelijke gedrag van partijen ook niet is zoals in de overeenkomst is opgenomen. Ondanks dat daarin is opgenomen dat partijen “normaal met elkaar omgaan”, is de vrouw daarna een kort geding procedure gestart. Nu beide partijen zich kennelijk niet gebonden voelen aan de afspraken van 29 juni 2022 wordt aan de vraag of de overeenkomst door de vrouw onder dwang is opgesteld, niet toegekomen. De rechtbank zal daarom aan die overeenkomst voorbij gaan.

Auto, Opel Astra met [kenteken 1]

4.10.

Tussen partijen is in geschil wie de eigenaar van de Opel Astra was. Wel staat vast dat de Opel Astra na de peildatum is verkocht. Mede gelet op inhoud van de huwelijkse voorwaarden en nu geen van partijen kan aantonen van wie de Opel Astra was, stelt de rechtbank vast dat deze gemeenschappelijk was. Partijen zijn het erover eens dat de Opel Astra wordt toebedeeld aan de man. Dit betekent dat de man de helft van de waarde aan de vrouw zal moeten voldoen, in verband met overbedeling. De vrouw stelt de waarde conform de ANWB-koerslijst op € 10.650,=. De man betwist de door vrouw gestelde waarde. Hij geeft echter niet aan wat volgens hem de waarde dan moet zijn. Hij heeft een factuur van reparatiekosten overgelegd d.d. 15 augustus 2022 van € 2.110,31 (productie H bij de brief van 11 november 2022). De Opel Astra is op 23 juli 2020 aangeschaft voor een bedrag van € 10.500,= (productie 5 bij productie 3 bij het verweerschrift van de vrouw). Uitgaande van de ANWB-koerslijst zou de auto dan ongeveer in waarde gelijk zijn gebleven. Nu de man geen indicatie heeft gegeven van de waarde van de auto zal de rechtbank deze in redelijkheid schatten op € 8.000,=. De man moet daarom nog een bedrag van € 4.000,= aan de vrouw betalen.

Auto, Toyota Aygo met [kenteken 2]

4.11.

Tussen partijen is niet in geschil dat de Toyota, die na de peildatum is aangeschaft, eigendom is van de vrouw en dat de man de aanschaf hiervan heeft betaald. De vrouw moet daarom dit door de man voor haar betaalde bedrag ter hoogte van € 3.000,= aan de man terugbetalen.

Vergoedingen

4.12.

Zoals hiervoor is overwogen zijn partijen niet gebonden aan de overeenkomst van 29 juni 2022, zodat de man gehouden is de in de voorlopige voorzieningen procedure afgesproken kosten aan de vrouw te voldoen. In die procedure hebben partijen, tijdens de zitting van 2 juni 2022 en opgenomen in de beschikking van 14 juni 2022, onder meer afgesproken dat aan de vrouw zolang zij gebruik maakt van de echtelijke woning de huurtoeslag toekomt en dat de man tot het moment dat hij een AOW-uitkering ontvangt (augustus 2022) € 300,= per maand en vanaf het moment dat hij een AOW-uitkering ontvangt € 400,= per maand aan de vrouw zal betalen.

Ter zitting heeft de vrouw gesteld dat zij op 31 oktober 2022 haar eigen huurwoning heeft betrokken. De huurtoeslag over de periode van juni 2022 tot en met oktober 2022 komt daarom alleen aan haar toe.

Daarnaast dient de man op grond van voormelde afspraak over de maanden juni en juli 2022 een bedrag van € 300,= per maand en over de maanden augustus, september en oktober 2022 een bedrag van € 400,= per maand aan de vrouw te voldoen, in totaal een bedrag van € 1.800,=.

4.13.

Vast staat dat de man voor de vrouw een bedrag van € 600,= heeft betaald aan mevrouw [naam] . Hoewel de vrouw terecht aanvoert dat het niet gepast is dat de man zonder overleg met haar of zonder haar toestemming die lening heeft afgelost, doet dit niet af aan het feit dat de vrouw dit bedrag van € 600,= nog aan de man moet betalen.

Huur- en zorgtoeslag

4.14.

Ter zitting zijn partijen het erover eens geworden dat aan ieder van hen de helft toekomt van de huur- en zorgtoeslag over 2021, zodat degene die de op de eindafrekening vermelde bedragen (productie 11 bij de brief van mr. Gulickx van 11 november 2022) heeft ontvangen de helft aan de ander moet betalen.

Proceskosten

4.15.

Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5 De beslissing

De rechtbank

spreekt uit de echtscheiding tussen partijen, op [huwelijksdatum] in de gemeente Breda met elkaar gehuwd;

bepaalt, uitvoerbaar bij voorraad, dat de man vanaf de dag dat deze beschikking wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand de huurder zal zijn van de echtelijke woning, gelegen aan het [adres] ;

verklaart voor recht dat de opgebouwde ABP-pensioenrechten van de vrouw over de periode van [huwelijksdatum] tot 19 augustus 2006 alleen aan de vrouw toekomen en dus niet voor pensioenverevening in aanmerking komen;

gelast, uitvoerbaar bij voorraad, de verdeling van de gemeenschappelijke goederen van partijen en de afwikkeling van hun huwelijkse voorwaarden op de wijze zoals is overwogen in de rechtsoverwegingen 4.4 tot en met 4.6, 4.10 en 4.11;

bepaalt dat de huurtoeslag over de periode van juni 2022 tot en met oktober 2022 aan alleen de vrouw toekomt en dat de man over de maanden juni en juli 2022 een bedrag van € 300,= per maand en over de maanden augustus, september en oktober 2022 een bedrag van € 400,= per maand aan de vrouw dient te voldoen, zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.12;

bepaalt dat de vrouw aan de man een bedrag van € 600,= dient te voldoen, zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.13;

bepaalt dat aan ieder van partijen de helft van de over 2021 nabetaalde huur-en zorgtoeslag toekomt, zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.14;

compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. Meyboom en, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op .

cvdv

Mededeling van de griffier:

Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:

door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het

gerechtshof ’s-Hertogenbosch.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature