U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Veroordeling tot gevangenisstraf van 30 maanden voor medeplegen van een overval met geweld op de Aldi. Verdachte was één van de initiatiefnemers en had een cruciale rol, al was hij zelf niet in de Aldi. Toekenning immateriële schadevergoeding voor de caissière en tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen.

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/069439-20, 02/250086-19 (tul) en 02/040497-20 (tul)

vonnis van de meervoudige kamer van 19 februari 2021

in de strafzaak tegen de verdachte

[verdachte 1] geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]wonende te [adres 1] ,

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Roermond,

raadsman mr. A.A. Nunnikhoven, advocaat te Tilburg.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 februari 2021, waarbij de officier van justitie, mr. Kerkhofs, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting zijn ook de vorderingen tot tenuitvoerlegging behandeld met bovenvermelde parketnummers.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met anderen een overval heeft gepleegd op de [ naam winkel] in Breda dan wel hierbij behulpzaam is geweest door onder andere de jongens samen te brengen, te benaderen en het vervoer te regelen.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het feit heeft gepleegd en baseert zich daarbij onder andere op de aangifte van [naam 1] , de getuigenverklaringen van buurtbewoners [naam 2] en [naam 3] en de processen-verbaal van bevindingen met betrekking tot het kenteken, de aanhoudingen en het telefoongebruik.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het primair en subsidiair tenlastegelegde. Er is geen bewijs dat verdachte in Breda was op het moment van de overval. Mocht dat wel kunnen worden vastgesteld, dan is er geen bewijs op grond waarvan kan worden vastgesteld dat sprake is van medeplegen en evenmin dat sprake is van medeplichtigheid.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

De bewijsmiddelen

De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.

4.3.2

De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs

Uit de bewijsmiddelen blijkt het volgende.

Overval

Op 14 maart 2020 omstreeks 19.30 uur is de [ naam winkel] aan de [adres winkel] in Breda overvallen. Twee jongens hebben de caissière geslagen en bedreigd met een nepvuurwapen. Ze zijn er vandoor gegaan met circa 250 euro. De twee jongens zijn vervoerd door medeverdachte [medeverdachte 2] van Tilburg naar Breda en terug naar Tilburg in een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] .

Uit een getuigenverklaring volgt dat in de auto bij [medeverdachte 2] nog drie andere personen zaten: de twee jongens die de [ naam winkel] zijn binnengegaan en nog een persoon. Op basis van het dossier stelt de rechtbank vast dat verdachte niet één van de jongens is geweest die naar binnen zijn gegaan bij de [ naam winkel] . De vraag is of kan worden vastgesteld of verdachte de vierde persoon in de auto was.

Telefoon met nummer + [telefoonnummer 2] .

De rechtbank stelt vast dat uit het aanstralen van de verschillende masten op de route van Tilburg naar Breda blijkt dat de Samsung Galaxy telefoon met telefoonnummer + [telefoonnummer 2] die is aangetroffen in de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] , is gebruikt door een persoon in de betreffende auto van [medeverdachte 2] . Deze gebruiker heeft op 14 maart 2020 met de telefoon op het internet gezocht naar de [ naam winkel] in Breda en de route daar naartoe, aan de hand waarvan [medeverdachte 2] naar Breda is gereden. De telefoon is ook gebruikt om met [medeverdachte 1] op 14 maart 2020 om 16.54 uur een gesprek te voeren, uit welk gesprek valt op te maken dat de beller [medeverdachte 1] inschakelt om rond 18.00 uur jongens op te halen waarna een overval op een winkel zal plaatsvinden. De rechtbank begrijpt dit uit de bewoordingen dat ze veel geld gaan maken in Breda, dat er geen camera is, dat [medeverdachte 1] erna geld zal krijgen en dat ze duizend of meer (de rechtbank begrijpt: euro) maken, dat het vóór acht uur (de rechtbank begrijpt: ’s avonds, vóór sluitingstijd) moet gebeuren, dat alles er uitverkocht is, dat miljoenen mensen naar binnen rennen om boodschappen te doen. De rechtbank plaatst die woorden ook in het licht van de eerste coronaperiode, waarin veel mensen boodschappen ‘hamsterden’.

Samsung Galaxy van verdachte

Verdachte heeft verklaard dat de aangetroffen Samsung Galaxy telefoon met nummer + [telefoonnummer 2] van hem was. Hij had deze telefoon aangeschaft nadat zijn Iphone was gestolen dan wel was kwijtgeraakt. Verdachte heeft verklaard dat hij de Samsung vanaf 7 maart 2020 in gebruik had, maar de telefoon weer is kwijtgeraakt en dat iemand anders de telefoon in gebruik moet hebben genomen. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte echter onaannemelijk. Verdachte kan niet zeggen wanneer hij de telefoon zou zijn kwijtgeraakt, terwijl dit toch in een tijdsbestek van één week (vanaf 7 maart tot 14 maart 2020) zou moeten zijn gebeurd. Daarbij komt dat uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot deze telefoon blijkt dat er geen verschil is in het gebruik van het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] in de periode 16 december 2019 tot 7 maart 2020 vergeleken met het telefoongebruik in de periode van 7 maart 2020 tot 14 maart 2020.

Ook stelt de rechtbank vast dat uit het tapgesprek van 14 maart 2020 om 16:54 uur dat [medeverdachte 1] met de gebruiker van eerder genoemd telefoonnummer heeft gevoerd, dat [medeverdachte 1] - die verdachte al langere tijd kent - het gesprek met de gebruiker voert zonder hierbij vragen te stellen als: “Wie ben jij?” of “Waarom heb jij het telefoonnummer van [verdachte 1] in gebruik?” Daarnaast is het gesprek (deels) in het Somalisch en is verdachte ook van Somalische afkomst.

De rechtbank heeft ook andere redenen om aan te nemen dat verdachte op 14 maart 2020 de bijrijder is geweest van de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] . Het signalement dat door getuige [naam 3] wordt gegeven van de bijrijder, als een man van circa 26, 27 jaar, donkere jongen met sprekende ogen en een smal gezicht en donkere sportkleding met iets roods, sluit verdachte geenszins uit. Verdachte heeft bovendien bij zijn aanhouding op 16 maart 2020 een donkere trainingsbroek aan met rode banen aan de zijkant. Ook had verdachte op 16 maart 2020 een HTC telefoon bij zich waarvan is vastgesteld dat deze op 14 maart 2020 niet in gebruik was.

De rechtbank concludeert uit het bovenstaande dan ook dat het verdachte is geweest die op 14 maart 2020 gebruik heeft gemaakt van de Samsung Galaxy telefoon met telefoonnummer + [telefoonnummer 2] en in de auto met de medeverdachten heeft gezeten onderweg naar, tijdens en na de overval op de [ naam winkel] .

Medeplegen of medeplichtig?

Zoals hierboven is overwogen, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte gebruik heeft gemaakt van de Samsung Galaxy telefoon met telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . En dat hij, zoals blijkt uit het tapgesprek van kort vóór de overval, tenminste één van de initiatiefnemers is van de overval. De rechtbank trekt deze conclusie op basis van de bewoordingen “wil je geld?” en “we weten waar veel geld ligt”.

Ook heeft verdachte het vervoer door [medeverdachte 1] geregeld. Verdachte betaalde daarnaast de benzine voor [medeverdachte 1] . De rechtbank acht de rol van verdachte daarom cruciaal. Zonder zijn bijdrage zou de overval niet hebben plaatsgevonden. Gelet op deze rol van verdachte, die zo een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de overval en nauw en bewust heeft samengewerkt met de jongens die daadwerkelijk in de [ naam winkel] waren en de caissière hebben overvallen, kan verdachte worden gezien als medepleger van de overval. De rechtbank acht daarom het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

4.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

op 14 maart 2020 te Breda, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag te weten 252,35 euro, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan de [ naam winkel] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [naam 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door:

meermalen, (onverhoeds) een greep te doen in de kassalade en daarbij aan een arm van die voornoemde [naam 1] te trekken en die voornoemde [naam 1] meermalen (met de vuist) tegen het gezicht of op het hoofd of tegen de nek te slaan of te stompen en (vervolgens) die voornoemde [naam 1] de woorden toe te voegen: “ Ho! Ik heb een geweer”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en (vervolgens) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die voornoemde [naam 1] te richten en gericht te houden.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5 De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6 De strafoplegging

6.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek.

6.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit, en is daarom van mening dat er geen straf of maatregel zou moeten worden opgelegd. Subsidiair stelt de verdediging dat als een kleine rol, mogelijk medeplichtigheid, bewezen wordt geacht, dat een straf gelijk aan voorarrest, thans bijna één jaar, ruimschoots volstaat. Verdachte is een jongvolwassene en heeft na een zware periode weer een eigen leven op poten gezet.

6.3

Het oordeel van de rechtbank

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van een overval. De overval werd gepleegd door twee jonge jongens die een nepvuurwapen bij zich droegen en de caissière hebben mishandeld. Een ernstig feit waar vooral aangeefster [naam 1] veel last van heeft ondervonden, zoals zij in haar slachtofferverklaring heeft verwoord. Maar ook bij het overige winkelpersoneel en anderen leiden dergelijke akelige feiten tot angstgevoelens. Verdachte is weliswaar niet zelf binnen geweest in de [ naam winkel] , maar hij was wel één van de initiatiefnemers en zonder hem was de overval niet gepleegd.

De rechtbank kijkt voor het opleggen van een passende straf onder andere naar de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. Op het (mede)plegen van een overval met meer dan licht geweld staat een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar. Naar het oordeel van de rechtbank is hier ook sprake van meer dan licht geweld, nu aangeefster meermalen is geslagen en er sprake was van dreiging met een (nep)vuurwapen.

Daarnaast kijkt de rechtbank naar de persoonlijke omstandigheden. Verdachte heeft een aanzienlijk strafblad, zeker gezien zijn jonge leeftijd. Hij is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, voor het laatst door het gerechtshof op 24 juni 2020. Dat is een strafverhogende omstandigheid. In strafverlagende zin zal de rechtbank er rekening mee houden dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.

Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte al bijna één jaar in voorarrest zit, terwijl bovendien de medeverdachten allemaal in een eerder stadium zijn geschorst. De rechtbank kan zich voorstellen dat dit voor verdachte onrechtvaardig aanvoelt, maar stelt wel vast dat er gronden waren om verdachte vast te houden en dat hij is aangesproken op zijn rol als medepleger én als volwassene.

De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste straf voldoende recht doet aan de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Aan verdachte zal daarom een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden worden opgelegd, met aftrek van voorarrest.

7 De benadeelde partij

De benadeelde partij [naam 1] vordert een schadevergoeding van € 1.800,= voor dit feit.

De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 1.800,= een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.

Het gevorderde is tot dat bedrag voldoende aannemelijk gemaakt en zij zal de vordering tot dat bedrag toewijzen en de wettelijke rente toekennen, met ingang van 14 maart 2020.

Met betrekking tot de toegekende vordering van de benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht op grond van artikel 6:166 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade nu de gedragingen hen ieder worden toegerekend. Daarom zal de rechtbank de vordering en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat niet de benadeelde partij, maar de Staat in beginsel wordt belast met de incasso van de schadevergoeding en dat wanneer het totale bedrag door één of meer mededaders is betaald de ander(en) niet meer hoeven te betalen, en andersom. De rechtbank merkt, onder verwijzing naar lid 2 van artikel 6:166 BW, op dat zij van oordeel is dat verdachte en de drie mededaders voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen.

8 De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke straffen van 2 weken gevangenisstraf en van 26 dagen gevangenisstraf die aan verdachte zijn opgelegd bij vonnissen van 15 januari 2020 onder parketnummer 02/250086-19 respectievelijk 20 februari 2020 onder parketnummer 02/040497-20, ten uitvoer zullen worden gelegd.

De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde verbonden aan de voorwaardelijke straffen heeft overtreden. Gelet hierop zullen beide vorderingen tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

9 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47 en 312 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

Diefstal, voorafgegaan door en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;

- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 02/250086-19

- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 15 januari 2020 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02/250086-19 ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 02/040497-20

- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 20 februari 2020 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02/040497-20 ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 26 dagen;

Benadeelde partij

- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] van € 1800,=, ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 14 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;

- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.

- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;

- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] , € 1800,= te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 14 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;

- bepaalt dat bij niet betaling 28 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;

- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;

- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.

Dit vonnis is gewezen door mr. Los, voorzitter, mr. Brouwer en mr. Goedegebuur, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 februari 2021.

Bijlage I

De tenlastelegging

hij op of omstreeks 14 maart 2020 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag te weten 252,35 euro, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [ naam winkel] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:meermalen, althans eenmaal (onverhoeds) een greep te doen in de kassalade en/of daarbij aan de/een arm van die voornoemde [naam 1] te trekken en/ofdie voornoemde [naam 1] meermalen althans eenmaal, (met de vuist) tegen/in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen/in de nek te slaan en/of te stompen en/of(vervolgens) die voornoemde [naam 1] de woorden toe te voegen: “Ho! Ik heb een geweer”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of(vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die voornoemde [naam 1] te richten en/of gericht te houden;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op of omstreeks 14 maart 2020 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag te weten 252,35 euro, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan de [ naam winkel] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:meermalen, althans eenmaal (onverhoeds) een greep te doen in de kassalade en/of daarbij aan de/een arm van die voornoemde [naam 1] te trekken en/ofdie voornoemde [naam 1] meermalen althans eenmaal, (met de vuist) tegen/in het gezicht en/of op het hoofd en/of tegen/in de nek te slaan en/of te stompen en/of(vervolgens) die voornoemde [naam 1] de woorden toe te voegen: “ Ho! Ik heb een geweer”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of(vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die voornoemde [naam 1] te richten en/of gericht te houden,bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen in of de periode van 1 februari 2020 tot en met 14 maart 2020, althans op of omstreeks 14 maart 2020 te Breda en/of Tilburg en/of elders in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] te benaderen en/of bij elkaar te brengen en/of te vragen mee te doen aan het plegen van een diefstal/overval en/of door aan die [medeverdachte 1] (via de telefoon) en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] aan te geven dat er in de [ naam winkel] een fors geldbedrag aanwezig is en/of een wapen te regelen voor de overval en/of vervoer te verschaffen en/of een auto te regelen naar de plaats van de overval en/of ten tijde van de overval op de uitkijk te staan en/of vervoer te verschaffen en/of een auto te regelen weg vanaf de plaats van de overval.

Bijlage II

De bewijsmiddelen

Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2020066337 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 469.

 Het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] , pagina 41-42 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven- :

Ik werkte op 14 maart 2020 in de [ naam winkel] aan de [adres winkel] in Breda. Het was na 19.00 uur. Ik zag dat een jongen in beide handen een blikje energydrink vast hield. Ik zag een tweede jongen bij kassa 1 staan te wachten. Deze jongen had zijn handen in zijn jaszakken. Ik zal verder de jongen met de energydrink dader 1 noemen en de jongen bij de kassa dader 2. Dader 1 zette beide blikjes op de lopende band. Ik wilde het wisselgeld uit de kassalade pakken en op dat moment hoorde ik "NU". Ik hoorde dit uit de richting van dader 1 kwam. Ik zag dat dader 1 met twee handen de klep van de kassalade naar zich toe trok om deze open te houden. Ik zag dat dader 2 met zijn hand in de kassa reikte. Hij zat met zijn hand in de kassa te graaien. Ik ben met mijn beide onderarmen op de kassalade gaan leunen om deze proberen dicht te duwen. De hand van dader 2 zat nog in de kassa op het moment dat ik deze probeerde dicht te duwen. Hij probeerde met zijn andere hand mijn linker arm weg te trekken. Hij heeft mijn linker arm en mijn mouw vastgepakt. Ondertussen probeerde dader 1 nog steeds de lade open te trekken en met zijn linkerhand in de kassa te graaien.Ik heb dader 2 met mijn linker arm geprobeerd weg te duwen. Op dat moment werd dader 2 boos. Ik hoorde hem vloeken en daarna begon hij met zijn vuist op mij hoofd te slaan. Ik voelde klappen in mijn nek. Ik ben ineen gedoken over de kassalade heen met mijn hoofd in mijn armen. Ik ben meerdere malen in mijn nek geslagen, waarbij ik met mijn voorhoofd tegen de kassalade aan kwam. Ik heb pijn aan mijn nek en voel een bult op mijn voorhoofd. Ik denk dat ik wel twintig slagen gekregen heb van dader 2. Ik denk dat ik als eerste een klap tegen mijn linker kaak of jukbeen gekregen heb en daarna ineen gedoken ben en de rest van de klappen in mijn nek en tegen mijn achterhoofd gekregen heb. Ik hoorde dader 1 zeggen: "Ho! Ik heb een geweer." Hierop pakte hij een pistool en richtte deze op mijn hoofd. Hierbij hield hij met zijn rechter arm het pistool over het kassascherm op mijn hoofd gericht en met zijn linker hand probeerde hij de kassalade open te trekken. Dader 2 hoorde ik "Ja" zeggen als bevestiging op het pistool van dader 1. Hij stopte ook met mij slaan. Ik heb omhoog gekeken en zag direct dat het pistool een nepwapen betrof. Het leek mij een balletjespistool. Ik zei: "Gozer, dat is duidelijk een neppe. Wat probeer je? Direct hierop renden zij weg naar de uitgang.

 Het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , namens [ naam winkel] , pagina 38 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op 14 maart 2020 omstreeks 20.00 uur hoorde ik dat er een overval had

plaatsgevonden. Er is totaal een bedrag van 252.35 euro weggenomen uit de kassala.

 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 2] , pagina 67 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op zaterdag 14 maart 2020 omstreeks 19.15 uur, stond mijn partner [naam 5] op de eerste verdieping van onze woning aan de [adres 2] te Breda. Zij zag aan de overzijde van de straat in de steeg tegen over onze woning een personenauto staan. Ik zag de auto staan en heb op het portierraam van de bestuurder geklopt. Ik zag de bestuurder en de bijrijder in de auto. Ik zag dat er toen twee jongens de steeg in kwamen gelopen. Ik zag dat zij uit de richting gedraaid kwamen van de [ naam winkel] . Er is geen twijfel over mogelijk dat het dezelfde jongens waren als die ik toen ik op de eerste verdieping stond achter uit de auto zag stappen. Ik merkte dat ze af wilde van de commotie en zij waren gehaast. De jongens stapten allemaal in de auto en zijn hierop rustig weggereden in de richting van de Marialaan.

 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 3] , pagina 71 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op 14 maart 2020, om 19:28 uur, zag ik een bericht in WhatsApp over een verdachte situatie in de buurt. De buurman vroeg wat ze daar deden en ik maakte een foto van de auto. Het was een auto met kenteken [kenteken] .

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 74 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Verbalisant [verbalisant 1] hoorde van de overval en van de weggereden Polo met kenteken [kenteken] . Deze stond tenaamgesteld op de [adres 8] in Tilburg. Verbalisant reed op zijn dienstmotor op de A58 richting Eindhoven, bij hectometerpaal 37.4, op het moment dat hij de genoemde Polo inhaalde. In Tilburg, in de Delflandstraat, bij de kruising met de Eemlandstraat, kwam het voertuig tot stilstand. De inzittenden renden direct weg. In de auto trof verbalisant een smartphone op de bijrijderstoel aan en een imitatievuurwapen rechtsachterin bij het voetengedeelte.

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 82 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op genoemde dag, omstreeks 19:30 uur, werd er een gewapende overval gepleegd op een vestiging van de [ naam winkel] gelegen aan de [adres winkel] te Breda. Via het

operationeel centrum vernam ik kort hierna dat er een Volkswagen Polo voorzien van het kenteken [kenteken] betrokken was bij deze overval. De daders zouden vermoedelijk gevlucht zijn in dit voertuig. Volgens één van de getuigen zouden er vier personen in dit voertuig zitten. De tenaamgestelde van dit voertuig zou woonachtig zijn in Tilburg.

In de Delflandstraat op de kruising met de Eemlandstraat kwam het voertuig zonder

het geven van een stopteken tot stilstand. Op dat moment gingen er diverse portieren van het voertuig open en stapten er diverse verdachten uit en begonnen te rennen. In mijn beleving zag ik minimaal twee, maar vermoedelijk drie verdachten wegrennen. Ik zag vervolgens een verdachte achter het stuur van genoemde personenauto zitten. Deze verdachte betrof verdachte [medeverdachte 1] .

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 88 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Verbalisanten hoorden dat er twee verdachten via de Twentestraat richting de Schielandstraat kwamen rennen. Zij reden de Schielandstraat op en zagen een man, die later verdachte [medeverdachte 3] bleek, deels over het grasveld hun richting op rennen. Hij was geheel in het donker gekleed, en hield een opgevouwen stapel briefgeld en twee telefoons vast.Verdachte [medeverdachte 3] had € 445,- in zijn handen, € 250,- aan briefgeld in zijn jaszak en ook in zijn trui zat briefgeld. [medeverdachte 3] riep naar medeverdachte [medeverdachte 2] dat zij zich op hun zwijgrecht gingen beroepen.

 Het proces-verbaal tonen selectie bij fotobewijsconfrontatie, pagina 185 van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Verbalisant [verbalisant 4] observeerde de getuige terwijl zij naar de selectie keek: ik zag dat zij bij het zien van foto 8 rechtop ging zitten en dat zij grote ogen maakte. Zij zei op dat moment niets uit eigen beweging.

Vervolgens vroeg ik aan de getuige: "Bevond de door u bedoelde persoon zich in de selectie?" De getuige antwoordde: "Nee, ik zou eerder denken dat ik degene die het wapen vast had herkende, die zou staan op foto nummer 8."

Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mee, dat in de getoonde selectie de foto van de verdachte [medeverdachte 3] op plaats 8 stond.

 Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone 8, pagina 213 van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Onder verdachte [medeverdachte 3] werden twee telefoons in beslag genomen, waaronder een iPhone 8. Uit de locatiegegevens van 14 maart 2020 van deze telefoon blijken de volgende registraties:

Om 17:58:58 uur: Verdiplein te Tilburg

Om 18:45:36 uur: Ulvenhoutselaan / [adres winkel] te Breda

Om 19.11.22 uur: Barbaralaan te Breda

Om 19.13.37 uur: Barbaralaan/Gertrudistraat te Breda

Van 19.14.22 uur tot 19:27:15 uur: Barbaralaan te Breda in het steegje ter hoogte van de Lidl

 Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , pagina 345 van voornoemd eind-proces-verbaal, inhoudende –zakelijk weergegeven-:

Ik ben betrokken geweest bij de overval op de [ naam winkel] . Ik was daar. Toen gebeurde het. De overval op de [ naam winkel] . Ik ging naar de kassa en toen was het geld uit de kassa pakken.

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 241 van voornoemd eindproces-verbaal inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op donderdag 14 maart 2020 om 20:50 uur werd een Motorola telefoon van verdachte [medeverdachte 1] tijdens zijn insluitingsfouillering in beslag genomen. Het IMEI-nummer van het toestel is [imeinummer 1] . Het telefoonnummer is + [telefoonnummer 1] .

In de periode 08 maart 2020 en 15 maart 2020 was er veelvuldig telefonisch contact tussen

telefoonnummer + [telefoonnummer 1] en het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] .

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 245 (in combinatie met het proces-verbaal op pagina 244) van voornoemd eindproces-verbaal inhoudende -zakelijk weergegeven-:

Op 17-03-2020 is een onderzoek uitgevoerd met betrekking tot het uitlezen van de veiliggestelde gegevens van een mobiele telefoon met het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] .

Uit onderzoek bleek dat de naam [verdachte 1] vermeld stond als apparaatgebruiker en eigenaar van het onderzochte toestel.

Er werd ook een email account aangetroffen. [mailadres] .

Op zaterdag 14 maart 2020 werd tussen 16:58:51 uur en 17:01:18 uur op internet meerdere keren gezocht naar [ naam winkel] .

Er werd google rijroute aangetroffen naar het adres [ naam winkel] [adres winkel] .

Er werd gereden met een snelheid van 57 km. De aankomsttijd was 14-03-2020 18:46 uur

Ook werd er een afbeelding gevonden van de [ naam winkel] gelegen aan de [adres winkel] te Breda. Deze afbeelding is zeer waarschijnlijk een googlefoto deze was bekeken op 14-03-2020 18:45:58 uur.

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 252 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

Op donderdag 14 maart 2020 om 20:50 uur werd een Samsung Galaxy telefoon van verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen door opsporingsambtenaar [verbalisant 2] en voorzien van het goednummer 2172125. Deze telefoon lag op de bijrijdersstoel van de Volkswagen Polo met het kenteken [kenteken] op naam van [medeverdachte 1] geboren [geboortedag medeverdachte 1] -1994 (25) te [geboorteplaats medeverdachte 1] Het IMEI-nummer van het toestel is [imeinummer 2] . Abonnement T-mobile telefoonnummer + [telefoonnummer 2] .

In de periode 07 maart 2020 en 15 maart 2020 was er veelvuldig telefonisch contact tussen

telefoonnummer + [telefoonnummer 2] en het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] bij dit telefoonnummer stond de naam [naam 6] in de contactenlijst. Het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] behoort bij de telefoon van het merk Motorola dat in beslag is genomen bij verdachte [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag medeverdachte 1] -1996. Verdachte [medeverdachte 1] verklaart hierover op 15 april 2020 dat hij de gebruiker is van het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] .

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 255 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

Op 1 april 2020 is een HTC Desire 620 telefoon met IMEI-nummer [imeinummer 4] in beslag genomen onder [verdachte 1] , geboren op [geboortedag] 2000.

-Door mij is de gebruiker van het toestel niet kunnen worden vastgesteld.

-Uit de timeline gegevens van genoemd toestel blijkt dat op het toestel op 14 maart 2020 geen activiteiten zijn vastgelegd.

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 261 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

Onderzoek locatiegegevens [telefoonnummer 2]

Ik, verbalisant, heb vervolgens de locatiegegevens bekeken van de tapgesprekken in de uren rond de periode van de overval op de [ naam winkel] in Breda.

Hierbij zag ik het volgende:

• Op zaterdag 14 maart 2020, omstreeks 18.01.59 uur, straalde het telefoonnummer:

[telefoonnummer 2] aan op een mast op de locatie [adres 3] te Tilburg.

• Op zaterdag 14 maart 2020, omstreeks 18.53.24 uur, straalde het telefoonnummer:

[telefoonnummer 2] aan op een mast op de locatie [adres 4] te Breda.

[verbalisant 5] verbalisant: De mast aan de Marialaan te Breda staat op zeer korte afstand van het in

Breda overvallen [ naam winkel] filiaal aan de [adres winkel] . Volgens verklaringen en het tijdstip van de melding is het [ naam winkel] filiaal in Breda vlak vóór 19.30 uur overvallen.

• Op zaterdag 14 maart 2020, omstreeks 20.08.29 uur, straalde het telefoonnummer:

[telefoonnummer 2] aan op een mast op de locatie [adres 5] te Tilburg.

• Op zaterdag 14 maart 2020, omstreeks 20.19.50 uur, straalde het telefoonnummer:

[telefoonnummer 2] aan op een mast op de locatie [adres 6] te Tilburg.

 Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 264 en 266 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

Bij de districtsrecherche in ’s-Hertogenbosch liep op 14 maart 2020 een onderzoek onder de naam Matagorda. In dit onderzoek werd het telefonie-verkeer van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] afgeluisterd. Op dit telefoonnummer werd later een gesprek terug geluisterd die gevoerd was op 14 maart 2020 om 16.54.32 uur (starttijd) en 161 seconden duurde. Uit de gespreksgegevens bleek dat het getapte nummer [telefoonnummer 2] uitbelde met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .

Op 15 april 2020 werd verdachte [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag medeverdachte 1] 1996 gehoord in onderzoek Agde. Hij verklaarde dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van hem was. Aan de verdachte werd ook de vertaalde versie van het bovengenoemde tapgesprek voorgelezen. De verdachte verklaarde hierover dat het gesprek niet klopte.

Op 05 mei 2020 omstreeks 13.00 uur werd het genoemde tapgesprek opnieuw vertaald, maar door een andere beëdigde Somalische tolk met tolknummer TLK4640.

Ik hoorde dat de tolk zei dat hij dacht dat het om twee jonge Somalische jongens ging. Hij hoorde dat zij gebrekkig Somalisch spraken, zoals je wel eens hoort bij mensen die in Nederland zijn geboren en/of opgegroeid. Ik hoorde dat de tolk zei dat het gesprek zowel in het Somalisch als in het Nederlands gevoerd werd en dat hij de volledige Nederlandse vertaling op papier heeft gezet. De vertaling van het tapgesprek door de tolk (TLK4640) is al bijlage bij dit proces-verbaal van bevindingen gevoegd:

Gesprek tussen NN man 1 en NN man2

1- joo

2- ja

1- waar ben je?

2- Lochten

1- Lochten bij Zoolu? Met wie?

2- Met paar boys.

1- Wil je geld? Veel geld.

2- Gaan jullie geld maken?

1- we weten waar heel veel geld ligt.

2- Waar?

1- Breda, het hier ik zweer het Breda is maar 15 minuten. Er komt 100% geld eruit miljoen binnen

2- Wooh ik zweer het tank is low

1- Hoeveel zit erin?

2- 35

1- lk tank voor jouw

2- Zekker

1- Zekker 100% ik zweer het

2- jullie gaan der in

1- ja

2- Geen camera

1- Er is niks broer ik zweer het er is niks, begin deze jareers* 1 voor 1 af te zetten en

2- Wanneer gaan jullie het doen?

1- Vandaag zo meteen wanneer het donker is gaan we gelijk we moeten al die kant op rijden en al checken als avonds is gaan we en doen dat daarna geef ik je jouw geld en je brengt me thuis en je gaat weg klaar.

2- maak je duizend?

1- wat duizend meer zelf ik zweer het geloof me

2- op de Quran

1-op de Quran, zie je niet hoe die alles uitverkocht is en zo

2- ik weet

1- Snap je? Miljoenen mensen rennen naar binnen om boodschappen te doen.

2- ik weet

1- Snap je?

2- ja

1- Ben je zeker praat want ik reken op je.

2- ja

1- Hoe laat ben je paraat?

2- Wanneer willen jullie gaan doen?

1- voor acht uur

2- over een uur.

1- Zes uur

2- Ja

1- ik zie je om zes uur

2- Oke

1- Oke dag

2- Dag

Opmerking tolk Jareers betekent mensen met kroesharen en grote neuzen.

Opmerking tolk het gesprek is Nederlands en Somalisch door elkaar.

 Proces-verbaal van bevindingen, pagina 281-286 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

In de auto die bij de overval werd gebruikt werd op de bijrijders stoel een mobiele telefoon

aangetroffen van het merk Samsung Galaxy. Bij het onderzoek in de telefoon bleek dat [verdachte 1] de vermoedelijke gebruiker is van de telefoon. Dit bleek uit dat:

• Apparaatgebruiker: [verdachte 1]

• E-mailaccount: [mailadres] .

Uit een politie onderzoek van politie Brabant Zuid-Oost bleek dat telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik is bij [verdachte 1] . Dit bleek aan de hand van historische verkeers- en mast gegevens. Uit ciot gegevens bleek het abonnement op naam te staan van de moeder van [verdachte 1] genaamd [naam 7]

op het adres, [adres 1] Op dit adres staat ook [verdachte 1] ingeschreven.

Er is onderzocht of [verdachte 1] op zaterdag 14 maart 2020, rond de tijd van de overval, gebruiker was van de in beslag genomen Samsung telefoon met daarin telefoonnummer [telefoonnummer 2] (de rechtbank begrijpt: [telefoonnummer 2] ).

Ik zag op de opgevraagde verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] (de rechtbank begrijpt: [telefoonnummer 2] ) dat dit telefoonnummer op 07-03-2020 om 13.33 uur in Imei nummer [imeinummer 2] (de inbeslaggenomen Samsung Galaxy) was gekomen.

Ik zag in de in beslag genomen telefoon Samsung Galaxy dat er een Sim change is geweest op 07-03-2020 om 12.42 uur met ICCID nummer [nummer] van T-Mobile (ICCID nummer is het nummer van de simkaart).

Ik zag in de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] dat het

telefoonnummer, in de periode van 16-12-2019 tot en met 29-2-2020, had gezeten in een ander telefoontoestel met Imei nummer [imeinummer 3] . Met een Imei check blijkt dat dit Imei nummer is uitgegeven aan een serie van IPhone X. Ik zag ook dat in deze periode het IMSI nummer anders was dan na 7-3-2020. (IMSI nummer is gekoppeld aan één of meer telefoonnummers en opgeslagen op de SIM-kaart) In de tabel hieronder is de wisseling van telefoon te zien. Dit komt overeen met wat verdachte [verdachte 1] had verklaard dat hij zijn IPhone was kwijt geraak en dat hij toen een Samsung telefoon had gekregen.

Contacten

De historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] zijn opgevraagd over de periode van 16-12-2020 00.49 uur tot en met 15-3-2020 22.40 uur.

Hierin staan diverse contacten internet-, doorgeschakeld-, gespreks- en sms contacten. Totaal waren er 15242 contacten, hiervan kunnen er een aantal dubbele tussen zitten. 60% van deze contacten waren internet contacten.

Van deze 15242 contacten zijn er 5230 sms- en gesprek contacten. Gemiddeld zijn er 60 sms en gesprek contacten per dag.

Gebruik telefoonnummer

Uit de opgevraagde historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer 2] is een

schema wanneer er gesprekken zijn per uur van de dag/per week. In dit schema is te zien wanneer er de meeste contacten zijn per dag. In dit schema is te zien dat tussen 9 en 10 uur een stijgende lijn is. Dus dat er contacten zijn.

In een schema staat het gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] van 14 maart

00.00

uur tot 19.30 uur. Dit komt overeen met het normale gebruik gedrag. Hierin zijn geen opvallende veranderingen.

Gebruik zendmasten

Als er met telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruik wordt gemaakt van het internet kan dit middels een WIFI netwerk of via een zendmast. Als de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] SMS- of gespreks- contact heeft dan gaat dat altijd met gebruik een zendmast.

Op 13 maart 2020 om 21.05 uur was het laatste gesprek van die dag met telefoonnummer

[telefoonnummer 2] . Toen werd er gebruik gemaakt van de zendmast 33033U1509 die staat op de

[adres 3] in Tilburg.

Op 14 maart 2020 om 09.18 uur was het eerste gesprek van die dag van telefoonnummer

[telefoonnummer 2] . Omdat dit een gesprek was maakte het telefoonnummer gebruik van een zendmast 33033U1509 die staat op [adres 3] te Tilburg.

In de in beslag genomen Samsung telefoon zie ik, verbalisant [verbalisant 3] geen veranderingen aan de manier van gebruiken van de telefoon.

Ik heb gekeken of dit gebruik van deze zendmast afwijkend was.

In de opgevraagde historische verkeersgegevens blijkt dat het meeste gebruik wordt gemaakt van de zendmast [adres 7] in Tilburg (3510 keer) hierna komt de zendmast op de [adres 3] in Tilburg (1746 keer).

In onderstaand schema is het gebruik van de zendmasten 14 dagen voor de gepleegde overval. In het schema staat het eerste gesprekscontact en het laatste gesprekscontact voor de nachtrust bestemde tijd.

Tussen 4 maart 2020 21.04 uur en 7 maart 2020 13.36 werd er geen gebruik gemaakt van het telefoonnummer. Ook hier wordt het meeste gebruik gemaakt van de zendmast op de [adres 7]

in Tilburg en daarna de mast op de [adres 3] in Tilburg.

Het gebruik van de zendmast op de [adres 3] te Tilburg is niet afwijkend van het

normale gebruik.

Chatgesprekken

Uit de chatgesprekken die zijn onderzocht op de op 14 maart 2020 inbeslaggenomen telefoon, blijkt niet dat er op 14 maart een andere gebruiker van de Samsung telefoon was dan voorheen.

In de tijdlijn van 13 en 14 maart zijn ook geen opvallende veranderingen.

Op 14 maart 2020 wordt via internet gezocht naar [naam 8] autoverzekeringen en [ naam winkel] .

In de tijdlijn van 14 maart zijn ook diverse Chat gesprekken via Snap. In snap chat is niet te zien wat er gestuurd werd.

In de in beslag genomen Samsung Telefoon zie ik, verbalisant [verbalisant 3] geen veranderingen aan de manier van gebruiken van de telefoon. Eerder lopende chats gaan op 14 maart 2020 door.

Uit bovenstaande bevindingen blijkt dat op 14 maart 2020 geen opvallende veranderingen zijn in het gebruik van de mobiele telefoon van het merk Samsung.

 Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , pagina 423 en 424 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende – zakelijk weergegeven- :

Ik heb 14 maart 2020 iemand opgehaald in Breda. Ik kwam op de plaats van bestemming via de Tom Tom op de telefoon van mijn maat.

 Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 463 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende - zakelijk weergegeven- :

Ik had een Iphone. Die ben ik kwijt. Die is door een vriend van mij gestolen. Mijn moeder heeft voor mij een Samsung gehaald. Die ben ik nu ook kwijt. Ik heb daarna een HTC bij een vriend van mij geleend. Die hebben jullie van mij in beslaggenomen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature