Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

HUUR

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 20/7633 HUUR

uitspraak van 16 november 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde] ,

en

de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 24 juli 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen.

Overwegingen

1. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de verplichting opgenomen om een kopie in te dienen van het besluit waarop het geschil betrekking heeft. De rechtbank stelt vast dat eiseres bij het instellen van haar beroep niet het besluit heeft overgelegd waartegen het beroep is gericht.

2. De griffier heeft eiseres bij brief van 29 juli 2020 erop gewezen dat zij niet heeft voldaan aan deze verplichting en heeft daarbij de gelegenheid geboden het verzuim te herstellen binnen de in de brief gestelde termijn van vier weken na verzending van de brief. Tevens heeft de rechtbank eiseres verzocht om een schriftelijke machtiging over te leggen, waaruit blijkt dat haar gemachtigde gemachtigd is om namens eiseres proceshandelingen te verrichten. Eiseres is er in deze brief op gewezen dat indien er van deze gelegenheid geen gebruik wordt gemaakt, en zij ook niet om uitstel verzoekt, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.

3. De rechtbank constateert dat de gestelde termijn is verstreken zonder dat een besluit en een volmacht zijn overgelegd en dat eiseres ook niet om uitstel heeft verzocht. Het beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk. Daarom zal de rechtbank de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld.

4. Bij deze beslissing is in aanmerking genomen het gestelde in de artikelen 2:1, 6:5, tweede lid, 6: 6, aanhef en onder a, en 8:54, eerste lid, onder b, van de Awb.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, op 16 november 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank. De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na de verzending van deze uitspraak.

Artikel 2:1 van de Awb luidt als volgt:

Een ieder kan zich ter behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.

Het bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.

Artikel 6:5, tweede lid, van de Awb luidt als volgt:

Bij het beroepschrift wordt zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd.

Artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb luidt als volgt:

Indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, kan die niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Artikel 8:54, eerste lid, onder b, van de Awb luidt als volgt:

Totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, kan de bestuursrechter het onderzoek sluiten, indien de voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature