U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

vrijspraak diefstallen, heling, deelname aan criminele organisatie

Uitspraak



RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Middelburg

parketnummer: 02/700171-18

vonnis van de meervoudige kamer van 9 mei 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

raadsman mr. R. Wouters, advocaat te Middelburg.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 april 2019. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen haar gemachtigde raadsman. De officier van justitie

mr. G. Oosterveld en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens op 25 april 2019 formeel gesloten.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat

1.

zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018

tot en met 16 augustus 2018 in Nederland,

heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]

en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [verdachte]

en/of een of meer (onbekende) ander(en),

welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk

- het plegen van (gekwalificeerde) diefstal(len) en/of

- het plegen van opzetheling;

2.

zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018

tot en met 16 augustus 2018 te Zoutelande en/of Domburg en/of Serooskerke

en/of Koudekerke en/of Burgh-Haamstede en/of Kamperland en/of Breskens en/of

Nieuwvliet, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of

meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening

een of meer goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan een ander dan aan hem/haar verdachte en/of zijn/haar mededaders heeft/hebben weggenomen uit ongeveer 160 auto(s) en/of kampeerauto(s) waaronder de navolgende auto(s) en/of kampeerauto(s), in elk

geval voertuigen:

-(dossiernummer 2018180149, volgnummer 51) uit een personenauto (merk

Mercedes , kenteken [kenteken 1] ) diverse goederen waaronder een bankpas, in elk

geval een of meer goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1]

, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of

zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018229160, volgnummer 125)

uit een kampeerauto ( kenteken [kenteken 2] ) diverse goederen waaronder een

telefoon Samsung S7, in elk geval een of meer goed(eren), geheel of ten dele

toebehorende aan [naam 2] en/of [naam 3] , in elk geval aan een ander of

anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018193181, volgnummer 160) uit een personenauto (merk Audi ,

kenteken [kenteken 3] ) diverse goederen waaronder een creditcard, in elk geval

een of meer goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [naam 4] , in elk geval

aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018191365, volgnummer 113) uit een kampeerauto (merk Fiat ,

kenteken [kenteken 4] ), diverse goederen waaronder een portemonnee met 30 euro

inhoud en/of Iphone 5 en/of creditcard, in elk geval een of meer goed(eren)

geheel of ten dele toebehorende aan [naam 5] , in elk geval aan een ander of

anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018193186, volgnummer 126) uit een kampeerauto (merk Fiat,

kenteken [kenteken 5] ), diverse goederen waaronder een/meerdere bankpas(sen) en/of

een/meerdere creditcard(s) , in elk geval een of meer goed(eren) geheel of ten

dele toebehorende aan [naam 6] en/of [naam 7] , in elk geval aan

een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018192417, volgnummer 120) uit een (personen)auto, (merk

Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken 6] ), diverse goederen waaronder een mobiele

telefoon (merk Nokia) en/of een powerbank , in elk geval een of meer

goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [naam 8] , in elk geval

aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)

en/of

-(dossiernummer 2018235801, volgnummer 155) uit een personenauto, (merk

Volkswagen Touran, kenteken [kenteken 7] ) diverse goederen waaronder een

portemonnee met inhoud o.a. een bankpas en/of autosleutel, in elk geval een of

meer goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [naam 9] , in elk geval

aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of

-(dossiernummer 2018180456, volgnummer 54) uit een kampeerauto (merk Fiat

Ducato Multijet, kenteken [kenteken 8] ), diverse goederen waaronder een

fotocamera en/of E-book, in elk geval een of meer goed(eren) geheel of ten

dele toebehorende aan [naam 10] en/of [naam 11] , in elk geval aan een ander

of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),

en zich daarbij de toegang tot die auto(s) en/of kampeerauto(s) te verschaffen

en/of die/dat diverse goed(eren) onder haar/hun bereik te brengen door middel

van braak, verbreking en/of inklimming;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling

mocht of zou kunnen leiden:

zij op of omstreeks 16 augustus 2018 te Zoutelande, in elk

geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans

alleen, diverse goederen, waaronder

-(dossiernummer 2018180149) een bankpas en/of

-(dossiernummer 2018229160) een telefoon Samsung S7 en/of

-(dossiernummer 2018193181) een creditcard en/of

-(dossiernummer 2018191365) een portemonnee en/of een telefoon Iphone 5 en/of

-(dossiernummer 2018193186) een/meerder bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of

-(dossiernummer 2018192417) een telefoon Nokia en/of

-(dossiernummer 2018235801) een bankpas en/of autosleutel en/of

-(dossiernummer 2018180456) een fotocamera en/of E-book,

heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben

overgedragen, terwijl zij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven

of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) wist(en), althans had(den)

moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

3.

zij op of omstreeks 30 juli 2018 te Westkapelle en/of Domburg en/of

Serooskerke, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een

ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft

weggenomen

-(in totaal) 800,- euro, bestaande uit 2 maal een geldopname van 350 euro

en/of eenmaal 100 euro, bij een pinautomaat van Rabobank , gevestigd aan de

[adres 1] , en/of

-(in totaal) 950 euro, bestaande uit 3 maal een geldopname van 200 euro en/of

eenmaal 350 euro, bij een pin/betaalautomaat van Yourcash, gevestigd aan de

[adres 2] en/of

-(in totaal) 167,28 euro, zijnde (een) elektronische/pin betaling(en) aan

[naam 12] , gevestigd aan de [adres 2] , en/of

-(in totaal) 240,45 euro, zijnde (een) elektronische/pinbetaling(en) aan [naam 13]

, gevestigd aan de [adres 3] en/of

-(in totaal) 96,52 euro, zijnde (een) elektronische/pin betaling(en) aan [naam 14]

, gevestigd aan de [adres 4] en/of

-(in totaal) 107,99 euro, zijnde (een) elektronische/pin betaling(en) aan

[naam 15] , gevestigd aan de [adres 5] te Domburg, en/of

-andere geldbedragen, te weten elektronische en pinbetalingen in/aan

[naam 16] en/of [naam 17] ,

in elk geval meermalen (op verschillende tijdstippen), althans eenmaal, een

hoeveelheid geld /enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] ,

in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of

zijn mededader(s),

waarbij verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats des

misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder

zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,

te weten de bankpas van die [naam 1] en de bijbehorende pincode, tot het gebruik

waarvan verdachte en/of zijn mededaders niet gerechtigd, gemachtigd en/of

bevoegd waren.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de aan haar onder feiten 1 en 2 primair (in de medeplegen variant) tenlastegelegde feiten en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier. Zij vordert vrijspraak ten aanzien van feit 3.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. In het dossier is geen enkel bewijs te vinden voor enige vorm van deelname aan criminele activiteiten. Van enige vorm van samenwerking blijkt niet. De nauwe en bewuste samenwerking die medeplegen veronderstelt kan niet worden vastgesteld. Ook staat verdachte niet op de beelden van de pintransacties en heeft zij geen geld uitgegeven.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal in haar bewijsoverwegingen eerst ingaan op de feiten 2 en 3 op de tenlastelegging, waarna zij op feit 1 op de tenlastelegging zal ingaan.

feit 2

Onder feit 2 is aan verdachte primair ten laste gelegd het (mede)plegen van een voltooide diefstal door middel van braak in de periode van 1 juni 2018 tot en met 16 augustus 2018 uit ongeveer 160 auto’s en/of kampeerauto’s.

De rechtbank stelt allereerst vast dat het dossier in totaal 157 aangiftes bevat, waarvan één ongenummerd. Van deze 157 aangiftes omvat het dossier in totaal 26 aangiftes die zien op een poging tot diefstal uit een auto of kampeerauto. Voorts zijn er in totaal 7 aangiftes die zien op het wegnemen van één of beide kentekenplaten van een auto. Ook omvat het dossier 1 aangifte die ziet op diefstal van een op de bagagedrager van een auto bevestigde fiets. Verder maakt van het dossier deel uit 1 aangifte die ziet op diefstal van een rugtas die op de bagagedrager van een gehuurde fiets zat. Aangezien de rechtbank is gebonden aan de tenlastelegging en deze pogingen tot diefstal, diefstal van kentekenplaten, diefstal van een fiets van de bagagedrager en diefstal van een rugtas van een gehuurde fiets niet aan verdachte ten laste zijn gelegd - ook niet nadat op de terechtzitting een en ander met betrekking tot de pogingen nadrukkelijk aan de orde is geweest - kan zij, alleen al gelet hierop, niet anders dan verdachte vrijspreken van deze in totaal in 35 aangiftes vermelde feiten. Dit betreft ten aanzien van de pogingen de aangiftes onder de zaaknummers 6, 12, 22, 23, 35, 36, 37, 50, 57, 59, 60, 61, 63, 67, 80, 92, 98, 110, 114, 132, 136, 139, 140, 142, 143 en 146. Ten aanzien van de diefstal van kentekenplaten betreft dit de aangiftes onder de zaaknummers 21, 25, 42, 52, 68, 75 en 77. Ten aanzien van de diefstal van een fiets van de bagagedrager betreft dit de aangifte onder zaaknummer 101 en ten aanzien van de diefstal van een rugtas van een gehuurde fiets betreft dit de aangifte onder zaaknummer 129.

- medeplegen

De rechtbank stelt voorop dat de kwalificatie medeplegen slechts dan gerechtvaardigd is als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat brengt mee dat, indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, op de rechtbank de taak rust dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van haar oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechtbank rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.

Verdachte is op 16 augustus 2018 in Domburg samen met de medeverdachten aangetroffen en aangehouden in een camper. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de camper afgeladen vol was met 20 koffers, 36 tassen, speelgoed, elektrische apparatuur, laptops, telefoons, sieraden, geld etc. en dat verdachte en de medeverdachten letterlijk en figuurlijk op de gestolen buit sliepen en zaten. De rechtbank stelt vast dat er geen lijst van aangetroffen en inbeslaggenomen goederen is overgelegd. Ook ontbreken foto’s van het interieur van de camper. Hierdoor is voor de rechtbank onduidelijk gebleven welke (aantallen) goederen er in de camper zijn aangetroffen en op welke plekken in de camper goederen zijn aangetroffen.

Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft ten aanzien van een deel van de tenlastegelegde diefstallen verklaard dat hij hier alleen voor verantwoordelijk is. Verdachte ontkent betrokken te zijn geweest bij de diefstallen. Er zijn geen getuigen die de diefstallen hebben waargenomen. Ook de medeverdachten hebben geen verklaringen afgelegd, waaruit enige betrokkenheid van verdachte bij de diefstallen valt af te leiden. Onduidelijk is gebleven vanaf wanneer en op welk moment verdachte in de camper zat. Er is geen technisch bewijs dat in de richting van verdachte wijst.

Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (mede)plegen van diefstal door middel van braak zoals onder 2 primair is tenlastegelegd. De enkele stelling van de officier van justitie dat het medeplegen bewijsbaar is nu voor het plegen van deze grote hoeveelheid specifieke diefstallen, met deze modus operandi, een nauwe en bewuste samenwerking is vereist en medeverdachte [medeverdachte 1] dit niet alleen kan hebben gedaan, maakt dit niet anders. Voor die stelling heeft de rechtbank geen bewijs aangetroffen. Verdachte moet dan ook van feit 2 primair worden vrijgesproken.

Subsidiair is aan verdachte het (mede)plegen van heling van diverse goederen ten laste gelegd. Verdachte heeft ontkend dit feit te hebben gepleegd.

Ten aanzien van de bankpas die wordt vermeld onder het eerste gedachtestreepje merkt de rechtbank op dat uit het dossier niet is gebleken dat deze in dit onderzoek is aangetroffen. Hoewel medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op beelden te zien zijn, terwijl zij aan het pinnen zijn met de pas van aangever [naam 1] , levert dat geen wettig en overtuigend bewijs op voor het (mede)plegen van het verwerven of voorhanden hebben door verdachte van die bankpas. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte dit weggenomen goed heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de telefoon die wordt vermeld onder het tweede gedachtestreepje van de tenlastelegging, stelt de rechtbank vast dat deze is aangetroffen bij de doorzoeking in de camper waarin verdachten rondtrokken en zijn aangehouden. Uit het dossier blijkt echter niet op welke plek in de camper deze telefoon is aangetroffen. De rechtbank zal verdachte van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte de telefoon heeft verworven of voorhanden heeft gehad.

Ten aanzien van de creditcard die wordt vermeld onder het derde gedachtestreepje, stelt de rechtbank vast dat uit het dossier niet is gebleken dat deze in dit onderzoek is aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte dit weggenomen goed heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de portemonnee en de iPhone 5 die worden vermeld onder het vierde gedachtestreepje merkt de rechtbank op dat deze goederen niet worden vermeld in de aangifte onder dossiernummer 2018191365 en uit het dossier ook niet is gebleken dat deze in dit onderzoek zijn aangetroffen. Hoewel medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] hebben verklaard dat zij de personen zijn die op de beelden te zien zijn, terwijl zij aan het pinnen zijn met de pas van aangever [naam 5] , levert dat geen wettig en overtuigend bewijs op voor het (mede)plegen van het verwerven of voorhanden hebben van een portemonnee en een iPhone door verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte deze goederen heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Ook ten aanzien van de bankpassen en creditcards die worden vermeld onder het vijfde gedachtestreepje merkt de rechtbank op dat uit het dossier niet is gebleken dat deze in dit onderzoek zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte deze weggenomen goederen heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de telefoon die wordt vermeld onder het zesde gedachtestreepje van de tenlastelegging, stelt de rechtbank vast dat deze is aangetroffen bij [medeverdachte 5] . De rechtbank zal verdachte van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit het dossier niet blijkt dat verdachte de telefoon heeft verworven of voorhanden heeft gehad.

Ten aanzien van de bankpas en autosleutel die worden vermeld onder het zevende gedachtestreepje merkt de rechtbank op dat uit het dossier niet is gebleken dat deze in dit onderzoek zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte deze weggenomen goederen heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

Ten aanzien van de fotocamera en E-book die worden vermeld onder het achtste gedachtestreepje, stelt de rechtbank vast dat uit het dossier niet is gebleken dat deze in dit onderzoek zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dus ook niet worden vastgesteld dat verdachte deze weggenomen goederen heeft verworven of voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

De conclusie is dat verdachte van feit 2 subsidiair zal worden vrijgesproken.

feit 3

Op 1 augustus 2018 deed [naam 1] aangifte van diefstal uit zijn auto. Uit zijn auto was onder andere een portemonnee met daarin een bankpas weggenomen. Met de gestolen bankpas werd op diverse locaties gepind. Van een aantal van deze pintransacties zijn beelden beschikbaar. Op geen van deze beelden is verdachte te zien. Verdachte ontkent het feit te hebben gepleegd.

De rechtbank stelt vast dat het proces-verbaal van bevindingen waarin de pintransacties met de gestolen bankpas zijn gerelateerd, niet wordt ondersteund door bewijsmiddelen waaruit blijkt dat verdachte één van de (mede)daders is. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder feit 3 aan verdachte ten laste is gelegd, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

feit 1

Aan verdachte is onder feit 1 ten laste gelegd dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie.

Onder een criminele organisatie wordt verstaan een samenwerkingsverband tussen meerdere personen met een zekere duurzaamheid en structuur, dat tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Daarbij hoeft het plegen van misdrijven niet de enige of voornaamste bestaansgrond van de organisatie te zijn. Een zekere bestendigheid is vereist, maar het gaat niet zover dat vereist is dat de samenstelling van het samenwerkingsverband telkens dezelfde is. Het oogmerk van de criminele organisatie dient gericht te zijn op het plegen van misdrijven. Als bewijs voor het bestaan van het oogmerk van de organisatie kunnen (mede) dienen de misdrijven die zijn gepleegd en het duurzaam en/of gestructureerde karakter van de samenwerking.

Volgens bestendige rechtspraak is van deelneming aan een criminele organisatie sprake indien een persoon behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunende gedragingen heeft verricht die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelname aan de criminele organisatie is niet vereist dat een betrokkene deelneemt aan de misdrijven waarop het oogmerk van de organisatie is gericht. Evenmin is vereist dat een betrokkene samenwerkt of bekend is met alle personen die deel uitmaken van een organisatie. Ten aanzien van de rol van een betrokkene geldt voorts dat een betrokkene in zijn algemeenheid moet weten, in de zin van voorwaardelijk opzet, dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Een betrokkene hoeft echter niet enige vorm van opzet te hebben gehad op concrete door de criminele organisatie beoogde misdrijven.

Voor een familieverband geldt in het algemeen dat de sociale structuur en de verhoudingen tussen de leden onderling, op een aantal punten overeenkomsten vertonen met de hierboven genoemde, in eerdere rechtspraak strafrechtelijk relevant beoordeelde, aspecten van een organisatie. Dit betekent echter niet dat om die reden reeds sprake is van een criminele organisatie indien meerdere leden van een familie tezamen misdrijven plegen.

Nu de rechtbank verdachte zal vrijspreken van de haar onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten en het dossier onvoldoende bewijs bevat voor de betrokkenheid van verdachte bij de vermeende criminele organisatie, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder feit 1 tenlastegelegde.

5 De benadeelde partijen

5.1

De vorderingen

In dit strafproces hebben na te noemen personen zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot schadevergoeding voor feit 2.

Zaaknummer 3: [naam 18] ; € 186,00;

Zaaknummer 4: [naam 19] ; € 1.918,25;

Zaaknummer 9: [naam 20] ; € 1.165,00;

Zaaknummer 11: [naam 21] ; € 1.050,00;

Zaaknummer 15: [naam 22] ; € 1.407,18;

Zaaknummer 17: [naam 23] ; € 600,00;

Zaaknummer 18: [naam 24] ; € 2.439,34;

Zaaknummer 28: [naam 25] ; € 3.560,00;

Zaaknummer 36: [naam 26] ; € 672,20;

Zaaknummer 38: [naam 27] ; € 681,90;

Zaaknummer 39: [naam 28] ; € 687,58;

Zaaknummer 40: [naam 29] ; € 295,90;

Zaaknummer 45: [naam 30] ; € 102.220,00;

Zaaknummer 46: [naam 31] ; € 1.279,50;

Zaaknummer 53: [naam 32] ; € 900,00;

Zaaknummer 61: [naam 33] ; € 247,95;

Zaaknummer 68: [naam 34] ; € 91,70;

Zaaknummer 71: [naam 35] ; € 378,11;

Zaaknummer 80: [naam 36] ; € 150,00;

Zaaknummer 81: [naam 37] ; € 1.150,00;

Zaaknummer 83: [naam 38] ; € 434,00;

Zaaknummer 85: [naam 39] ; € 1.195,00;

Zaaknummer 89: [naam 40] ; € 1.690,00;

Zaaknummer 91: [naam 41] ; € 429,44;

Zaaknummer 100: [naam 42] ; € 1.874,00;

Zaaknummer 108: [naam 43] ; € 3.378,47;

Zaaknummer 118: [naam 44] ; € 140,00;

Zaaknummer 120: [naam 8] ; € 309,00;

Zaaknummer 121: [naam 45] ; € 2.561,18;

Zaaknummer 126: [naam 6] ; € 11.365,00;

Zaaknummer 127: [naam 46] ; € 1.091,99;

Zaaknummer 131: [naam 47] ; € 4.617,00;

Zaaknummer 133: [naam 48] ; € 75,00;

Zaaknummer 134: [naam 49] ; € 50,00;

Zaaknummer 135: [naam 50] ; € 185,00;

Zaaknummer 138: [naam 51] ; € 371,18;

Zaaknummer 154: [naam 52] ; € 859,30;

Zaaknummer 156: [naam 53] ; € 992,55.

5.2

Het oordeel van de rechtbank

Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.

De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.

6 De vordering tot gevangenneming

Gelet op het feit dat verdachte zal worden vrijgesproken, is er geen grond voor de gevangenneming van verdachte. De vordering daartoe zal worden afgewezen.

7 De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

- spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten;

Benadeelde partijen

- verklaart de benadeelde partijen [naam 18] , [naam 19] , [naam 20] , [naam 21] , [naam 22] , [naam 23] ,

[naam 24] , [naam 25] , [naam 26] , [naam 27] , [naam 28] , [naam 29] , [naam 30] , [naam 31] , [naam 32] , [naam 33] , [naam 34] , [naam 35] , [naam 36] , [naam 37] , [naam 38] , [naam 39] , [naam 40] , [naam 41] , [naam 42] , [naam 43] , [naam 44] , [naam 8] , [naam 45] , [naam 6] , [naam 46] , [naam 47] , [naam 48] , [naam 49] , [naam 50] , [naam 51] , [naam 52] en [naam 53] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;

- veroordeelt voornoemde benadeelde partijen in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil;

Voorlopige hechtenis

- wijst de vordering tot gevangenneming af;

- stelt vast dat het bevel tot voorlopige hechtenis is opgeheven bij afzonderlijke beschikking van 4 december 2018.

Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Josten, voorzitter, mr. G.H. Nomes en

mr. J.A. van Voorthuizen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.A.M. van der Ven - van de Riet, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 mei 2019.

mr. Van Voorthuizen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature