Belastingfraude.
De zinsneden ‘tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(n)e(n)’ bedoelt medeplegen volgens artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht ten laste te leggen. Uit bestendige jurisprudentie blijkt dat deze zinsnede voldoende bepaald is in de zin van artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De naam van een medepleger hoeft niet in de tenlastelegging te worden vermeld, aangezien voor een bewezenverklaring niet is vereist dat de identiteit van de medepleger bekend is.
Verdachte deed het naar de Staat toe voorkomen alsof belastingplichtigen recht hadden op gelden van de belastingdienst. De belastingdienst was in de veronderstelling dat de aangiften juist waren en heeft op basis van de door verdachte opgemaakte en ingediende aangifte uitbetaald. Door dit handelen is de belastingdienst bewogen tot afgifte van een of meer geldbedragen. Als de belastingdienst had geweten dat de aangiften onjuist waren was de belastingdienst niet tot uitbetaling overgegaan.