Het geschil betreft de aan eiser opgelegde navorderingsaanslag IB/PVV 1999. Eiser is enig aandeelhouder in een BV die zich bezig houdt met de exploitatie van onroerende zaken. In 1996 heeft eiser een pand van de BV gekocht en dit pand in 1998 met een aanzienlijke winst aan een derde verkocht. Volgens eiser is de winst niet bij hem belast omdat hij in 1996 een veel te laag bedrag voor het pand heeft betaald. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser dat niet aannemelijk gemaakt. Derhalve faalt het beroep.