Aanwijzing artikel 55 Vw 2000 ten onrechte gegeven; geen aanvraag gedaan als bedoeld in artikel 8 onder f Vw 2000; beroep gegrond; geen aanleiding voor schadevergoeding, nu verzoek daartoe niet rechtstreeks is te herleiden tot artikel 106 Vw 2000 en overigens niet onderbouwd
Vastgesteld wordt dat, voor zover het gaat om het in artikel 55 van de Vw 2000 bepaalde, in het bestreden besluit is aangegeven dat de gemeente Amsterdam is aangewezen als plaats waar eiser zich beschikbaar dient te houden in verband met de behandeling van zijn aanvraag. Daarnaast is als aanwijzing daarin opgenomen de mogelijkheid om ontheffing van de beschikbaarheidsverplichting aan te vragen en is tevens de verplichting opgelegd zich op 12 september 2012 te melden bij het bureau van politie te Amsterdam in verband met een meldplicht/controle.
Artikel 55, eerste lid, van de Vw 2000 bepaalt dat de vreemdeling die rechtmatig verblijf geniet op grond van artikel 8, onder f, van de Vw 2000 zich in verband met het onderzoek naar de inwilligbaarheid van de aanvraag om een verblijfsvergunning beschikbaar dient te houden op een door Onze Minister aangewezen plaats, overeenkomstig hem daartoe door de bevoegde autoriteiten gegeven aanwijzingen.
De rechtbank constateert dat niet in geschil is dat eiser geen aanvraag tot verblijf heeft ingediend en aldus niet is aan te merken als een vreemdeling die rechtmatig verblijf geniet op grond van artikel 8, onder f, van de Vw 2000. Nu deze wettelijke bepaling geen ruimte laat tot toepassing bij vreemdelingen die in een andere situatie verkeren en (wellicht) op andere basis rechtmatig verblijf hebben, moet worden geoordeeld dat in het geval van eiser ten onrechte de aanwijzing als bedoeld in artikel 55 van de Vw 2000 is gegeven.
Het beroep is dan ook gegrond en leidt tot vernietiging van het bestreden besluit, voor zover daarin toepassing is gegeven aan artikel 55 van de Vw 2000. Dat, zoals verweerder heeft aangevoerd, door het nemen van dit besluit is gekozen voor de minst ingrijpende oplossing, nu eiser het door hem gestelde rechtmatig verblijf nog niet heeft aangetoond en de aanwijzing de mogelijkheid geeft van enige controle, doet hieraan niet af.
De rechtbank ziet geen aanleiding tot het toekennen van schadevergoeding, nu een toekenning ervan niet rechtstreeks is te herleiden tot het bepaalde in artikel 106 van de Vw 2000 en het verzoek overigens niet is onderbouwd.