U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:

Inhoudsindicatie:

beroep op de hardheidsclausule artikel 282a lid 4 RV

Uitspraak



RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector familie- en jeugdrecht

Enkelvoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 12-4853

Zaaknummer: 422367

Datum beschikking: 23 augustus 2012

Scheiding

Beschikking op het op 27 juni 2012 ingekomen verzoek van:

[de man],

de man,

wonende te [woonplaats man],

advocaat: mr. P.H.J. Körver te 's-Gravenhage,

en

[de vrouw],

de vrouw,

wonende te [woonplaats vrouw],

advocaat mr. P.H.J. Körver te 's-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van het gemeenschappelijk verzoek, strekkende tot echtscheiding en opname van het convenant in de beschikking.

De griffie heeft de ontvangst van het verzoekschrift bij schrijven 2 juli 2012 bevestigd.

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken zijn verzoekers griffierecht verschuldigd vanaf de indiening van het verzoekschrift en dienen zij ervoor te zorgen dat het griffierecht binnen vier weken nadien, in dit geval dus uiterlijk op 25 juli 2012, is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de behandeling plaatsvindt dan wel ter griffie is gestort. Verzoekers hebben het verschuldigde griffierecht niet tijdig voldaan.

Bij brief van 2 augustus 2012 heeft de griffier de man in de gelegenheid gesteld zich binnen twee weken na dagtekening van deze brief schriftelijk en gemotiveerd uit te laten met betrekking tot het geconstateerde verzuim en/of alsnog een beroep te doen op de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Bij brief van 10 augustus 2012 heeft de advocaat aangevoerd dat in deze zaak twee nota's zijn ontvangen, die beide zijn betaald door de vrouw, de eerste op 20 juli 2012 en de tweede na ontvangst van een aanmaning.

Beoordeling

Nu verzoeker het verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft voldaan, dient de rechter verzoeker gelet op het bepaalde in artikel 282a, tweede lid, Rv niet-ontvan kelijk te verklaren in het verzoek, tenzij toepassing van die bepaling, gelet op het belang van één of meer van de partijen bij toegang tot de rechter, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard (artikel 282a, vierde lid, Rv , de hardheidsclausule ).

De rechtbank constateert dat geen beroep is gedaan op genoemde hardheidsclausule.

Verzoekers voeren aan dat het griffierecht geheel is voldaan. Zij voeren echter niet aan dat dit tijdig is gedaan. Integendeel, uit de brief van de advocaat blijkt dat de betaling van het tweede deel van het griffierecht pas is betaald na de aanmaning. Nu deze aanmaning pas wordt verstuurd na het verstrijken van de wettelijke betalingstermijn, is deze betaling dus niet tijdig gedaan.

Verzoekers zullen dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het verzoek.

Deze beschikking is gegeven te 's-Gravenhage door mr. I.D. Bellaart, bijgestaan door K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature