E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2012:BX1255
LJN BX1255, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 12/16129

Inhoudsindicatie:

Naar voorlopig oordeel heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat het persoonlijke gedrag van verzoeker een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat verzoeker in de relatief korte tijd dat hij in Nederland verblijft (verweerder gaat ervan uit dat verzoeker pas sinds 2010 in Nederland verblijft) veelvuldig door de strafrechter is veroordeeld voor vermogensdelicten en dat na het plegen van die strafbare feiten geen verbetering van het gedrag van verzoeker is opgetreden. Verzoeker vertoont dus een neiging om dit gedrag in de toekomst voort te zetten. Hoewel elk door verzoeker gepleegd strafbaar feit op zich geen voldoende ernstige bedreiging lijkt te vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving, moet worden geoordeeld dat verweerder het gedrag van verzoeker, vooral gelet op aard (vermogensdelicten en geweldsdelicten) en de frequentie van de door hem gepleegde strafbare feiten, als een voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de Nederlandse samenleving heeft kunnen aanmerken. Verweerder heeft daarbij van belang mogen achten dat het gedrag van een veelpleger als verzoeker een negatieve invloed heeft op het algemene veiligheidsgevoel van de Nederlandse maatschappij en dat verzoeker die maatschappij in het algemeen en de slachtoffers van die strafbare feiten in het bijzonder financiƫle schade, veel ergernis en overlast toebrengt. Voorts acht de voorzieningenrechter van belang dat ook de strafrechter in verband met de normhandhaving hoofdzakelijk gevangenisstraffen heeft opgelegd en dat de strafrechter blijkens de opgelegde gevangenisstraffen van 6 weken, 4 maanden en 4 maanden in het bijzonder de door eiser gepleegde diefstal (zakkenrollerij) en mishandeling, winkeldiefstal (gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken) en wederspannigheid en zedenzaken (feitelijke aanranding van de eerbaarheid) en mishandeling fors aanrekent.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie