Verdachte, rijdend in zijn auto, heeft ten onrechte nagelaten een overstekende voetganger voorrang te verlenen, als gevolg waarvan een botsing met deze voetganger is ontstaan en bij deze voetganger letsel is ontstaan.
De rechtbank verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding primair en subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij; verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding meer subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
overtreding van artikel 49, tweede lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Geldboete van € 250,-- ;