Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Kinderrechter
Rekestnummer: JE RK 11-2552
Zaaknummer: 402742
Datum beschikking: 14 oktober 2011
Vervanging stichting bureau jeugdzorg
Beschikking op het op 9 september 2011 ingekomen verzoekschrift van:
het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering (verder het Leger des Heils), namens de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, vestiging Dordrecht,
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige A], geboren op [datum] 2009 te [plaats A];
kind van:
[mevrouw B]
de moeder,
wonende te [plaats B]
die het ouderlijk gezag alleen uitoefent,
en erkend door
[de heer C]
de vader,
wonende te [plaats A]
De minderjarige verblijft feitelijk in een netwerkpleeggezin.
Procedure
De kinderrechter heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift;
- een bereidverklaring van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden om de
ondertoezichtstelling van de minderjarige over te nemen;
- een verklaring waarbij de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden de uitvoering van de
beschermingsmaatregel(en) heeft gemandateerd aan het Leger des Heils.
Het Leger des Heils heeft aangegeven geen behandeling van het verzoek ter zitting te wensen.
Aan de belanghebbenden zijn bij brieven van 12 september 2011 meldbrieven gestuurd, conform het bepaalde in artikel 6.1 van het procesreglement civiel jeugdrecht.
Feiten
De kinderrechter in de rechtbank Dordrecht heeft bij beschikking d.d. 11 mei 2011 de minderjarige onder toezicht gesteld van 11 mei 2011 tot 11 mei 2012, alsmede voor dezelfde duur machtiging verleend de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een (netwerk) pleeggezin.
Verzoek
Het verzoek strekt tot vervanging van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland.
Beoordeling
Ingevolge artikel 1: 254 vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek kan op verzoek van de stichting, de met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaren of ouder, de kinderrechter de stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg , die het toezicht heeft, vervangen door een zodanige stichting in een andere provincie.
De kinderrechter is van oordeel dat het Leger des Heils niet een stichting is zoals bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg . Daarnaast overweegt de kinderrechter dat een door een Stichting Bureau Jeugdzorg verleend mandaat niet betekent dat de gemandateerde, in casu het Leger des Heils, ook mandaat heeft tot het indienen van een verzoek tot vervanging van de mandataris.
De kinderrechter zal derhalve het Leger des Heils niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.
Beslissing
De kinderrechter:
verklaart het Leger des Heils niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Dam, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2011, in tegenwoordigheid van A.U. Hatuina als griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te
's-Gravenhage.